mw. mr. I.M. Ludwig

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen de herziening van zijn WIA-uitkering ongegrond. De arbeidsongeschiktheid blijft vastgesteld op 38%.

Hoger beroep over boetes aan slachthuis wegens overtredingen Wet dieren; boetes in stand gelaten.

Het College bevestigt de boete van € 2.500,- aan een slachthuis wegens overtreding van de Wet dieren en Verordening 1099/2009, omdat het slachthuis niet voldoende maatregelen nam om het lijden van melkvee te verlichten.

Hoger beroep van slachthuis tegen boete van € 2.500,- wegens overtreding van de Wet dieren en Verordening 1099/2009. Boete blijft gehandhaafd.

Het College bevestigt de boete van € 2.500,- aan een slachthuis voor overtreding van de Wet dieren en Verordening 1099/2009, omdat niet systematisch beide halsslagaders zijn doorgesneden tijdens ritueel slachten.

Het College bevestigt de boete van € 2.500,- aan een slachthuis wegens overtreding van Verordening 1099/2009, waarbij niet stelselmatig controles zijn uitgevoerd op ritueel geslachte dieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht de subsidieaanvragen voor het vierde kwartaal van 2020 en 2021 heeft beoordeeld en de beroepen van de onderneming ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming tegen de afwijzing van haar subsidieaanvraag op grond van de TVL-regeling ongegrond, omdat de minister de omzetverliesberekening correct heeft uitgevoerd.

Het College verklaart het beroep van een hotelonderneming ongegrond, omdat de subsidie op nihil is vastgesteld wegens onvoldoende omzetverlies volgens de TVL-regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een hotelonderneming ongegrond tegen de intrekking van een subsidie voor vaste lasten COVID-19, omdat het omzetverlies niet aan de vereisten voldeed.

EBC Taleninstituut verliest beroep tegen afwijzing subsidie aanvraag TVL; minister handhaafde omzetverlies op 19,6%.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart beroep van Artius Management B.V. ongegrond inzake afwijzing TVL-subsidie voor Q4 2020, omdat niet voldaan aan 30%-eis omzetverlies.

[naam 1] B.V. verliest beroep tegen afwijzing subsidie aanvraag COVID-19; College bevestigt keuze referentieperiode Q1 2019 is niet onrechtmatig.

Beroep ongegrond; bezwaarschrift niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, geen verschoonbaarheid.

De vennootschap B.V. heeft geen recht op TVL-subsidie voor het vierde kwartaal van 2021, omdat er in de referentieperiode geen omzet was. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van appellante ongegrond verklaard en de afwijzing van haar subsidieaanvragen op grond van de TVL voor Q2, Q3 en Q4 2021 bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag op grond van de TVL, omdat de onderneming niet voldoet aan de voorwaarden.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroepen ongegrond; intrekking subsidie en afwijzing aanvraag wegens niet voldoen aan vestigingsvereiste.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de intrekking van een subsidie aan een vennootschap op grond van de SVL bevestigd, omdat de inschrijfdatum niet voldeed aan de eisen.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de boete van de AFM wegens overtreding van de prospectusplicht. Hoger beroep slaagt niet.

Het College van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de boete van de AFM voor overtreding van de prospectusplicht. Hoger beroep slaagt niet.

Het College wijst het verzoek om schadevergoeding toe en veroordeelt de minister tot betaling van € 13.168,- wegens onrechtmatige besluitvorming inzake fosfaatrechten.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen DNB over boetes voor overtredingen van de Wwft. Het College oordeelt dat [naam 1] tekort is geschoten in cliëntonderzoek. Boete verlaagd tot € 7.600,- en proceskosten vastgesteld op € 5.022,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag op grond van de TVL, omdat de appellante niet voldeed aan de voorwaarde van 30% omzetverlies.

KPN B.V. heeft in hoger beroep de opgelegde boete van ACM wegens misleidende handelspraktijken aangevochten. Het College vernietigde de boete en stelde deze vast op € 375.000,-. Ook het openbaarmakingsbesluit werd vernietigd omdat het niet duidelijk was dat overtredingen op submerken waren geconstateerd.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over misleidende informatie door T-Mobile en legt een boete van € 300.000,- op voor eenmalige kosten die niet vermeld waren.

Vodafone Libertel B.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen een boete van ACM voor misleidende handelspraktijken. Het College oordeelt dat de boete voor de misleidende omissie te hoog was en stelt deze vast op € 200.000,-.

Hoger beroep van T-Mobile tegen ACM's boete wegens misleidende informatie over abonnementen. College oordeelt dat ACM onvoldoende bewijs heeft geleverd voor misleiding. Boete vernietigd en proceskosten vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van [naam 1] B.V. voor een subsidie op grond van de SVL afgewezen, omdat geen sprake is van een startende onderneming. Het beroep is ongegrond verklaard, maar de minister moet de proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van One Way Horeca B.V. ongegrond, omdat het bezwaar tegen de subsidieaanvraag te laat is ingediend en niet verschoonbaar is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een advocatenkantoor ongegrond, omdat de aanvraag voor subsidie op grond van de TVL werd afgewezen wegens onvoldoende omzetverlies.

Het College verklaart het beroep ongegrond; subsidieaanvraag afgewezen wegens inschrijving buiten de vereiste periode.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van Business Investment Coach Holding B.V. ongegrond inzake afwijzing subsidieaanvragen COVID-19.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht de subsidie voor Klimaatgarant op nihil heeft vastgesteld, omdat de productie-installatie niet tijdig in gebruik is genomen en geen vaststellingsaanvraag is ingediend.

Verzoek om schadevergoeding afgewezen; onrechtmatigheid niet aan verweerder toe te rekenen.

Verzoek om herziening van uitspraak inzake fosfaatrechten afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond en bevestigt de vastgestelde tegemoetkoming van € 297.654,91 door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet als gedupeerde fritesaardappelteler kan worden aangemerkt, omdat zij geen beslissingsbevoegdheid had over de teelt en enkel een adviserende rol vervulde. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen ongegrond inzake de subsidie voor omzetverlies COVID-19, waarbij de referentieperiode correct is toegepast en geen afwijking mogelijk is bij overname van bedrijfsactiviteiten.

Het College verklaart het beroep ongegrond inzake de vaststelling van de subsidie MKB COVID-19 en de terugvordering van voorschotten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de intrekking van de subsidie op grond van de TVL terecht is, omdat de appellante niet voldeed aan de voorwaarde van 30% omzetverlies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet als starter kan worden aangemerkt en dat de verlaagde subsidie van € 1.363,21 terecht is vastgesteld. Het beroep is ongegrond.

Appellante verzocht om TLTO-subsidie, maar diende haar aanvraag te laat in. Het College verklaarde het beroep ongegrond, omdat er geen reden was om af te wijken van de aanvraagtermijn.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag van appellante en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen, waarbij de ingediende suppleties in acht moeten worden genomen.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en stelt het fosfaatrecht van appellante vast op 11.574 kg, met schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de toekenning van subsidie op basis van de TVL-regeling, waarbij de referentieperiode van het eerste kwartaal van 2019 wordt gehanteerd.

Het College verklaart het beroep van Middenweg B.V. ongegrond, omdat de omzetderving niet aannemelijk is gemaakt en de terugvordering van de subsidie terecht is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris terecht de referentieperiode van Q1 2019 heeft gekozen voor de subsidie op basis van de TVL, en dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die een afwijking rechtvaardigen.

Het College heeft de minister veroordeeld tot het vaststellen van de subsidie op € 22.296,40 en vernietigt het eerdere besluit dat deze op € 0,- had vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een sierteeltondernemer ongegrond, omdat de subsidie op nihil is vastgesteld op basis van onvoldoende omzetverlies tijdens de referentieperiode.

Appellante, een tulpenbroeierij, verliest beroep tegen terugvordering subsidie TLTO; omzetderving onder de 30% vastgesteld.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor onevenredige gevolgen van de Regeling Fosfaatreductieplan 2017.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst subsidieaanvraag af wegens niet voldoen aan stimulerend effect en eerdere start van ombouw.

College van Beroep voor het bedrijfsleven weigert toepassing hardheidsclausule in fosfaatreductieplan; geen onevenredige gevolgen voor appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de heffing voor het Diergezondheidsfonds Pluimvee 2020, ondanks een stalbrand die alle kippen heeft verwoest.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het herzieningsverzoek van appellante afgewezen, omdat geen sprake was van evidente onredelijkheid en appellante haar verantwoordelijkheden niet was nagekomen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de toekenning van subsidie op basis van de TVL-regeling voor een horecaonderneming.

Het College vernietigt de verlaagde subsidie aan appellante en stelt deze vast op € 77.430,38, omdat bijzondere omstandigheden de lagere vaststelling onevenredig maakten.

Het College verklaart het beroep van de Maatschap [naam 1] en [naam 2] ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de afwijzing van het herzieningsverzoek rechtvaardigen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van het herzieningsverzoek door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] ongegrond, omdat appellante onvoldoende heeft onderbouwd dat het fosfaatrechtenstelsel in strijd is met artikel 1 van het EP.

Het College oordeelt dat het zonneboilersysteem van appellant niet onder meldcode KA08294 valt, waardoor de subsidieaanvraag ongegrond is verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] ongegrond, omdat de subsidieaanvraag voor verduurzaming van stallen is afgewezen op basis van onvoldoende onderbouwing van emissiereductie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Klimaatgarant B.V. ongegrond, omdat het bezwaar tegen de intrekking van de ISDE-subsidie te laat is ingediend en er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

Tussenuitspraak over ISDE-subsidie; nieuw feit leidt tot motiveringsgebrek in bestreden besluit. Minister moet besluit herstellen of nieuw besluit nemen.

Het College bevestigt dat Bpf HiBiN de vrijstelling van RRM niet mocht intrekken op basis van het vertrouwensbeginsel, omdat RRM redelijkerwijs mocht aannemen dat de groepsvoorwaarde niet meer gold.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over betalingsrechten in de landbouw. Beroep van melkveehouderij ongegrond, beroep van Gebroeders [naam 2] gegrond. Proceskostenvergoeding van € 1.518,- aan Gebroeders [naam 2].

VEH heeft hoger beroep ingesteld tegen DNB over de niet-ontvankelijkheid van haar handhavingsverzoek. Het College bevestigt dat VEH belanghebbende is en dat DNB een nieuw besluit moet nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over bestuurswisselingen binnen een familiestichting. Beroep van appellant 1 ongegrond, beroep van appellant 2 ongegrond. Proceskostenveroordeling voor appellant 1.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de afwijzing van subsidieaanvragen wegens gebrek aan verklaring van netbeheerder over transportcapaciteit.

De minister heeft ten onrechte een subsidieaanvraag afgewezen voor visserijactiviteiten tijdens COVID-19. Het College verleent zelf de subsidie van € 22.000 en vernietigt het bestreden besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond inzake de afwijzing van ISDE-subsidieaanvragen voor warmtepompen, omdat er geen sprake was van een vertrouwensbeginsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellanten ongegrond inzake de terugvordering van SDE-subsidie door gebruik van niet toegestaan co-product.

Hoger beroep van Duinzigt Wonen B.V. tegen last onder dwangsom wegens oneerlijke handelspraktijk. College oordeelt dat appellante transparant was over kosten en vernietigt eerdere uitspraak.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en wijst een schadevergoeding van € 500,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante haar schapen onvoldoende heeft beschermd tegen hitte, wat leidt tot een randvoorwaardenkorting van 3% op GLB-betalingen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de randvoorwaardenkorting van 15% aan de appellant bevestigd wegens niet-naleving van milieueisen voor mestopslag, en het beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een appellant ongegrond verklaard, omdat de extra betaling voor jonge landbouwers voor 2020 terecht is geweigerd na de inbreng van zijn eenmansbedrijf in een vennootschap onder firma.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam] B.V. ongegrond, omdat de subsidieaanvraag terecht is afgewezen wegens het bereiken van het subsidieplafond.

Appellante verliest beroep tegen minister over vergroeningsbetaling GLB; geen vanggewas op perceel 24 vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een zonneboiler, omdat de aanvraag niet voldeed aan de vereisten van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies.

Het College bevestigt de intrekking van de vergunning van [naam 1] B.V. als trustkantoor door DNB, vanwege twijfels over de betrouwbaarheid van bestuurder [naam 2] en overtredingen van de Wtt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 7 december 2021 het verzoek om schadevergoeding van een V.O.F. afgewezen, omdat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij schade heeft geleden door onrechtmatige besluitvorming.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellante ongegrond inzake de herberekening van haar betalingsrechten voor het GLB, omdat perceel 14 niet als subsidiabel landbouwareaal kan worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de subsidieaanvraag van de appellant voor een waterpomp afgewezen wegens te late indiening. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante het rookverbod heeft overtreden en de boete van € 600,- terecht is opgelegd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van appellante om extra betaling jonge landbouwers voor 2019 en 2020 ongegrond verklaard, omdat de zoon niet voldeed aan de vereisten voor langdurige zeggenschap in de maatschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een melkveebedrijf opzettelijk niet-naleving heeft gepleegd bij de identificatie van runderen, wat leidt tot een randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen GLB.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boete van € 50.000,- opgelegd door de AFM verlaagd tot € 30.000,-, oordelend dat de boete niet in verhouding stond tot de ernst van de overtreding en de rol van appellant.

Hoger beroep van WindShareFund N.V. tegen last onder dwangsom van AFM wegens misleidende informatie over investeringen in windturbines. Overtredingen van de Wet handhaving consumentenbescherming vastgesteld.

Het College vernietigt de randvoorwaardenkorting van 80% op GLB-betalingen, herroept het primaire besluit en wijst verzoeken om schadevergoeding af.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een V.O.F. ongegrond, na decertificering van biologische percelen vanwege glyfosaatgebruik, met gevolgen voor de biologische status van eieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift wegens termijnoverschrijding in het kader van GLB-betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de aanvraag van de appellant voor GLB-betalingen te laat is ingediend en kent een schadevergoeding van € 500,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de 100% randvoorwaardenkorting op GLB-betalingen wegens niet-naleving van dierenwelzijnseisen.

Appellante heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de minister van Landbouw over GLB-betalingen. Het College oordeelt dat appellante niet heeft aangetoond dat zij aan de voorwaarden voldeed, en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van VOF [naam 1] ongegrond, wegens een randvoorwaardenkorting van 5% op GLB-betalingen door gebruik van glyfosaat.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een starter en zelfzuivelaar ongegrond, bevestigt de vaststelling van fosfaatrechten en oordeelt dat de gehanteerde gemiddelde melkproductie van 7.500 kg correct is.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het niet bevoegd is om te beslissen over schadevergoedingsverzoeken boven € 25.000,- en verklaart het beroep van appellante niet-ontvankelijk. Appellante ontvangt een schadevergoeding van € 1.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling inzake fosfaatrechten.

Het College verklaart het beroep van de melkveehouderij ongegrond en kent een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert en in overeenstemming is met artikel 1 van het EP.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante. Beroep ongegrond, maar schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van de zorgboerderij ongegrond, omdat zij niet voldeed aan de voorwaarden voor de startersregeling en het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante geen recht heeft op fosfaatrechten als nieuw gestart bedrijf, omdat zij geen omgevingsvergunning vóór 2 juli 2015 heeft overgelegd. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet inbreuk maakt op het eigendomsrecht van de appellant en verklaart zijn beroep ongegrond.

Het College vernietigt het bestreden besluit over fosfaatrecht en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de uitspraak.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een appellant tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond, oordelend dat het stelsel voldoet aan de Nitraatrichtlijn en geen ongeoorloofde staatssteun oplevert.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake het fosfaatrechtenstelsel, zonder bewijs van individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond, o.a. omdat er geen sprake is van ongeoorloofde staatssteun of een buitensporige last.

Het College oordeelt dat de overdracht van een bedrijf in het kader van de Meststoffenwet niet automatisch de overdracht van fosfaatrechten impliceert. Schadevergoeding van € 500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling onder de Meststoffenwet, omdat de 5%-drempel niet wordt gehaald. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van de maatschap ongegrond, omdat er geen causaal verband is aangetoond tussen de gezondheidsproblemen en het lagere aantal fosfaatrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellant gegrond verklaard en het fosfaatrecht vastgesteld op 12.096 kg, na vaststelling dat het eerdere besluit te laag was. De knelgevallenregeling biedt geen ruimte voor verdere verhoging van het fosfaatrecht.

Het College verklaart het beroep gegrond en stelt het fosfaatrecht van appellante vast op 13.981 kg, waarbij proceskosten van € 525,- worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling van de Meststoffenwet.

Het College verklaart het beroep gegrond, herstelt het fosfaatrecht op 7.921 kg en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond inzake het fosfaatrechtenstelsel onder de Meststoffenwet, oordelend dat geen sprake is van een buitensporige last.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de vaststelling van fosfaatrechten op basis van de Meststoffenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond inzake de vaststelling van het fosfaatrecht en de knelgevallenregeling in de Meststoffenwet.

Het College vernietigt het bestreden besluit en stelt het fosfaatrecht van de appellant vast op 13.435 kg, omdat de knelgevallenregeling niet van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond, o.a. omdat het stelsel niet in strijd is met het EP en geen buitensporige last oplevert.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten en oordeelt dat de minister een niet-representatieve periode heeft gebruikt voor de berekening. Verweerder moet opnieuw beslissen en wordt veroordeeld in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de knelgevallenregeling niet van toepassing is voor appellante, die geen concrete aanvangsdatum van gezondheidsproblemen kon noemen. Tevens wordt een schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond, o.a. omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat het stelsel een buitensporige last oplegt.

Beroep ongegrond; appellant ontvangt schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam] V.O.F. ongegrond, waarbij de beroepsgronden over de Nitraatrichtlijn en staatssteun worden verworpen.

Het College oordeelt dat appellante niet als nieuw gestart bedrijf kan worden aangemerkt en dat de last van het fosfaatrechtenstelsel niet buitensporig is. De Staat wordt veroordeeld tot schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de knelgevallenregeling onder de Meststoffenwet correct heeft toegepast en verklaart het beroep van de melkveehouder ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden van de knelgevallenregeling in de Meststoffenwet. De vertraging door de aanleg van een rondweg komt voor haar rekening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf ongegrond, omdat de minister de knelgevallenregeling correct heeft toegepast en het fosfaatrecht niet ten onrechte heeft vastgesteld.

Het beroep van appellante tegen de fosfaatrecht vaststelling is ongegrond verklaard. Wel is schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, maar veroordeelt de minister tot betaling van proceskosten van € 525,- en vergoeding van griffierecht van € 345,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant niet als nieuw gestart bedrijf kan worden aangemerkt voor fosfaatrechten, maar kent wel schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het beroep van V.O.F. [naam 1] op de knelgevallen- en startersregeling in het kader van de Meststoffenwet niet slaagt. De redelijke termijn is overschreden, wat leidt tot schadevergoeding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond inzake fosfaatrecht vaststelling, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat niet voldaan is aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP en dat appellante zelf de risico's van haar investeringen draagt.

Het College vernietigt het bestreden besluit over fosfaatrechten, herroept het primaire besluit en stelt het fosfaatrecht vast op 5.693 kg. Proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf tegen de vaststelling van het fosfaatrecht ongegrond, omdat de dieraantallen en melkproductie niet wezenlijk verschilden van de eerdere gegevens.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, omdat de minister het fosfaatrecht correct heeft vastgesteld zonder rekening te houden met de door appellante gestelde bijzondere omstandigheden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake het fosfaatrechtenstelsel onder de Meststoffenwet. De appellante betoogde strijd met de Nitraatrichtlijn en ongeoorloofde staatssteun, maar het College oordeelt dat deze gronden niet slagen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met de Nitraatrichtlijn en dat appellante geen individuele en buitensporige last ondervindt. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante. Het bestreden besluit wordt vernietigd en het fosfaatrecht vastgesteld op 3.480 kg.

Het College verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk, maar het beroep tegen het vervangingsbesluit gegrond, en stelt het fosfaatrecht vast op 63 kg.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met de Nitraatrichtlijn en dat appellant geen individuele en buitensporige last ondervindt. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verhoogt het fosfaatrecht van appellante naar 6.446 kg en vernietigt het eerdere besluit van de minister. Appellante had onvoldoende bewijs voor een individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat hij niet aantoonde tijdelijk minder melkvee te hebben gehouden, en bevestigt de vaststelling van het fosfaatrecht door de minister.

Het College verklaart het beroep van een melkveehouder gegrond, stelt het fosfaatrecht vast op 5.591 kg en veroordeelt de Staat tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond. Griffierecht wordt vergoed aan appellante.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht geen toepassing heeft gegeven aan de knelgevallenregeling voor fosfaatrechten. Appellante heeft niet aangetoond dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last oplegt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] ongegrond inzake de vaststelling van het fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel en de knelgevallenregeling rechtmatig zijn en geen individuele en buitensporige last opleveren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de Stille Maatschap geen recht heeft op verhoging van het fosfaatrecht onder de Meststoffenwet vanwege niet tijdige melding van buitengewone omstandigheden. Beroep tegen het herzieningsbesluit ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van appellante terecht heeft vastgesteld. Appellante voldoet niet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellant geen individuele en buitensporige last ondervindt van het fosfaatrechtenstelsel. Het beroep tegen het vervangingsbesluit is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de generieke korting op het fosfaatrecht van appellante geen individuele en buitensporige last oplevert. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, een melkveehouderij. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Appellante verliest beroep tegen fosfaatrecht vaststelling; College oordeelt dat minister juiste regelgeving heeft toegepast en verklaart beroep ongegrond.

Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar wegens termijnoverschrijding. Appellante had tijdig informatie moeten inwinnen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van een melkveehouder moet verhogen na vernieling van zijn jongveestal door aardbevingen, met een proceskostenveroordeling van € 2.100,-.

Het College verklaart het beroep van Melkveehouderij [naam 1] B.V. ongegrond inzake fosfaatrecht en startersregeling, maar vergoedt het griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van appellante terecht heeft verhoogd na volledige overname van een melkveehouderij, en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoet aan de startersregeling en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat zij niet voldoende heeft aangetoond dat een alternatieve peildatum in 2004 moet worden gehanteerd voor het fosfaatrecht.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar van appellante tegen het overzicht geregistreerde fosfaatrechten niet-ontvankelijk.

Het College verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond inzake fosfaatrecht en knelgevallenregeling, omdat de drempel van 5% niet werd gehaald. Proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellant, die beroep heeft ingesteld tegen de vaststelling van zijn fosfaatrechten. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Appellante kreeg een verhoging van haar fosfaatrechten naar 2.113 kg, en schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding in een zaak over fosfaatrechten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het eigendomsrecht van appellante en dat er geen sprake is van een individuele en buitensporige last. Schadevergoeding wordt toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond inzake fosfaatrecht, maar veroordeelt verweerder tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 3] ongegrond, omdat geen sprake is van een nieuw gestart bedrijf onder de startersregeling van de Meststoffenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, o.a. omdat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt. Het griffierecht wordt vergoed en verweerder wordt in proceskosten veroordeeld.

Het College vernietigt het vervangingsbesluit inzake fosfaatrecht en stelt het fosfaatrecht vast op 3.707 kg, na vaststelling dat appellant op 2 juli 2015 één melkkoe hield.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante, een melkveehouderij, niet kan aantonen dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last vormt. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar verweerder moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de beslissing van appellante om haar melkveebedrijf te verplaatsen en uit te breiden niet navolgbaar is, gezien de risico's en omstandigheden. Het fosfaatrecht wordt vastgesteld op 2.273 kg, maar het bestreden besluit is onvoldoende gemotiveerd, wat leidt tot proceskostenvergoeding voor appellante.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van de appellante terecht heeft vastgesteld en dat de knelgevallenregeling niet van toepassing is. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de minister wordt veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een veehouder tegen de verlaging van fosfaatrechten ongegrond, omdat geen sprake is van een individuele en buitensporige last.

Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de fosfaatrecht vaststelling, maar veroordeelt verweerder tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellant, een melkveehouder, recht heeft op fosfaatrechten voor 75 jongvee, ondanks registratie op een ander bedrijf. Het bestreden besluit wordt vernietigd en de minister moet een nieuw besluit nemen.

Het College oordeelt dat de bemonsteringsmethode van de appellant niet voldeed aan de eisen, waardoor de fosfaattoestand van de percelen niet als fosfaatarm/-fixerend kon worden aangemerkt. Het beroep is ongegrond verklaard, maar het griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de dieren van appellante op de peildatum niet als melkvee kunnen worden aangemerkt, waardoor het fosfaatrecht correct is vastgesteld. Beroep ongegrond en griffierecht vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit wegens onjuiste gegevens bij de vaststelling van het fosfaatrecht.

Beroep op de startersregeling in het fosfaatrechtenstelsel afgewezen; uitbreiding bestaand bedrijf, geen bedrijfseconomische noodzaak aangetoond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het beroep van appellante ongegrond is, maar de minister moet het griffierecht vergoeden en de proceskosten betalen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol. Appellante heeft niet aangetoond dat het stelsel een buitensporige last oplegt. Het beroep wordt ongegrond verklaard, met vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de fosfaatrechten van appellante correct heeft vastgesteld en dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het eigendomsrecht. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake fosfaatrechten, maar veroordeelt verweerder in de proceskosten van € 1.050,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf ongegrond, omdat de knelgevallenregeling correct is toegepast en de voorgestelde alternatieve peildatum niet kan worden gehanteerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de gemiddelde melkproductie van 2015 moet worden gehanteerd voor de vaststelling van fosfaatrechten. Het vervangingsbesluit van 15 juli 2019 wordt vernietigd en het fosfaatrecht wordt vastgesteld op 1.445 kg.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over proceskosten in een bestuursrechtelijke procedure inzake fosfaatrecht. Vergoeding van kosten voor rechtsbijstand wordt afgewezen, maar reiskosten van € 27,95 worden toegewezen. Griffierecht van € 338,- moet worden vergoed.

Appellant verliest beroep tegen fosfaatrecht vaststelling; geen grond voor verhoging volgens Meststoffenwet; griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister onterecht geen proceskostenvergoeding heeft toegekend aan appellante in een geschil over fosfaatrechten. Het beroep is gegrond verklaard en de minister moet € 1.575,- vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij tegen de vaststelling van fosfaatrechten ongegrond, maar vergoedt het griffierecht en de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met Europees recht. Appellante heeft niet aangetoond dat het stelsel een buitensporige last oplegt. Het beroep tegen het bestreden besluit is niet-ontvankelijk, het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Appellante heeft niet aangetoond dat het stelsel een individuele en buitensporige last oplegt. Het beroep wordt ongegrond verklaard, met vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van appellant correct heeft vastgesteld op nul kg, en verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond.

Appellante verliest beroep tegen afwijzing fosfaatrechten; knelgevallen- en startersregeling niet van toepassing. Beslissing: beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante zelf verantwoordelijk is voor de risico's van haar ondernemersbeslissingen en verklaart het beroep ongegrond, maar veroordeelt verweerder in de proceskosten.

Appellant komt niet in aanmerking voor verhoging van fosfaatrecht; onvoldoende bewijs van individuele en buitensporige last door fosfaatrechtenstelsel.

Het College verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit over fosfaatrechten, waarbij de alternatieve peildatum voor de knelgevallenregeling wordt vastgesteld op juli 2010 tot juni 2011.

Het College verklaart het beroep ongegrond inzake fosfaatrechten, maar vergoedt het griffierecht en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister bij de vaststelling van fosfaatrechten geen onjuiste uitgangspunten heeft gehanteerd. Het beroep van appellante wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante, een melkveehouderij, geen individuele en buitensporige last ondervindt van het fosfaatrechtenstelsel. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en wijst de afwijzing van de knelgevallenregeling fosfaatrechten af, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van appellante terecht op 7.606 kg heeft vastgesteld. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, maar zij ontvangt wel een schadevergoeding van € 500,- wegens een gebrek in de motivering van het besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet in aanmerking komt voor verhoging van het fosfaatrecht op basis van de knelgevallenregeling. Het beroep is ongegrond, maar appellante ontvangt € 500,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de melkveehouder niet als knelgeval kan worden aangemerkt en dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom. Beroep ongegrond, schadevergoeding van € 500,- toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de dieren van appellante niet als melkvee kunnen worden aangemerkt, omdat zij primair voor geneesmiddelenonderzoek worden gehouden. Het beroep is ongegrond en proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de Duitse grond van appellante niet meetelt voor fosfaatrechten. Het beroep is ongegrond, maar griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een taxichauffeur ongegrond, die zonder vergunning taxivervoer aanbood op een illegale opstapplaats in Amsterdam.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellante. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de minister wordt veroordeeld in de proceskosten van de appellante tot € 2.467,20.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, een melkveehouderij, en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, een melkveehouderij, en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, en verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk.

Het College vernietigt de fosfaatrecht vaststelling van de minister, oordeelt dat de melkproductie van 2015 niet representatief is en draagt de minister op een nieuwe beslissing te nemen.

Appellant, een melkveehouder, betwist de vaststelling van zijn fosfaatrecht op nul kg en stelt dat het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last vormt. Het College verklaart het beroep ongegrond, maar veroordeelt verweerder in de proceskosten van € 1.312,50.

Het College verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond inzake fosfaatrechten, maar vergoedt het griffierecht en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het beroep van appellante tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond is, maar dat de redelijke termijn is overschreden. Proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het beroep op de knelgevallenregeling faalt, omdat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor fosfaatrechten. Het beroep tegen het bestreden besluit is niet-ontvankelijk en het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling van de Meststoffenwet en verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk.

Het College oordeelt dat appellante niet als nieuw gestart bedrijf kan worden aangemerkt voor de startersregeling in de Meststoffenwet. Het fosfaatrechtenstelsel is niet in strijd met het recht op eigendom.

Appellant verliest zijn beroep tegen het fosfaatrechtenstelsel; het College oordeelt dat hij geen individuele en buitensporige last ondervindt. Verweerder moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP en veroordeelt verweerder in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. Veehouderij ongegrond, oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het eigendomsrecht en wijst verzoek om schadevergoeding af, maar veroordeelt verweerder tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechtenvaststelling niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Appellante had niet de benodigde vergunningen op de peildatum en ondervond geen buitensporige last.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechtenvaststelling niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Appellante heeft niet aangetoond dat zij een individuele en buitensporige last ervaart. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het eigendomsrecht en dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor een individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de knelgevallenregeling niet van toepassing is op de appellante, omdat geen sprake is van een individuele en buitensporige last door het fosfaatrechtenstelsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het beroep van appellante tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond is, omdat niet voldaan is aan de voorwaarden van de knelgevallenregeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van appellante correct heeft vastgesteld en de knelgevallenregeling niet van toepassing was. Het beroep is gegrond verklaard en het fosfaatrecht vastgesteld op 5.439 kg.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond inzake de vaststelling van fosfaatrechten, zonder schending van eigendomsrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet in aanmerking komt voor de knelgevallenregeling voor fosfaatrechten, omdat zij op de peildatum niet over de benodigde vergunningen beschikte.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en stelt het aantal fosfaatrechten vast op 9.851 kg, met proceskostenveroordeling voor de minister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom van de appellant, een melkveehouder. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechten niet als een individuele en buitensporige last voor appellante kunnen worden beschouwd, maar dat het bestreden besluit niet deugdelijk was gemotiveerd, wat leidt tot proceskostenveroordeling.

Het College oordeelt dat de fosfaatrechtenvaststelling niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Appellante heeft geen individuele en buitensporige last ondervonden door het fosfaatrechtenstelsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechtenvaststelling van de appellante niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Het beroep is gegrond, het fosfaatrecht wordt vastgesteld op 10.161 kg en de minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het beroep op de knelgevallenregeling slaagt niet; bij de berekening van het fosfaatrecht wordt geen rekening gehouden met niet gerealiseerde uitbreidingen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een taxichauffeur ongegrond, bevestigt de rechtmatigheid van het TTO-systeem en de intrekking van de Taxxxivergunning.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last voor de appellant vormt, maar erkent een gebrek in de motivering van het bestreden besluit. Het beroep wordt ongegrond verklaard en proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] ongegrond inzake fosfaatrecht, maar veroordeelt de minister in proceskosten van € 1.024,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf ongegrond, oordelend dat onvoldoende bewijs is voor een individuele en buitensporige last door het fosfaatrechtenstelsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden van de startersregeling voor fosfaatrechten, omdat zij vóór 1 januari 2014 is begonnen met melken. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de minister wordt veroordeeld in de proceskosten van appellante tot € 1.024,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de knelgevallenregeling correct heeft toegepast bij de vaststelling van het fosfaatrecht, en verklaart het beroep van de appellante ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een biologische melkveehouderij ongegrond, omdat onvoldoende bewijs is geleverd voor een buitensporige last door het fosfaatrechtenstelsel.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet als starter kan worden aangemerkt voor de fosfaatrechten, omdat zij haar melkveehouderij heeft voortgezet. Het beroep wordt ongegrond verklaard en de minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de gevolgen van de uitbreiding van een melkveebedrijf voor rekening van appellante blijven. Beroep ongegrond, maar minister niet voldoende gemotiveerd in bezwaar.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, een melkveehouderij. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de minister wordt veroordeeld in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een taxichauffeur ongegrond, oordelend dat het TTO-systeem in Amsterdam niet in strijd is met het EVRM.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de gedwongen verplaatsing van een melkveehouderij niet leidt tot een verhoging van het fosfaatrecht, omdat appellante op 2 juli 2015 niet tijdelijk minder melkvee hield. Het beroep op artikel 1 van het EP wordt verworpen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een biologische melkveehouderij ongegrond, omdat zij niet in aanmerking komt voor de startersregeling voor fosfaatrechten. De minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen buitensporige last vormt voor de appellante. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond, maar constateert een motiveringsgebrek in het bestreden besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een veehouderij ongegrond inzake de toepassing van de knelgevallenregeling voor fosfaatrechten, zonder rekening te houden met hypothetische situaties.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de 5%-norm voor fosfaatrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de knelgevallenregeling correct is toegepast en dat het fosfaatrechtenstelsel geen buitensporige last oplevert voor appellante. Het fosfaatrecht wordt vastgesteld op 3.905 kg.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de knelgevallenregeling correct heeft toegepast en dat appellante geen recht heeft op een hogere fosfaatrecht toekenning. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Beroep van Commanditaire Vennootschap [naam 1] tegen fosfaatrecht vaststelling door de minister. College oordeelt dat geen knelgeval is en verklaart beroep ongegrond.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten, oordeelt dat de appellant een buitensporige last ervaart en draagt de minister op om compensatie te bieden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond inzake de toepassing van de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel, zonder voldoende onderbouwing van bijzondere omstandigheden.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over een bestuurlijke boete van € 3.325,- voor illegale radio-uitzendingen. Appellant wordt als functionele dader aangemerkt.

Appellant verliest beroep tegen fosfaatrecht vaststelling; geen causaal verband met gezondheidsproblemen aangetoond. Knelgevallenregeling niet van toepassing. Proceskostenvergoeding van € 1.024,- aan appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een melkveehouderij gegrond verklaard, de fosfaatrechten vastgesteld zonder compensatie in strijd met artikel 1 van het EP, en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de generieke korting op fosfaatrechten geen individuele en buitensporige last vormt voor appellante, een melkveehouderij. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder tegen de vaststelling van fosfaatrechten ongegrond, maar veroordeelt de minister in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het eigendomsrecht van appellante. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de minister wordt veroordeeld tot betaling van proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond inzake fosfaatrechten, oordelend dat de gevolgen van zijn investeringskeuzes voor rekening van hem komen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond inzake fosfaatrecht, maar veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond inzake fosfaatrechten, oordelend dat geen sprake is van een individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond inzake fosfaatrechten, maar veroordeelt de minister tot betaling van proceskosten van € 1.024,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf ongegrond inzake fosfaatrecht, maar veroordeelt verweerder in proceskosten wegens onvoldoende motivering van het besluit.

Het beroep van de maatschap [naam 1] tegen de fosfaatrecht vaststelling is gegrond verklaard. Het fosfaatrecht wordt vastgesteld op 5.380 kg en de minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen inbreuk maakt op het eigendomsrecht van een veehouderij. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond inzake fosfaatrechten, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het vervangingsbesluit over fosfaatrechten wegens onzorgvuldigheid en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder tegen de vaststelling van zijn fosfaatrecht ongegrond, o.a. omdat hij niet aannemelijk maakt dat het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last vormt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van W.G.J. van Eck ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt en dat appellant onvoldoende financiële onderbouwing heeft geleverd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder tegen de vaststelling van zijn fosfaatrecht ongegrond, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat de minister de fosfaatrechten correct heeft vastgesteld op basis van de Nbw-vergunning en de startersregeling.

Het College verklaart het beroep van de melkveehouder tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond en het beroep tegen het vervangingsbesluit niet-ontvankelijk, met proceskostenvergoeding voor de appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechtenvaststelling geen inbreuk maakt op artikel 1 van het EP. Het beroep tegen het bestreden besluit wordt niet-ontvankelijk verklaard, het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen inbreuk maakt op haar eigendomsrecht, ondanks de financiële gevolgen van de invoering.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder tegen de vaststelling van fosfaatrechten ongegrond, maar veroordeelt de minister in proceskosten van € 1.024,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. tegen de minister van Landbouw ongegrond, met betrekking tot de vaststelling van het fosfaatrecht en de inbreuk op eigendomsrecht.

Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond en oordeelt dat de knelgevallenregeling correct is toegepast zonder strijd met het motiveringsbeginsel.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de knelgevallenregeling correct is toegepast en dat de fosfaatrechtenvaststelling niet in strijd is met het eigendomsrecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de korting op het fosfaatrecht van de appellante een individuele en buitensporige last vormt, en vernietigt het bestreden besluit.

Beroep van Maatschap [naam 1] tegen fosfaatrecht vaststelling ongegrond verklaard; proceskostenveroordeling tot € 1.280,-.

Appellante heeft geen rechtstreeks belang bij handhavingsverzoek tegen derde-partij, waardoor beroep niet ontvankelijk is verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom van melkveehouders. De appellante kan niet aantonen dat het stelsel een buitensporige last oplegt. Het beroep is deels gegrond, maar schadevergoeding wordt afgewezen, behalve voor proceskosten.

Het College oordeelt dat de Taxiverordening geen wettelijke grondslag heeft en vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Appellant heeft taxivervoer aangeboden zonder vergunning.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Maatschap [naam] gegrond verklaard en het fosfaatrecht vernietigd, omdat de minister niet de juiste representatieve periode had vastgesteld.

Beroep van Maatschap [naam 1] tegen fosfaatrecht vaststelling ongegrond; herzieningsbesluit leidt tot proceskostenvergoeding.

Het College verklaart het beroep van VOF [naam] ongegrond inzake de afwijzing van het verzoek om ontheffing van grondgebondenheid in de melkveehouderij.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van V.o.f. Melkveehouderij ongegrond verklaard, omdat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in redelijkheid het verzoek om vrijstelling van de AMVB grondgebondenheid kon afwijzen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 2 juli 2019 de verzoeken om ontheffing van de grondgebondenheid in de melkveehouderij afgewezen, omdat appellanten niet voldeden aan de voorwaarden voor ontheffing.

