mw. mr. A. van Gijzen

De aanvraag voor een pgb op grond van de Wlz is afgewezen wegens eerdere fraude door de appellante. De Raad bevestigt de afwijzing en stelt dat de verantwoordelijkheid voor het pgb bij de budgethouder ligt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet verzekerd is voor de Wlz, omdat zijn zorgverzekering via een volkenrechtelijke organisatie voldoet aan de minimumeisen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet verzekerd is voor de Wlz, omdat haar zorgverzekering via ESA voldoende dekking biedt. De uitsluiting van de Wlz-verzekering is rechtmatig en de hardheidsclausule is niet van toepassing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing dubbele kinderbijslag aanvraag; zoon heeft geen intensieve zorg nodig.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen causaal verband is tussen de schade en de handelwijze van het zorgkantoor.

De Centrale Raad van Beroep heeft de terugvordering van teveel betaald AOW-pensioen gematigd tot € 9.646,81 en de boete niet gehandhaafd, na beoordeling van de inlichtingenverplichting van de appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van onverschuldigd betaalde kinderbijslag door de Svb, omdat appellante haar inlichtingenplicht niet nakwam. Er zijn geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante verzekerd is voor AOW over de periode van 3 juni 2005 tot en met 31 mei 2006. Geen proceskostenvergoeding voor Svb, wel griffierechtvergoeding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afkeuring van de zorgovereenkomst, omdat de zorgaanbieder geen zorg verleent in de zin van de Wlz.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van pgb wegens opzettelijke verstrekking van onjuiste gegevens door appellante.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens overlijden appellant zonder erfgenamen die de procedure willen voortzetten.

Appellant's aanvraag voor AOW-pensioen is afgewezen omdat hij niet kan aantonen dat hij ten minste een jaar in Nederland heeft gewoond of gewerkt. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering kinderbijslag voor appellant, omdat hij onvoldoende bijdraagt aan het onderhoud van zijn dochter.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van het AOW-pensioen van de appellant, die zijn huwelijk niet heeft gemeld. Geen dringende redenen voor matiging van de terugvordering.

De Raad oordeelt dat de herziening van het AOW-pensioen van appellant met terugwerkende kracht naar de norm voor gehuwden niet verder gematigd hoeft te worden. De Svb heeft dringende redenen om de terugwerkende kracht te matigen met 50%.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van de uitspraak van 11 mei 2023 af, omdat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Belastingdienst bevoegd is om op bezwaar tegen heffingskorting AOW-pensioen te beslissen, niet de Svb.

De Centrale Raad van Beroep heeft de toekenning van kinderbijslag met terugwerkende kracht bevestigd en de Svb veroordeeld tot proceskostenvergoeding van € 2.625,-.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang in AOW-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning AOW-pensioen naar de norm van een gehuwde, oordelend dat appellant niet duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenote.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-pensioen naar gehuwdennorm; appellant en echtgenote leven niet duurzaam gescheiden.

Centrale Raad van Beroep neemt verzoek om wraking van alle rechters niet in behandeling wegens misbruik van het wrakingsmiddel.

De Centrale Raad van Beroep wijst het herzieningsverzoek van verzoeker af, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag overbruggingsuitkering; niet voldaan aan voorwaarden van de OBR.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag overbruggingsuitkering; niet voldaan aan voorwaarden OBR.

Centrale Raad van Beroep bevestigt korting van 40% op AOW-pensioen van appellant wegens niet-verzekerde perioden tijdens verblijf in Nederland zonder Nederlandse nationaliteit.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens te late indiening beroepschrift.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het onderscheid in arbeidsvoorwaarden tussen ambtenaren met tijdelijke en vaste aanstelling gerechtvaardigd is. Appellant heeft geen recht op een bovenwettelijke WW-uitkering. Schadevergoeding van € 500,- wordt toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-pensioen aanvraag en herzieningsverzoek; bezwaarschrift niet tijdig ingediend en termijnoverschrijding niet verschoonbaar.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag, omdat niet voldaan is aan de voorwaarden van de AKW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante van 1 november 2018 tot 1 september 2020 ten onrechte als niet verzekerd voor de Wlz werd aangemerkt. De Raad vernietigt eerdere besluiten van de Svb en bevestigt de verzekering van appellante in deze periode.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant vanaf 15 augustus 2020 ten onrechte niet als verzekerd voor de Wlz is aangemerkt. De Raad herroept het besluit van de Svb en bepaalt dat appellant vanaf die datum verzekerd is voor de Wlz.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag; CIZ-advies over zorgbehoefte van kind met autistische stoornis en ADHD is zorgvuldig en voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb de verzekerde jaren van appellant voor AOW correct heeft vastgesteld en dat de korting op het AOW-pensioen van 50% in stand blijft.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag wegens gebrek aan intensieve zorg voor de zoon van appellante en wijst een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ANW-uitkering van appellante per 1 februari 2022, omdat zij minder dan 45% arbeidsongeschikt is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen een besluit van de Svb uit 2011, ingediend na tien jaar, omdat het bezwaar te laat is ingediend.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de behandelend rechter niet in behandeling genomen en bepaald dat een volgend verzoek om wraking ook niet in behandeling zal worden genomen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van 5 december 2019 en draagt het college op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting van 96% op het AOW-pensioen van appellante, omdat er geen bewijs is voor meer huwelijkse tijdvakken dan door de Svb aangenomen.

De aanvraag voor AOW-pensioen van de appellant is afgewezen omdat hij niet verzekerd is geweest en niet kan worden vastgesteld dat hij in Nederland heeft gewoond of gewerkt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting van 60% op het AOW-pensioen van appellant. Geen bewijs voor onjuiste geboortedatum of verzekerde jaren. Hoger beroep slaagt niet.

Verzoek om herziening van uitspraak afgewezen; beroepschrift niet tijdig ingediend, geen nieuwe feiten aangedragen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat zorgprofiel VG05 het best passende zorgprofiel is voor appellant en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken beroepsgronden. Appellante heeft geen gronden ingediend na meerdere aanmaningen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-pensioen aanvraag van appellante op basis van huwelijkse tijdvakken, omdat de verzekerde periode korter is dan een jaar.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op een aanvullende beurs voor juni en juli 2018, maar niet voor de periode daarvoor. De afwijzing van het verzoek om loskoppeling voor augustus 2016 tot mei 2018 blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op loskoppeling van aanvullende beurs vanwege langdurig ernstig verstoorde verhouding met haar vader. Minister moet binnen vier weken nieuw besluit nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de studiefinanciering voor appellante, die niet als migrerend werknemer werd aangemerkt tijdens haar stageperiode van maart tot augustus 2021.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht de Nederlandse socialezekerheidswetgeving toepaste op de betrokkene, ondanks het verzuim om onverwijld te beslissen op het verzoek om toepasselijke wetgeving vast te stellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op een ANW-uitkering met terugwerkende kracht voor 1 november 2016, omdat zij in 2004 onjuiste informatie heeft verstrekt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de rechtmatigheid van de inhoudingen op het AOW-pensioen van appellant door de Svb als gevolg van derdenbeslag. Appellant moet de geldigheid van het beslag bij de burgerlijke rechter aanvechten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag voor [X] en oordeelt dat de Svb terecht geen herziening heeft toegestaan.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van AOW-pensioen naar de norm van een gehuwde, omdat appellante en haar echtgenoot niet duurzaam gescheiden leven.

Het verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen, omdat het is gedaan na de openbaarmaking van de uitspraak in de hoofdzaak.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de termijnoverschrijding van appellante verschoonbaar is en vernietigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep niet-ontvankelijk verklaarde.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening AOW-pensioen van appellant naar gehuwdennorm. Terugwerkende kracht wordt gematigd. Svb moet nieuw besluit nemen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college geen zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van appellante en draagt het college op opnieuw te beslissen op het bezwaar.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de nabestaandenuitkering van appellante in Algerije op basis van het woonlandbeginsel, conform de uitspraak van het HvJEU.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor gelijke verdeelde uitbetaling van kinderbijslag aan beide ouders, omdat het ouderschapsplan bepaalt dat de moeder de gehele kinderbijslag ontvangt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen recht bestaat op kinderbijslag op grond van de AKW voor de perioden van maart 2014 tot en met mei 2014 en van april 2015 tot en met september 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing is op Rijnvarenden, appellanten hebben inlichtingenplicht niet nageleefd.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af; verzoeker had geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de behandelend rechter.

Verzoek om wraking van rechters in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening.

Verzoek om wraking afgewezen; geen aanwijzingen voor partijdigheid van de rechter.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor Wlz-zorg door het CIZ, omdat appellant niet voldoet aan de voorwaarden voor zorg op grond van de Wlz.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag, omdat de dochter van appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor intensieve zorg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging pgb wegens schending van verplichtingen door appellant en gewaarborgde hulp.

Appellant verzocht om herziening van zijn AOW-pensioen naar gehuwdenpensioen met partnertoeslag. De Svb wees dit verzoek af. De Centrale Raad bevestigde de afwijzing, omdat er geen nieuwe feiten waren en het eerdere besluit in stand blijft.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag over het vierde kwartaal van 2021, omdat appellant geen ingezetene van Nederland was op de peildatum.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-pensioen naar gehuwdennorm; geen duurzaam gescheiden leven.

Hoger beroep over woonvoorziening; Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de WMO 2015 van toepassing is en vernietigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op kinderbijslag, ondanks eerdere afwijzing door de Svb, omdat zij rechtmatig verblijf heeft vanaf het moment dat haar dochter de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing A1-verklaring en Wlz-verzekering; Belgische wetgeving van toepassing, appellant niet verzekerd voor Wlz.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Svb om AOW-pensioen toe te kennen aan appellant, die seizoenswerk in Frankrijk verrichtte. De Raad oordeelt dat de Franse socialezekerheidswetgeving van toepassing was en dat appellant niet verzekerd was voor de AOW in de relevante periodes.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellant, omdat hij geen pleegkind had op het moment van overlijden van zijn echtgenote. Appellant krijgt wel proceskosten vergoed.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan de appellant, die niet voldoet aan de onderhoudseis voor zijn in Marokko wonende kinderen. De wetgever heeft bewust gekozen voor een vaste onderhoudseis, die niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op kinderbijslag over het tweede kwartaal van 2021, omdat zij op de peildatum geen ingezetene van Nederland was.

