dhr. mr. R.W.L. Koopmans

Het College verklaart het verzet van [naam 1] B.V. gegrond, waardoor de eerdere uitspraak over de subsidie COVID-19 vervalt en het onderzoek wordt hervat.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar en draagt de minister op opnieuw te beslissen op het bezwaar.

De rechtbank heeft de overlevering van een opgeëiste persoon aan België toegestaan op basis van een Europees aanhoudingsbevel, ondanks zorgen over detentieomstandigheden. De rechtbank oordeelde dat de detentiegaranties van België voldoende zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de v.o.f. [naam 1] geen startende onderneming is, maar een voortzetting van een eerder restaurant, en verklaart de beroepen ongegrond.

Het College verklaart het beroep ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid van het bezwaar door termijnoverschrijding in subsidieaanvraag COVID-19.

Beroepen van de onderneming tegen afwijzing subsidieaanvragen COVID-19 ongegrond verklaard; vestigingsvereiste niet voldaan.

Het beroep van de BV tegen de afwijzing van de S&O-verklaring is niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvragen van [naam 1] B.V. voor subsidie op grond van de TVL afgewezen, omdat deze te laat waren ingediend. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond. De minister heeft de subsidie voor TVL Q4 2020 terecht ingetrokken wegens onvoldoende gegevens over de omzet.

Het College verklaart het verzet van de onderneming ongegrond, bevestigt de eerdere uitspraak en sluit de zaak af.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het Ctgb onvoldoende heeft gemotiveerd dat de studies van PAN over hormoonontregelende eigenschappen van difenoconazool niet relevant zijn. Het beroep is gegrond en het Ctgb moet opnieuw beslissen op het bezwaar tegen de toelating van Dagonis.

Hoger beroep over bestuurlijke boete wegens overschrijding van gebruiksnormen Meststoffenwet. Boete gematigd tot € 29.089,95.

De ondernemer heeft zijn bezwaren tegen de vaststellingsbesluiten van de minister van Economische Zaken ongegrond verklaard, omdat de bezwaarschriften niet tijdig zijn ingediend en de termijnoverschrijdingen niet verschoonbaar zijn.

Het College verklaart de beroepen van vier landbouwers gegrond, vernietigt de afwijzingen van hun GLB-aanmeldingen en herroept de besluiten van de minister, vanwege onbillijkheid door uitzonderlijke omstandigheden.

Het College verklaart het beroep van Melkveebedrijf [naam 1] ongegrond, omdat de aanmelding voor GLB-steun te laat is ontvangen. De minister heeft legitieme doelen gediend met de uiterste aanmelddatum.

Het College verklaart het verzet van de ondernemer ongegrond, omdat er geen verschoonbare termijnoverschrijding is aangetoond voor het te laat indienen van het beroep.

Het verzet van [naam 1] B.V. tegen de vaststelling van de subsidie COVID-19 is ongegrond verklaard. Het besluit was correct bekendgemaakt en de minister was niet verplicht om het ook per post/e-mail te versturen.

Het College verklaart de bezwaren van de ondernemer tegen de afwijzing van TVL-subsidies niet-ontvankelijk, omdat deze te laat zijn ingediend. De ondernemer is verantwoordelijk voor tijdige indiening, ongeacht het handelen van zijn boekhouder.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van een ondernemer tegen de afwijzing van subsidieaanvragen op grond van de TVL ongegrond verklaard, omdat de aanvragen buiten de aanvraagperiodes waren ingediend.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] ongegrond inzake de intrekking van de subsidie TVL Q3 2021. De minister handelde terecht en er was geen sprake van overschrijding van de redelijke termijn.

Dubbel hoger beroep over bestuurlijke boete voor overschrijding gebruiksnormen meststoffen. Het College bevestigt de boete van € 31.863,47 en oordeelt dat de minister bevoegd was om deze op te leggen.

Het College vernietigt het besluit van de minister over de TVL-subsidie, oordeelt dat toetsing op groepsniveau moet plaatsvinden en veroordeelt de minister in proceskosten.

De aanvragen voor subsidie op grond van de TVL zijn afgewezen omdat ze buiten de aanvraagperioden zijn ingediend. De minister handhaafde de afwijzing, het College verklaarde de beroepen ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 16-12-2024 de minister van Economische Zaken veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten na intrekking van het beroep door de onderneming.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een ondernemer ongegrond, omdat de minister het herzieningsverzoek terecht heeft afgewezen zonder nieuw gebleken feiten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 9 december 2024 de herzieningsverzoeken van [naam 1] B.V. afgewezen, omdat er geen nieuw gebleken feiten zijn en de afwijzing niet evident onredelijk is.

Het College van Beroep verklaart het beroep van de ondernemer niet-ontvankelijk wegens te late indiening.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft bij de subsidie berekening terecht geen rekening gehouden met de samenstellingsverklaring van de accountant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de TVL voor Q2 2021 bevestigd, omdat de onderneming niet voldeed aan de vereisten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek om herziening van [naam 1] B.V. afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die herziening rechtvaardigen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake herziening subsidie COVID-19 Q4 2020, geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het verzet van [naam] B.V. ongegrond, omdat het bezwaar tegen de intrekking van de subsidie te laat was ingediend.

Het College verklaart het verzet van [naam 1] B.V. gegrond, vernietigt de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar en oordeelt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was door een verkeerd opgegeven e-mailadres.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht spoedbestuursdwang heeft toegepast op 79 honden van [naam 1] wegens ernstige overtredingen van de Wet dieren. Het beroep van [naam 1] is niet-ontvankelijk verklaard.

De minister heeft de TVL-subsidies voor Q1 en Q2 2021 terecht afgewezen, omdat de onderneming niet voldeed aan het omzetverlies van 30%. Schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht spoedbestuursdwang heeft toegepast op 55 honden vanwege ernstige overtredingen van de Wet dieren. De kosten van € 59.194,81 zijn terecht op [naam 1] verhaald.

Het College verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond, omdat geen sprake is van voortzetting van de onderneming en de subsidie op € 0,- terecht is vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de subsidieaanvraag voor Q4 2021, gebaseerd op omzetgegevens van de Belastingdienst.

Het College verklaart het beroep ongegrond. De minister heeft de wijziging van de tenaamstelling van de subsidieaanvraag terecht geweigerd en de intrekking van de subsidieverlening is niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

College van Beroep vernietigt afwijzing subsidieaanvragen COVID-19; beroepen gegrond op basis van evenredigheidsbeginsel.

Het College verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond, omdat de minister terecht de subsidie op € 0,- heeft vastgesteld op basis van de omzet die uit de aangifte omzetbelasting blijkt, zonder uitzondering voor huuropbrengsten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de subsidie voor vaste lasten COVID-19, omdat de onderneming niet voldeed aan de eis van 30% omzetverlies.

Beroep ongegrond; subsidie COVID-19 vastgesteld op nihil door fout administratiekantoor bij aanvraag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming ongegrond, omdat de aanvraag voor subsidie COVID-19 te laat was ingediend. De afwijzing is niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

Het College heeft de boetes voor het vervoeren van ongeschikte zeugen gematigd vanwege termijnoverschrijding, maar in stand gehouden. De boetes zijn vastgesteld op € 1.282,50 en € 1.425.

