ECLI:NL:CRVB:2024:2200

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
25 november 2024
Zaaknummer
23/3182 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid hoger beroep wegens ontbreken procesbelang in AOW-zaak

Op 14 november 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/3182 AOW. Het hoger beroep van appellant, die in Marokko woont, is niet-ontvankelijk verklaard. De Raad concludeert dat appellant niets kan bereiken met het hoger beroep, omdat er geen procesbelang is. De zaak betreft een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 22 juni 2022, waarin werd bepaald dat een teveel ontvangen bedrag aan kinderbijslag in maandelijkse termijnen met het AOW-pensioen van appellant zou worden verrekend. Appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard door de Svb, omdat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding.

De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb gegrond verklaard, omdat er wel sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank heeft de Svb opgedragen om het bezwaar alsnog inhoudelijk te beoordelen. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat het besluit van de Svb onjuist is en dat er een nieuw besluit moet worden genomen. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 3 oktober 2024, waarbij appellant niet aanwezig was, maar de Svb vertegenwoordigd was door mr. P.C. van der Voorn.

De Raad heeft overwogen dat er pas sprake is van procesbelang als het resultaat dat de indiener van een beroepschrift nastreeft daadwerkelijk kan worden bereikt. Aangezien de rechtbank de Svb al had opgedragen om een nieuw besluit te nemen, kan appellant zijn doel niet meer bereiken met het hoger beroep. Daarom heeft de Raad geconcludeerd dat appellant geen belang heeft bij een oordeel over het hoger beroep. De uitspraak van de Raad is openbaar uitgesproken op 14 november 2024, en appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.

Uitspraak

23/3182 AOW
Datum uitspraak: 14 november 2024
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 oktober 2023, 22/6208 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] , Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
SAMENVATTING
De Raad concludeert dat appellant niets kan bereiken met het hoger beroep. Het hoger beroep van appellant wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang.

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld. De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 3 oktober 2024
.Appellant is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.C. van der Voorn.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.
1.1.
Met een besluit van 22 juni 2022 heeft de Svb bepaald dat een door appellant teveel ontvangen bedrag aan kinderbijslag in maandelijkse termijnen met het AOW [1] -pensioen van appellant zal worden verrekend.
1.2.
Appellant heeft buiten de bezwaartermijn bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Het bezwaar is met een besluit van 14 november 2022 (bestreden besluit) niet-ontvankelijk verklaard, omdat volgens de Svb geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, omdat er wel sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank heeft de Svb opgedragen het bezwaar alsnog inhoudelijk te beoordelen.
Het standpunt van appellant
3. Appellant heeft aangevoerd dat het besluit van de Svb onjuist is en een nieuw besluit moet worden genomen.

Het oordeel van de Raad

4. De Raad beoordeelt of de uitspraak van de rechtbank in stand kan blijven. Hij doet dit aan de hand van wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
4.1.
Zoals de Raad eerder heeft overwogen [2] is pas sprake van (voldoende) procesbelang als het resultaat dat de indiener van een bezwaar- of (hoger)beroepschrift met het maken van bezwaar of het indienen van (hoger) beroepschrift nastreeft, daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat voor deze indiener feitelijk betekenis kan hebben.
4.2.
Met het hoger beroep wil appellant bereiken dat de Svb een nieuw besluit neemt. Dat doel kan niet meer worden bereikt, omdat de rechtbank de Svb al heeft opgedragen een nieuw besluit op het bezwaar te nemen. Ook van een ander procesbelang voor appellant is de Raad niet gebleken. Dat betekent dat appellant geen belang heeft bij een oordeel van de Raad over het door hem ingestelde hoger beroep. Ter zitting heeft de Svb toegezegd uitvoering te geven aan de uitspraak van de rechtbank en zo snel mogelijk een nieuw besluit te zullen nemen.

Conclusie en gevolgen

4.3.
Het hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak is niet-ontvankelijk.
5. Omdat het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard krijgt appellant geen vergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door A. van Gijzen in tegenwoordigheid van S.S. Blok als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 november 2024.
(getekend) A. van Gijzen
(getekend) S.S. Blok

Voetnoten

1.Algemene ouderdomswet.
2.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 8 april 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:887.