ECLI:NL:CRVB:2022:940
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de hoogte van de maatregel bij benadelingshandeling in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) artikel 8, eerste lid, van de Beleidsregel aan zijn besluit ten grondslag heeft mogen leggen. Appellante had een vaststellingsovereenkomst ondertekend en zich vervolgens ziek gemeld, wat leidde tot een weigering van ziekengeld door het Uwv. De Raad constateert dat appellante door het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst een benadelingshandeling heeft gepleegd, maar dat deze overtreding haar niet in overwegende mate kan worden verweten. De Raad oordeelt dat de keuze van het Uwv om een maatregel van 50% op te leggen, gezien de verminderde verwijtbaarheid van appellante, binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling valt. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard. Het hoger beroep van appellante slaagt niet, en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.