ECLI:NL:CBB:2023:140
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van bezwaar tegen subsidieaanvraag COVID-19 en ontvankelijkheid
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen One Way Horeca B.V. en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de weigering van subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 voor het tweede kwartaal van 2021. De minister heeft het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Appellante stelde dat zij geen notificatiemail had ontvangen en dat zij niet op de hoogte was van de snelle beslissing op haar aanvraag.
De bezwaartermijn bedraagt zes weken, en het College heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift, gedateerd op 4 januari 2022, pas op 5 januari 2022 door de minister is ontvangen, wat buiten de termijn viel. Appellante had expliciet toestemming gegeven om alleen digitaal bericht te ontvangen, en de minister heeft een kopie van de notificatiemail overgelegd die op 25 augustus 2021 was verzonden. Appellante's stelling dat zij de notificatiemail niet had ontvangen, werd door de minister betwist, en het College oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.
Het College concludeerde dat appellante zelf verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van het bezwaar en dat de minister terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en de minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de verantwoordelijkheid van de indiener om op de hoogte te blijven van de status van hun aanvragen.