Korting van 82% op AOW-pensioen van appellant bevestigd; appellant heeft niet aangetoond verzekerd te zijn voor andere jaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing kinderbijslag voor appellante wegens geen ingezetenschap in Nederland op peildatum 1 juli 2022.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor extra kinderbijslag, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden. Appellant had niet over het hele jaar recht op dubbele kinderbijslag voor zijn dochter.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van kinderbijslag met één jaar terugwerkende kracht, oordelend dat de Svb de wet correct heeft toegepast en er geen bijzondere omstandigheden zijn die afwijking rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk, omdat de Svb volledig aan zijn bezwaren tegemoet is gekomen en het griffierecht moet vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wlz-zorg; geen blijvende behoefte aan permanent toezicht vastgesteld. Appellant niet benadeeld door procedurele tekortkomingen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de toekenning van kinderbijslag met terugwerkende kracht van vijf jaar en een proceskostenveroordeling voor de Svb.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de herziening van het AOW-pensioen van betrokkene naar gehuwdennorm terecht is, omdat geen sprake is van duurzaam gescheiden leven.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in sociale zekerheidszaak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de nabestaandenuitkering van appellante per 1 november 2019, omdat zij minder dan 45% arbeidsongeschikt is. Het verzoek om een deskundige te benoemen wordt afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van kinderbijslag aan appellant, omdat er geen sprake was van co-ouderschap.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing kinderbijslag aanvraag; appellante was op peildatum geen ingezetene van Nederland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van ouderdomspensioen van appellant door Svb, wegens niet melden huwelijk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van zorgaanvraag Wlz door CIZ; geen blijvende behoefte aan 24 uur zorg in de nabijheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam en oordeelt dat het CIZ het zorgprofiel GGZ Wonen met intensieve begeleiding en verzorging terecht heeft geïndiceerd voor appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van het ouderdomspensioen van appellant naar de norm van een gehuwde, omdat geen sprake is van duurzaam gescheiden leven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing nabestaandenuitkering; appellant is minder dan 45% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de leeftijdseis in artikel 3 van de Toeslagenwet objectief gerechtvaardigd is en dat er geen recht op toeslag was voor appellant per 13 november 2020.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van het AOW-pensioen van appellant met terugwerkende kracht tot december 2016 na zijn scheiding, omdat hij deze wijziging niet tijdig heeft gemeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding; appellant weigerde medewerking aan medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvragen maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing is op appellant, een Rijnvarende, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, behoudens schadevergoeding van € 3.500,- voor overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wlz-zorg; geen blijvende zorgbehoefte aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het bezwaar van betrokkene tegen de beëindiging van de ANW-uitkering niet tijdig is ingediend, omdat zij pas na bijna twaalf jaar bezwaar maakte. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wlz-zorg; appellant voldoet niet aan toegangsvoorwaarden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart voor passagier; appellant voldoet niet aan medische voorwaarden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening ouderdomspensioen naar norm gehuwde; appellant en partner leven niet duurzaam gescheiden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing wezenuitkering ANW; tante had geen juridisch ouderschap over appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt boete van CAK aan appellante wegens niet tijdig afsluiten zorgverzekering. Ontheffing wegens gemoedsbezwaren werd te laat verkregen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de kinderbijslag voor [zoon] in het vierde kwartaal van 2021 toekomt aan [ex-partner], omdat er geen bestendige wijziging van de hoofdverblijfplaats was naar betrokkene.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over korting op AOW-pensioen van betrokkene, die niet verzekerd was voor de AOW. Svb biedt mogelijkheid tot vrijwillige verzekering zonder extra premie. Besluit van Svb blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellanten geen procesbelang meer hebben bij een inhoudelijk oordeel over zorg in natura. De rechtbank verklaarde de beroepen niet-ontvankelijk. Verzoeken om schadevergoeding worden afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Duitse socialezekerheidswetgeving van toepassing is voor een Duitse werknemer die in Nederland woont en voor een Duitse werkgever werkt, omdat er geen instemming was voor werken vanuit Nederland.

De Centrale Raad van Beroep verklaart de hoger beroepen van appellante niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, aangezien de periodes in geding al zijn verstreken.

De Raad bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor een maatwerkvoorziening Wmo 2015, omdat appellante zonder toestemming naar een niet geschikte woning is verhuisd.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk, omdat er geen procesbelang is in een geschil over een afgesloten periode van huishoudelijke hulp.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, omdat haar echtgenoot niet verzekerd was voor de Anw en ook niet voor de Tunesische wetgeving op het moment van overlijden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank; appellante heeft geen recht op extra maatwerkvoorzieningen Wmo 2015.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb de kostenvergoeding mocht verrekenen met de openstaande schuld van appellante, maar niet met de in beroep toegekende vergoeding vanwege schorsende werking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wlz-zorg; geen blijvende zorgbehoefte vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het college in proceskosten van € 3.374,88 na intrekking hoger beroep door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van aanvraag woningaanpassingen WMO 2015; advies Oreon is zorgvuldig en concludent.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de woonlandfactor voor Frankrijk bij de buitenlandbijdrage in de zorgverzekering van een in Frankrijk woonachtige appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb het AOW-pensioenoverzicht van appellant correct heeft vastgesteld, waarbij appellant niet verzekerd was voor de AOW gedurende de periode van uitsluiting.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag omdat hij zijn woonplaats naar Spanje heeft verplaatst.

Appellant verzocht om verhoging van zijn AOW-pensioen met terugwerkende kracht. De Centrale Raad van Beroep verklaarde het hoger beroep ongegrond en bevestigde de besluiten van de Svb.

Hoger beroep over toekenning van een driewielfiets met trapondersteuning en een maandelijks bedrag voor onderhoud. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het college zorgvuldig onderzoek heeft verricht en de maatwerkvoorziening passend is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van aanvraag om ondersteuning bij het huishouden; gebruikelijke hulp van partner en zoon is voldoende.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verhoging van de nabestaandenuitkering van appellante met terugwerkende kracht van vijf jaar, oordelend dat de Svb correct heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante recht heeft op 4% ouderdomspensioen; onvoldoende bewijs voor langere verzekeringsperiode echtgenoot.

Appellante heeft recht op nabestaandenuitkering met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014, maar niet verder. Svb moet opnieuw beslissen op bezwaar en wordt veroordeeld tot schadevergoeding van € 500,- en proceskosten van € 2.511,-.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor maatwerkvoorziening vervoer; college moet nieuw besluit nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting van 4% op het AOW-pensioen van appellant, die niet verzekerd was tijdens zijn uitzending naar Zambia.

Appellant verzoekt om kinderbijslag voor zijn kinderen in Marokko. De Svb heeft eerdere aanvragen afgewezen. De Raad bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag voor de meeste kwartalen en oordeelt dat de Svb in de proceskosten van appellant moet worden veroordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening van ongehuwdenpensioen naar gehuwdenpensioen per 1 oktober 2022, omdat geen duurzaam gescheiden leven is aangetoond.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere afwijzing van zorgovereenkomst; zorgkantoor moet herhaalde aanvraag inhoudelijk beoordelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag door Svb op basis van CIZ-advies; dochter voldoet niet aan zorgscore-eisen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving op Rijnvarende en weigering van de Svb om een regularisatieovereenkomst te sluiten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de boete van appellant wegens niet tijdig melden huwelijk, maar laat terugvordering ouderdomspensioen en AIO-aanvulling in stand.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat nader onderzoek naar meerzorg nodig is. Schadevergoeding en proceskostenveroordeling aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op extra kinderbijslag over 2019-2021; terugvordering door Svb is terecht.

De aanvraag voor een maatwerkvoorziening Wmo 2015 is afgewezen omdat betrokkene het rapport van een ergonomisch onderzoek heeft geblokkeerd, waardoor het college niet kon beoordelen of de kritiek op het onderzoek terecht was. De Raad bevestigt de afwijzing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing door Svb van verzoek om regularisatieovereenkomst voor 2012; geen overleg met Luxemburgse autoriteiten nodig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wlz-aanvraag; geen blijvende behoefte aan zorg vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het college van burgemeester en wethouders van Den Haag terecht geen maatschappelijke ondersteuning voor boodschappen heeft verstrekt aan appellante, die gebruik kan maken van een boodschappendienst.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wlz-zorg door CIZ; appellante voldoet niet aan voorwaarden voor zorg.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het CIZ ten onrechte de grondslag verstandelijke handicap niet heeft vastgesteld en draagt het CIZ op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.

De Centrale Raad van Beroep heeft de ingangsdatum van de maatwerkvoorziening beschermd wonen vastgesteld op 9 maart 2021, in plaats van 12 april 2021, en het college veroordeeld in de proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over jeugdhulpvoorziening; wijziging in berekeningsmethodiek leidt niet tot onjuistheid van eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van pgb wegens schending van verplichtingen door appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats, omdat appellant kan beschikken over een parkeerplaats op eigen terrein.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak rechtbank en verklaart beroep ongegrond; Svb moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt herziening indicatiebesluit CIZ wegens onvoldoende onderzoek naar zorgbehoefte en veroordeelt CIZ in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk is, omdat de brief van 19 augustus 2019 geen besluit is in de zin van de Awb.

De Centrale Raad van Beroep heeft de aanvraag van appellante voor een nabestaandenuitkering op grond van de ANW afgewezen, omdat haar echtgenoot op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW.

De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat betrokkene geen recht heeft op WW-uitkering, omdat hij niet voldoet aan de referte-eis. De weigering van het Uwv is terecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om maatwerkvoorziening; appellante kan zich handhaven in de samenleving.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet in aanmerking komt voor verdere opvang, omdat zij zelfredzaam is. Er is geen schending van het EVRM of IVRK. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van het Uwv om appellant een werkloosheidsuitkering toe te kennen onrechtmatig was, omdat er op 16 oktober 2018 nog een contractuele verhouding bestond met [BV].

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging IVA-uitkering wegens verblijf buiten Nederland en wijst herlevingsverzoek af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant recht heeft op WW-uitkering volgens Nederlandse wetgeving, ondanks werk voor Zwitserse werkgever.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en kent maatwerkvoorziening toe voor kosten opleiding assistentiehond, die bijdraagt aan zelfredzaamheid van appellante.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van het college inzake huishoudelijke hulp, verklaart bezwaar ongegrond en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht had op kinderbijslag vanaf het vierde kwartaal van 2010, omdat zij geen ingezetene meer was.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een in Nederland wonende appellante met een Duits pensioen niet verzekeringsplichtig is voor de Wlz, ondanks het ontvangen van een IOAW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op wezenuitkering omdat zij niet ouderloos is geworden na het overlijden van haar vader.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van het Uwv voor onderwijsvoorzieningen aan de Hogeschool [plaatsnaam], maar handhaaft de afwijzing voor VAVO [regio].

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat zorgkantoor niet bevoegd was om pgb-verleningsbeschikking over 2018 in te trekken, omdat verwijten betrekking hadden op 2017. Besluit vernietigd en zorgkantoor veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag over januari en februari 2016, omdat hij niet verzekerd was voor de AKW.

De CRvB oordeelt dat pgb-dienstverleners die minder dan vier dagen per week werken niet mogen worden uitgesloten van WW, vanwege indirecte discriminatie van vrouwen. Het UWV moet een nieuwe beslissing nemen over de WW-uitkering en het arbeidsverleden van betrokkene corrigeren.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen wettelijke grondslag is voor de verrekening van te veel betaald kindgebonden budget met kinderbijslag. De besluiten van de Svb worden herroepen en de Svb wordt veroordeeld in de proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep herroept boetebesluit van de Svb en geeft opdracht tot nieuw besluit op bezwaar inzake verrekening kinderbijslag en kindgebonden budget.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht A1-verklaringen introk en niet instemde met gesplitste onderwerping voor betrokkene die in België en Nederland werkte.

De Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in een zaak over de verrekening van kindgebonden budget door de Sociale verzekeringsbank.

De Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in de zaak over verrekening van kindgebonden budget door de Sociale verzekeringsbank.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep en beroep tegen het besluit van de Svb niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang. Svb veroordeeld in proceskosten van € 3.348,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant zijn studieschuld moet blijven aflossen, ook na 31 december 2019, en wijst het beroep op het vertrouwensbeginsel af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet op haar brp-adres woonde, waardoor haar studiefinanciering herzien werd. Hoger beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het CAK ten onrechte een boete oplegde aan een betrokkene zonder zorgverzekering, omdat de aanmaning onterecht was verzonden. De betrokkene had rechtmatig verblijf, maar dit was nog niet erkend op het moment van de aanmaning.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor een maatwerkvoorziening Wmo 2015, oordeelt dat het college onvoldoende heeft onderbouwd dat appellant zijn hulpvraag had kunnen voorzien en draagt het college op een nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening van de toepassing van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving voor Rijnvarende. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht de kinderbijslag van appellant heeft herzien, omdat hij niet verzekerd was voor de AKW in de betreffende periode. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn is afgewezen.

