ECLI:NL:CBB:2023:198
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking subsidieverlening en terugvordering voorschot TVL voor Q4 2020 en afwijzing aanvraag voor Q1 2021 wegens niet voldoen aan vestigingsvereiste
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 april 2023, met zaaknummers AWB 22/766 en AWB 22/767, staat de intrekking van een subsidie en de afwijzing van een subsidieaanvraag centraal. De onderneming, een adviesbureau in de agrarische sector, had een subsidie aangevraagd op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021. De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat had de eerder verleende subsidie voor Q4 2020 ingetrokken en het voorschot van € 8.155,76 teruggevorderd, omdat de onderneming niet voldeed aan het vestigingsvereiste. Dit vereiste houdt in dat de onderneming een vestiging moet hebben die fysiek is afgescheiden van de privéwoning van de eigenaar en waar duurzame uitoefening van de activiteiten plaatsvindt.
De onderneming betwistte de intrekking en de afwijzing van de aanvraag, maar het College oordeelde dat de onderneming niet aan het vestigingsvereiste voldeed. De onderneming was ingeschreven op hetzelfde adres als de privéwoning van de bestuurder en de activiteiten werden niet duurzaam op die locatie uitgevoerd. De minister had terecht de subsidie ingetrokken en de aanvraag voor Q1 2021 afgewezen, omdat de onderneming niet kon aantonen dat er sprake was van een duurzame uitoefening van de activiteiten op de aangewezen vestigingslocatie. De beroepen van de onderneming werden ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden.