ECLI:NL:CBB:2023:36
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding op grond van onrechtmatig besluit inzake fosfaatrechten
In deze zaak heeft de Maatschap [naam 1] een verzoek om schadevergoeding ingediend bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat is afgewezen. De Maatschap stelde dat het fosfaatrecht ten onrechte te laag was vastgesteld in eerdere besluiten. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak (zaaknummer 21/1500). De verzoekster had een schadevergoeding van € 11.182,- gevraagd, als gevolg van een onrechtmatig besluit dat haar fosfaatrecht op 2.274 kg had vastgesteld. Dit werd later herzien naar 2.376 kg, wat een verschil van 102 kg fosfaatrecht opleverde. De verzoekster stelde dat zij hierdoor inkomsten had misgelopen omdat zij minder vee kon houden dan mogelijk was geweest met het juiste aantal fosfaatrechten.
De minister erkende dat het besluit van 19 oktober 2018 onrechtmatig was, maar stelde dat deze onrechtmatigheid niet aan hem kon worden toegerekend. Het College oordeelde dat de minister bij het voorbereiden van het primaire besluit navraag had gedaan naar de juiste gegevens en dat de onjuistheid pas in beroep aan het licht was gekomen. Het College concludeerde dat de onrechtmatigheid van het besluit niet aan de minister kon worden toegerekend, omdat hij aan zijn onderzoeksplicht had voldaan en de verzoekster niet de juiste informatie had verstrekt. Daarom werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de verzoekster als de verweerder in het proces van schadevergoeding en de noodzaak voor verzoekers om tijdig en correct informatie te verstrekken. Het College heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.