ECLI:NL:CBB:2022:820
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vaststelling subsidie MKB COVID-19 en terugvordering voorschotten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 20 december 2022 uitspraak gedaan in het geschil tussen een appellant en de minister van Economische Zaken en Klimaat over de vaststelling van een subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL). De appellant had een subsidie aangevraagd voor de periode juni tot en met september 2020, maar de minister had deze vastgesteld op een lager bedrag en een deel van de voorschotten teruggevorderd. De appellant stelde dat de referentieperiode voor de omzetberekening niet correct was toegepast, omdat hij een deel van de activiteiten van een andere B.V. had overgenomen en meende dat de omzet van deze nieuwe vestiging ook in aanmerking genomen moest worden.
Het College heeft vastgesteld dat de appellant sinds 2011 ingeschreven staat in het handelsregister en dat de hoofdregel van de TVL van toepassing is. De appellant had de horecatak van de overgenomen B.V. overgenomen, maar het College oordeelde dat dit niet kan worden aangemerkt als een voortzetting van het bedrijf van de overgenomen B.V. De minister had terecht de omzet van de appellant als basis voor de subsidie gebruikt en de terugvordering van het teveel betaalde werd niet onrechtmatig geacht. Het beroep van de appellant werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.