Het College verklaart het beroep van de ondernemer tegen de terugvordering van subsidie COVID-19 ongegrond, gebaseerd op omzetgegevens van de Belastingdienst.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft terecht de subsidie voor Q4 2021 op € 0,- vastgesteld op basis van de aangifte omzetbelasting.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de subsidie van € 245.000,- aan VOF [naam 1] op grond van de Regeling subsidiering sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij terecht is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de belangen van de minister zwaarder wegen dan die van verzoekers met betrekking tot de huis- en hobbydierenlijst.

De Rechtbank Amsterdam staat de overlevering van een opgeëiste persoon aan Denemarken toe op basis van een Europees aanhoudingsbevel, waarbij voldaan is aan de eisen van de Overleveringswet.

Rechtbank Amsterdam staat de overlevering van de opgeëiste persoon toe op basis van een Europees aanhoudingsbevel van Polen, wegens diefstal.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een pro-forma-aanvraag voor subsidie COVID-19, omdat deze buiten de aanvraagperiode was ingediend.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat de ondernemer niet voldeed aan de drempeleis van 20% omzetverlies voor subsidie op basis van de COVID-19-regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de drempeleis van 30% omzetverlies voor subsidie COVID-19.

Het College oordeelt dat de minister de subsidie voor de onderneming terecht op nihil heeft vastgesteld vanwege overschrijding van het staatssteunplafond. Proceskostenvergoeding in bezwaar wordt toegewezen.

De minister heeft de subsidieaanvragen van een onderneming voor COVID-19 steun afgewezen, omdat deze samen met andere ondernemingen als één verbonden onderneming wordt beschouwd, waardoor het staatssteunplafond is bereikt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding in de subsidieaanvraag COVID-19.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding in de subsidieaanvraag COVID-19. Beroepschrift te laat ingediend, termijnoverschrijding niet verschoonbaar.

Rechtbank Amsterdam staat overlevering toe op basis van Europees aanhoudingsbevel, geen weigeringsgronden aanwezig.

De aanvraag voor subsidie op grond van de TRSEC is afgewezen omdat het evenement niet is geannuleerd als gevolg van een evenementenverbod. Beroep ongegrond.

Het College verklaart de beroepen van [naam 1] B.V. ongegrond, oordelend dat de minister terecht alleen de omzet van de onderneming heeft betrokken bij de subsidieaanvraag en niet die van de fiscale eenheid.

De beroepen van [naam 1] B.V. tegen de afwijzing van subsidieaanvragen voor COVID-19 zijn ongegrond verklaard. De minister is veroordeeld tot proceskostenvergoeding van € 875,-.

Het College heeft de beroepen van TicketSolution B.V. gegrond verklaard en de bestreden subsidiebesluiten van de minister vernietigd, met de opdracht nieuwe besluiten te nemen.

Het College heeft de weigering van de EIA-verklaring voor een investering in een belichtingssysteem door de minister terecht geoordeeld. Het beroep is ongegrond verklaard.

Tussenuitspraak over subsidieaanvraag voor warmtepomp afgewezen wegens te late indiening. College oordeelt dat afwijzing in strijd is met evenredigheidsbeginsel en minister moet aanvraag alsnog beoordelen.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; minister veroordeeld tot betaling van proceskosten en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroep van [naam 1] B.V. ongegrond; subsidieaanvraag voor Q1 2022 te laat ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van een subsidieaanvraag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de minister de subsidie correct heeft vastgesteld op basis van de SBI-code.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroep ongegrond inzake afwijzing subsidieaanvraag COVID-19; geen 20% omzetverlies aangetoond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een ondernemer ongegrond, maar kent € 500,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn en veroordeelt de Staat tot betaling van € 437,50 aan proceskosten.

Hoger beroep over boetes voor niet-schoongemaakte vleeskratten; boete verlaagd wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten van € 3.500,- en het griffierecht van € 532,- aan [naam 1] na tegemoetkoming in bezwaar.

Hoger beroep over boete voor onvoldoende reiniging van slachtapparatuur. Boete gematigd van € 2.500,- naar € 2.125,- wegens overschrijding van redelijke termijn.

Hoger beroep over mestboete en intrekking derogatievergunning. Beroep ongegrond, boete gematigd wegens redelijke termijn. Minister correct in oordeel over overschrijding gebruiksnormen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst beroep ongegrond; aanvraag subsidie COVID-19 te laat ingediend, beroep op evenredigheidsbeginsel slaagt niet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Invision Concept B.V. ongegrond wegens onvoldoende omzetverlies en het niet slagen van het beroep op het vertrouwensbeginsel.

De Rechtbank Amsterdam staat de overlevering toe van een opgeëiste persoon op basis van een Duits Europees Aanhoudingsbevel, waarbij voldaan is aan de eisen van de Overleveringswet.

Rechtbank Amsterdam staat de overlevering toe van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel van het Amtsgericht Düsseldorf, wegens georganiseerde diefstal en brandstichting.

De Rechtbank Amsterdam staat de overlevering van een opgeëiste persoon toe op basis van een Europees aanhoudingsbevel, ondanks zijn onschuldverweer.

Rechtbank Amsterdam staat de overlevering van een opgeëiste persoon toe op basis van een Europees aanhoudingsbevel, met waarborgen voor sociale re-integratie in Nederland.

De rechtbank weigert de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van onvoldoende informatie over de verzetgarantie in een Europees aanhoudingsbevel.

De Rechtbank Amsterdam staat de overlevering toe van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel voor georganiseerde diefstal en brandstichting, met inachtneming van de vereisten van de Overleveringswet.

De Rechtbank Amsterdam staat de overlevering toe van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel, met detentiegarantie van België.

Rechtbank Amsterdam doet tussenuitspraak over overlevering van Poolse verdachte; vragen over detentieomstandigheden in Polen en schending van grondrechten.

De Rechtbank Amsterdam staat de overlevering van een opgeëiste persoon toe op basis van een Europees aanhoudingsbevel van de Arrondissementsrechtbank te Wiener Neustadt, vanwege strafbare feiten in Oostenrijk.

Het College verklaart het verzet van Stichting [naam 1] tegen de ongegrondverklaring van hun bezwaar tegen een subsidiebesluit van de minister van Economische Zaken ongegrond.

Hoger beroep ongegrond; minister heeft terecht gebruiksnorm overschreden vastgesteld en boete opgelegd. Uitsluiting derogatie voor 2022 bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de staatssteungrens al was bereikt op het moment van de afwijzing van de subsidieaanvraag voor Q3 2021.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Amsterdam over een Europees aanhoudingsbevel, waarbij nadere informatie over deelname aan een criminele organisatie wordt verzocht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam] B.V. ongegrond verklaard, omdat er geen nieuwe feiten waren voor herziening van de subsidieaanvraag op grond van de TVL.

De subsidieaanvraag van de ondernemer voor het project ‘Silphie als katalysator voor duurzame landbouw’ is afgewezen wegens onvoldoende kosteneffectiviteit. Het College verklaart het beroep ongegrond.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroepen van onderneming tegen afwijzing subsidieaanvragen COVID-19 ongegrond; geen voortzetting van vorige exploitant, onvoldoende omzetverlies.

De rechter-commissaris heeft besloten dat de stichting moet aangeven of zij instemt met het College om op basis van vertrouwelijke stukken uitspraak te doen, waarbij beperking van kennisneming gerechtvaardigd is.

College van Beroep verklaart beroepen van [naam 1] B.V. ongegrond inzake staatssteunplafond voor COVID-19 subsidies. Minister heeft terecht subsidie vastgesteld op € 270.000,- voor Q1 2021 en € 0,- voor Q2 2021.

