ECLI:NL:CBB:2023:210
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift tegen vaststellingsbesluit subsidie COVID-19
In deze zaak heeft de vennootschap B.V. beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat, waarbij het bezwaar van de vennootschap tegen het vaststellingsbesluit van de subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het vierde kwartaal van 2020 kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De minister had eerder de subsidie vastgesteld op € 0,- en het uitbetaalde voorschot van € 39.900,48 teruggevorderd, omdat de vennootschap niet voldeed aan het vereiste van ten minste 30% omzetverlies. De vennootschap stelde dat het bezwaarschrift verschoonbaar te laat was ingediend vanwege overstromingen en personeelstekorten, maar het College oordeelde dat deze omstandigheden de termijnoverschrijding niet verschoonbaar maakten. De vennootschap had de verantwoordelijkheid om tijdig een bezwaarschrift in te dienen en de minister had het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het College kon de gronden van de vennootschap tegen het vaststellingsbesluit niet inhoudelijk beoordelen, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak werd gedaan op 25 april 2023 door mr. I.M. Ludwig, in aanwezigheid van griffier mr. I. Goud.