Appellante verzocht om vrijstelling van de AMVB grondgebondenheid, maar dit werd afgewezen. Het College oordeelde dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling en verklaarde het beroep ongegrond.

Het College vernietigt de herziening van fosfaatrechten en stelt deze vast op 288 kg, omdat de vereiste instemming van de inschaarder ontbreekt.

Het CBB verklaart het beroep van een landbouwer ongegrond inzake fosfaatrechten, omdat instemming van de inschaarder ontbreekt. Proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van v.o.f. Melkveehouderij [naam 1] ongegrond, omdat de instemming van de inschaarder voor verhoging van fosfaatrechten ontbreekt.

Het College van Beroep verklaart het beroep van de appellant niet-ontvankelijk wegens ontbreken van procesbelang in een zaak over fosfaatrecht onder de Meststoffenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep van SOBI tegen de accountantskamer ongegrond, betreffende tuchtklacht tegen accountant.

Het CBB vernietigt de randvoorwaardenkortingen op GLB-subsidies voor een landbouwbedrijf wegens onvoldoende motivatie van de minister en draagt op nieuwe besluiten te nemen.

KPN heeft hoger beroep ingesteld tegen een boetebesluit van ACM wegens overtreding van transparantie- en non-discriminatieverplichtingen. Het College heeft het beroep gegrond verklaard en het besluit van ACM vernietigd.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst subsidieaanvraag voor energiedemonstratieproject af wegens niet voldoen aan criteria en ontwikkelingsfase van technologie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 55% op GLB-inkomenssteun terecht is opgelegd wegens overtredingen van dierenwelzijnseisen door appellante.

De zaak betreft de herziening van fosfaatrechten voor jongvee. De rechtbank oordeelt dat de minister ten onrechte fosfaatrechten heeft herzien en draagt hem op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister ten onrechte fosfaatrechten heeft onthouden aan appellant door een te beperkte definitie van melkvee te hanteren. Het beroep is gegrond verklaard en de minister moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen.

Het College vernietigt de herziening van fosfaatrechten, oordeelt dat jongvee onder de definitie van melkvee valt en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond verklaard, omdat de minister de aanvragen voor een EIA-verklaring voor een schip geregistreerd als zeeschip terecht had afgewezen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Advanced Team Systems Center B.V. ongegrond inzake de afwijzing van een S&O-verklaring voor programmatuurontwikkeling.

Appellant verzet zich tegen korting op SDE-subsidie wegens overstimulering. Het College oordeelt dat de minister de beleidsregel correct heeft toegepast en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 55% op rechtstreekse betalingen voor 2016 terecht is opgelegd wegens herhaalde niet-nalevingen van de zorgplicht voor dieren.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst subsidieaanvragen TBM Europe B.V. af wegens ontbrekende vergunningen. Beroep ongegrond verklaard, proceskosten vergoed.

Het College verklaart het beroep van Eagle Energy B.V. ongegrond inzake de afwijzing van de subsidieaanvraag voor het eNEEF Energy Saving System, omdat de adviescommissie onvoldoende punten toekende.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de intrekking van subsidies en terugvordering van voorschotten aan Eagle Energy B.V. en anderen bevestigd, wegens niet-naleving van de voorwaarden van de Regeling nationale EZ-subsidies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Netzozeker B.V. ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten zijn voor herziening van eerdere besluiten inzake S&O-verklaringen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de subsidie voor duurzame energieproductie is ingetrokken omdat de installatie eerder in gebruik was genomen dan de aanvraagdatum. Het beroep van appellante is ongegrond.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst aanvragen voor EIA-verklaringen af, omdat de energiebesparing niet voldoet aan de wettelijke vereisten.

Appellant verzet zich tegen de hoogte van de subsidie op basis van de Subsidieregeling bedrijfsbeëindiging melkveehouderij, omdat verweerder uitging van het aantal melkkoeien op 26 april 2017.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, handhaaft de subsidie van € 712.207,- en de terugvordering van € 293.596,- wegens ongeoorloofde cumulatie van subsidies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boete van € 17.000,- wegens overtreding van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden verlaagd naar € 16.150,- vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland en verklaart het beroep van appellante gegrond, herroept de bestuurlijke boete en draagt de minister op het griffierecht te vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de intrekking van de chauffeurskaart van de appellant wegens het niet tijdig overleggen van een VOG.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over afwijzing subsidieaanvraag en procedurele onzorgvuldigheden. Beroep gegrond, besluit vernietigd maar rechtsgevolgen in stand gelaten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van de Stichting Centrum voor Innovatiemanagement ongegrond verklaard en de terugvordering van € 18.750,- door de minister van Economische Zaken en Klimaat bevestigd.

ARCADIS Nederland B.V. kreeg geen S&O-verklaringen voor drie projecten, omdat niet was aangetoond dat de werkzaamheden voldeden aan de Wva.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat de vaststelling van fosfaatrechten niet leidt tot een onevenredige last in de zin van artikel 1 van het EP.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de appellanten niet in aanmerking komen voor een verhoging van hun fosfaatrecht. De financiële gevolgen van het fosfaatrechtenstelsel zijn het gevolg van ondernemersrisico, en er is geen sprake van een buitensporige last.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de vaststelling van fosfaatrechten geen inbreuk maakt op artikel 1 van het EP. Het beroep van de appellant wordt ongegrond verklaard en de minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het beroep van appellante op de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel niet slaagt. De beëindiging van haar melkveebedrijf is niet het gevolg van het fosfaatrechtenstelsel, maar van reeds bestaande financiële problemen.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last oplegt aan de appellant, waardoor het bestreden besluit wordt vernietigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de generieke korting van 8,3% op fosfaatrechten geen onevenredige last vormt voor appellante, en verklaart het beroep ongegrond. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van € 1.792,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat er geen schending van artikel 1 van het EP is aangetoond. Proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van European Flowers and Plants B.V. ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die herziening van het heffingsbesluit rechtvaardigen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een biologische melkveehouder ongegrond verklaard en de opschorting van zijn bio-certificaat voor twee maanden bevestigd wegens herhaalde niet-naleving van weidegangseisen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het bezwaar van Simonis B.V. tegen de weigering van een vergunning voor parallelhandel niet-ontvankelijk is, omdat het te laat is ingediend.

Het College verklaart het beroep van de Koninklijke Vereniging niet-ontvankelijk, omdat er geen procesbelang meer is na erkenning van NHPS.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat hij taxivervoer heeft verricht zonder vergunning, en de opgelegde last onder dwangsom terecht is.

Appellant heeft taxivervoer verricht zonder vergunning, wat leidde tot de invordering van een dwangsom van € 10.000,-. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven weigert de EIA-verklaring aan Exploitatiemaatschappij Altometer B.V. wegens niet-tijdige aanmelding van de investering in LED-verlichting.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van Ab Ovo Nederland B.V. ongegrond verklaard, omdat de aanvraag voor S&O-verklaringen onvoldoende technische knelpunten benoemde.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de subsidie op nihil is vastgesteld en voorschotten van € 936.000,- terecht zijn teruggevorderd.

Het College vernietigt de intrekking van de subsidievaststelling wegens onvoldoende bewijs en motivering door de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heropent het onderzoek naar fosfaatrechten voor melkveehouders en biedt partijen de gelegenheid hun omstandigheden toe te lichten, met aandacht voor de gevolgen van de Meststoffenwet en artikel 1 van het EP.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de generieke korting van 8,3% op fosfaatrechten voor niet grondgebonden bedrijven niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het beroep van appellanten wordt gegrond verklaard, maar de minister moet een nieuw besluit nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de Stichting SKAL terecht een partij gerstegraspoeder van appellante heeft geblokkeerd en gedecertificeerd vanwege de aanwezigheid van een niet toegestaan gewasbeschermingsmiddel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en bevestigt de decertificering van biologische producten door de Stichting Skal op basis van EU-regelgeving.

Het College verklaart het beroep van de appellante ongegrond en oordeelt dat de MVFR 2013 niet leidt tot een individuele en buitensporige last, in overeenstemming met de Wvgm.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de melkveefosfaatreferentie van appellante niet in strijd is met het recht op eigendom. Het beroep is ongegrond, maar het griffierecht moet worden vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat de vastgestelde melkveefosfaatreferentie niet leidt tot een buitensporige last en geen strijd is met artikel 1 van het EP.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een melkveehouderij ongegrond verklaard, waarbij de vaststelling van de melkveefosfaatreferentie op 0 kg fosfaat werd gehandhaafd. Er was geen sprake van een buitensporige last in strijd met artikel 1 van het EP.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf ongegrond, oordelend dat de vaststelling van de melkveefosfaatreferentie niet leidt tot een individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam] V.O.F. ongegrond, oordelend dat de vastgestelde melkveefosfaatreferentie niet in strijd is met artikel 1 van het EP, ondanks de aangevoerde individuele omstandigheden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat de vastgestelde melkveefosfaatreferentie niet in strijd is met artikel 1 van het EP.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van ISA Pharmaceuticals B.V. ongegrond inzake de afwijzing van de aanvraag voor verhoging van het innovatiekrediet door de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Free Engineering Holding B.V. ongegrond, omdat de opgevoerde reisuren niet als S&O-uren kunnen worden aangemerkt volgens de Wva.

Hoger beroep van Calatus B.V. tegen boete van ACM wegens misleidende telemarketingpraktijken. College bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat consumenten onvoldoende geïnformeerd waren over abonnementskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de melkveefosfaatreferentie van appellant rechtmatig is en geen inbreuk vormt op zijn eigendomsrecht. Appellant heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn claims.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Femtogrid Energy Solutions B.V. ongegrond inzake de vaststelling en terugvordering van EZ-subsidie door de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Hoger beroep van Mead Johnson B.V. en DHL Global Forwarding B.V. tegen de weigering van de NVWA om melkpoeder uit Singapore in te voeren vanwege een onvolledig identificatiemerk. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-verschoonbare termijnoverschrijding. Appellant heeft niet kunnen aantonen dat het beroepschrift tijdig is ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de decertificering van biologische maïsgries van [naam 1] B.V. door de Stichting Skal bevestigd, wegens aanwezigheid van niet-toegestane gewasbeschermingsmiddelen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van de Maatschap [naam 1] ongegrond, wegens niet-naleving van de eisen voor biologische productie, wat leidt tot weigering van certificering door de Stichting Skal.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de Stichting COKZ bevoegd was om controles uit te voeren bij pakstations en de kosten daarvan in rekening te brengen. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard.

PSYMENS B.V. verliest beroep tegen de Nederlandse Zorgautoriteit over afwijzing van beschikbaarheidbijdragen voor opleidingsplaatsen. Beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep gegrond; eerdere tuchtuitspraak van de accountantskamer vernietigd. Geen vaktechnische betrokkenheid van appellant bij belastingaangiften.

Hoger beroep over boete van € 600,- wegens overtreding van de Tabakswet in horeca-inrichting. Appellant betwist de boete en stelt dat hij niet voldoende is gehoord. College bevestigt overtreding, maar vernietigt uitspraak voor proceskostenvergoeding.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van erfgenamen na het overlijden van de appellant.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat eiser aannemelijk heeft gemaakt dat er meer documenten zijn dan verstrekt door verweerder. Het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder moet opnieuw onderzoek doen naar de documenten.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk omdat zij geen procesbelang heeft bij de beoordeling van haar beroep inzake het doelgroepenregister en medische urenbeperking.

Rechtbank herroept boete aan EY wegens onvoldoende bewijs van zorgplichtschending door AFM.

Rechtbank Rotterdam herroept boete van € 845.000,- aan PwC door AFM wegens onvoldoende bewijs van zorgplichtschending.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat hij niet als functievolger voor de functie Operationeel Specialist C kan worden aangemerkt en de herplaatsing in de functie Operationeel Specialist B terecht is gebeurd.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de niveaubepalende elementen voor de functie Operationeel Expert Meldkamer.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de vereisten voor plaatsing in de functie Senior GGP, Beredenen, en de korpschef zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat er geen onbillijkheden van overwegende aard zijn.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, bevestigt de plaatsing als functievolger in de functie Medewerker Huisvesting, Service en Middelen C en oordeelt dat de hardheidsclausule niet van toepassing is.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat de plaatsing in de functie Senior Beveiliging correct was en er geen onbillijkheid van overwegende aard was.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen zijn plaatsing als functievolger ongegrond, oordelend dat de korpschef correct heeft gehandeld in het kader van de reorganisatie Politiewet 2012.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep ongegrond inzake de plaatsing van eiser als functievolger in de functie Bedrijfsvoeringspecialist A. Eiser betoogt onterecht dat zijn taakgebied Projectmanagement is.

Rechtbank Rotterdam verklaart beroep gegrond, vernietigt bestreden besluit en herroept primaire besluit inzake opschorting bijhouding persoonsgegevens in de BRP.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat DNB onterecht toezichtkosten in rekening heeft gebracht bij betaalinstellingen voor 2015. De heffingen zijn in strijd met de wet en worden vernietigd.