Beroep ongegrond; subsidie COVID-19 vastgesteld op € 0,- wegens geen 20% omzetverlies. Minister heeft terecht omzet uit aangifte omzetbelasting gebruikt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond. Subsidie COVID-19 vastgesteld op € 0,- wegens onvoldoende omzetverlies (minder dan 30%).

Het College verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft subsidie COVID-19 op € 0,- vastgesteld wegens onvoldoende omzetverlies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag voor ISDE-subsidie afgewezen omdat de molenromp niet als zelfstandige woongelegenheid gold voorafgaand aan de investeringen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een V.O.F. ongegrond, omdat de aanvraag voor ISDE-subsidie is gedaan na de investeringen in zonnepanelen.

Het College bevestigt de vaststelling van de TVL-subsidie op € 0,- voor Q2 2021, omdat de onderneming deel uitmaakte van een groepsonderneming en het staatssteunplafond was bereikt.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond, de minister heeft de omzet van dochterondernemingen correct beoordeeld volgens de TVL-regels.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van ondernemingen tegen de afwijzing van subsidieaanvragen ongegrond, omdat zij als één (groeps)onderneming zijn aangemerkt door de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht subsidies voor ADO Den Haag en ADO Hospitality afwees wegens onvoldoende gegevens om de MKB-toets uit te voeren.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroepen ongegrond; subsidie COVID-19 op nihil vastgesteld wegens onvoldoende omzetverlies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 9 juli 2024 het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak afgewezen, omdat het verzoek kennelijk ongegrond was.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft terecht subsidie teruggevorderd wegens niet-naleving van de instandhoudingsverplichting.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond. De minister heeft de subsidieaanvraag voor energiebesparende maatregelen in een voormalige stal terecht afgewezen, omdat deze stal niet als woning kan worden aangemerkt.

Het College verklaart het beroep van de dierenhouderij ongegrond, omdat zij niet voldeed aan de opgelegde last om honden dagelijks buiten te laten.

De dierenhouderij verliest beroep tegen last onder dwangsom en invorderingsbesluiten. De minister was bevoegd en de overtredingen zijn terecht vastgesteld.

Het College verklaart het beroep van de dierenhouderij tegen handhavings- en invorderingsbesluiten van de minister ongegrond, bevestigt de overtredingen en veroordeelt de minister in proceskosten.

De aanvraag voor subsidie op grond van de TVL werd afgewezen omdat de onderneming niet voldeed aan de eis van 30% omzetverlies. Het beroep tegen deze afwijzing werd ongegrond verklaard.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete van € 4.000,- wegens overtreding Wet dieren. Boete gematigd naar € 3.600,- vanwege overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep gegrond en vernietigt de boete wegens strijd met het ne bis in idem-beginsel. Immateriële schadevergoeding van € 2.000,- toegekend.

Het College verklaart het beroep van V.O.F. gegrond tegen de afwijzing van de subsidie op grond van de TVL, en verplicht de minister tot het nemen van een nieuw besluit.

Het College vernietigt de afwijzing van de TVL-subsidie voor Q4 2021, oordeelt dat de minister de omzet op basis van de leverdatum moet berekenen en kent € 500,- schadevergoeding toe.

Het College vernietigt het besluit van de minister over de subsidie TVL Q3 2021, oordeelt dat de vaardatum bepalend is voor de referentieomzet en veroordeelt de minister tot betaling van proceskosten en schadevergoeding.

Het College verklaart het beroep van de onderneming gegrond en vernietigt het subsidiebesluit van de minister, die een nieuwe beslissing moet nemen binnen zes weken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van een onderneming voor TEK-subsidie afgewezen omdat er geen zakelijke energieleveringsovereenkomst op naam van de onderneming was. Beroep ongegrond.

Beroep ongegrond; kosten bestuursdwang terecht bij appellant in rekening gebracht.

Bezwaar van [naam 1] tegen de brief van de VOPBO niet-ontvankelijk verklaard; minister moet schadevergoeding van € 1.000,- betalen voor termijnoverschrijding.

Het College vernietigt de afwijzing van de TVL-subsidie voor [naam 1] B.V. en oordeelt dat de minister de omzet van [naam 3] moet betrekken bij de beoordeling. Schadevergoeding van € 500,- wordt toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart de beroepen van [naam 1] V.O.F. en maatschap J. [naam 2] en [naam 3] gegrond, oordeelt dat de 1/3 en 2/3 methodiek past binnen de TVL en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake de afwijzing van de subsidieaanvraag TVL voor Q2 2021, omdat er geen omzetverlies was.

Het College verklaart het beroep ongegrond wegens onvoldoende bewijs van omzetverlies voor subsidie TVL.

Appellant verliest hoger beroep over loonsom in NOW-3 regeling; alleen eigen personeel telt mee, niet payrollpersoneel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht MEP- en SDE-subsidies heeft ingetrokken vanwege invoer van niet-zuivere biomassa door CREN.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een horecagelegenheid ongegrond, omdat de minister de subsidieaanvraag op grond van de TVL terecht heeft afgewezen wegens onvoldoende omzetverlies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidie voor COVID-19 steun terecht heeft verlaagd en de te veel ontvangen subsidie heeft teruggevorderd. Het beroep van de onderneming is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake de afwijzing van hun subsidieaanvraag voor het project 'Pilots gezonde kalverketen'.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag op basis van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19.

College vernietigt afwijzing subsidieaanvraag voor half-afzinkbaar kraanschip; minister onvoldoende onderbouwd.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor het Nationaal Groeifonds, omdat de minister deze ten onrechte niet aan de adviescommissie heeft voorgelegd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van een onderneming tegen de afwijzing van TVL-subsidie gegrond verklaard, omdat de afwijzing leidde tot onevenredig nadelige gevolgen. De minister moet nieuwe besluiten nemen op basis van de aangeleverde omzetgegevens.

Het College verklaart het beroep van de onderneming gegrond en vernietigt de beslissing van de minister over de subsidie, die onredelijk nadelig was. De subsidie wordt vastgesteld op het eerder toegekende bedrag van € 70.255,77.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de minister van Algemene Zaken binnen zes weken moet beslissen op bezwaar van [wederpartij] en dat documenten niet openbaar gemaakt hoeven te worden tot er in hoger beroep is beslist.

De minister heeft de subsidieaanvraag van de onderneming voor Q1 2022 afgewezen wegens te late indiening. Het College oordeelt dat de afwijzing terecht was, aangezien de aanvraag niet tijdig was ingediend en de omstandigheden niet uitzonderlijk genoeg waren om een uitzondering te maken.

De aanvraag voor subsidie op basis van de TVL werd afgewezen omdat de onderneming niet voldeed aan het vestigingsvereiste. De minister had de aanvraag terecht afgewezen, maar de hoorplicht was geschonden.

Het College heeft de boetes opgelegd aan pluimveeslachthuizen vernietigd, omdat de minister niet volgens het Handhavingsprotocol handelde. De boetes komen te vervallen en de minister moet proceskosten vergoeden.

Het College vernietigt de boetebesluiten van de minister wegens schending van het Handhavingsprotocol en de zorgvuldigheidsbeginselen, en herroept de boetes voor de pluimveeslachthuizen.

Het College vernietigt de boetebesluiten van de minister wegens onzorgvuldige handhaving van het Handhavingsprotocol en herroept alle opgelegde boetes aan appellante.

