Op 11 april 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een bestuurlijke boete opgelegd door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) aan [naam]. De AFM had op 28 december 2018 een boete van € 75.000,- opgelegd wegens feitelijk leidinggeven aan de overtreding van de prospectusplicht op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Het hoger beroep richtte zich tegen de overwegingen van de rechtbank Rotterdam die de beroepsgronden over functiescheiding en het gelijkheidsbeginsel verwierp. De rechtbank had eerder de AFM in het gelijk gesteld en het bezwaar van [naam] ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 22 februari 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het College heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, waarbij het de overwegingen van de rechtbank onderschreef. Het College oordeelde dat de AFM voldoende inzichtelijk had gemaakt waarom de overtreding niet vergelijkbaar was met eerdere zaken waarin de AFM anders had gehandeld. Het College concludeerde dat er geen strijd was met het gelijkheidsbeginsel en dat de AFM op redelijke gronden had gehandeld.
De uitspraak van het College bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en legt de nadruk op de noodzaak van functiescheiding en het gelijkheidsbeginsel in het bestuursrecht. Het College heeft geen reden gezien om de AFM in de kosten van het hoger beroep te veroordelen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters en de griffier.