Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
.Bij [naam zoon] is autisme vastgesteld en een forse ontwikkelingsachterstand.
Centrale Raad van Beroep
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag door de Sociale Verzekeringsbank (Svb) beoordeeld. Appellante had verzocht om dubbele kinderbijslag voor haar zoon, die autisme en een ontwikkelingsachterstand heeft. De Svb had de aanvraag afgewezen, omdat volgens hen niet voldaan werd aan de voorwaarden van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW), specifiek artikel 7a, dat betrekking heeft op intensieve zorg. De rechtbank Rotterdam had eerder de afwijzing van de Svb bevestigd, en appellante ging in hoger beroep.
De Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de Svb terecht had geoordeeld dat er geen sprake was van intensieve zorg. De zorgscore van de zoon van appellante was vastgesteld op twee punten, terwijl voor de toekenning van dubbele kinderbijslag minimaal drie punten vereist zijn. De Raad oordeelde dat de rechtbank de beroepsgronden van appellante afdoende had besproken en gemotiveerd waarom deze niet tot een vernietiging van het besluit leidden. De Raad bevestigde dat de Svb zich kon baseren op het advies van het CIZ en dat er geen reden was om aan de juistheid van dit advies te twijfelen.
Uiteindelijk werd het hoger beroep van appellante afgewezen, en bleef de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag in stand. Appellante kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht, en de uitspraak werd openbaar gedaan op 12 september 2024.