Het College vernietigt de boetebesluiten van de minister wegens schending van het zorgvuldigheidsbeginsel en herroept de opgelegde boetes aan de pluimveeslachthuizen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de Staat tot € 1.500,00 schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College veroordeelt de Staat tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de Staat tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

De Staat wordt veroordeeld tot € 1.500,00 schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College veroordeelt de Staat tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

Het College veroordeelt de Staat tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

De Staat wordt veroordeeld tot betaling van € 2.000,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven veroordeelt de Staat tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven veroordeelt de Staat tot € 2.000,00 schadevergoeding aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de Staat veroordeeld tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] B.V. wegens immateriële schade door overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de Staat veroordeeld tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

De Staat is veroordeeld tot betaling van € 2.000,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de Staat tot betaling van € 2.500,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College veroordeelt de Staat en de minister tot schadevergoeding aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure.

Hoger beroep van [appellant A] en anderen tegen de Raad van State over erfdeel uit geboortetrust en verzoek om informatie. Hoger beroep ongegrond; uitspraak bevestigd en verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep van [appellant A] en anderen tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over het uitblijven van een reactie van de Trustbelastingdienst op hun verzoek om een erfdeel uit een geboortetrust.

De minister was bevoegd de subsidie voor warmtepompen lager vast te stellen, omdat deze vóór de aanvraag waren aangeschaft en dit niet was gemeld. Het beroep van de zwemschool is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van [naam] ongegrond verklaard, omdat de subsidieaanvraag voor isolatiemateriaal is afgewezen op basis van onvoldoende isolatiewaarde.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake de afwijzing van de subsidieaanvraag op grond van de TVL-regeling, omdat de schadeloosstelling niet als omzet wordt aangemerkt.

Wakker Dier verzocht om een kortere begunstigingstermijn in een handhavingsbesluit tegen varkensslachterijen. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, met het welzijn van de dieren als doorslaggevend belang.

Hoger beroep over de afwijzing van het verzoek om openbaarmaking van het openbare volmachtregister van de Raad van State. De Afdeling bevestigt dat er geen vervaardigingsplicht is onder de Wet open overheid.

Het College verklaart de beroepen van [naam] B.V. ongegrond, omdat de mededelingen en waarschuwingen van de minister geen besluiten zijn in de zin van de Awb.

Het College vernietigt het besluit van de minister over staatssteunplafond voor primaire landbouwproductie, oordeelt dat [naam 1] B.V. zich bezighoudt met handel en niet met opfokken van kalveren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert zijn mondelinge uitspraak van 11 december 2023 inzake proceskostenveroordeling en griffierecht, waarbij de minister is veroordeeld tot vergoeding van kosten.

Het College verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond, omdat de minister de TVL-subsidie terecht op € 0,- heeft vastgesteld en het terugvorderen van het voorschot gerechtvaardigd is.

Afwijzing van de S&O-verklaring voor CQM B.V. door de minister, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat er sprake is van speur- en ontwikkelingswerk.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond verklaard, omdat de minister de subsidie op € 0,- heeft vastgesteld wegens onvoldoende omzetverlies volgens de TVL-regeling.

De aanvragen voor subsidie op grond van de TVL zijn afgewezen omdat ze te laat zijn ingediend. Het College oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een inhoudelijke beoordeling rechtvaardigen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van een onderneming ongegrond verklaard, omdat de aanvragen voor TVL-subsidie te laat waren ingediend. De minister heeft de aanvragen terecht afgewezen op basis van de geldende wetgeving.

Het College van Beroep verklaart het beroep ongegrond; de minister gebruikte een onjuiste referentieperiode voor subsidie, maar dit was in het voordeel van de onderneming.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond omdat het omzetverlies van de onderneming 29,6% bedraagt, wat niet voldoet aan de eis van minimaal 30% voor subsidie op basis van de TVL.

Het College van Beroep verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond, omdat het omzetverlies van 27,5% niet voldoet aan de eis van 30% voor subsidie onder de TVL.

Het College oordeelt dat vier ondernemingen, ontstaan uit een afsplitsing van één B.V., niet als voortzetting kunnen worden aangemerkt voor subsidieaanvragen COVID-19. De aanvragen zijn op goede gronden afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de termijnoverschrijding van Black Label Hotel Valkenburg B.V. niet verschoonbaar is, ondanks aangevoerde bijzondere omstandigheden. De eerdere uitspraak blijft in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heropent het onderzoek naar de verschoonbaarheid van een termijnoverschrijding bij een subsidieaanvraag COVID-19, oordelend dat de onderneming alles heeft gedaan om tijdig in te dienen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het verzet van Markant Recreatie B.V. ongegrond, omdat de te late indiening van het beroepschrift niet verschoonbaar is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Greenboats B.V. ongegrond, omdat de termijnoverschrijding bij het indienen van het bezwaarschrift niet verschoonbaar was.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond; de inschrijving van zijn uitschrijving als bestuurder door de Kamer van Koophandel was terecht.

Het College verklaart het beroep van een voetbalvereniging ongegrond; de subsidieaanvraag op grond van de TEK is terecht afgewezen omdat de vereniging niet voldoet aan de energie-intensiteitseis van 7%.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de subsidie voor de warmtepomp en warmtepompboiler is terecht afgewezen omdat de installaties niet uitsluitend door een bouwinstallatiebedrijf zijn geïnstalleerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond, omdat hij niet als feitelijke houder van de runderen kan worden aangemerkt en daarom geen fosfaatrechten ontvangt.

Hoger beroep over overtredingen van de Meststoffenwet door [naam 1] B.V. Het College oordeelt dat de minister onvoldoende bewijs heeft voor de meeste overtredingen, maar bevestigt de boete voor het niet naar waarheid invullen van het VDM.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de aanvraag voor subsidie op basis van de SVL buiten de aanvraagperiode was ingediend en niet als zelfstandige aanvraag kon worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft terecht de TVL-subsidie afgewezen op basis van een forfaitaire berekening van de vaste lasten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming tegen de beslissing van de minister inzake TVL-subsidie ongegrond, omdat de onderneming niet voldoet aan de voorwaarden voor omzetverlies.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister over de afwijzing van de subsidieaanvraag, maar laat de rechtsgevolgen in stand omdat het omzetverlies niet voldoet aan de eis van 30%.

Hoger beroep van slachterij tegen boete voor aanbieden bezoedelde karkassen. Boete verlaagd naar € 2.125,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College oordeelt dat de minister bij de subsidie voor COVID-19 ten onrechte de omzet van beide vestigingen heeft betrokken. Beroep 22/1898 gegrond, beroep 22/1899 ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor dakisolatie, omdat niet voldaan is aan de voorwaarden van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de onderneming voldoet niet aan het vestigingsvereiste voor subsidie COVID-19.

De voorzieningenrechter schorst de schorsing van de erkenning van [naam 1] B.V. en veroordeelt de minister in proceskosten van € 1.674,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van twee ondernemingen ongegrond verklaard, omdat hun aanvragen om TVL-subsidie voor het eerste kwartaal van 2022 te laat zijn ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de onderneming ongegrond, oordelend dat de minister de omzet correct heeft vastgesteld op basis van de aangifte omzetbelasting.