Hoger beroep over AOW-verzekering van een uitzendkracht die in Nederland werkt en in Duitsland woont. De Raad bevestigt dat Duitse wetgeving van toepassing is tijdens tussenliggende periodes zonder arbeidsverhouding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag voor PTSS-hulphond; geen passende bijdrage aan zelfredzaamheid en participatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant en oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv niet onzorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de zorgbehoefte van een verzekerde met BBSOAS blijvend is en vernietigt de afwijzing van het CIZ voor zorg op grond van de Wlz.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet als ingezetene verzekerd is voor de Wlz, ondanks sterke bindingen met Nederland, omdat hij sinds 2006 in China woont.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing dubbele kinderbijslag voor zoon met epilepsie; geen intensieve zorg aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor een pgb op grond van de Wmo 2015, omdat appellant geen beroepsgronden heeft ingediend tegen de weigeringsgrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening Wmo 2015; hoger beroep niet geslaagd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing maatwerkvoorziening opvang en beëindiging noodopvang, oordeelt dat college onterecht verblijfsrecht appellante niet erkende.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening ouderdomspensioen naar gehuwdenpensioen en terugvordering teveel betaald pensioen. Appellante leefde niet duurzaam gescheiden van haar echtgenoot.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college onrechtmatig onderzoek heeft verricht naar pgb, waardoor de herziening van het pgb niet kan worden gehandhaafd. College moet nieuwe beslissing nemen en vergoedt proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellante gegrond, omdat het college onterecht het pgb heeft geweigerd. Het college moet een nieuwe beslissing nemen en is veroordeeld in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college terecht het pgb voor jeugdhulp heeft ingetrokken vanwege opzettelijk onjuiste informatie van een ouder. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt gedeeltelijk vernietigd en het college blijft in het gelijk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag; geen intensieve zorg volgens AKW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van aanvraag voor douchecabine wegens gebrek aan medische noodzaak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de kinderbijslag voor kinderen in Oeganda op basis van het woonlandbeginsel, zonder strijd met het gelijkheidsbeginsel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het college een toereikend pgb heeft verstrekt voor een scootmobiel, extra kosten zijn voor eigen rekening.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen CIZ-besluit ongegrond; betrokkene komt niet in aanmerking voor 24-uurs zorg op basis van Wlz.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van opvangaanvraag Wmo 2015; appellante kan zelf in onderdak voorzien.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; college terecht afgewezen aanvraag opvang Wmo 2015; proceskostenvergoeding toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging nabestaandenuitkering; appellante niet arbeidsongeschikt volgens ANW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat 2 uur per week OZL voldoende is voor appellante, ondanks haar bezwaar dat dit niet voldeed aan haar ondersteuningsbehoefte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking partnertoeslag door Svb wegens te hoog inkomen partner. Appellante had geen recht op toeslag, terugvordering van € 31.022,99.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van zorgaanvraag van minderjarige appellant wegens onvoldoende bewijs van blijvende zorgbehoefte.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een voorschot op een toeslag aan appellante, omdat zij geen legitieme verwachting had op het ontvangen bedrag. De terugvordering blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing nabestaandenuitkering ANW; echtgenoot was geen ingezetene van Nederland op moment van overlijden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing pgb-aanvraag appellant voor begeleiding door ouders onder Wmo 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar wegens overschrijding van de bezwaartermijn in Wmo 2015-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om uitbreiding van hulp bij het huishouden in de vorm van een pgb, gebaseerd op medisch advies.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat CIZ appellant terecht heeft geïndiceerd voor zorgprofiel 'VV Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging' en bevestigt de correcte berekening van het pgb door het zorgkantoor.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van de appellant tegen de aanmelding als wanbetaler en de bestuursrechtelijke premie, oordelend dat de Zvw niet discriminerend is en dat er geen bewijs is van gebrek aan toegang tot zorg.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over ingangsdatum ouderdomspensioen en terugwerkende kracht. Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, beroep tegen Svb ongegrond. Proceskostenvergoeding aan appellant vastgesteld op € 3.415,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van ANW-nabestaandenuitkering; appellante niet meer dan 45% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet verzekerd was voor AOW en kent ouderdomspensioen toe met ingangsdatum 1 maart 2019.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ziekengeld aanvraag en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens ontbreken procesbelang in sociale zekerheidszaak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het WhatsApp-bericht geen rechtsgevolg heeft en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv WW-aanvraag ten onrechte buiten behandeling heeft gesteld. Aanvraag afgewezen wegens onvoldoende informatie. Schadevergoeding afgewezen, geen overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt terugvorderingen pgb voor 2004 en 2008; appellante hoeft niets terug te betalen en ontvangt nabetaling van € 10.566,08.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroepen niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in jeugdhulpzaken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om uitbreiding maatwerkvoorziening ondersteuning bij zelfstandig leven; onderzoek college was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag tot wijziging van maatwerkvoorziening voor opvang onterecht was. De geboden noodopvang was niet adequaat voor appellant met psychiatrische en verslavingsproblematiek.

Hoger beroep over de omvang van de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning. De Raad oordeelt dat de toekenning van 3,5 uur per week niet voldoet aan het rechtszekerheidsbeginsel en stelt 4,5 uur per week vast.

Hoger beroep over de toekenning van huishoudelijke ondersteuning; rechtszekerheidsbeginsel geschonden. College moet duidelijkheid geven over aantal uren ondersteuning.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank over maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning; college in proceskosten veroordeeld.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaarde. De Raad vernietigt de uitspraak en verklaart het beroep ongegrond, omdat het college op goede gronden geen pgb verstrekte voor de periode van 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2018.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; appellant heeft geen schade geleden door besluit college.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het e-mailbericht geen besluit is en verklaart het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant ten onrechte 50% korting op AOW-pensioen kreeg; korting vastgesteld op 48%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er geen nieuwe feiten zijn voor herziening kinderbijslagbesluit.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken van gronden. Appellant heeft geen gronden ingediend na herhaalde aanmaningen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens te late indiening van het beroepschrift.

Centrale Raad van Beroep verklaart verzoek om herziening niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de Svb geen dubbele kinderbijslag met terugwerkende kracht kan toekennen. Appellante heeft geen nieuwe gronden aangevoerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb de hoorplicht heeft geschonden, maar dat dit niet leidt tot vernietiging van het besluit. Beroep ongegrond verklaard en verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb de hoorplicht heeft geschonden en kent kinderbijslag toe aan appellante over de periode van 2012 tot 2013.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op kinderbijslag, omdat zij op de relevante data niet als ingezetene van Nederland werd beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bezwaar tegen besluit Svb niet-ontvankelijk is wegens termijnoverschrijding. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op kinderbijslag voor het eerste en tweede kwartaal van 2020, omdat zij op die data geen ingezetene van Nederland was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de verzekeringsstatus van appellant voor de AOW na verhuizing naar België.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering AOW-ouderdomspensioen wegens onvoldoende bewijs van verzekering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van nabestaandenuitkering wegens niet tijdige melding huwelijk door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering kinderbijslag aan appellante, omdat zij op peildata niet verzekerd was en geen duurzame band met Nederland had.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn en veroordeelt het college in proceskosten van € 1.518,- en de Staat tot € 500,- schadevergoeding.

De aanvraag om kinderbijslag is afgewezen omdat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd dat zijn zoon tot zijn huishouden behoort. De Svb was niet bevoegd om de aanvraag buiten behandeling te stellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet voldoet aan de voorwaarden voor een ongehuwdenpensioen, ondanks geregistreerd partnerschap, vanwege zorg en financiële verwevenheid met zijn partner.

Appellant verliest hoger beroep over aanvraag dubbele kinderbijslag; ingangsdatum blijft eerste kwartaal 2019.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Appellant kreeg AOW-ouderdomspensioen van 68% toegewezen, wat niet onevenredig zwaar was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op ongehuwdenpensioen per 1 januari 2019, na vernietiging van de eerdere uitspraak en het besluit van de Svb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Appellante ontvangt 92% AOW-pensioen, geen onevenredige last aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak afgewezen, omdat de aangevoerde feiten niet nieuw waren. Verzoeker had verzet aangetekend tegen de eerdere uitspraak en verzocht om een nieuwe zitting.

Hoger beroep van appellante om nabestaandenuitkering ANW na overlijden echtgenoot zonder verzekering wordt afgewezen. De echtgenoot was niet verzekerd op het moment van overlijden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van de Nederlandse socialeverzekeringswetgeving op appellanten die in de binnenvaart werken, ondanks hun werkzaamheden in meerdere EU-lidstaten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van Nederlandse socialezekerheidswetgeving op werknemer die in meerdere EU-lidstaten werkzaam is, ondanks procedurele tekortkomingen van de Svb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het bezwaar van appellant tegen besluiten van de Svb niet-ontvankelijk is wegens overschrijding van de bezwaartermijn.

Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen besluiten van de Svb, maar dit bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak; appellant's verzoek om herziening van besluit sociale zekerheidswetgeving afgewezen.

Appellant verzocht de Svb om terug te komen van een besluit over de toepasselijkheid van de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving. De Raad bevestigde dat er geen nieuwe feiten waren en dat het hoger beroep niet slaagde.

Appellant verzocht de Svb om terug te komen van een eerder besluit over de toepasselijkheid van de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten waren en bevestigde de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de Svb terecht geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden heeft erkend in het verzoek van appellant om terug te komen van het besluit van 20 maart 2018.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op arbeidsongeschiktheid in en door de dienst vanwege buitensporige werkomstandigheden, en vernietigt eerdere besluiten van het dagelijks bestuur.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ontheffing en overplaatsing van appellant binnen DUO; hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep van appellant tegen besluiten van de staatssecretaris van Defensie over toelage en terugkeer uit uitzending. De Raad oordeelt dat een e-mailbericht als besluit moet worden aangemerkt en vernietigt de uitspraak van de rechtbank in dat opzicht.

Centrale Raad van Beroep vernietigt ontslag van verpleegkundige wegens gebrek aan verbeterkans en herroept het ontslag, dienstverband eindigt op 28 januari 2020.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat geen sprake is van duurzaam gescheiden leven; herziening AOW-pensioen moet met drie maanden worden uitgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat geen sprake is van duurzaam gescheiden leven; herziening AOW-pensioen naar gehuwdenpensioen met uitlooptermijn van zes maanden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellante tegen de afwijzing van haar AOW-aanvraag, omdat het bezwaar te laat is ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing kinderbijslag aanvraag; appellante was op peildatum geen ingezetene van Nederland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing nabestaandenuitkering ANW; echtgenoot niet verzekerd ten tijde van overlijden.

Verzoekster diende een herzieningsverzoek in, maar dit werd als onredelijk laat beschouwd. Het verzoek om herziening werd niet-ontvankelijk verklaard, evenals het verzoek om rectificatie van een eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenote, waardoor hij geen recht heeft op een ongehuwdenpensioen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over niet-tijdige betaling van griffierecht in AOW-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van de aanvraag voor ouderdomspensioen door de Svb, appellante heeft geen recht op pensioen op basis van huwelijkse tijdvakken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van betrokkene per 20 juli 2017, oordeelt dat dit niet in strijd is met ILO-conventie 121, en kent schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking nabestaandenuitkering wegens schending inlichtingenplicht na huwelijk. Geen dringende redenen voor terugvordering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen ingezetene was voor Wlz en Zvw, en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing was op een Belgische werknemer gedetacheerd naar China, en bevestigt de verplichting van de Svb om een CoC-verklaring af te geven.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het ontbreken van een identiteitsbewijs appellante niet kan uitsluiten van het afgeleide verblijfsrecht en recht op kinderbijslag. De Svb moet haar aanvraag opnieuw beoordelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontslag van ambtenaar wegens werkweigering en plichtsverzuim.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing uitkering chroom-6 Defensie. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen reden voor afwijking van Regeling.

Centrale Raad van Beroep vernietigt onvoorwaardelijk ontslag van ambtenaar wegens plichtsverzuim, oordeelt dat straf niet evenredig is aan het vergrijp.