Rechtbank Rotterdam bevestigt de boetes van DNB aan [eiseres] wegens overtredingen van de Wwft en Sanctiewet, en verklaart het beroep ongegrond.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. A is een boete van € 100.000 opgelegd door de AFM wegens overtreding van het provisieverbod. De rechter oordeelt dat de AFM terecht heeft gehandeld en dat er geen reden is om de openbaarmaking van de boete te schorsen.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boete van € 20.000,- aan [Eiser] wegens overtreding van de prospectusplicht in de Wft. De rechtbank oordeelt dat de participaties als effecten kwalificeren en dat de AFM bevoegd was om de boete op te leggen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat compensatie voor permanente verantwoordelijkheid diensthond doorbetaald moet worden tijdens vakantie. Besluit van korpschef vernietigd en bezwaar gegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt dat het ontslag van eiser op verzoek en in overeenstemming met de vaststellingsovereenkomsten is verleend.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat familierechtelijke relaties geen invloed hebben op de status van kostendelende medebewoner onder de Participatiewet. Beroep gegrond, bestreden besluit vernietigd.

Rechtbank vernietigt boetebesluiten van AFM tegen Van der Bruggen wegens niet openbaar maken koersgevoelige informatie door Imtech. AFM niet overtuigend in bewijsvoering.

Rechtbank vernietigt boetes van AFM aan Gerner wegens niet openbaar maken koersgevoelige informatie door Imtech. Geen overtreding aangetoond, beroep gegrond.

De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de salarisspecificatie niet als onrechtmatig kan worden aangemerkt en verzoeker geen rechtsmiddel heeft aangewend.

De rechtbank verklaart het beroep van een politieambtenaar ongegrond, die disciplinair ontslagen is wegens ernstig plichtsverzuim door onterecht gebruik van politiesystemen voor privédoeleinden.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt het onvoorwaardelijk ontslag van een bode/beveiliger wegens ernstig plichtsverzuim en het niet melden van aanhoudingen.

Rechtbank Rotterdam verklaart beroep ongegrond inzake tenuitvoerlegging voorwaardelijk strafontslag wegens niet-naleving meldplicht en plichtsverzuim.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam over de vraag of er sprake is van een kostendelende medebewoner volgens de Participatiewet. Verweerder moet onderzoek doen naar commerciële huurrelaties.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over de toekenning van een individuele inkomenstoeslag op basis van de Participatiewet en bevestigt de rechtsgeldigheid van de gemeentelijke verordening.

Tussenbeschikking over inzage in onderzoeksgegevens door de AFM in het kader van bestuurlijke boetes aan [eiser].

Tussenbeschikking over inzage in mailboxen van [eiser] en andere betrokkenen in boetezaak tegen Royal Imtech N.V. De rechtbank oordeelt dat [eiser] recht heeft op inzage in zijn geschoonde mailbox.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat aan de werkloosheid van eiser een dringende reden ten grondslag ligt, waardoor het beroep ongegrond wordt verklaard.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiser ongegrond en handhaaft de disciplinaire maatregel van onvoorwaardelijk ontslag wegens ernstig plichtsverzuim.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat beëindiging bovenwettelijke werkloosheidsuitkering bij 65 jaar een verboden leeftijdsonderscheid is. Beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat beëindiging wachtgeld bij 65 jaar, met maandelijkse tegemoetkoming, verboden onderscheid naar leeftijd is. Bestreden besluiten vernietigd en minister opgedragen opnieuw te beslissen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat beëindiging wachtgelduitkering bij 65 jaar, met maandelijkse tegemoetkoming, verboden onderscheid naar leeftijd is. Bestreden besluit vernietigd.

De rechtbank oordeelt dat de beëindiging van de bovenwettelijke werkloosheidsuitkering bij 65 jaar een verboden leeftijdsonderscheid is. Het beroep van de eiseres is gegrond verklaard en het bestreden besluit is vernietigd.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat beëindiging bovenwettelijke werkloosheidsuitkering bij 65 jaar een verboden leeftijdsonderscheid is. Beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat beëindiging wachtgelduitkering bij 65 jaar, zonder adequate regeling, verboden onderscheid naar leeftijd is. Eiser krijgt griffierecht en proceskosten vergoed.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat beëindiging wachtgelduitkering bij 65 jaar, zonder AOW, verboden onderscheid naar leeftijd is. Beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat beëindiging wachtgelduitkering bij 65 jaar, zonder AOW-recht, verboden onderscheid naar leeftijd is. Bestreden besluiten vernietigd, nieuwe besluiten vereist.

Rechtbank vernietigt bestreden besluit over kostendelersnorm wegens onvoldoende onderzoek naar medebewoners. Eiser krijgt griffierecht vergoed en proceskosten toegewezen.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiser ongegrond; herziening AOW-pensioen naar gehuwdennorm is rechtmatig.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de SVB terecht kinderbijslag herzien en teruggevorderd heeft, omdat de kinderen recht hadden op kinderbijslag in Bosnië. Eiser heeft zijn meldingsplicht geschonden.

Rechtbank vernietigt besluit tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijk strafontslag wegens onvoldoende toerekenbaarheid van plichtsverzuim van ambtenaar met persoonlijkheidsstoornis.

Ambtenaar onterecht ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim door ongeoorloofd gebruik van dienstauto. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank vernietigt het ontslag van eiser en verklaart de beroepen tegen afwijzingen van sollicitaties niet-ontvankelijk. Verweerder moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat onvoorwaardelijk strafontslag van eiser wegens plichtsverzuim door onjuiste urenregistratie terecht is. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van een hoogleraar ongegrond, die in geschil is over de verhouding tussen onderwijs- en onderzoekstaken tijdens detachering. De 60-40 regel van de UvA wordt als niet onredelijk beoordeeld.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiseres geen recht heeft op dubbele kinderbijslag voor haar zoon op een internaat, omdat het internaat niet integraal onderdeel uitmaakt van het onderwijssysteem.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de regeling in artikel 7b van de AKW geen direct onderscheid maakt naar nationaliteit en bevestigt dat er geen recht op kinderbijslag is voor kinderen die in Turkije wonen.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiseres ongegrond inzake terugvordering onverschuldigd betaalde bezoldiging na strafontslag wegens plichtsverzuim.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt het ontslag wegens ernstig plichtsverzuim, waarbij de toerekenbaarheid en de ernst van de gedragingen centraal staan.

Rechtbank Rotterdam verklaart beroep ongegrond inzake afwijzing kinderbijslag aanvraag door detentie en onderhoudsbijdrage.

Rechtbank Rotterdam bevestigt intrekking bijstandsuitkering van eiseres wegens niet controleerbare woon- of verblijfplaats en schending van inlichtingenplicht.

Rechtbank Rotterdam vernietigt besluit tot verlaging IOAW-uitkering van eiser op basis van kostendelersnorm, oordeelt dat onvoldoende bewijs is voor hoofdverblijf van broer in woning.

De rechtbank verklaart het beroep van de eiser ongegrond, omdat de bezoldiging terecht is verlaagd naar 90% na zes maanden arbeidsongeschiktheid, zonder toepasselijke uitzonderingen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ontslag van eiser op grond van ongeschiktheid rechtmatig is, na onvoldoende voortgang in verbetertraject.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van een politieambtenaar gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit inzake tenuitvoerlegging van voorwaardelijk strafontslag wegens niet ernstig plichtsverzuim.

Rechtbank Rotterdam vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders over de kostendelersnorm, oordeelt dat de uitleg van commerciële prijs onjuist is en verklaart het beroep gegrond.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep ongegrond inzake de toepassing van de kostendelersnorm op de bijstandsuitkering van eiser, die samenwoont met zijn moeder.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, waarbij de toepassing van de kostendelersnorm op haar uitkering wordt bevestigd.

Rechtbank Rotterdam vernietigt het bestreden besluit over de kostendelersnorm in de Participatiewet, oordeelt dat de uitleg van commerciële prijs onjuist is en verklaart het beroep gegrond.

Rechtbank Rotterdam vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders over de kostendelersnorm, omdat de uitleg van 'commerciële prijs' onjuist was.

De rechtbank oordeelt dat verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat eiser als kostganger kan worden aangemerkt en geeft verweerder de gelegenheid om het besluit te herstellen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de korting op bezoldiging en het ontslag van eiser wegens plichtsverzuim rechtmatig zijn. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank bevestigt het onvoorwaardelijk ontslag van een ambtenaar wegens plichtsverzuim, waaronder het meenemen van alcohol in de PI en het afleggen van onjuiste verklaringen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ontslag van eiser rechtmatig is wegens niet behalen ADAC-opleiding binnen twee jaar. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt ontheffing voor doden van meeuwenjongen door Tata Steel, omdat cervicale dislocatie niet wettelijk is toegestaan. Eisers krijgen griffierecht en proceskosten vergoed.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de boete van € 250,- voor het niet behalen van het inburgeringsexamen, oordelend dat dit niet in strijd is met de Richtlijn 2003/109/EG.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat de vooruitbetaalde huur als vermogen wordt aangemerkt, waardoor hij geen recht heeft op bijstand.

Rechtbank Rotterdam weigert WW-uitkering aan eiseres wegens verwijtbare werkloosheid na strafontslag. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Noord-Holland bevestigt de verlening van een omgevingsvergunning voor een project in strijd met het bestemmingsplan in Heerhugowaard. Beroepen van eisers worden ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat er geen bijzondere lokale omstandigheden zijn voor maatwerkvoorschriften voor windturbines in Anna Paulowna.

Rechtbank Rotterdam bevestigt eervol ontslag van ambtenaar wegens ongeschiktheid en niet naleven van regels. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt onrechtmatige invordering van bijstandsuitkering door gemeente Rotterdam en kent eisers schadevergoeding toe van € 71,01.

De rechtbank oordeelt dat Simadan Holding B.V. de emissiegrenswaarden voor NOx en stof heeft overtreden en dat de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bevoegd waren om handhavend op te treden. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt boete van € 80.000 wegens overtreding Wav; eiseres niet als werkgever aangemerkt.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de gemeente niet verplicht is frictiekosten te vergoeden aan de Stichting Openbare Bibliotheek Zuid-Kennemerland. Het beroep van de stichting is ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente spoedeisende bestuursdwang rechtmatig toepaste na een brand, maar niet voor het tweede besluit. Kosten van bestuursdwang kunnen niet op eiser worden verhaald.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het projectplan voor het gemaal Monnickendam ongegrond, oordelend dat de gekozen locatie en de gevolgen voor geluid en privacy voldoende zijn onderbouwd.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de last onder dwangsom aan Meerlanden Holding N.V. rechtmatig was, wegens overtreding van de Wabo. Beroep ongegrond.

De voorzieningenrechter schorst de omgevingsvergunning voor de verbouwing van een gebouwencomplex voor arbeidsmigranten, omdat de bouw en het gebruik in één procedure beoordeeld moeten worden.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen de wijziging van emissienormen van Tata Steel IJmuiden B.V. niet-ontvankelijk, omdat eiser geen rechtstreeks belang heeft bij het besluit.

De rechtbank oordeelt dat de omgevingsvergunning voor de bouw van een woon-/zorggebouw in Haarlem terecht is verleend, en verklaart het beroep van eisers ongegrond.

Rechtbank Noord-Holland verklaart beroep ongegrond in planschadezaak. Eiser ontvangt € 3.500,00 tegemoetkoming. Adviesbureau's oordeel wordt gevolgd.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om planschadevergoeding. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de toekenning van € 4.400,00 aan planschade.

De rechtbank oordeelt dat het bevel tot stopzetting van zorgverlening door de huisarts terecht was gegeven vanwege acuut gevaar voor de volksgezondheid. Het beroep tegen het herroepen van het bevel werd ongegrond verklaard.

De rechtbank vernietigt het parkeerverbod op het Jaagpad te Haarlem, oordeelt dat de belangen van bewoners van woonboten zwaarder wegen dan die van eiser, en stelt dat eiser niet is gehoord in de bezwaarprocedure.

Rechtbank Noord-Holland bevestigt boete van € 36.000,- aan B.V. wegens overtreding Arbeidsomstandighedenwet na ernstig arbeidsongeval.

Beroep tegen bouwvergunning voor woningbouwproject in Velsen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder moet griffierecht vergoeden.

Rechtbank Noord-Holland verklaart beroep ongegrond inzake omgevingsvergunning voor legalisatie bouwwerk; vergunning voor bouwen is niet vereist, gebruik in strijd met bestemmingsplan is gemotiveerd.

De rechtbank oordeelt dat de weigering van de korpschef om politiemutaties te verwijderen niet onredelijk is. Het beroep van de eiser is ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep tegen het handhavingsbesluit gegrond voor de steiger, vernietigt het besluit en herroept het primaire besluit. Voor de berging blijft het besluit in stand.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat eiser niet de gevraagde gegevens heeft aangeleverd voor zijn aanvragen omgevingsvergunning.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij schade heeft geleden door ongeldigverklaring rijbewijs. Beroep ongegrond verklaard.

Eiser verzocht om voorlopige voorziening voor omgevingsvergunning, maar beroep werd ongegrond verklaard. Geen vergunning van rechtswege door uitgebreide voorbereidingsprocedure.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt herroeping omgevingsvergunning voor dakopbouw, oordeelt dat motivering onvoldoende is en verklaart bezwaar ongegrond.

De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat hij niet kon aantonen dat het persoonsgebonden budget (pgb) was besteed aan kwalitatief verantwoorde zorg.