Het College bevestigt de bestuurlijke boete en intrekking van de derogatievergunning van maatschap [naam 1] wegens overtreding van de Meststoffenwet in 2018.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen ongegrond inzake de omzetbepaling voor TVL-subsidie, omdat de onderneming niet voldoet aan het vereiste van 30% omzetverlies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de onderneming zelf bezwaar heeft gemaakt en beroep heeft ingesteld.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, de omzet is terecht vastgesteld op basis van de aangifte omzetbelasting.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond; de aanvraag voor TVL-subsidie was te laat ingediend en de afwijzing was terecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een vennootschap ongegrond, omdat de minister de TVL-subsidie terecht op nihil heeft vastgesteld op basis van aangifte omzetbelasting.

Het College verklaart het beroep ongegrond; geen dwangsom verschuldigd na tijdige beslissing op ingebrekestelling.

Het College oordeelt dat de dierenarts terecht een paard niet heeft toegelaten tot de slacht voor menselijke consumptie. De minister verklaarde het bezwaar van de slachterij niet-ontvankelijk, maar het College verklaart het beroep gegrond en vernietigt dit besluit.

Hoger beroep van de Stichting tegen afwijzing handhaving wegens misleidende etikettering van zuivelproducten. College bevestigt dat er geen misleiding is en kent schadevergoeding toe voor termijnoverschrijding.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de hotel-restaurants van Van der Valk geen MKB-ondernemingen zijn en dat de minister terecht subsidies heeft afgewezen. De definitie van MKB-ondernemingen moet strikt worden toegepast, en de TVL is een subsidieregeling, niet een compensatieregeling.

De beroepen van Hotel Almere zijn niet-ontvankelijk verklaard. De minister moet proceskosten van € 2.742,- en griffierecht van € 730,- vergoeden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bevestigt de afwijzing van subsidieaanvragen van Motel Haarlemmermeer B.V. op grond van het staatssteunplafond van € 2.300.000,-, en verklaart de beroepen ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag TVL Q1 2022 door de minister, oordeelt dat de afwijzing onevenredig is en draagt de minister op een nieuwe beslissing te nemen.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van [naam 1] tegen de boete ongegrond, oordelend dat de hygiënevoorschriften ook voor haar gelden.

Het College vernietigt de afwijzing van TVL-aanvragen door de minister, oordeelt dat onvoldoende is getoetst op het niveau van het concern en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College bevestigt de boete van € 525,00 voor misleidende voedselinformatie op opvolgmelk, maar vernietigt de boete voor de gezondheidsclaim 'groeimelk'.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetes voor overtredingen Meststoffenwet. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de boetes terecht zijn opgelegd.

Hoger beroep van de minister tegen de rechtbankuitspraak die boetes voor overtredingen Meststoffenwet aan [naam 1] en [naam 2] B.V. onterecht verklaarde. College bevestigt uitspraak en proceskostenveroordeling.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst beroep van Euphemia B.V. af; afwijzing subsidieaanvraag door minister voor Klimaat en Energie is terecht, omdat benodigde omgevingsvergunningen niet zijn overgelegd.

Hoger beroep van [appellant A] en [appellante B] tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar gedoogverklaring coffeeshop. De Raad van State oordeelt dat de gedoogverklaring als besluit moet worden aangemerkt en vernietigt de eerdere uitspraak.

Beroep van [naam 1] B.V. tegen afwijzing subsidie TVL ongegrond verklaard. Minister heeft omzetcorrecties niet hoeven toepassen. Besluiten zijn consistent met de TVL-regeling.

De uitspraak behandelt de niet-ontvankelijkheid van bezwaren en beroepen van ondernemingen tegen COVID-19 subsidies en pleit voor een minder strikte toepassing van termijnoverschrijdingen.

BME's subsidieaanvraag voor COVID-19 werd afgewezen wegens te late indiening. Het College oordeelt dat de minister terecht handelde, ondanks BME's argumenten over e-herkenning.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst beroep van BBI af wegens te late indiening subsidieaanvraag COVID-19.

Beroepen van Vleesvarkenshouderij [naam 1] B.V. tegen afwijzing TVL-subsidie ongegrond verklaard; minister heeft B.V. terecht als nieuw gestarte onderneming aangemerkt.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat de onderneming geen 30% omzetverlies heeft geleden, wat vereist is voor de TVL-subsidie.

Het College bevestigt dat de minister de TVL-subsidie voor een landbouwonderneming terecht beperkte tot € 34.346,97, omdat het staatssteunplafond van € 225.000,- was bereikt. Het beroep van de onderneming werd ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter schorst het sluitingsbesluit van [naam 1] B.V. en [naam 2] wegens gebreken in het besluit, totdat de minister beslist op het bezwaar.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een vennootschap ongegrond, omdat deze niet voldoet aan de voorwaarde van 30% omzetverlies voor subsidie op basis van de TVL-regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond wegens te late indiening van de TVL-subsidie aanvraag. Wachten op omzetcijfers is geen reden om af te wijken van de afwijzingsgrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag om TVL-subsidie afgewezen wegens te late indiening. De situatie van de onderneming was niet vergelijkbaar met die van een startende onderneming.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de onderneming ongegrond, omdat deze niet voldoet aan de voorwaarde van 30% omzetverlies voor de TVL-subsidie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond; de aanvraag voor TVL-subsidie is te laat ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond; de subsidieaanvraag voor TVL Q1 2022 is terecht afgewezen wegens niet voldoen aan de vestigingseis.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een onderneming ongegrond verklaard, omdat deze niet voldeed aan de voorwaarde van 30% omzetverlies voor de TVL-subsidie.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en het invorderingsbesluit van de gemeente Amsterdam gehandhaafd, omdat de taxichauffeur zonder vergunning taxivervoer aanbood.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was bij het verbod van Naktuinbouw om plant- en teeltmateriaal te verhandelen.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetes Meststoffenwet. Minister heeft geen ontlastend bewijs achtergehouden. College bevestigt uitspraak rechtbank, maar veroordeelt minister tot proceskostenvergoeding.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetes van de minister wegens overtredingen van de Meststoffenwet. Totale boete vastgesteld op € 19.825,- na correcties.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de minister onterecht de herzieningsverzoeken van de onderneming heeft afgewezen en draagt de minister op deze opnieuw te beoordelen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de maatschap in strijd met de regelgeving aardappelen teelde in een aardappelverbodsgebied.

Hoger beroep over boete Meststoffenwet wegens niet opmaken vervoersbewijzen. Boete van € 62.700,- gematigd naar € 31.350,-. Gelijkheidsbeginsel afgewezen.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete van € 207.700,- wegens overtredingen van de Meststoffenwet. Het College bevestigt dat de vrachten zaagsel dierlijke meststoffen bevatten en dat de boetes terecht zijn opgelegd.

Beroep van Intraservice Dienstverlening B.V. tegen de afwijzing van subsidie op grond van de TVL is ongegrond verklaard. De minister heeft de omzetcorrectie terecht toegepast, en de subsidie blijft € 9.735,40.

De Raad van State oordeelt dat het bestemmingsplan voor een bouwmarkt en tuincentrum in Amersfoort voorziet in een kwalitatieve behoefte, maar vernietigt het besluit vanwege onjuiste regels voor ondergeschikte detailhandel.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond inzake de vaststelling van het subsidiepercentage onder de TVL 1, waarbij de minister geen juridische verplichting had tot correctie van het percentage.