Centrale Raad van Beroep erkent PTSS als beroepsziekte voor politieambtenaar ondanks ontbreken formeel dienstverband. Hoger beroep van korpschef slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over vergoeding van zorgkosten in Duitsland en rechtsbijstand. CAK moet € 16.744,- vergoeden, maar geen kosten voor niet-professionele rechtsbijstand.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ouderdomspensioen AOW terecht met één jaar terugwerkende kracht is toegekend. Geen bijzonder geval aangetoond door betrokkene.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van de nabestaandenuitkering van € 700,- per maand en oordeelt dat deze niet tot uitbetaling komt vanwege een hogere IVA-uitkering van appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag over 2018-2019, omdat hij niet aan de onderhoudseis voldeed.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb de bezwaarkosten van appellante moet vergoeden na herziening van de nabestaandenuitkering. De eerdere uitspraak is vernietigd en de Svb wordt veroordeeld tot betaling van € 2.059,- aan kosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van het ouderdomspensioen van appellante naar de gehuwdennorm. Appellante stelde discriminatie en schending van procedurele belangen aan de orde, maar de Raad oordeelde dat de Svb correct handelde en dat er geen sprake was van ongelijkheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging nabestaandenuitkering op basis van arbeidsongeschiktheid, appellante voldeed niet aan voorwaarden ANW.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing is op appellant, die als rijnvarende werkte, en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht had op kinderbijslag over het eerste, tweede en derde kwartaal van 2019, omdat zij niet als ingezetene van Nederland kon worden aangemerkt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante, een Marokkaanse moeder, op de peildatum niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt, waardoor haar recht op kinderbijslag over het tweede kwartaal van 2020 wordt afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellante voor het tweede tot en met vierde kwartaal van 2018, omdat zij geen duurzame band met Nederland had op de peildata.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellante, omdat zij op de peildata niet als ingezetene van Nederland kon worden aangemerkt. De Raad oordeelt dat de omstandigheden van appellante niet voldoende waren voor een duurzame band met Nederland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellante, omdat zij op de peildata geen duurzame band met Nederland had opgebouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering kinderbijslag aan Venezolaanse appellante wegens gebrek aan duurzame band met Nederland op peildata.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht de helft van de kinderbijslag voor drie kinderen niet aan appellant heeft uitbetaald. Appellant krijgt wel zijn reiskosten en griffierecht vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op kinderbijslag voor haar zoon over het eerste kwartaal van 2019.

Hoger beroep over ontslag van een ambtenaar wegens arbeidsongeschiktheid. Geen reële herplaatsingsmogelijkheden en geen verplichting tot overplaatsing naar een nieuwe functie. Verval van resterende vakantie-uren niet in strijd met richtlijnen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet duurzaam gescheiden leefde van zijn echtgenote, waardoor hij recht heeft op gehuwdenpensioen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant en zijn echtgenote niet duurzaam gescheiden leven, wat gevolgen heeft voor de AOW-toekenning.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 1 oktober 2019 recht heeft op een gehuwdenpensioen, omdat hij niet duurzaam gescheiden leefde van zijn echtgenote.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene en zijn echtgenote niet duurzaam gescheiden leven, vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep vernietigt herziening van ouderdomspensioen door Svb; appellant leefde gedwongen gescheiden van echtgenote. Terugvordering en boete onterecht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene en zijn partner niet duurzaam gescheiden leven, waardoor herziening van het ouderdomspensioen naar gehuwdenpensioen terecht is.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ambtenaar zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim en handhaaft het voorwaardelijk strafontslag. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college 75% aandeel heeft in de situatie die tot ontslag van de appellant leidde. Hoger beroep van appellant slaagt niet, maar college wordt veroordeeld tot vergoeding van kosten.

Centrale Raad van Beroep verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang in AOW-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing nabestaandenuitkering ANW; echtgenoot niet verzekerd op overlijden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking nabestaandenuitkering na huwelijk op grond van ANW. Appellant voldeed niet aan mededelingsverplichting.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang na overlijden appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wajong; appellant was geen ingezetene op zijn zeventiende verjaardag. Voorwaarde ingezetenschap in AAW niet in strijd met discriminatieverboden.

Hoger beroep over recht op tweevoudige kinderbijslag voor uitwonend kind. Geen causaal verband aangetoond tussen ziekte en uitwonend zijn. Uitspraak bevestigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb de AOW-pensioenrechten van een appellant die in Duitsland woont correct heeft vastgesteld, met een korting van 82% op basis van niet-verzekerde jaren.

Centrale Raad van Beroep vernietigt herziening en terugvordering AOW-pensioen van appellant wegens onvoldoende bewijs en onjuiste verslaglegging door de Svb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb terecht de schuldig nalatig verklaring over de jaren 2000-2003 handhaafde en de korting op het AOW-pensioen niet onterecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van Nederlandse socialezekerheidswetgeving voor Rijnvarenden en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving voor Rijnvarende zonder Rijnvaartverklaring. Appellant betwistte dit, maar de Raad oordeelde dat de Svb terecht handhaafde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing is op een Rijnvarende die in Nederland woont en voor een Luxemburgs bedrijf werkt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er geen bijzonder geval is voor een langere terugwerkende kracht van AOW-pensioen dan één jaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb terecht een ouderdomspensioen aan appellante heeft toegekend met ingang van 1 april 2018, zonder ruimte voor coulance.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging nabestaandenuitkering per 1 juli 2014; appellante is minder dan 45% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb terecht de nabestaandenuitkering van appellante met terugwerkende kracht slechts voor één jaar toekende en beëindigde per 1 december 2017 wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid.

Hoger beroep over de toekenning van een ouderdomspensioen met 96% korting door de Svb. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak voor zover deze niet op besluit 2 inging, maar verklaart het beroep tegen besluit 2 ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat college aan inspanningsverplichting voldeed door appellant zes maanden op vacatures te wijzen. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over de vaststelling van de laatstelijk genoten bezoldiging en VIT van een politieambtenaar. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en beroep tegen terugvordering ongegrond; appellant had kunnen begrijpen dat inkomen echtgenote invloed had op toeslag.

Hoger beroep over recht op kinderbijslag en terugvordering door de Svb. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet verzekerd was voor de AKW en dat de besluiten tot herziening en terugvordering standhouden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de nabestaandenuitkering van appellante, die te veel ontving, en oordeelt dat de Svb terecht van de WAO-gegevens is afgeweken.

Hoger beroep van docente tegen strafontslag wegens plichtsverzuim. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat ontslag niet onevenredig is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb de kinderbijslag vanaf het eerste kwartaal van 2018 volledig aan [naam X.] moet uitbetalen, omdat hij een hogere financiële bijdrage levert dan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb de volledige kinderbijslag aan de derde-partij moet uitbetalen, omdat deze meer bijdraagt aan de onderhoudskosten van de kinderen dan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat hij op zijn zeventiende verjaardag niet als ingezetene van Nederland kon worden aangemerkt.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoekster geen nieuwe feiten heeft aangedragen die voor de eerdere uitspraak niet bekend waren.

Verzoek om herziening van eerdere uitspraak inzake AOW afgewezen; verzoeker heeft geen nieuwe feiten aangedragen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de wettelijke ontslagleeftijd van 70 jaar voor rechters geen verboden leeftijdsonderscheid is en dient ter waarborging van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.

Hoger beroep van appellant tegen ontslag wegens ziekte. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het ontslag rechtmatig was en dat er geen bewijs is van verwijtbare re-integratie-activiteiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt onvoorwaardelijk ontslag van politieambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim en schending van ambtsgeheim.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag voor ongeoorloofd gebruik van een NS-Business Card door een ambtenaar en veroordeelt het college in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de wekeneis in de WW geen verboden discriminatie naar geslacht oplevert, ook niet in het geval van zwangerschapsverlof.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep tegen uitspraak 1 niet-ontvankelijk en bevestigt uitspraak 2 over verrekening gezinsbijslag met Franse vordering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wajong; geen strijd met VN-Gehandicaptenverdrag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging toeslag op grond van kostendelersnorm; geen schending van artikel 1 Eerste Protocol. Schadevergoeding van € 500,- voor overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat Svb onvoldoende heeft gemotiveerd dat betrokkene geen onevenredig zware last heeft door verhoging AOW-leeftijd. Schadevergoeding van € 500,- toegekend.

Het hoger beroep van appellante wordt niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante niet verzekerd voor AAW op haar zeventiende verjaardag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over bevoegdheid en regularisatie in sociale zekerheid voor Rijnvarenden. Svb is bevoegd en weigert regularisatie. Geen dwangsom voor niet tijdig beslissen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat buitenlandse tijdvakken voor AOW niet automatisch leiden tot verhoging van het pensioen. Hoger beroep van appellante afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om herziening van de beëindiging van de nabestaandenuitkering, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb terecht het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraken van de rechtbank Oost-Brabant inzake AOW en partnertoeslag. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet voldoende heeft meegewerkt aan medisch onderzoek voor nabestaandenuitkering, waardoor haar verzoek wordt afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding van appellant, omdat de gestelde schadeposten niet voor vergoeding in aanmerking komen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering CAK om zorgkosten van gemoedsbezwaarde te vergoeden die het spaarsaldo overschrijden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van appellant terecht is vastgesteld op 1 juli 2012 met een terugwerkende kracht van vijf jaar.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb het besluit van 6 juni 2011 moet intrekken vanwege nieuw feit (kwijtschelding door Belastingdienst). Korting op AOW-pensioen wordt per augustus 2018 ongedaan gemaakt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante haar verblijf in Zweden niet heeft gemeld, waardoor haar WW-uitkering terecht is herzien en teruggevorderd. Boete blijft in stand.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van het ouderdomspensioen van appellante, die als tweede echtgenote niet de eerste echtgenote is. Er zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden die de intrekking onterecht maken.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb de Nederlandse wetgeving correct toepaste op Rijnvarenden die in Nederland wonen en voor een Cypriotische werkgever werken. Beroepen van appellanten worden ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen de afwijzing van zijn AOW-aanvraag door de Svb wegens termijnoverschrijding.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het herzieningsverzoek van verzoekster niet-ontvankelijk wegens te late indiening, meer dan een jaar na de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene recht had op AOW-pensioen voor gehuwde pensioengerechtigde. Beroep op EVRM verworpen. Herziening en terugvordering door Svb terecht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening AOW-toeslag; Svb moet opnieuw beslissen op bezwaar en is veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening kinderbijslag appellante werkzaam bij STL; geen verzekering voor AKW, geen dringende redenen voor terugvordering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schending inlichtingenverplichting AOW en verlaagt boete wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb appellante als co-ouder moet registreren voor kinderbijslag en kindgebonden budget vanaf het vierde kwartaal van 2017.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante, een migrerende EU-burger, op de peildata van 2017 geen woonplaats in Nederland had en dus niet als verzekerde voor de AKW kan worden aangemerkt. De Svb wordt veroordeeld in de proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de herziening van het AOW-pensioen van appellant, waarbij de ingangsdatum op 31 oktober 2013 wordt vastgesteld. De herziening wordt gematigd en de Svb moet een nieuw besluit nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ingangsdatum van kinderbijslag voor appellante correct is vastgesteld na onjuiste gegevensuitwisseling, met een terugwerkende kracht van maximaal vijf jaar.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb ten onrechte kinderbijslag heeft geweigerd aan appellante over 2009 en 2010. De Raad vernietigt eerdere uitspraken en draagt de Svb op een nieuw besluit te nemen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de toepassing van artikel 14 lid 3 AKW bij herzieningsverzoeken. De Svb moet binnen twee maanden een nieuw besluit nemen over kinderbijslag voor de periode van het eerste kwartaal 2012 tot en met het tweede kwartaal 2013.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op kinderbijslag voor 2016, op basis van artikel 14, derde lid, van de AKW. Geen strijd met het Unierecht of het EVRM.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant vanaf 1 januari 2018 niet verzekerd was op grond van de AKW, omdat hij niet als ingezetene van Nederland kon worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van de Svb over kinderbijslag, oordeelt dat verblijfsvergunning nieuw feit is en Svb opnieuw moet beoordelen.