De rechtbank heeft de afkeuring van de verantwoording van het pgb van eiseres bevestigd en het beroep ongegrond verklaard, omdat eiseres niet kon aantonen dat zij kwalitatief verantwoorde zorg heeft ingekocht.

De rechtbank heeft de afkeuring van de verantwoording van het pgb en de beëindiging ervan per 16 maart 2013 bevestigd, omdat eiseres niet kon aantonen dat het pgb was besteed aan kwalitatief verantwoorde zorg.

Rechtbank Noord-Holland keurt verantwoording pgb af en beëindigt zorgbudget van eiseres wegens onvoldoende bewijs van kwalitatief verantwoorde zorg.

Verzoekster vraagt om een voorlopige voorziening voor zorgtoeslag, huurtoeslag en kinderopvangtoeslag, maar de voorzieningenrechter wijst het verzoek af en bevestigt de aanstelling van de halfbroer als toeslagpartner.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat eiser recht heeft op financiële bijdrage voor renovatie Grote Sluis. Beroep gegrond, bestreden besluit vernietigd.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat planschadevergoeding van € 2.900,- aan eiseres terecht is toegekend. Privacy en waardevermindering door nieuw bestemmingsplan niet aangetoond.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt de afwijzing van planschadevergoeding en oordeelt dat de gemeente € 500,- moet betalen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders ten onrechte planschadevergoeding heeft geweigerd aan eisers, exploitanten van een kinderkledingboetiek, en vernietigt het besluit.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat er geen subjectieve dringende reden was voor het niet verlengen van de tijdelijke aanstelling van de ambtenaar, ondanks een objectieve dringende reden voor ontslag.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat hij een last onder dwangsom kreeg wegens overtreding van het Activiteitenbesluit. De regelgeving van vóór 2008 was niet van toepassing, en handhaving was gerechtvaardigd.

De voorzieningenrechter schorst de last onder dwangsom voor exploitatie zonder vergunning van Stichting Phee’s tot zes weken na beslissing op bezwaar, maar wijst het verzoek voor andere onderdelen af.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de inwoonsituatie van verzoekster geen dringende noodzaak voor herhuisvesting oplevert.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het besluit tot intrekking van de bijstandsuitkering geschorst, omdat niet vaststaat dat er sprake is van een gezamenlijke huishouding.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen de aanpassing van de probleemgebiedenvergoeding ongegrond, omdat de omvang van de subsidiabele beheereenheden correct is vastgesteld.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond inzake de SNL subsidieaanvraag, omdat wijzigingen na de openstellingsperiode niet zijn meegenomen in de beoordeling.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland over de berekening van wettelijke rente door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, met gelegenheid voor herstel van het besluit.

Eiser betwistte subsidies voor PGV en agrarisch natuurbeheer. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het besluit van 13 november 2012 niet-ontvankelijk en het beroep tegen het besluit van 12 maart 2013 ongegrond, met proceskostenvergoeding van € 1461,-.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt over de verrekening van SNL-subsidies door het college van Gedeputeerde Staten. Beroep ongegrond verklaard, proceskostenvergoeding van € 1461,- toegekend aan eiser.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat de gevraagde SNL-subsidie niet kon worden uitgekeerd wegens niet opgenomen beheereenheden in het collectief beheerplan.

Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep van eiser ongegrond inzake wijziging SNL-subsidie en subsidiabele oppervlakte, met een aanpassing naar 54,36 hectare.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt over de subsidiabiliteit van beheereenheden voor toeslag ruige stalmest. Beroep tegen besluit van 15 februari 2013 ongegrond, beroep tegen besluit van 20 februari 2012 niet-ontvankelijk verklaard.

De voorzieningenrechter heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Handhaving van het bestemmingsplan is gerechtvaardigd, er is geen zicht op legalisatie.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de bouw van de berging geen omgevingsvergunning vereist en niet in strijd is met het bestemmingsplan.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen sprake is van een levensbedreigende of maatschappelijk onaanvaardbare situatie voor verzoekster.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af inzake handhaving van een steiger en berging zonder omgevingsvergunning.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af inzake een omgevingsvergunning voor een droogloop op het dak. De beslissing is genomen op 28 januari 2014.

De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat er ten tijde van het besluit concreet zicht op legalisatie bestond voor het gebruik van terreinen door de golfclub.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de omgevingsvergunning voor 12 lichtmasten bij hockeyclub Rood-Wit terecht is verleend. Beroep van eisers ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de omgevingsvergunning voor de aanleg van een kunstgrasveld bij hockeyclub Rood-Wit, oordelend dat er geen schade aan landschappelijke waarden is en dat de vergunning rechtmatig is.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, betreffende de verplichting tot medewerking aan een rijvaardigheidsonderzoek.

De rechtbank verklaart het beroep van Stichting Streetdance Nederland ongegrond, omdat de minister de projectsubsidie op nihil mocht vaststellen wegens ontbrekende verantwoordingsbescheiden.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de ongeldigverklaring van het rijbewijs van verzoeker op basis van alcoholmisbruik gerechtvaardigd is.

De rechtbank vernietigt de weigering van een woonvoorziening op grond van de Wmo, oordeelt dat de gemeente niet voldoende rekening heeft gehouden met de feitelijke woonsituatie van de aanvrager en draagt de gemeente op een nieuw besluit te nemen.

Eiseres verzocht om facturen van de advocaat in haar ontslagprocedure. De rechtbank oordeelde dat dit een bestuurlijke aangelegenheid is en vernietigde het besluit van de gemeente om de informatie niet te verstrekken.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat korting op subsidie niet binnen redelijke termijn is aangezegd. Korting voor 2013 vastgesteld op € 78.675,- na vernietiging van het bestreden besluit.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt intrekking bouwvergunning voor kunstwerk; geen wettelijke verplichting om connotatie te melden.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond in de zaak van eiser tegen de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over handhaving tegen TUI Airlines Nederland BV wegens vermeende overtredingen van de verordening (EG) nr. 261/2004.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de oplegging van een EMA na intrekking van het ASP rechtmatig is, gezien de wetswijziging en de rechtszekerheid.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond in de zaak over planschade na de uitbreiding van een cultuurgebouw in Hoofddorp, op basis van advies van SAOZ.

De rechtbank verklaart het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun verzoek om planschade ongegrond, oordelend dat zij niet in een nadeliger situatie zijn komen te verkeren door de bouw van een cultuurgebouw.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de beslissing van de staatssecretaris inzake de ontheffing Flora- en faunawet, omdat deze niet voldeed aan eerdere uitspraken van de Afdeling. Verweerder moet proceskosten vergoeden.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoeker niet tijdig verscheen voor een tweede geschiktheidsonderzoek, wat leidde tot ongeldigverklaring van zijn rijbewijs.

Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep van Delta Onroerend Goed B.V. ongegrond inzake de omgevingsvergunning voor het project 'Verlegde Ringvaartweg'.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt besluit van college van burgemeester en wethouders van Velsen over planschadevergoeding, oordeelt dat ontheffingsmogelijkheden ten onrechte zijn betrokken bij bestemmingsplan.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening van Mofar Cars B.V. af, omdat de RDW terecht de keuringsbevoegdheid voor 12 weken heeft ingetrokken na geconstateerde overtredingen.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake een Wob-verzoek om aangiftes overlast, intimidatie en bedreiging. De Korpsbeheerder weigerde openbaarmaking op basis van artikel 365 WvSv.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat verweerster ten onrechte een drempel van 5% voor schadevergoeding hanteerde. Beroep gegrond verklaard en verweerster veroordeeld in proceskosten.

De voorzieningenrechter heeft de aanvraag om een urgentieverklaring afgewezen, omdat eiseres niet aantoonde dat haar situatie buiten haar verantwoordelijkheid lag. Het beroep op artikel 8 EVRM faalde.

De voorzieningenrechter heeft de ontheffing voor het doden van damherten buiten hun leefgebied in Noord-Holland bevestigd, omdat andere oplossingen onvoldoende effect hebben gehad en er aanzienlijke schade aan landbouwgewassen en aanrijdingen plaatsvinden.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van het Leo Kannercollege toegewezen, waardoor de leerling dit jaar een afzonderlijk examen wiskunde A kan afleggen naast wiskunde B.

De rechtbank weigert de verklaring van geschiktheid voor motorrijtuigen aan eiseres vanwege een psychotische stoornis en onvoldoende recidiefvrije periode.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schipholregio geen bestuursorgaan is en verklaart zich onbevoegd. Eiser krijgt griffierecht vergoed.

De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard, omdat het verzoek om informatie op grond van de Wob terecht door verweerder is afgewezen op basis van geheimhouding volgens artikel 55 van de Gemeentewet.

De voorzieningenrechter heeft het beroep van eisers tegen de omgevingsvergunning voor een dakopbouw ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De rechtbank Haarlem heeft op 11 september 2012 de partneralimentatie vastgesteld op € 2.410 per maand en de kinderbijdrage op € 450 per kind per maand, met ingang van 1 juli 2011, na een geschil tussen ex-echtgenoten over alimentatie en zorg voor hun kinderen.

De rechtbank wijst het verzoek van de verzoeker af om zijn geboorteakte aan te vullen met het predicaat jonkheer, omdat hij niet voldoet aan de wettelijke voorwaarden.

De rechtbank wijzigt de alimentatie van de man naar € 287,50 per kind per maand en stelt een omgangsregeling vast van een weekend in de twee weken.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep van het Instituut voor Toegepaste Beleggingswetenschappen B.V. gegrond en vernietigt de beslissing van de Minister van Financiën om het tiende accreditatieprogramma niet te accrediteren.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat de gemeente Haarlem documenten over de jachthaven niet mag weigeren op basis van persoonlijke beleidsopvattingen. De gemeente moet opnieuw beoordelen en documenten openbaar maken.

De rechtbank oordeelt dat de weigering van subsidie voor havenkranen niet onredelijk is, maar vernietigt het besluit wegens onvoldoende motivering. De rechtsgevolgen blijven in stand.

Rechtbank Haarlem vernietigt vrijstelling voor uitbreiding stortcapaciteit wegens onjuiste belangenafweging. Eiseres krijgt proceskosten vergoed.

Rechtbank vernietigt vrijstelling voor uitbreiding stortcapaciteit wegens onjuiste belangenafweging en strijd met bestemmingsplan.

Rechtbank vernietigt vrijstelling voor uitbreiding stortcapaciteit wegens onjuiste belangenafweging en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep van eiser ongegrond in handhavingsverzoek tegen activiteiten op een afvalstortplaats, oordelend dat deze activiteiten niet in strijd zijn met het bestemmingsplan.

De rechtbank verklaart de beroepen tegen de goedkeuring van peilbesluiten voor de polders Muyeveld en Loenderveen ongegrond, met uitzondering van V.O.F. Jachthaven Ruimzicht, dat niet-ontvankelijk is verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de beroepsgronden van eisers tegen het waterinrichtingsplan Zuidelijke Vechtplassen ongegrond zijn. Het hoogheemraadschap heeft in redelijkheid gekozen voor de aanleg van een stuw en dam, en de maatregelen tegen blauwalg zijn voldoende.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen voor de uitbreiding van de Jan Campertschool, o.a. vanwege beperkte parkeerdruk en compensatie door fietsgebruik.

Rechtbank Haarlem bevestigt vrijstelling voor openstelling busbrug De Binding, oordeelt dat verkeersintensiteit en geluidshinder voldoende zijn onderbouwd. Beroepen eisers ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat het verkeersbesluit van de gemeente Zaanstad om de busbrug De Binding open te stellen voor verkeer, in redelijkheid is genomen. De belangen van bereikbaarheid wegen zwaarder dan de bezwaren van de eisers.

Eisers verzochten om inzage in documenten bij het Meldpunt Integriteit van de gemeente Haarlemmermeer. De rechtbank oordeelde dat de weigering om inzage te verlenen niet deugdelijk was gemotiveerd en verklaarde het beroep gegrond.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep van de vereniging Bond Heemschut gegrond en vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar tegen de intrekking van de gemeentelijke monumentenstatus.

De voorzieningenrechter schorst de bouwvergunning voor het vergroten van een woning, omdat deze in strijd is met het bestemmingsplan. Proceskosten worden vergoed aan de verzoeker.

De rechtbank vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Wormerland over het gebruik van een botenhuis, omdat het standpunt onvoldoende gemotiveerd is.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat de weigering van de CBR om eiser een verklaring van geschiktheid voor motorrijtuigen te geven, onterecht was. Het beroep wordt gegrond verklaard en het besluit van de CBR wordt vernietigd.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat de verlening van een gehandicaptenparkeerkaart voor één jaar aan eiser, met psychische problemen, terecht is. Beroep ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat er sprake is van permanente bewoning van het woonschip en er geen zicht is op legalisatie.

De voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem heeft op 18 november 2010 het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was om het besluit tot verlening van een bouwvergunning en ontheffing te schorsen.

De rechtbank heeft het verzoek om herstel van een vermeende fout in de kadastrale registratie afgewezen, omdat de perceelsgrens eensluidend was vastgesteld tijdens een aanwijzing met alle belanghebbenden aanwezig.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep ongegrond tegen de verlening van een bouwvergunning, maar veroordeelt verweerder in proceskosten van € 874,- en griffierecht van € 150,- aan eiser.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de bijwerking van de kadastrale registratie na vernietiging van een koopovereenkomst. De verweerder heeft correct gehandeld volgens de Kadasterwet.