Hotel Houten verzet zich tegen de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar tegen de afwijzing van een subsidieaanvraag. Het College vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Het College vernietigt de intrekking van subsidies voor evenementen vóór 25 september 2021, maar bevestigt de intrekking voor evenementen op 25 en 26 september 2021.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, de afwijzing van de subsidieaanvraag op grond van de TVL is terecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam] ongegrond, omdat de mededeling van het bestuur van de NBA om een tuchtklacht in te dienen geen besluit is in de zin van de Awb.

De aanvraag voor subsidie TVL voor Q4 2021 is afgewezen omdat het omzetverlies niet ten minste 20% bedraagt. De minister gebruikte de omzet in Q1 2020 als referentie, wat door het College werd bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidies aan [naam 1] B.V. op grond van de TRSEC terecht heeft ingetrokken, omdat de evenementen niet onder een evenementenverbod vielen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft terecht subsidie vastgesteld op € 0,00 wegens onvoldoende omzetverlies.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de vaststelling van de subsidie COVID-19, gebaseerd op omzetgegevens uit de aangifte omzetbelasting voor Q4 2019.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de doorlevering van voorraad en personeel door [naam 1] B.V. als omzet kwalificeert. Het beroep tegen de nihilstelling van de subsidie is ongegrond, omdat de minister terecht de aangifte omzetbelasting heeft gebruikt voor de berekening van het omzetverlies.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst de subsidieaanvraag van [naam 1] af wegens niet voldoen aan de voorwaarden van de TVL-regeling, waaronder omzetverlies en berekende vaste lasten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van [naam 1] voor subsidie op grond van de SVL afgewezen, omdat niet voldaan werd aan de voorwaarden van omzetverlies en vaste lasten. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister bevoegd was de subsidie COVID-19 in te trekken en het voorschot terug te vorderen, omdat de ondernemer onjuiste gegevens had verstrekt. Het beroep is ongegrond.

De volkstuinvereniging heeft geen belang meer bij een uitspraak over de inschrijving van de titel voorzitter in het handelsregister, omdat dit reeds ongedaan is gemaakt door de KvK. Het beroep is niet-ontvankelijk verklaard.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van Business Investment Coach Holding B.V. ongegrond inzake afwijzing subsidieaanvragen COVID-19.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond, omdat het bezwaarschrift te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 2] ongegrond wegens te late indiening van het bezwaarschrift tegen de subsidieaanvraag MKB COVID-19.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond, omdat het bezwaarschrift te laat is ingediend en niet-ontvankelijk is verklaard door de minister.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek van de Stichting House of Animals Foundation om voorlopige voorziening af, oordelend dat er voldoende waarborgen zijn voor het welzijn van de achtergebleven honden.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak 23/44 en verklaart zich onbevoegd in de zaak 23/53, betreffende bestuursdwang aan een hondenfokker.

Beroep ongegrond verklaard; termijnoverschrijding bezwaar niet verschoonbaar; minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Het College verklaart het verzet van Greenboats B.V. gegrond en verwijst de zaak naar een meervoudige kamer. De staatssecretaris wordt veroordeeld tot proceskosten van € 418,50.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond en bevestigt de vastgestelde tegemoetkoming van € 297.654,91 door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de veehouder niet als erkend koper/ontvanger van boerderijmelk kan worden erkend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van LNV terecht bestuursdwang heeft toegepast door 43 stuks jongvee van een veehouder af te voeren wegens overtredingen van de Wet Dieren. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van een veehouder tegen bestuursdwang en kostenbesluiten niet-ontvankelijk, omdat er geen procesbelang is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de veehouder terecht een bestuursdwangbesluit en kostenbesluiten heeft gekregen wegens overtredingen van de Wet Dieren. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

Beroep van een veehouder tegen een last onder dwangsom wegens onvoldoende drinkwater voor runderen ongegrond verklaard. Minister heeft terecht vastgesteld dat runderen niet over voldoende drinkwater beschikten.

Het verzoek om herziening van een veehouder inzake een eerdere uitspraak over bestuursdwang en dierenwelzijn is afgewezen, omdat geen nieuwe feiten zijn aangedragen.

Hoger beroep van een veehouder tegen een boete van € 2100,- voor overtredingen van hygiënevoorschriften. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de boete passend is.

Hoger beroep van een veehouder tegen de rechtbank Rotterdam over informatieverplichting inzake hygiëne melkwinning is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de veehouder het eens was met de eerdere uitspraak.

Beroep van een veehouder tegen bestuursdwangbesluit wegens overtredingen van de Wet Dieren ongegrond verklaard. Minister handelde terecht.

Beroep van een veehouder tegen kosten van hercontroles onder de Wet Dieren ongegrond verklaard. Kosten in overeenstemming met Europese regelgeving.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een veehouder ongegrond, omdat de brief van de minister over hercontroles geen besluit is in de zin van de Awb.

Het College verklaart het beroep van de veehouder ongegrond, omdat de brief van de minister geen besluit is in de zin van de Awb en het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

Beroep van een veehouder tegen kosten van hercontrole door de minister van LNV ongegrond verklaard.

Beroep van een veehouder tegen kosten van hercontrole door de minister van LNV ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van de veehouder tegen de last onder bestuursdwang niet-ontvankelijk, omdat hij aan de last heeft voldaan en geen belang meer heeft bij een beoordeling.

Beroep van een veehouder tegen kosten van hercontrole onder de Wet Dieren ongegrond verklaard. Kosten van € 355,08 in rekening gebracht door de minister van LNV voor herinspectie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een veehouder tegen het COKZ ongegrond, omdat de brief van het COKZ geen besluit is in de zin van de Awb.

Het College verklaart het beroep ongegrond wegens te late indiening van het bezwaar tegen de afwijzing van de subsidie COVID-19. Geen verschoonbare termijnoverschrijding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 17 januari 2023 het beroep van een V.o.f. ongegrond verklaard, omdat de aanvraag voor subsidie op basis van de TVL-regeling voor Q1 2021 terecht was afgewezen op basis van gegevens van de Belastingdienst.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de KvK terecht de ontbinding van een v.o.f. heeft ingeschreven per 1 augustus 2020, ondanks de betwisting van de appellant over de datum.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt. Het beroep is ongegrond.

Het College verklaart de uitsluiting van MKB-ondernemingen van subsidie op basis van de SVL willekeurig en onverbindend, en vernietigt het bestreden besluit.

Het College verklaart het beroep ongegrond; termijnoverschrijding bezwaar niet verschoonbaar door ongeval adviseur.

Het College heeft de minister veroordeeld tot het vaststellen van de subsidie op € 22.296,40 en vernietigt het eerdere besluit dat deze op € 0,- had vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een sierteeltondernemer ongegrond, omdat de subsidie op nihil is vastgesteld op basis van onvoldoende omzetverlies tijdens de referentieperiode.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat haar inschrijving in het handelsregister niet binnen de vereiste periode voor subsidie op grond van de SVL viel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaar van [naam 2] te laat is ingediend. Er is geen bewijs van tijdige indiening geleverd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Dutch Viking Group B.V. gegrond, vernietigt het besluit van de minister en draagt op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het bezwaar van [naam] V.O.F. tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de subsidieaanvragen van Retailors-FL NK Ventures B.V. afgewezen, omdat de SBI-code 64.92.3 (participatiemaatschappijen) niet in aanmerking komt voor subsidie onder de TVL.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar verzoek om de omzet te extrapoleren. Het beroep is ongegrond.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een startende ondernemer onder de TVL, omdat de regeling geen oplossing biedt voor ondernemers zonder omzet vóór 15 maart 2020, in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

De Raad van State heeft het beroep van Euro-techniek B.V. en Wijkvereniging Ooievaarsnest tegen het bestemmingsplan "De Run 4200, snelfietsroute" ongegrond verklaard, oordelend dat de raad voldoende rekening heeft gehouden met verkeersveiligheid en belangen van omwonenden.

