ECLI:NL:CRVB:2024:2013
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening beroepschrift
Op 11 oktober 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/3121 AOW-PV. Deze uitspraak betreft een hoger beroep van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 6 oktober 2023, waarin het beroep van de appellant niet-ontvankelijk werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd.
De achtergrond van de zaak is als volgt: de Sociale verzekeringsbank (Svb) had op 2 januari 2020 aan de appellant een AOW-pensioen toegekend van 4% van het maximale AOW-pensioen, met terugwerkende kracht vanaf 1 november 2019. Na bezwaar van de appellant heeft de Svb op 29 juni 2021 het bezwaar gegrond verklaard en het AOW-pensioen verhoogd naar 8%. Tegen dit besluit heeft de appellant beroep ingesteld, maar dit beroepschrift is te laat ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepstermijn op 10 augustus 2021 eindigde, terwijl het beroepschrift pas op 17 januari 2022 werd ingediend.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat er geen gronden zijn waarop kan worden geoordeeld dat de appellant niet in verzuim is geweest. De appellant heeft geen goede redenen gegeven voor de te late indiening van het beroepschrift, ondanks dat hij door de rechtbank en de Raad is gevraagd om uitleg. Hierdoor is de Raad niet ingegaan op de inhoudelijke argumenten van de appellant over de hoogte van het AOW-pensioen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.