Rechtbank Haarlem vernietigt besluit van gemeente Bloemendaal over ontheffing en bouwvergunning voor hekwerk, omdat publicatie gebrekkig was. Beroep gegrond, proceskostenvergoeding van € 874,- aan eiser.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de belangen van verzoekster niet opwegen tegen de procedurele gebreken van het bestreden besluit.

De voorzieningenrechter heeft het beroep van Uptown Advertising B.V. ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de belangen van verzoekster niet relevant zijn voor de plaatsing van het geluidsscherm langs de A7.

Rechtbank Haarlem vernietigt de weigering van het college om handhavend op te treden tegen bouwvergunningovertredingen. Beroep van eisers is gegrond verklaard.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat tijdelijke vrijstelling en bouwvergunning voor 142 patiënten op De Hartekamp rechtmatig zijn, ondanks overschrijding goothoogte.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat eiseres zich niet tijdig heeft aangemeld bij de incheckbalie voor haar vlucht, waardoor de Verordening niet van toepassing is. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de ontheffing voor woninguitbreiding in Haarlem rechtmatig is, het beroep van de eiser is ongegrond en het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen.

De voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem heeft op 1 oktober 2010 de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen in een zaak over bouwvergunningen voor 77 woningen in Spaarndam, oordelend dat de vergunningen in overeenstemming zijn met het bestemmingsplan.

De voorzieningenrechter schorst de bestuurlijke boete en last onder dwangsom wegens onvoldoende duidelijkheid over de constatering van de overtreding. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn toegewezen.

De Rechtbank Haarlem wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen financiële noodsituatie is en het verzoekster niet is gebleken dat zij het boetebedrag niet kan voldoen.

Rechtbank Haarlem oordeelt over beëindiging bijstandsuitkering na huisbezoek. Eiseres betwist gezamenlijke huishouding, maar rechtbank bevestigt dit. Beroep ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter schorst de last onder dwangsom voor het organiseren van een evenement zonder vergunning, omdat niet kan worden vastgesteld of een vergunning vereist is.

Beroep ongegrond; vrijstelling en bouwvergunning voor 13 appartementen en 4 winkels in Oostzaan rechtmatig verleend.

Rechtbank Haarlem vernietigt besluit vrijstelling en bouwvergunning voor appartementen en winkels, maar laat rechtsgevolgen in stand. Proceskostenvergoeding aan eisers.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Haarlem over ontheffing en bouwvergunning voor een woonwinkelhuis, waarbij de rechtbank verweerder de gelegenheid biedt om de belangenafweging te herzien.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de dwangsombeschikking onherroepelijk is en de dwangsom van € 5.000,-- verbeurd is. Er zijn geen bijzondere omstandigheden om af te zien van invordering.

De voorzieningenrechter schorst de sluiting van coffeeshop 't Smedehuys wegens onduidelijkheid over de aanwezigheid van een minderjarige tijdens controle.

De rechtbank heeft het beroep van verzoeker om een urgentieverklaring voor woonruimte ongegrond verklaard, omdat hij niet voldeed aan de vereisten van de Huisvestingsverordening en de gemeente zich in redelijkheid op het standpunt heeft gesteld dat er geen aanspraak op urgentie kon worden gemaakt.

Rechtbank Haarlem vernietigt de bouwvergunning voor een bouwwerk in Zwanenburg wegens onzorgvuldige besluitvorming, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat eiser als werkgever is aangemerkt en terecht een boete heeft gekregen voor het tewerkstellen van vreemdelingen zonder vergunning. Het beroep is ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter schorst de ontheffing voor het gebruik van aardhonden en geweer vanuit rijdend voertuig, maar handhaaft de ontheffing voor gebruik geweer en kunstlicht voor het doden van vossen.

De voorzieningenrechter schorst de bouwvergunning voor een composteerinrichting en menghal in Haarlemmermeer tot zes weken na de beslissing op bezwaar, wegens onduidelijkheid over het bebouwingspercentage.

Rechtbank Haarlem vernietigt besluit tot aanwijzing van gronden wegens onjuiste wettelijke grondslag, maar laat rechtsgevolgen in stand. Gemeente Zandvoort veroordeeld tot proceskosten.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak van Stichting De Faunabescherming tegen het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, betreffende ontheffing voor het doden van grauwe ganzen ter voorkoming van schade aan gewassen.

De voorzieningenrechter verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Handhaving van bestemmingsplan is noodzakelijk, er is geen uitzicht op legalisatie.

Rechtbank Haarlem verleent ontheffing voor gebruik van een gebouwgedeelte als winkel voor afhalen van maaltijden. Eiseres, de VVE, is ontvankelijk in haar beroep, maar de rechtbank oordeelt dat de ontheffing terecht is verleend. Beroep ongegrond.

Rechtbank Haarlem vernietigt boete van € 22.000,- opgelegd aan eiser wegens overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen, oordelend dat onvoldoende bewijs is voor werkgeverschap.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep van eiser gegrond en vernietigt de weigering van de bouwvergunning voor botenloodsen, omdat de gemeente het verkeerde toetsingskader heeft gehanteerd.

Rechtbank Haarlem vernietigt de drank- en horecavergunning vanwege schending van kennisgevingsvereisten. Eiseres wordt als belanghebbende aangemerkt en krijgt proceskosten vergoed.

Rechtbank Haarlem vernietigt boete van € 8.000,- opgelegd aan A.T.A. Fietsenwinkel V.O.F. wegens overtreding van de Wav, oordelend dat vennoten niet als werkgevers kunnen worden aangemerkt.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat de gevraagde keurontheffing voor het bouwen op een bebouwingsvrije dijkstrekking terecht is geweigerd op basis van het geldende beleid.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat een brief van de gemeente over een boerencamping geen besluit is waartegen bezwaar mogelijk is. Beroep van eisers gegrond verklaard en proceskosten vergoed.

De voorzieningenrechter verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af in de zaak over de bouwvergunning voor 27 woningen te Oostzaan.

Rechtbank Haarlem verklaart de beroepen ongegrond inzake bouwvergunning voor appartementencomplex "De Zwarte Bruinvisch" in Zaandam. Eiser sub 3 is niet-ontvankelijk, overige beroepen zijn ongegrond.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen kapvergunningen voor 64 bomen in Zaandam. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, ondanks de reeds uitgevoerde kap, omdat eisers onvoldoende argumenten hebben aangedragen.

De voorzieningenrechter schorst de kapvergunning voor 28 bomen in Haarlemmerliede en Spaarnwoude wegens onvoldoende motivatie en gebrek aan toetsing aan de APV.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de ongeldigverklaring van het rijbewijs op basis van het tweede onderzoek gerechtvaardigd is, ondanks twijfels over het eerste onderzoek.

De rechtbank verklaart het beroep van een staatsraad ongegrond, omdat de minister niet bevoegd is om af te wijken van de pensioenregeling voor ambtenaren.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de situatie niet onomkeerbaar is en de belangenafweging onvoldoende zichtbaar was gemaakt.

De rechtbank vernietigt de vrijstelling en bouwvergunning voor een garage in Lisserbroek wegens onvoldoende motivatie en strijd met het bestemmingsplan.

De rechtbank vernietigt het besluit van het hoogheemraadschap om ontheffing te verlenen voor de aanleg van stuwen, omdat onvoldoende kennis van relevante feiten is vergaard.

Rechtbank Haarlem vernietigt besluit tot verlening van keurontheffing voor aanleg van stuwen, oordelend dat verweerder onvoldoende feiten en belangen heeft afgewogen.

Rechtbank Haarlem vernietigt ontheffing voor aanleg van stuwen, oordeelt dat verweerder onvoldoende feiten heeft vergaard en verklaart beroep gegrond.

Rechtbank Haarlem vernietigt ontheffing voor aanleg van stuwen in poldergebied Vier Noorder Koggen wegens onvoldoende kennis van relevante feiten door verweerder.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek tot intrekking van de bouwvergunning voor een zendmast af, omdat er geen wettelijke gronden voor intrekking zijn.

Rechtbank Haarlem vernietigt ontheffing voor aanleg van stuwen in poldergebied wegens onvoldoende kennis van relevante feiten en belangen. Eiseres, tulpenboer, stelt dat peilstijging schadelijk is voor haar percelen.

De voorzieningenrechter heeft verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen, omdat er gegronde redenen waren voor een huisbezoek in het kader van uitkeringscontrole.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoekster onvoldoende informatie over haar vermogenspositie had verstrekt, wat leidde tot de intrekking van haar WWB-uitkering.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de begunstigingstermijnen voor het verbeteren van brandveiligheid niet onredelijk waren en de weigering van het college om deze te verlengen terecht was.

Rechtbank Haarlem vernietigt de weigering van een verklaring van geschiktheid voor rijbewijs na hersenbloeding, oordeelt dat functiestoornis niet automatisch leidt tot weigering en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Eiser verzocht om documenten over een vechtpartij. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van het verzoek op grond van de Wpolr onterecht was en verklaart het beroep gegrond, met schadevergoeding van € 613,- voor eiser.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het belang van handhaving van de openbare orde zwaarder weegt dan de verwachte geluidsoverlast tijdens de luilakviering.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe, verlengt de begunstigingstermijn voor het werkschip en schorst het besluit van de gemeente Zaanstad met betrekking tot het andere schip.

Rechtbank Haarlem vernietigt ontheffing voor bouw garage/opslagruimte; beroep van bewonersvereniging gegrond.

De Rechtbank Haarlem schorst het besluit tot sluiting van Café Polo Bar wegens onvoldoende bewijs van overtredingen. De gemeente moet proceskosten en griffierecht vergoeden.

De voorzieningenrechter schorst het besluit tot verwijdering van een aanbouw zonder vergunning en veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot € 937,48.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de bouwvergunning voor een bijgebouw met kelder rechtmatig is verleend.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de aan de kapvergunning verbonden voorwaarden op grond van de APV noodzakelijk zijn en de vergunning niet onherroepelijk is.

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd in het verzoek om voorlopige voorziening tegen de definitieve verwijdering van een leerling van een bijzondere school, omdat geen sprake is van een bestuursorgaan.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat ontheffing voor inrichtingswerkzaamheden in het kader van ruilverkaveling De Gouw rechtmatig is. Eiser's beroep is ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van eisers gegrond en vernietigt het besluit van de gemeente Beemster om planschadevergoeding te weigeren, omdat er geen aanleiding was om te verwachten dat de planologische situatie zou veranderen.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat eiser terecht disciplinair ontslag is verleend wegens ongeoorloofd verzuim en nevenwerkzaamheden tijdens ziekte. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep ongegrond inzake ontheffing van de Keur voor inrichtingswerkzaamheden door de Landinrichtingscommissie, met als doel waterbeheersing en verkaveling te verbeteren.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep ongegrond inzake ontheffing van de Keur voor waterhuishouding in ruilverkavelingsgebied De Gouw.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen in de zaak over de herinrichting van een sportcomplex en de bouw van een sporthal te Zaandam.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van de kapvergunning voor 298 bomen in Zaandam afgewezen, omdat de gemeente de aanvraag in overeenstemming met de APV had getoetst en er geen redenen waren om de vergunning te weigeren.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de monumentenvergunning voor de restauratie van de Kathedrale Basiliek St. Bavo, omdat het voorschrift niet op de aanvraag is beslist.

De voorzieningenrechter vernietigt de bouwvergunning voor appartementencomplex 'De Pelikaan' wegens onvoldoende motivering door de gemeente over geluidsbelasting. Verzoekers worden in proceskosten vergoed.

Rechtbank Haarlem oordeelt over bouwvergunning parkeergarage; procedure niet geheel zorgvuldig, maar geen reden voor vernietiging. Proceskostenvergoeding van € 644 aan eisers.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, oordeelt dat de maatregel tot onderzoek naar rijvaardigheid geen criminal charge is en bevestigt de rechtmatigheid van de opgelegde kosten.

De rechtbank verklaart het beroep van de Vereniging Marinehospitaalterrein en anderen ongegrond tegen de kapvergunning voor 255 bomen ten behoeve van Park Tetrode, oordelend dat de vergunning zorgvuldig is verleend.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat vrijstelling voor bouw appartementen en park bij Marinehospitaal rechtmatig is. Beroep van eisers ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd in de zaak over de afsluiting van het Tolpad in Heemskerk, omdat er geen besluit in de zin van de Awb is genomen.

De rechtbank oordeelt dat de propaangastank van eisers een bouwvergunning vereist, ondanks dat deze voldoet aan milieuregels. Het beroep wordt gegrond verklaard en het besluit van de gemeente vernietigd.

Eiseres verzet zich tegen keurontheffing voor slootaanleg, maar heeft geen procesbelang meer omdat de sloot niet wordt aangelegd. Beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Eiser maakt bezwaar tegen keurontheffing voor aanleg sloot. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat de derde partij heeft besloten de sloot niet aan te leggen.

De rechtbank verklaart het bezwaarschrift van eiseres niet-ontvankelijk wegens verzuim in de gronden van bezwaar, omdat deze niet tijdig zijn ingediend.

