Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om vergoeding van schade wegens overschrijding van de redelijke termijn af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant een aanvraag voor een AOW-pensioen ingediend, welke door de Sociale Verzekeringsbank (Svb) is afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat appellant niet verzekerd was voor de AOW, omdat hij niet aannemelijk kon maken dat hij ten minste een jaar in Nederland had gewoond of gewerkt. De rechtbank Amsterdam heeft de afwijzing van de Svb bevestigd, waarna appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn claim te onderbouwen. De Raad heeft vastgesteld dat de documenten die appellant heeft overgelegd inconsistenties vertonen, zoals verschillende geboortedata en namen, en dat de Svb geen bewijs heeft kunnen vinden dat appellant in Nederland heeft gewoond of gewerkt in de relevante periodes. De Raad heeft ook het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen, omdat de totale procedure niet langer dan vier jaar heeft geduurd. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en de afwijzing van de AOW-aanvraag blijft in stand.