Verzoek om wraking van de rechters niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening van het wrakingsverzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt voor kinderbijslag, omdat zij geen duurzame band met Nederland had op de relevante peildata.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Ghanese appellante recht heeft op kinderbijslag voor haar kinderen vanaf het eerste kwartaal van 2018, ondanks eerdere afwijzing door de Svb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving op Rijnvarenden in loondienst van een Liechtensteins bedrijf, ondanks onvoldoende bewijs van werkzaamheden buiten Nederland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening nabestaandenuitkering naar 50% in geval van polygamie. Appellante's beroep op eigendomsrecht en discriminatie wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag AOW-pensioen; appellante had geen duurzame band met Nederland.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht de nabestaandenuitkering heeft herzien en teruggevorderd op basis van het inkomen van de betrokkene, zonder dringende redenen om hiervan af te wijken.

Hoger beroep van appellant tegen de herziening van zijn AOW-toeslag door de Svb. De Raad oordeelt dat de herziening correct was en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van ANW-uitkeringen, oordelend dat appellante geen onevenredige last heeft aangetoond en het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over toekenning LFNP-functie en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en legt 25% korting op nawettelijke uitkering op, in plaats van volledige stopzetting.

Hoger beroep tegen ontslag wegens ongeschiktheid anders dan op grond van ziekten of gebreken. Appellant heeft onvoldoende verbetering in functioneren aangetoond. Ontslag blijft standhouden.

Verzoekers vorderen schadevergoeding van de Svb wegens onrechtmatige besluiten en overschrijding van de redelijke termijn. De Raad wijst de verzoeken tot schadevergoeding af, maar kent € 500,- toe aan verzoekers 1 tot en met 13 voor overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep verklaart eerdere uitspraak van 16 september 2020 vervallen wegens schending van procedurevoorschriften. Nieuwe behandeling door andere kamer volgt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de PAS-regeling bij ziekte doorloopt en dat er geen reden is voor stopzetting. De eerdere uitspraak van de rechtbank werd vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt stopzetting bezoldiging en tussentijds ontslag van appellant wegens weigering dienstopdracht en onvoldoende functioneren.

Hoger beroep van politieambtenaar tegen ontslag wegens functieongeschiktheid na herhaaldelijk ongepast gedrag. Ontslag bevestigd door de Centrale Raad van Beroep.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat korting op AOW-pensioen van appellant ten onrechte is vastgesteld op 16% en stelt deze vast op 14%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag van appellante op 1 juli 2008 ligt en dat het Duitse Elterngeld niet gelijkgesteld kan worden met loon voor de WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening schuldig nalatig verklaring AOW; geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ANW-halfwezenuitkering van appellante, oordeelt dat het besluit rechtsgeldig is en dat er geen sprake is van een onevenredig zware last.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-ouderdomspensioen na geregistreerd partnerschap; geen duurzaam gescheiden leven aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ANW-halfwezenuitkering en oordeelt dat de compensatie van € 5.400,- voldoende is, zonder schending van artikel 1 van het Eerste Protocol.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart bezwaar tegen AOW terugvordering tijdig, Svb moet opnieuw beslissen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de herhaalde aanvraag van appellant om toepassing van de Luxemburgse socialeverzekeringswetgeving, omdat de Svb niet onbevoegd was en de afwijzing niet evident onredelijk is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening ouderdomspensioen AOW voor gehuwde pensioengerechtigde; geen bewijs voor duurzaam gescheiden leven.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen recht heeft op compensatie voor kinderbijslag omdat haar kinderen niet voor 1 juli 2012 in Marokko woonden. De rechtbank heeft ten onrechte het beroep gegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie om verduidelijking over de toepassing van sociale zekerheidswetgeving voor werknemers met uitzendovereenkomsten die in een andere lidstaat wonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag voor zijn dochter op 1 januari en 1 april 2018, omdat het hoofdverblijf bij hem niet bestendig was.

Centrale Raad van Beroep weigert nabestaandenuitkering aan betrokkene; Regeling gelijkstelling pleegkinderen niet van toepassing op ANW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag ouderdomspensioen; appellante niet verzekerd voor AOW. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-aanvraag wegens onvoldoende bewijs van verblijf en werk in Nederland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening ouderdomspensioenen AOW van appellanten; geen duurzaam gescheiden leven aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van het ouderdomspensioen van appellante en de terugvordering door de Svb, evenals de opgelegde boete.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, omdat haar echtgenoot niet verzekerd was voor de ANW op het moment van overlijden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering kinderbijslag aan appellante, geen duurzame band met Nederland op peildatum 1 juli 2018.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-pensioen aanvraag; geen bewijs voor huwelijkse tijdvakken en arbeidsongeschiktheidsuitkering echtgenoot.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond inzake verzoek om regularisatie van AOW-rechten. Svb handhaafde afwijzing op basis van ontbreken bijzondere omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarbij het verzoek van appellant om terug te komen van een besluit van de Svb ongegrond werd verklaard.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond, omdat de Sociale verzekeringsbank terecht geen bijzondere omstandigheden erkende voor regularisatie over de periode van 1 maart 2012 tot en met 31 december 2012.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb niet gehouden is terug te komen van het besluit van 11 juni 2014, omdat appellant geen nieuwe feiten heeft aangevoerd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt opschorting WAO-uitkering wegens onredelijke termijn voor registratie bij gemeente. Wettelijke rente toegewezen, overige schadeverzoeken afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toepassing van Nederlandse socialezekerheidswetgeving op internationale vrachtwagenchauffeurs in dienst van Cypriots bedrijf, oordeelt dat vervoersondernemingen in Nederland feitelijke werkgevers zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de Wajong-uitkering naar 25% van het minimumloon en de terugvordering van teveel betaalde uitkering, oordelend dat er geen sprake is van discriminatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de A1-verklaring van de Svb voor rijnvarende appellant en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van Nederlandse wetgeving op rijnvarende en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over korting op AOW van niet-Nederlandse zeelieden. Korting mag niet worden toegepast; voldoende band met Nederlandse rechtssfeer vastgesteld. Svb moet nieuwe besluiten nemen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Nederlandse socialezekerheidsrecht van toepassing is op rijnvarenden, bevestigt de uitspraak van de Hoge Raad en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Sociale verzekeringsbank onrechtmatige besluiten heeft genomen en wijst een schadevergoeding van € 500,- en € 4.500,- toe aan verzoekster, naast proceskosten van € 7.921,82.

Centrale Raad van Beroep bevestigt korting op AOW-pensioen wegens niet-verzekerde periode en verklaart bezwaar niet-ontvankelijk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de stopzetting van kinderbijslag door de Svb, oordelend dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die strikte wetstoepassing rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de besluiten van de Svb tot inhouding en beëindiging van het ouderdomspensioen van appellant wegens onttrekking aan vrijheidsstraf.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving op Rijnvarenden en verhoogt de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de invoering van de periodeloonvergelijking in het Schattingsbesluit niet in strijd is met de WAO en dat betrokkene niet disproportioneel benadeeld wordt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting van 10% op de inkomensondersteuning AOW van appellant, die niet verzekerd was voor de AOW gedurende vijf jaar. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant tussen 17 augustus 2006 en 15 augustus 2016 niet als ingezetene van Nederland was aangemerkt, waardoor hij geen recht op AOW had opgebouwd en een korting van 18% op zijn pensioen terecht was toegepast.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag AOW-toeslag na overlijden schoonmoeder; wijziging leefvorm leidt tot verlies recht op toeslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen ingezetene van Nederland was op de peildata, omdat hij geen duurzame band met Nederland had.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ingangsdatum van AOW voor appellant op 1 februari 2017, geen bijzonder geval voor eerdere terugwerkende kracht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Svb om appellant in aanmerking te brengen voor AOW-ouderdomspensioen wegens onvoldoende bewijs van verzekeringsjaren in Nederland.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om regularisatie af en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om regularisatie af en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard en de Svb veroordeeld tot schadevergoeding van € 2.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van de Svb om mee te werken aan regularisatie en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Tussenuitspraak over de toekenning van kinderbijslag aan co-ouders na echtscheiding. De Raad oordeelt dat de Svb het verzoek van appellante om als co-ouder aangemerkt te worden niet voldoende heeft gemotiveerd en draagt de Svb op het besluit te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de eerdere afwijzing rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing herhaalde aanvraag AOW; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-pensioen aanvraag; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening pensioenoverzicht AOW van appellante; geen schending van eigendomsrecht of proportionaliteitsbeginsel.

Appellant trekt hoger beroep in en verzoekt om proceskostenvergoeding. De Raad wijst het verzoek af, omdat de Svb niet tegemoetgekomen is aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de toekenning van AOW-pensioen en de proportionaliteit van de AOW-leeftijd verhoging.

Hoger beroep over de ingangsdatum van AOW-pensioen. De Raad bevestigt de beslissing van de Svb en wijst de klachten van appellant af. Schadevergoeding van € 1.000,- voor overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat appellant niet heeft aangetoond dat de verhoging van de AOW-leeftijd leidde tot een onevenredig zware last.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen onevenredig zware last ondervond door AOW-leeftijd verhoging; Svb correct in toekenning ouderdomspensioen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op verhoging van zijn Wajong-uitkering wegens gebrek aan geregelde verzorging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening ouderdomspensioen AOW voor ongehuwde pensioengerechtigde; appellant leefde niet duurzaam gescheiden van echtgenote.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet duurzaam gescheiden leefde van zijn echtgenote, waardoor hij geen recht had op AOW voor ongehuwden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag vrijwillige ANW-verzekering wegens te late indiening. Appellante's verzoek om postume toelating van haar echtgenoot werd afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over postuum ouderdomspensioen en huwelijkse tijdvakken. Appellante krijgt 24% toeslag, maar geen zelfstandig recht op pensioen. Svb veroordeeld in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de KOB en toekenning van lagere inkomensondersteuning AOW aan appellant, die in hoger beroep geen schending van zijn rechten kon aantonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de heffingskorting op AOW terecht is beëindigd na wetswijziging, en dat de hoorplicht niet is geschonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet verzekerd was voor AOW, omdat hij geen duurzame band met Nederland had behouden. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt schuldig nalatig verklaring van appellant over AOW-premies 2003-2007. Appellant toont geen bijzondere omstandigheden aan die het niet betalen rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de vaststelling van schuldige nalatigheid door de Svb met betrekking tot AOW-premie, herroept het besluit van 15 juni 2016 en veroordeelt de Svb in de proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bezwaar tegen AOW-besluit niet-ontvankelijk is, omdat bezwaarschrift te laat is ingediend. Getuigenverklaringen bieden onvoldoende bewijs.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzoek om herziening niet-ontvankelijk, omdat het verzoek meer dan een jaar na de uitspraak is ingediend zonder nieuwe feiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat hij in het refertejaar geen relevante inkomsten had.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de AOW geen herziening van toekenningsbesluit mogelijk maakt en bevestigt de afwijzing van de Svb om ouderdomspensioen met terugwerkende kracht stop te zetten.

Hoger beroep over de status van echtgenote en toekenning ouderdomspensioen. De Raad vernietigt het besluit van de Svb en verklaart het beroep gegrond.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de herziening van de toeslag op AOW per augustus 2015 en stelt de ingangsdatum vast op september 2015, met recht op gehuwdenpensioen per december 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ANW-aanvraag; geen bijzonder geval en geen onjuiste voorlichting door de Svb.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over beëindiging AOW-toeslag, kent proceskostenvergoeding toe aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de WIA-uitkering terecht als voorschot heeft betaald, zonder dat appellant een keuze had voor een enkele aanvraag in Nederland.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor een onevenredig zware last bij de toekenning van AOW. Besluit van de Svb blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op schadevergoeding wegens onrechtmatige besluiten van de Svb met betrekking tot AOW en WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de persoonlijke omstandigheden van appellant met betrekking tot zijn AOW-pensioen. De uitspraak vernietigt de eerdere beslissing en verklaart het beroep gegrond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en laat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit van de Svb in stand, omdat er geen bewijs is van een onevenredig zware last voor betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de verhoging van de AOW-leeftijd en de toetsing aan de Grondwet en het EVRM.

Afwijzing aanvraag nabestaandenuitkering op grond van de Anw omdat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was ten tijde van overlijden.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af inzake nabestaandenuitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om kinderbijslag af; geen nieuwe feiten of omstandigheden voor herziening eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing kinderbijslag aanvraag; appellante was geen ingezetene van Nederland op peildata.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen bijzonder geval aanwezig is voor verdere terugwerkende kracht van AKW-uitkering. Appellante's aanvraag om kinderbijslag werd terecht met één jaar terugwerkende kracht toegekend.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over socialezekerheidswetgeving en regularisatieverzoeken van betrokkene, waarbij de Svb deels in het gelijk wordt gesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing kinderbijslag aanvraag; appellant niet als ingezetene aangemerkt op peildatum 1 oktober 2017.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante geen recht heeft op kinderbijslag over het derde kwartaal van 2008 tot en met het eerste kwartaal van 2009, omdat zij niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van de Svb om een regularisatieovereenkomst te sluiten voor AOW-verzekering, gezien lopende procedures bij de Belastingdienst.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht het verzoek om een regularisatieovereenkomst heeft afgewezen, gezien de fiscale procedures en niet-onherroepelijke aanslagen. Het beroep van betrokkene wordt ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, maar veroordeelt de Svb tot vergoeding van proceskosten aan de appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek appellant om regularisatieovereenkomst voor socialezekerheidsverzekering over 2007; appellant had rekening moeten houden met Nederlandse wetgeving.

Hoger beroep van de Svb tegen de niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank in een AOW-zaak. Proceskostenvergoeding onterecht, schorsing AOW-pensioen was rechtmatig.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb een korting op het AOW-pensioen van betrokkene mocht toepassen voor niet-verzekerde tijdvakken, ondanks eerdere toezeggingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante op 1 juli 2016 haar woonplaats niet in Nederland had en geen recht op kinderbijslag op basis van de AKW.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing AOW-aanvraag wegens te vroege indiening, maar verklaart beroep tegen toekenning ongegrond.

Hoger beroep over AOW-pensioen en verzekerde tijdvakken na ziekte. Appellant krijgt AOW-pensioen van 6% toegekend met terugwerkende kracht tot 1 april 2017.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging halfwezenuitkering; geen strijd met mensenrechten, verhoging nabestaandenuitkering in acht genomen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; verzoek om regularisatie door de Svb afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant in de periode van 16 april 2013 tot 1 juli 2015 niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt en dus niet verzekerd was op grond van de Wlz.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb appellante ten onrechte niet als verzekerd voor AOW heeft aangemerkt over de periode 18 augustus 1985 tot 14 februari 1988. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb € 525,- moet vergoeden aan betrokkene voor proceskosten in hoger beroep.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de Sociale verzekeringsbank volledig aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen. Proceskosten van € 1.050,- en griffierecht van € 126,- vergoed door de Svb.

Hoger beroep over toepassing socialezekerheidswetgeving van Luxemburg en Nederland. Hoger beroep slaagt niet; appellant blijft onder Nederlandse wetgeving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van de kostendelersnorm op de nabestaandenuitkering van appellante, die in Marokko woont, en oordeelt dat de Svb zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar haar woonsituatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de vermelding van de pensioengerechtigde leeftijd in een pensioenoverzicht niet op rechtsgevolg gericht is. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van de appellant tegen de afwijzing van zijn AOW-aanvraag afgewezen, omdat hij niet voldoende gegevens heeft verstrekt om te beoordelen of hij onevenredig zwaar wordt getroffen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Nederlandse wetgeving van toepassing is op een werknemer die substantieel in Nederland heeft gewerkt, ondanks zijn Britse werkgever. De Svb had onvoldoende zorgvuldigheid in de besluitvorming.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de toekenning van dubbele kinderbijslag, waarbij de afstandseis en onderwijsvereisten niet discriminerend zijn bevonden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb appellante terecht niet heeft verzekerd voor de Wlz, omdat zij uitsluitend in Duitsland werkzaam was.

Appellant verzocht om een wezenuitkering op basis van de ANW na het overlijden van zijn vader. De aanvraag werd geweigerd omdat één ouder nog in leven was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank dat er geen gerechtvaardigde verwachting was op een uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-pensioen aanvraag met terugwerkende kracht. Appellant heeft geen recht op verdergaande terugwerkende kracht dan 1 september 2014.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de kinderbijslag van appellante wegens het ontbreken van ingezetenschap in Nederland vanaf het derde kwartaal van 2014.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet verzekerd was voor AOW onder Duitse wetgeving, maar echtgenoot wel. Appellante heeft recht op AOW-pensioen met korting en maximale toeslag.

Appellante verzoekt om een nabestaandenuitkering ANW na het overlijden van haar echtgenoot. De aanvraag wordt afgewezen omdat de echtgenoot niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging toeslag WIA-uitkering na remigratie naar Turkije; appellant voldeed niet aan woonplaatsvereiste.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de verlaging van nabestaandenuitkeringen voor 19 betrokkenen in Marokko, oordeelt dat er sprake is van ongeoorloofd onderscheid naar woonplaats en geeft de Svb opdracht opnieuw te beslissen op de bezwaren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen recht heeft op een hogere nabestaandenuitkering op basis van internationale verdragen, omdat het verzekerd risico niet was ingetreden voor de inwerkingtreding van de Whk.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over toelating tot de vrijwillige Anw-verzekering en vernietigt eerdere afwijzing door de Svb.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond inzake herziening pgb en terugvordering voorschotten; appellant kan zorg niet verantwoorden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat zorgkantoor niet verplicht was hogere pgb's te verlenen en dat appellant geen recht had op vergoeding voor vervoer zonder indicatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de boete van CAK, omdat de boete was ingetrokken. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellante tegen het besluit van CAK ongegrond, maar bevestigt dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-pensioen naar 86% wegens schuldig nalatig verklaring. Appellant's beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond in zaak over AOW-toekenningsbesluit en schadevergoeding door de Svb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen kinderbijslagbesluiten en handhaaft de opgelegde boete wegens schending van de inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op tweevoudige en enkelvoudige kinderbijslag over de betreffende perioden.

Hoger beroep over korting op AOW-pensioen en partnertoeslag. Korting op ouderdomspensioen blijft staan, maar echtgenote wordt deels als verzekerd aangemerkt. Svb veroordeeld in proceskosten van € 2.048,-.

Wrakingsverzoek van verzoekster niet-ontvankelijk verklaard; verzoek tot verwijzing naar andere rechtbank afgewezen.

De rechtbank oordeelt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van artikel 6 van de Alimentatieverordening. De man krijgt een lagere alimentatieplicht van € 78,- per maand toegewezen, terwijl het verzoek om beëindiging van de alimentatieverplichting over het verleden wordt afgewezen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ACM onvoldoende heeft gemotiveerd waarom documenten niet openbaar gemaakt kunnen worden. Beroep gegrond verklaard, besluit vernietigd, maar rechtsgevolgen blijven in stand.

Beroep tegen afwijzing handhaving Warmtewet gegrond; ACM moet nieuw besluit nemen over maximumprijs. Beroep tegen invorderingsbesluit ongegrond.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiser zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden door werkzaamheden voor een stichting en gokactiviteiten niet te melden, wat leidt tot intrekking en terugvordering van bijstand.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de boete van € 1.000.000,- aan energieleverancier terecht is opgelegd wegens het in strijd handelen met de Informatiecode elektriciteit en gas.

Rechtbank vernietigt besluit van gemeente Hilversum over exploitatie parkeergarages, oordeelt dat niet is aangetoond dat dit in het algemeen belang is en dat belangen van Q-Park onvoldoende zijn meegewogen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de intrekking van bijstand op grond van de Participatiewet terecht was, maar vernietigt de boete wegens schending van het zwijgrecht.

Rechtbank Rotterdam verklaart de beroepen van Vopak Terminal en anderen ongegrond; Koninklijk Besluit tot aanwijzing Hoekse Lijn als lokale spoorweg is algemeen verbindend voorschrift, niet vatbaar voor bezwaar en beroep.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het gratis aanbieden van de Klic-viewer door het Kadaster niet als economische activiteit onder de Mededingingswet valt, maar verbonden is met de publieke taak van het Kadaster.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boete van € 220.000,- voor pandhuis wegens overtreding van de Wet handhaving consumentenbescherming. Eiseres betwistte de boete, maar rechtbank oordeelt dat deze evenredig is en de regelgeving niet in strijd is met internationale bepalingen.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boetes voor pandhuizen wegens te hoge rente op pandbeleningen, oordeelt dat regelgeving niet in strijd is met internationaal recht.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam over de weigering van ACM om documenten openbaar te maken, met uitleg over de toepasselijke wetgeving.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over de weigering van ACM om informatie openbaar te maken over een onderzoek naar een mogelijke overtreding van de Telecommunicatiewet. Beroep gegrond verklaard, besluit vernietigd maar rechtsgevolgen in stand gehouden.

Rechtbank Rotterdam vernietigt boete van € 100.000,- voor overtreding van consumentenwetgeving, maar handhaaft boete van € 120.000,- voor niet terugbetalen leveringskosten.

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening van Simbat Entertainment Systems Ltd af, omdat de intrekking van 0909-nummers door ACM rechtmatig is en openbaarmaking van het besluit gerechtvaardigd.

Rechtbank Rotterdam bevestigt wijziging eenmalige bijdrage FM-vergunning en rente bij uitstel van betaling. Beroep ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening van Flowerwings Cargo B.V. af, omdat het spoedeisend belang beperkt is en er binnen enkele weken een beslissing op bezwaar te verwachten valt.

Rechtbank vernietigt boete van € 90.000,- voor modewebshop wegens schending gelijkheidsbeginsel, handhaaft boete van € 108.000,- voor informatieplicht bij ontbinding van koop op afstand.

Rechtbank Rotterdam bevestigt dat de gemeente Hellevoetsluis artikel 25i van de Mw heeft overtreden door niet de integrale kosten van ligplaatsen door te berekenen. De kosten van haveninfrastructuur zijn terecht meegerekend. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boete van € 72.000,- aan modewebshop voor overtredingen consumentenrechten, met name onduidelijke informatie over retourkosten.

Rechtbank Rotterdam herroept onterechte voorwaarde aan vergunning indienststelling DE 6400 locomotief, die rechtsonzekerheid creëert en niet noodzakelijk is voor spoorwegveiligheid.

De rechtbank Rotterdam verklaart zich onbevoegd in een verzoek om schadevergoeding van eiser, omdat er geen schadetoebrengend besluit is vastgesteld. Eiser kan binnen zes weken verzet aantekenen.

Rechtbank Rotterdam vernietigt het besluit van de gemeente Nuth over de exploitatie van een sportaccommodatie wegens gebrekkige motivering en belangenafweging. Eisers krijgen griffierecht en proceskosten vergoed.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ACM terecht handhavingsverzoek tegen Alliander afwees. Activiteiten van HOOM en EXE zijn toelaatbare aanverwante activiteiten. Beroepen van eiseressen tegen MPARE en Allego zijn niet-ontvankelijk.

De rechtbank oordeelt dat de ACM terecht vergunning verleende voor de overname van Mediq door Brocacef, met voldoende remedies om mededingingsproblemen te voorkomen. Beroepen van eisers zijn ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, oordelend dat het bevel tot stopzetting van zorgverlening aan de huisarts rechtmatig is vanwege acuut gevaar voor patiëntveiligheid.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de huisarts niet voldeed aan het bevel tot zorgverlening. Het belang van patiënten weegt zwaarder dan de belangen van de huisarts.

Rechtbank Rotterdam keurt concentratie tussen Staatsloterij en Lotto goed; geen significante belemmering van mededinging.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over kartelverbod overtredingen door leesmapondernemingen, bevestigt boetes maar vermindert deze wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat leesmapondernemingen het kartelverbod hebben overtreden door klanten onderling te verdelen. Boetes zijn aangepast wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over kartelverbod in de leesmapsector en matigt boete van € 125.000,- naar € 63.750,- wegens overtreding van het kartelverbod.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over kartelverbod en verlaagt boetes voor leesmapondernemingen tot € 235.000,-. ACM moet griffierecht vergoeden.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over kartelverbod overtredingen door leesmapondernemingen en verlaagt boetes van ACM tot € 235.000,-.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over kartelverbod overtredingen door leesmapondernemingen en verlaagt boetes tot € 235.000,-.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over kartelverbod overtredingen door leesmapondernemingen, boete voor eiseres vastgesteld op € 250.000,-, beroep van eiser ongegrond.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over kartelverbod en verlaagt boetes voor leesmapondernemingen tot € 19.550,-.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over misleidende informatie in telemarketing door Editie Enigma, boetes verlaagd na herroeping van overtredingen.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiseres ongegrond inzake toestemming voor zorg in de vorm van een volledig pakket thuis op basis van de Wlz.

Q-Park Operations Netherlands II B.V. heeft beroep ingesteld tegen de gemeenteraad van Hilversum wegens niet tijdig beslissen op bezwaar. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt een dwangsom op van € 1.260,-.

Rechtbank Rotterdam bevestigt de last onder dwangsom van ACM aan Wise Men Media B.V. ondanks gebrekkige motivering, met nadruk op consumentenbescherming en juiste toepassing van wettelijke bevoegdheden.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de herziening en terugvordering van hun bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenplicht. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiser ongegrond inzake herziening en terugvordering van bijstandsuitkering na beëindiging verblijfsrecht.

Rechtbank Rotterdam verklaart beroep ongegrond inzake intrekking en terugvordering bijstandsuitkering op basis van vermogen en inlichtingenplicht.

De rechtbank oordeelt dat de bestuursrechter niet bevoegd is in jeugdzorgzaken en dat eiser zich moet wenden tot de civiele rechter. De verzoeken van eiser zijn gebaseerd op het Burgerlijk Wetboek en de Jeugdwet.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boete van € 306.500,- aan producent van prefab betonnen garages wegens overtreding van mededingingswetgeving. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank bevestigt de intrekking en herziening van de bijstandsuitkering van eiseres op basis van de Participatiewet, o.a. vanwege onvoldoende informatie over de gezamenlijke huishouding.

De rechtbank vernietigt het besluit van de gemeente Rotterdam om de bijstandsuitkering van eiseres af te wijzen, en kent haar de uitkering toe over de tussenliggende periode.

Rechtbank Rotterdam verklaart de beroepen van eiser ongegrond inzake intrekking bijstandsuitkering en boete oplegging wegens schending inlichtingenplicht.

Rechtbank Rotterdam vernietigt de aanwijzing van de exploitatie van de Aanloophaven als activiteit van algemeen belang wegens onvoldoende onderzoek en motivering door de gemeente Zeewolde.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening toegewezen, waardoor de verzoekers de tablets in het wellnesscentrum mogen blijven gebruiken voor het bestellen van maaltijden en dranken.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiseres ongegrond en bevestigt de intrekking van haar bijstandsuitkering per 6 augustus 2015, omdat zij niet rechtmatig in Nederland verbleef.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over de bevoegdheid van NZa tot gegevensvordering en bevestigt de boete van € 72.500 voor overtredingen van de Wmg door de zorgaanbieder.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat het beroep onredelijk laat is ingediend en eerder niet-ontvankelijk was verklaard.

Rechtbank Rotterdam weigert vergunning voor fusie tussen ziekenhuizen vanwege significante belemmering van mededinging en onvoldoende remedie.

De rechtbank vernietigt de sluiting van de tweede horeca-inrichting, maar handhaaft de sluiting van de eerste inrichting voor veertien dagen na een geweldsincident.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen en de boetes van de ACM bevestigd wegens overtredingen van de Wet handhaving consumentenbescherming.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de invordering van dwangsommen wegens niet-naleving van een last tot herplant van fruitbomen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ACM de melding van Parnassia Groep B.V. terecht als onvoorwaardelijk heeft aangemerkt en kosten in rekening heeft gebracht na intrekking van de melding.

Rechtbank Rotterdam verklaart beroep ongegrond in zaak DIS B.V. tegen minister van VWS over niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen NVWA-meldingen.

Rechtbank Rotterdam bevestigt recall van frisdranken door NVWA wegens te hoog arseengehalte in levensmiddelenadditief. Eiseres DIS B.V. verliest beroep.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over bestuurlijke boetes van ACM wegens schending van non-discriminatie- en transparantieverplichtingen. Boetes gematigd tot € 425.000,-.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de NZa het boetebesluit alleen mag publiceren zonder vermelding van het boetebedrag en de cijfermatige onderbouwing, en dat een waarschuwing in het nieuwsbericht moet worden verwijderd.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over bestuurlijke boetes aan [A] en bestuurders voor overtredingen van het spamverbod. Boetes verlaagd wegens overschrijding van redelijke termijn.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes van ACM aan handelaren op executieveilingen wegens kartelvorming. Boetes verlaagd door overschrijding redelijke termijn en financiële gevolgen voor handelaren.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boete ACM aan handelaren voor kartelverbod in executieveilingen. Boete verlaagd van € 29.000 naar € 24.795 na overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes aan handelaren op executieveilingen wegens kartelvorming. Boete verlaagd van € 51.000 naar € 41.310.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes van ACM aan handelaren wegens kartelverbod op executieveilingen. Eiseres 1 krijgt boete van € 7.695,--, beroep eiseres 2 gegrond.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes aan handelaren voor kartelvorming op executieveilingen. Boete van € 18.000,-- wordt gematigd naar € 15.390,--.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes van ACM aan handelaren op executieveilingen wegens kartelvorming. Boete van € 1.000,-- wordt gematigd tot € 855,--.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes van ACM aan handelaren op executieveilingen wegens kartelvorming. Boete vastgesteld op € 16.245,-- na matiging.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes van ACM aan handelaren op executieveilingen wegens kartelverbod. Boete verlaagd van € 38.000,-- naar € 30.780,--.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes opgelegd door ACM aan handelaren voor kartelvorming op executieveilingen. Boete van € 157.000,-- wordt gematigd tot € 131.300,--.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes van ACM aan handelaren voor kartelvorming op executieveilingen. Boete verlaagd naar € 11.115,-- na matiging en overschrijding van redelijke termijn.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boete van € 70.470,-- voor eiser wegens kartelvorming op executieveilingen, na bewijs van mededingingsbeperkende gedragingen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes aan handelaren op executieveilingen wegens kartelvorming. Boete van € 48.600,-- na matiging.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes van ACM aan handelaren op executieveilingen wegens kartelvorming. Boete vastgesteld op € 40.500,-- na matiging.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes van ACM aan handelaren op executieveilingen wegens kartelvorming. Boete verlaagd van € 62.000 naar € 50.220.

Gasunie Transport Services B.V. verzocht om informatie over Duitse Netbeheerders. ACM weigerde, rechtbank verklaart beroep ongegrond.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de opschorting en intrekking van de bijstandsuitkering van eiseres terecht zijn, omdat zij niet tijdig bewijsstukken over haar vermogen in Turkije heeft overgelegd. Beroep ongegrond.

Rechtbank vernietigt terugvordering bijstandsuitkering voor periode van 1 januari 2013 tot 10 april 2014, maar bevestigt terugvordering voor periode van 11 april 2014 tot 30 juni 2014.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over intrekking en terugvordering van bijstand wegens gezamenlijke huishouding. Boete wordt beoordeeld als gewone verwijtbaarheid.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak van intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens werkzaamheden in horecazaak.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af wegens onduidelijke woonsituatie en niet voldoen aan de inlichtingenplicht.

Rechtbank Rotterdam vernietigt boete van ACM aan huisartsenvereniging wegens overtreding Mededingingswet; aanbevelingen niet als mededingingsbeperkend beschouwd.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boetes en lasten onder dwangsom van ACM aan [Rechtspersoon 1] en [Rechtspersoon 3] wegens overtredingen van luchtvaartregels en consumentenbescherming.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de herziening en terugvordering van studiefinanciering terecht zijn, gezien de recidive van eiser en de opgelegde boete van 100%.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het bestreden besluit voldoende duidelijkheid biedt over documenten schaderegeling. Beroep van Ouwehand Bouw Participaties B.V. ongegrond verklaard.

Tussenuitspraak over de uitbesteding van kerntaken van de Wet werk en bijstand aan Investiga B.V. De rechtbank oordeelt dat de uitbesteding onrechtmatig was en geeft de RSD de kans om het besluit te herstellen.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam over de onrechtmatige uitbesteding van kerntaken van de Wet werk en bijstand aan Investiga B.V. De rechtbank stelt dat de onderzoeksbevindingen onrechtmatig zijn verkregen en geeft verweerder de kans om het gebrek te herstellen.

De rechtbank oordeelt dat de eiser verwijtbaar heeft gehandeld door niet te tekenen voor een werkervaringsplaats, wat leidt tot een 30% verlaging van zijn bijstandsuitkering.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boete in bijstandszaak wegens schending inlichtingenplicht. Boete verlaagd naar € 2.140,74. Proceskostenvergoeding aan eiser.

Rechtbank Rotterdam verklaart de beroepen van een muziekauteur tegen de bindendverklaring van toezeggingen door ACM aan Buma/Stemra ongegrond. De toezeggingen bieden voldoende waarborgen voor naleving en de klacht is ongegrond.

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af inzake de weigering van melkpoeder uit Singapore door de NVWA, omdat de invoervoorwaarden niet zijn nageleefd.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ACM terecht informatieverzoek van Sandd B.V. over postzegeltarief afwees op basis van geheimhoudingsplicht onder de Iw.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiseres en [onderneming 3] verboden afspraken hebben gemaakt bij aanbestedingen, wat leidde tot een boete van € 1.757.000,- na matiging wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Rotterdam bevestigt grotendeels de boetes van ACM aan luchtvaartmaatschappij, maar matigt deze tot € 324.000 wegens overschrijding van de redelijke termijn en onduidelijkheid over gangbaarheid van betaalmiddel.

De rechtbank Rotterdam heeft de boete van € 200.000 voor een luchtvaartmaatschappij wegens overtreding van prijsaanduidingsregels gematigd tot € 150.000. De overtreding duurde van 7 januari 2014 tot 26 februari 2014.

De voorzieningenrechter schorst de intrekking van de exploitatievergunning voor een coffeeshop op basis van onvoldoende bewijs van strafbare feiten, en wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een overbruggingsuitkering AOW op basis van de TRO, omdat eisers inkomen te hoog was.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van de overbruggingsuitkering AOW, omdat de uitkering eerder eindigde dan de maand waarin eiser 65 jaar werd.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ACM terecht boetes heeft opgelegd aan handelaren op executieveilingen wegens kartelvorming. Boetes verlaagd met 10% vanwege financiële gevolgen voor handelaren.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ACM terecht boetes heeft opgelegd aan handelaren op executieveilingen wegens kartelvorming. Boete wordt verlaagd van € 369.000,-- naar € 332.100,--.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes van ACM aan handelaren op executieveilingen wegens kartelverbod. Boete van € 5.000,-- wordt passend geacht, rekening houdend met financiële situatie eiser.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ACM terecht geen handhaving heeft toegepast tegen KPN, omdat geen overtreding van de Telecommunicatiewet is vastgesteld. Het beroep van Tele2 is ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van BT ongegrond en oordeelt dat ACM niet gehouden was handhavend op te treden tegen KPN.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiseressen recht hebben op vertaling van bestuursdocumenten in het kader van mededingingsrecht, vernietigt het besluit van ACM en veroordeelt ACM tot vergoeding van proceskosten.

Rechtbank Rotterdam vernietigt het indicatiebesluit van het college van burgemeester en wethouders, oordeelt dat eiseres recht heeft op 2 uur en 45 minuten huishoudelijke zorg per week en bepaalt dat het griffierecht vergoed moet worden.

Rechtbank Rotterdam verklaart eiser niet-ontvankelijk in zijn beroep om een dwangsom wegens niet tijdig nemen van besluit op bezwaar. Eiser had geen belang, omdat eerdere beslissingen niet waren aangevochten.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over de hoogte van de proceskostenvergoeding na Wob-verzoek en stelt deze vast op € 974,-, waarbij ook het griffierecht van € 160,- wordt vergoed.

Rechtbank vernietigt wijziging van pgb voor huishoudelijke hulp; eiser heeft recht op € 48,75 per week op basis van eerdere indicatie van 3 uur en 45 minuten.

De rechtbank heeft de intrekking en terugvordering van de bijstandsuitkering van eisers bevestigd, omdat zij onroerend goed in Turkije bezitten en de inlichtingenplicht hebben geschonden.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de intrekking van de bijstandsuitkering en terugvordering van € 5.433,96 terecht zijn, omdat eiser onroerend goed in Turkije bezat dat niet was gemeld.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de indicatie voor begeleiding individueel klasse 2 voldoende is en dat er geen aanspraak is op persoonlijke verzorging onder de AWBZ. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over de indicatie voor zorg van eiseres op basis van de AWBZ. Beroep tegen bestreden besluiten ongegrond verklaard, griffierecht en proceskosten vergoed.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over bestuurlijke boetes aan zorgaanbieder voor overtredingen van de Wmg. Boete van € 399.000,- wordt gematigd tot € 195.000,-. Openbaarmaking van de boete is rechtmatig.

De rechtbank bevestigt de herziening van de uitwonendenbeurs en de opgelegde boete van € 1.533,24 wegens niet-wonen op het GBA-adres. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd voor haar woonadres.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat een onderneming consumenten via telemarketing onterecht een abonnement aanbood, wat leidde tot boetes voor overtredingen van de consumentenbeschermingswet.

Rechtbank vernietigt boete van € 165.000,- aan KPN wegens overtreding van artikel 7.2 Telecommunicatiewet; KPN heeft abonnees niet kosteloos de mogelijkheid geboden om hun contract te beëindigen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang meer aanwezig was. Verweerder moet het griffierecht van € 44,- vergoeden.

De voorzieningenrechter heeft de aanvraag om bijstand toegewezen, ondanks onduidelijkheden over ontvangen giften. Verweerder moet voorschotten verstrekken en proceskosten vergoeden.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat er sprake is van één Wob-verzoek en kent eenmaal de maximale dwangsom toe wegens niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam.

Rechtbank Rotterdam legt boete van €90.000 op aan Scheer en Foppen Elektro Speciaalzaken B.V. wegens misleidende informatie over consumentenrechten. De rechtbank bevestigt de rechtmatigheid van de sanctie en publicatie van het besluit.

Rechtbank Rotterdam legt een boete van € 90.000 op aan De Block’s Technisch Handelsbedrijf B.V. wegens misleidende informatie over garantie en overtreding van de Wet handhaving consumentenbescherming.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boete van € 90.000 aan BCC voor misleidende informatie over consumentenrechten bij garantie en non-conformiteit.

Rechtbank Rotterdam legt Mikro Electro B.V. een boete van €90.000 op wegens misleidende informatie over garantie en non-conformiteit, in strijd met de Wet handhaving consumentenbescherming.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat R&S Handelsvertretung GmbH als functioneel dader kan worden aangemerkt voor oneerlijke handelspraktijken tijdens verkoopdemonstraties. De opgelegde boete van €120.000 wordt bevestigd.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over handhaving Whc tegen Goltex Vertriebs GmbH & Co KG. Eiseres wordt als overtreder aangemerkt voor misleidende handelspraktijken. Boete verlaagd van € 100.000 naar € 75.000.

Rechtbank Rotterdam herroept invorderingsbesluit van 9 november 2011 en verklaart beroep van Budgetticket B.V. en Worldticketshop B.V. gegrond, met veroordeling van de Consumentenautoriteit in proceskosten.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boetes van € 525.000 aan Groene Energie Maatschappij B.V. wegens misleidende informatie en schending van consumentenbescherming. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes voor overtredingen telemarketingregels. Eiseres krijgt boetes verlaagd tot € 52.500 na herstel motiveringsgebreken door OPTA.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over handhaving van de Whc tegen een energieleverancier voor misleidende telemarketing. Boetes verlaagd tot € 805.000 en publicatie van sanctiebesluit onrechtmatig.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiseressen boetes terecht zijn opgelegd wegens overtredingen van de Telecommunicatiewet door ongevraagd abonnees te benaderen die in het Bel-me-niet-register stonden ingeschreven.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam over overtredingen van de Telecommunicatiewet inzake telemarketing en het Bel-me-niet-register, met aandacht voor de bewijsvoering en proportionaliteit van opgelegde boetes.

Rechtbank Rotterdam wijst de aanvraag van T-Mobile tot wijziging van vergunningvoorschriften af, omdat T-Mobile niet voldeed aan de uitrolplicht en de last onder dwangsom.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de wijziging van T-Mobile's vergunning voor frequentieruimte terecht is toegewezen, zonder strijd met objectiviteit en non-discriminatie.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boete van € 10.140.000 aan KPN voor overtredingen van de Telecommunicatiewet en het Retailbesluit, wegens selectieve kortingen aan zakelijke klanten.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam over lasten onder dwangsom aan ticketverkopers wegens overtredingen van de Wet handhaving consumentenbescherming. De rechtbank oordeelt dat de Consumentenautoriteit bevoegd was en dat de hoogte van de dwangsom niet onredelijk is.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boete van € 100.000 aan Fotosessie.com B.V. wegens overtredingen van de Wet handhaving consumentenbescherming. Boete verlaagd naar € 83.000 door gewekt vertrouwen. Consumentenautoriteit overschreed beslistermijn.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boetes aan Energie:direct B.V. voor overtredingen van de Elektriciteitswet en Gaswet bij colportage. De rechtbank oordeelt dat de informatievoorziening aan consumenten onvoldoende was en dat de opgelegde boetes passend zijn.

Rechtbank Rotterdam wijst verzoeken om schadevergoeding af. Eiser had geen recht op verdere schadevergoeding na toekenning van wettelijke rente. Beroep ongegrond.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van Lometi B.V. ongegrond inzake de verbeuring van een dwangsom van € 35.000,-. De rechtbank oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die afzien van invordering rechtvaardigen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiseres haar bijstandsuitkering ten onrechte ontving door gezamenlijke huishouding met eiser in Barendrecht, wat niet gemeld was. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam vernietigt afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor eigen bijdrage rechtsbijstand. Verweerder moet nieuw besluit nemen en griffierecht vergoeden.

Rechtbank Rotterdam weigert voorschot op WW-uitkering aan eiser na ontslag wegens ernstig plichtsverzuim. Eiser's beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam vernietigt afwijzing bijzondere bijstand voor eigen bijdrage rechtsbijstand en griffierecht, oordeelt dat oud beleid van toepassing is.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiseres haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door alimentatie niet te melden, waardoor herziening en terugvordering van Wwb-uitkering gerechtvaardigd zijn.

Rechtbank Rotterdam vernietigt gedeeltelijk de boetes van de Consumentenautoriteit aan Artiq Mobile B.V. en stelt deze vast op € 690.000,- voor overtredingen van de Wet handhaving consumentenbescherming en het Burgerlijk Wetboek.

De rechtbank heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat de gestelde schade niet is veroorzaakt door de besluiten van verweerder, maar door de weigering van de bouwvergunning.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat verweerder ten onrechte niet de maximale invulling van bestemmingsplan ‘Meerpolder’ heeft meegenomen bij de afwijzing van het schadeverzoek van eiser. Het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder moet opnieuw beslissen.

Eiser weigerde een arbeidsovereenkomst in het kader van het re-integratietraject Tarwewijk. De rechtbank oordeelt dat de weigering onterecht was en vernietigt het bestreden besluit, met een verlaging van de uitkering met 20%.

De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor permanente bewoning van de recreatiewoning door belanghebbenden. Het primaire besluit wordt herroepen en het griffierecht wordt vergoed.

Rechtbank vernietigt besluit tot verlening exploitatievergunning voor jongerenactiviteitencentrum wegens onvoldoende belangenafweging en gebrek aan voorschrift voor maximum evenementen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over bouwvergunning voor Jongeren Activiteiten Centrum, past geluidsmaxima aan en bevestigt belangenafweging.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat hij verwijtbaar niet heeft deelgenomen aan een arbeidsvoorziening, wat leidde tot een verlaging van zijn WWB-uitkering.

Rechtbank vernietigt boete en last onder dwangsom wegens geen overtreding van de Telecommunicatiewet; eiser had GSM-repeater geleverd maar niet aangesloten.

De rechtbank Rotterdam heeft op 8 december 2011 het beroep van eisers tegen de opheffing van de spoorweg Zwolle Katwolde ongegrond verklaard, oordelend dat de belangenafweging door de minister niet onredelijk was.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes aan Pretium Telecom voor overtredingen van consumentenbescherming. Totale boete vastgesteld op € 57.960. Publicatie van sanctiebesluit moet worden rectificatie.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat Keukenconcurrent Nederland B.V. de CBW-voorwaarden heeft overtreden en legt een boete op van € 100.000,--. Publicatie van de boete moet worden rectificeren.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat Keukenkampioen B.V. de CBW-voorwaarden heeft overtreden door een te hoge aanbetaling te vragen. De opgelegde boete van € 110.000,-- wordt verlaagd naar € 100.000,-- en het publicatiebesluit wordt vernietigd.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat voor het onderbrengen van vergunningen bij T-Mobile geen toestemming nodig was. T-Mobile krijgt een last onder dwangsom voor het niet voldoen aan uitrolverplichtingen. Bezwaar van Vodafone tegen wijziging tenaamstelling ongegrond. Besluit 4 vernietigd.

Rechtbank vernietigt boetes aan Westland Infra Beheer B.V. wegens onduidelijke regelgeving omtrent kwaliteitsbeheersingssysteem. Verweerder veroordeeld in proceskosten van € 1.288,-.

De rechtbank oordeelt dat de belangenafweging bij de verlening van een bouwvergunning voor een Jongeren Activiteiten Centrum in Middelharnis onvoldoende zorgvuldig is geweest. Verweerder krijgt de kans om deze te herstellen.

Rechtbank Rotterdam weigert bouwvergunning voor 83 opslagtanks, o.a. omdat deze in strijd zijn met het bestemmingsplan en niet als bedrijfsgebouwen kunnen worden aangemerkt.

Rechtbank Rotterdam wijst de aanvraag van eiser om registratie als vertaler af, omdat hij niet kan aantonen dat hij de vereiste taalvaardigheid in het Pashto op niveau B2 beheerst.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiseres ongegrond in schadevergoeding op basis van de Regeling Nadeelcompensatie Betuweroute.