Rechtbank Haarlem vernietigt de afwijzing van schadevergoeding wegens verkeersbesluiten, oordeelt dat nader onderzoek nodig is naar de schade en de motivering van verweerder.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat de maatregel van 50% verlaging van WWB-uitkering wegens werkweigering terecht is opgelegd. De rechtbank vernietigt het besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening inzake de 30 kilometerzone op de Akerdijk en Nieuwemeerdijk te Badhoevedorp afgewezen, omdat de bezwaren van verzoekers niet voldoende onderbouwd waren.

De rechtbank bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor woningaanpassing voor een gehandicapt kind, omdat deze te laat is ingediend en de gemeente geen onderzoek hoefde te doen naar alternatieven.

Rechtbank Haarlem vernietigt de beëindiging van de WW-uitkering van eiser, een directeur-grootaandeelhouder, wegens schending van het rechtszekerheidsbeginsel. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Verzoek om handhaving tegen huisvesting buitenlandse werknemers afgewezen; strijd met bestemmingsplan vastgesteld, maar geen voorlopige voorziening getroffen.

Rechtbank Haarlem verklaart beroep gegrond en vernietigt vrijstelling bestemmingsplan voor woonstudio's; verweerder heeft ten onrechte vrijstelling verleend.

De voorzieningenrechter heeft de ontheffing voor het vangen en doden van grauwe ganzen op Texel bevestigd, ondanks bezwaar van Stichting De Faunabescherming, vanwege aanzienlijke schade aan landbouwgewassen.

Rechtbank Haarlem verklaart beroep gegrond en vernietigt de weigering van vrijstelling voor het gebruik van een dienstwoning als burgerwoning. Gemeente moet proceskosten vergoeden.

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af, omdat de ontheffingen voor het doden van ganzen rond Schiphol rechtmatig zijn verleend ter waarborging van de luchtverkeersveiligheid.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat de beëindiging van de subsidiëring van ID-banen door de gemeente Oostzaan onterecht was, omdat onvoldoende rekening is gehouden met de belangen van de werkgever. Het beroep van eiseres is gegrond verklaard.

De voorzieningenrechter heeft een verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, waarbij de gemeente Wormerland werd opgedragen binnen vier weken een inhoudelijke beslissing te nemen op het handhavingsverzoek inzake permanente bewoning van chalets.

De voorzieningenrechter schorst de bouwvergunning voor een woning in Edam vanwege belemmering van daglichttoetreding en onderhoudsproblemen voor de verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft op 17 januari 2008 de opschortende werking van een monumentenvergunning voor het fort aan de Nekkerweg opgeheven, zodat de verzoekster gebruik kon maken van de vergunning.

Rechtbank Haarlem vernietigt de weigering van leerlinggebonden financiering en toelating tot cluster 4, o.a. wegens onjuist criterium en gebrek aan motivering.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoeker geen ligplaatsvergunning had en er geen uitzicht op legalisatie was.

De voorzieningenrechter schorst de bouwvergunning voor een dakkapel in Edam-Volendam, omdat verweerder op onjuiste gronden is afgeweken van het welstandsadvies.

Eiser heeft zijn erkenning voor de bedrijfsvoorraad verloren door het ontbreken van een kentekenbewijs. Het beroep tegen de intrekking is ongegrond verklaard.

De rechtbank wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen concreet zicht op legalisatie is en geen zwaarwegende belangen aanwezig zijn.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af met betrekking tot een bouwvergunning voor een uitbreiding van een kantoorpand, omdat de berekeningswijze van de goothoogte correct was.

Eisers verzochten om schadevergoeding wegens verlies van uitzicht door woningbouw. De rechtbank oordeelde dat de schade voorzienbaar was en verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van eisers om schadevergoeding ongegrond, omdat zij onvoldoende informatie hebben ingewonnen over planologische wijzigingen die voorzienbaar waren.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep van Hanseatische Immobilienfonds ongegrond, bevestigt vrijstelling voor verbouwing kantoorpanden tot woningen voor jongeren.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een urgentieverklaring af, omdat geen dringende noodzaak tot herhuisvesting is aangetoond. Verzoeker was al lange tijd op de hoogte van de situatie.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af in de zaak rondom de bouw van de Schoterbrug te Haarlem, omdat verzoeker niet als belanghebbende kan worden aangemerkt en er geen spoedeisende belangen zijn.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de bouw van de Schoterbrug goed onderbouwd is en de belangen van de Haarlemsche Jachtclub niet geschaad worden.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af met betrekking tot de kapvergunning voor 118 bomen in verband met de bouw van de Schoterbrug, omdat de noodzaak voor de kap zwaarder weegt dan de belangen van de eiseres.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat de weigering van de gemeente Zeevang om een agrarische bedrijfswoning te bouwen onterecht was, en vernietigt de besluiten van het college en de raad.

Eisers hebben schadevergoeding gevraagd op basis van artikel 49 WRO. De rechtbank oordeelt dat de gemeente onvoldoende gemotiveerd is afgeweken van het SAOZ-advies en kent eisers € 15.000,- schadevergoeding toe.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de afwijzing van de schadevergoeding door de gemeenteraad van Velsen op basis van artikel 49 WRO.

Rechtbank vernietigt besluit wegens onvoldoende zorgvuldigheid in besluitvorming, maar laat rechtsgevolgen in stand. Beroep van De Groene Groep ongegrond verklaard.

Eiser vordert schadevergoeding van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, o.a. vanwege verjaring van de vordering en gebrek aan causaal verband.

Rechtbank Haarlem bevestigt bestuurlijke boete van € 1.320,-- aan taxibedrijf wegens overtreding Arbeidstijdenbesluit vervoer. Eiseres had onjuiste gegevens in werkmap vermeld. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het besluit van verweerder inzake planschadevergoeding en veroordeelt de gemeente Zaanstad in proceskosten.

Eiser verzocht om schadevergoeding wegens waardevermindering van zijn woning door uitbreiding luchthaven Schiphol. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, bevestigde de beslissing van de besliscommissie en oordeelde dat de geluidscontour van 35 Ke als ondergrens geldt.

De voorzieningenrechter heeft een voorlopige voorziening toegekend en de gemeente Bloemendaal gelast de kapactiviteiten te staken tot zes weken na de beslissing op het bezwaarschrift van de verzoekster.

Rechtbank Haarlem vernietigt boetebesluit wegens onvoldoende verifieerbaarheid van procesverbaal in alcoholverkoop aan minderjarige. Eiseres krijgt gelijk en ontvangt proceskostenvergoeding.

De rechtbank vernietigt het boetebesluit tegen Dirck III B.V. wegens onvoldoende verifieerbaarheid van de leeftijd van de betrokken minderjarigen en verklaart het beroep gegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond, omdat de woning niet voldoet aan de bestemmingsplanvoorschriften voor splitsing.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep van eiser ongegrond, oordelend dat ruimtelijke aspecten niet in de besluitvorming onder de Waterschapswet kunnen worden betrokken.

De voorzieningenrechter schorst het besluit van de gemeente Haarlem om een schutting te verwijderen, omdat verzoekster niet adequaat kon reageren op de stelling dat de schutting op gemeentegrond staat. Proceskosten worden vergoed.

Eiser verzocht om schadevergoeding wegens waardevermindering van zijn woning door bestemmingsplan Schiphol. De rechtbank oordeelde dat de verweerster onvoldoende onderzoek had gedaan en vernietigde het besluit.

Eiser verzocht handhavend op te treden tegen gebruik groenstrook als siertuin. De rechtbank oordeelde dat de gemeente gerechtvaardigd vertrouwen had gewekt bij [X] en verklaarde het beroep ongegrond.

Rechtbank Haarlem bevestigt de boete van € 8000 voor het tewerkstellen van vreemdelingen zonder vergunning. Eiseres betoogde dat het om vriendendiensten ging, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet relevant is onder de Wav.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, o.a. omdat de gemeente zorgvuldig heeft gehandeld bij de vrijstelling voor de woonwijk Vogelpark.

De voorzieningenrechter verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, bevestigend dat de vrijstelling voor de bouw van een woning in overeenstemming is met de wetgeving.

Rechtbank Haarlem verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang bij weigering vergunning seksinrichting.

Rechtbank Haarlem verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang, nadat verweerder eisers aanvraag alsnog in behandeling heeft genomen.

Rechtbank Haarlem vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag van Stichting [eiseres] door de staatssecretaris, wegens schending van de onderzoeksplicht.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor verzoeker zijn strijdige gebruik van de voortuin voor opknappen van een boot moet staken.

De rechtbank oordeelt dat er geen causaal verband is tussen de gestelde schade en het niet tijdig beslissen op de aanvraag om schadevergoeding. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de bouw al vergevorderd is en een bouwstop niet meer het beoogde effect kan hebben.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de illegale bouwactiviteiten zijn gestopt en er geen spoedeisend belang meer is.

Rechtbank Haarlem bevestigt boete van € 16.000,-- aan groentewinkel voor overtreding Wet arbeid vreemdelingen. Eiseres betoogt dat boete te hoog is en in strijd met legaliteitsbeginsel, maar rechtbank oordeelt dat boete niet onevenredig is.

De rechtbank vernietigt de bouwvergunningen voor uitbreidingen op de eerste verdieping vanwege strijd met het bestemmingsplan inzake goothoogte. Belanghebbenden zijn ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat verzoeker niet als belanghebbende kan worden aangemerkt.

De voorzieningenrechter schorst het besluit tot aanleg van steigers in het Zuider Buiten Spaarne vanwege onvoldoende aandacht voor de veiligheid van roeiers en alternatieve locaties.

De voorzieningenrechter heeft op 12 juli 2006 het verzoek van de gemeente Velsen tot verwijdering van illegale bouwwerken afgewezen, omdat de brief van 14 juni 2006 geen besluit is in de zin van de Awb.

Eiseres verzoekt om planschadevergoeding vanwege waardevermindering door nieuwe bestemmingen. De rechtbank oordeelt dat er geen verslechtering is en wijst het beroep ongegrond.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep van eiser ongegrond in een geschil over de aanwijzing van gronden in Zandvoort op basis van de Wet voorkeursrecht gemeenten. De rechtbank oordeelt dat de gemeenteraad in redelijkheid het algemeen belang heeft kunnen laten prevaleren.

Rechtbank Haarlem weigert bouwvergunning en vrijstelling voor woninguitbreiding in Bloemendaal; beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en oordeelt dat de weigering van de bouwvergunningen door de gemeente Velsen niet onredelijk was, gezien de strijdigheid met het bestemmingsplan.

Rechtbank Haarlem verklaart beroep ongegrond; handhaving bestemmingsplan is verplicht bij overtreding. Geen zicht op legalisatie, dus handhavend optreden gerechtvaardigd.

De rechtbank verklaart het beroep van een taxichauffeur ongegrond, die een VOG weigerde op basis van eerdere strafrechtelijke veroordelingen.

De rechtbank vernietigt het onvoorwaardelijk strafontslag van een politieagent wegens disproportioneel geweld en lekken van vertrouwelijke informatie, maar handhaaft het ongeschiktheidsontslag.

Rechtbank Haarlem verklaart het beroep van eisers ongegrond in een zaak over schadevergoeding op basis van de WRO, waarbij de planologische mutatie geen nadelige gevolgen voor eisers met zich meebracht.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een gehandicaptenparkeerkaart afgewezen, omdat verzoekster niet continu afhankelijk is van begeleiding voor korte afstanden, zoals blijkt uit medisch advies van de GGD.

De rechtbank verklaart de beroepen van eiseressen ongegrond, oordeelt dat de goede procesorde is geschonden en dat er geen causaal verband is tussen de schade en het Aanwijzingsbesluit.

De rechtbank vernietigt de besluiten van de gemeente Heemskerk over bestuursdwang wegens gebrek aan schriftelijke besluitvorming en gelast vergoeding van griffierecht aan eisers.

Eiser verzocht om schadevergoeding wegens de Vijfde Baan op Schiphol. De rechtbank oordeelde dat de schade voorzienbaar was en verklaarde het beroep ongegrond.

Rechtbank Haarlem wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat het Luchthavenindelingsbesluit geen wijzigingen in bouwmogelijkheden met zich meebrengt ten opzichte van het bestemmingsplan.

Rechtbank Haarlem vernietigt de weigering van een bouwvergunning voor een berging, oordelend dat er rechtmatig twee woningen op het perceel staan, in strijd met het bestemmingsplan.

Rechtbank Haarlem vernietigt de weigering van een vergunning voor een erotisch uitgaanscentrum op verzorgingsplaats A4 wegens ondeugdelijke motivering en proceskostenvergoeding aan eiser.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat het Besluit Luchtkwaliteit 2005 niet van toepassing is bij verlening bouwvergunning op basis van de Woningwet. Beroep van Milieudefensie ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat het Rijk geen publiekrechtelijke zorgplicht heeft voor het pontveer Ilpendam, en verklaart het beroep van eisers ongegrond.

Rechtbank Haarlem vernietigt de weigering van een bouwvergunning, oordeelt dat de gemeente een verkeerde maatstaf heeft aangelegd en veroordeelt de gemeente in proceskosten.

Eisers verzochten om een bouwvergunning voor een schutting, maar de gemeente weigerde deze op basis van de WRO en de bouwverordening. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond.