ECLI:NL:CBB:2023:120
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in het beroep van [naam 1] B.V. tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen COVID-19 (SVL). De aanvraag werd afgewezen omdat de onderneming van appellante, die een horecabedrijf exploiteert, niet binnen de wettelijk vereiste inschrijfperiode in het handelsregister was ingeschreven. De onderneming was op 19 juni 2019 ingeschreven, terwijl de SVL vereist dat de inschrijving tussen 1 oktober 2019 en 30 juni 2020 plaatsvond.
De appellante had haar bedrijfsactiviteiten pas op 17 februari 2020 kunnen starten, na een grote verbouwing en het verkrijgen van de benodigde vergunningen. Het College oordeelde dat de afwijzing van de subsidieaanvraag terecht was, omdat de inschrijfdatum niet voldeed aan de voorwaarden van de SVL. Het College verwees naar eerdere uitspraken om de noodzaak van de inschrijfperiode te onderbouwen en concludeerde dat er geen strijd was met het evenredigheidsbeginsel.
Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. I.M. Ludwig, met E.E.M. Koomen als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 7 maart 2023.