De Raad van State vernietigt de sluiting van de woning van [appellant] door de burgemeester van Amsterdam, maar laat de rechtsgevolgen in stand. De sluiting was onvoldoende onderbouwd en de belangen van [appellant] niet goed afgewogen.

Het beroep van Stichting [naam 1] tegen de afwijzing van de TVL-aanvraag is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de minister alsnog TVL heeft verleend voor Q4 2020. Geen recht op TVL voor latere kwartalen zonder aanvraag.

Het College verklaart het beroep tegen het herzieningsbesluit ongegrond en het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk, met vergoeding van griffierecht aan appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over fosfaatrechten en ontheffingen onder de Meststoffenwet. Appellante krijgt een ontheffing van 2.876 kg vanwege een hittegolf. Immateriële schadevergoeding van € 2.000,- wordt toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College oordeelt dat verweerder ten onrechte heeft ingestemd met rechtstreeks beroep en zendt het beroepschrift terug als bezwaarschrift.

Het College vernietigt de verlaagde subsidie aan appellante en stelt deze vast op € 77.430,38, omdat bijzondere omstandigheden de lagere vaststelling onevenredig maakten.

Beroepen tegen niet-tijdig beslissen op subsidieaanvragen COVID-19 zijn niet-ontvankelijk verklaard. Appellante heeft niet aangetoond dat ingebrekestelling niet nodig was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de minister van Economische Zaken en Klimaat terecht het eerste kwartaal van 2019 als referentieperiode voor de subsidie heeft gehanteerd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over heffingen van areaalbijdragen en keuringsbijdragen voor boomkwekerijen. Appellante betwist de heffingen, maar het College oordeelt dat zij niet heeft aangetoond dat een deel van haar kwekerij uit eindmateriaal bestaat. Het besluit van verweerster wordt vernietigd, maar de heffingen blijven in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek om herziening van een subsidie afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het beroep van de Coöperatieve Inkoopcombinatie Dranken Compagnie U.A. tegen de afwijzing van hun subsidieaanvraag op grond van de TVL is ongegrond verklaard. De appellante voldeed niet aan de voorwaarde van omzetverlies van ten minste 30%.

Het beroep van appellant inzake subsidie COVID-19 is niet-ontvankelijk verklaard omdat hij niet voldeed aan de voorwaarde van 30% omzetverlies. Het griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een ondernemer ongegrond, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij voldoet aan de vereisten voor de tegemoetkoming COVID-19.

Het College verklaart het beroep van Vallen Wonen B.V. tegen de afwijzing van de subsidie op grond van de TVL ongegrond, maar het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit gegrond, met een dwangsom van € 902,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 16 augustus 2022 de minister van Landbouw veroordeeld tot vergoeding van € 2.600,- aan proceskosten in het kader van de Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19.

Appellante verzet zich tegen subsidieverlening op basis van SBI-code 46.41.2 voor COVID-19 steun. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht deze code hanteerde en het beroep ongegrond verklaart.

Beroep ongegrond verklaard; verzoek om schadevergoeding afgewezen. Geen nieuw gebleken feiten voor herziening van fosfaatrecht.

Het College verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de weigering om de I&R-registratie te hertellen geen besluit is in de zin van de Awb.

De Raad van State bevestigt de sluiting van een woning in Rotterdam wegens drugshandel en wapenbezit, oordelend dat de burgemeester zijn bevoegdheid terecht heeft gebruikt.

Hoger beroep van [appellant] tegen sluiting woning door burgemeester na aantreffen drugs. Bevoegdheid en noodzaak sluiting bevestigd door Raad van State.

Hoger beroep van [appellant A] en [appellant B] tegen sluiting van hun woning door de burgemeester van Beek wegens hennepteelt. De Raad van State bevestigt de bevoegdheid van de burgemeester en de sluiting.

Hoger beroep van AGA SAAT GmbH en Waalhaven Douane Service B.V. over de vernietiging van sesamzaad uit India wegens overschrijding van de maximumresidugehalten voor ethyleenoxide. Het College bevestigt de uitspraak van de voorzieningenrechter dat terugzending niet mogelijk is en vernietiging noodzakelijk is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de ontbinding van [naam 1] B.V., [naam 2] B.V. en [naam 3] B.V. op grond van artikel 2:19a BW terecht, omdat zij niet actief waren in het maatschappelijk verkeer en hun verplichtingen niet nakwamen.

Het College vernietigt de afwijzing van subsidieaanvragen voor COVID-19 steun, oordeelt dat de verweerder niet mocht afwijken van de aangifte omzetbelasting en draagt nieuwe besluiten op binnen zes weken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag voor een sensorsysteem, waarbij de procedure zorgvuldig is verlopen en geen sprake is van vooringenomenheid.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat appellante niet voldeed aan de subsidievoorwaarden voor haar zonne-pv-installatie.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over afwijzing wijzigingsverzoek subsidie demontabele windturbine. Bezwaar tegen afschrijvingsduur niet-ontvankelijk verklaard, maar College oordeelt dat dit onterecht was. Beroep gegrond verklaard, maar bezwaar inhoudelijk ongegrond.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. niet-ontvankelijk, omdat verweerder de subsidie TVL alsnog heeft toegekend. Verweerder moet het griffierecht van € 360,- vergoeden.

Het College oordeelt dat de appellant als starter moet worden aangemerkt voor de TVL-subsidie, en vernietigt het besluit van de minister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de ISDE-aanvraag voor een warmtepomp afgewezen omdat de omgevingsvergunning na 30 juni 2018 was aangevraagd en de warmtepomp niet voor 1 januari 2020 was aangeschaft. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het beroep van appellante tegen de afwijzing van haar subsidieaanvraag is niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de ISDE-aanvraag voor een warmtepomp afgewezen omdat deze te laat was ingediend, ondanks persoonlijke omstandigheden van de appellant.

Het College vernietigt het bestreden besluit en verleent subsidie aan Stichting [naam 1] op basis van SBI-code 55.20.1, tot € 116.273,54.

Subsidieaanvraag TVL Q4 2020 afgewezen wegens onvoldoende omzetverlies. Vakantiesluiting niet als bijzondere omstandigheid erkend. Beroep ongegrond.

Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de omzetverliescriteria van de TVL, ondanks haar argumenten over bijzondere omstandigheden.

Hoger beroep ongegrond verklaard; boete voor overtreding rookverbod in horeca bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep van appellante ongegrond en bevestigt de boete opgelegd door de staatssecretaris wegens niet-naleving van hygiënevoorschriften.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat appellante geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden heeft aangedragen in haar verzoek om herziening van het fosfaatrecht.

Het College verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond, met proceskostenvergoeding aan de appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn voor herziening van het fosfaatrecht.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoeker onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de huisvesting voor de papegaaien voldoet aan de wet- en regelgeving.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de intrekking van de taxivergunning en lijnbusbaanontheffing gerechtvaardigd is door ernstige verkeersovertredingen van de verzoeker.

Beroep ongegrond; subsidie aanvraag afgewezen wegens onvoldoende omzetverlies; proceskostenveroordeling.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarde van 30% omzetverlies voor subsidie op basis van de TVL-regeling. Beroep ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de aangifte omzetbelasting niet voldeed aan de voorwaarde van 30% omzetverlies voor subsidie op grond van de TVL.

Tussenuitspraak over subsidie TVL voor Q4 2020, waarbij de minister de subsidie verlaagde door buitenlandse omzet niet mee te rekenen. College draagt minister op het besluit te herstellen.

Het College verklaart het beroep van de BV ongegrond, omdat de minister de subsidie voor Q4 2020 terecht op nihil heeft vastgesteld wegens onvoldoende omzetverlies.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 2] ongegrond, omdat de minister de subsidie terecht op nihil heeft vastgesteld op basis van onvoldoende omzetverlies.

Het beroep van appellante om een subsidie op grond van de TVL is ongegrond verklaard, omdat zij in de referentieperiode geen omzet had gerealiseerd en niet voldeed aan de voorwaarden voor de tegemoetkoming.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; verzoekster voldeed niet aan voorwaarden voor subsidie COVID-19.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat de minister de subsidie heeft toegekend. Verweerder moet het griffierecht van € 181,- vergoeden.

Het College oordeelt dat de wijziging van de inschrijving bij de KvK voor een nieuwe bedrijfsactiviteit in een bestaande eenmanszaak als eerste inschrijving moet worden aangemerkt. Het beroep van appellante is gegrond en het bestreden besluit wordt vernietigd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een sportschool ongegrond, omdat deze niet voldoet aan de subsidievoorwaarden van de TVL-regeling, waaronder een omzetverlies van 30%.

Tussenuitspraak over de berekening van de tegemoetkoming voor land- en tuinbouwondernemers in het kader van COVID-19, waarbij het College oordeelt dat de minister de omzetderving onjuist heeft berekend.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroep ongegrond; tegemoetkoming COVID-19 vastgesteld op nihil voor gerberakwekerij.

Het College verklaart het beroep van een sierteeltondernemer ongegrond, omdat het jaar 2019 terecht is meegenomen in de berekening van de omzetderving voor de TLTO.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst beroep af; appellante voldeed niet aan 30% omzetverlies voor COVID-19 tegemoetkoming.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heropent het onderzoek naar de tegemoetkoming voor een ondernemer in de sierteelt, na een eerdere afwijzing door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorzieningen af, omdat verzoekster geen spoedeisend belang meer heeft en de verzoeken kennelijk ongegrond zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de afwijzing van de TVL-subsidie, maar vergoedt het griffierecht en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante gegrond en vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag op basis van de TVL, omdat verweerder ten onrechte de omzet van appellante in de referentieperiode had gehanteerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vraagt het Hof van Justitie om verduidelijking over de beoordeling van hormoonontregelende eigenschappen bij de toelating van het gewasbeschermingsmiddel Dagonis, dat difenoconazool bevat.

Het College verklaart het beroep van appellante gegrond en vernietigt het bestreden besluit over de subsidie op basis van de TVL, waarbij onvoldoende rekening is gehouden met de feitelijke activiteiten van de onderneming.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. gegrond en vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor TVL Q4 2020, omdat de regeling onvoldoende rekening hield met de feitelijke activiteiten van de onderneming.

Het College vernietigt het besluit van de minister en oordeelt dat bij de subsidieaanvraag rekening gehouden moet worden met de feitelijke activiteiten van de onderneming, niet alleen met de inschrijving in het handelsregister.

Tussenuitspraak over motiveringsgebrek bij vervangingsbesluit subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19, waarbij het College oordeelt dat inkomsten uit fondsenwerving mogelijk als omzet moeten worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het wrakingsverzoek van 8 april 2022 afgewezen, omdat verzoeksters geen relevante feiten hebben aangedragen en misbruik maken van het wrakingsmiddel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontslag op andere gronden wegens verstoorde arbeidsverhouding en geen herplaatsing na detacheringen. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontslag op andere gronden en wijst verzoek om ontslagvergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen vaste aanstelling kreeg en dat het college niet verplicht was om de tijdelijke aanstelling te verlengen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het wrakingsverzoek van [naam 1] B.V., [naam 2] B.V. en [naam 3] B.V. afgewezen wegens evident misbruik van het wrakingsmiddel, zonder relevante gronden voor wraking.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond en handhaaft de last onder dwangsom wegens overtredingen van de Wet Dieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, waarbij de last onder bestuursdwang wegens overtredingen van de Wet Dieren wordt gehandhaafd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond omdat appellante te laat bezwaar heeft gemaakt tegen een subsidieaanvraag op basis van de TVL-regeling.

Het College oordeelt dat de termijnoverschrijding van appellante verschoonbaar is, vernietigt het bestreden besluit en veroordeelt de minister in de proceskosten.

Het College vernietigt besluiten van de minister en herroept primaire besluiten. Appellante ontvangt € 13.500,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake het kostenbesluit na aantreffen van AMOZ in kalveren. De kosten werden herberekend op € 275.846,14.

Het College heeft het verzoek om schadevergoeding toegewezen en de minister veroordeeld tot betaling van € 14.882,55 wegens onrechtmatige besluitvorming met betrekking tot fosfaatrechten.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag van [naam 1] B.V. voor TVL Q4 2020, omdat de regeling ondernemers met onjuiste SBI-code niet adequaat behandelt.

College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt besluiten over tarieven voor officiële keuringen in slachthuizen en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaar van appellante tegen de subsidie niet tijdig was ingediend.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag van [naam 1] B.V. voor de TVL Q4 2020, oordeelt dat de regeling in strijd is met de wet en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat het bezwaar tegen de subsidie niet-ontvankelijk is verklaard wegens te late indiening.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van appellante gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, omdat de hoofdactiviteit van appellante onder SBI-code 93.11.9 valt, niet onder 68.20.4.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank die de boete tegen [naam 1] B.V. vernietigde, omdat er geen verplichting tot validatie van het zuiveringsproces bestond. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de besluiten van de minister inzake garanties van oorsprong voor glycerinewater, oordeelt dat appellanten gebruik mochten maken van naar haar aard zuivere biomassa en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College vernietigt de korting op GvO’s door de minister, oordeelt dat het eerste meetrapport tijdig was ingediend en veroordeelt de minister in proceskosten van € 1.518,-.

Het College heeft het beroep van appellanten gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen zes maanden op hun aanvraag te beslissen over de aanwijzing van het rendier als toegestane diersoort voor circussen.

Appellante, een aardappelteler, kreeg een tegemoetkoming van € 4.500,- toegewezen na vernietiging van aardappelen door coronamaatregelen, ondanks onvoldoende bewijs van het aantal vernietigde aardappelen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante gegrond en vernietigt de bestreden besluiten over subsidieaanvragen voor MKB-ondernemingen, waarbij de juiste SBI-code moet worden toegepast.

Het beroep van appellante is ongegrond verklaard. De minister heeft terecht de SBI-code 78.20.2 gehanteerd voor de subsidie, omdat appellante op de peildatum niet correct was ingeschreven in het handelsregister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat haar hoofdactiviteit niet onder de juiste SBI-code valt voor subsidie op basis van de TVL.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de aanvraag voor TVL-subsidie ongegrond is, omdat de SBI-code niet overeenkomt met de bijlage van de regeling. De verantwoordelijkheid voor correcte inschrijving ligt bij de appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de SBI-code 55.20.1 niet past bij de activiteiten van appellante, die zich bezighoudt met bemiddeling bij verhuur. Beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de aanvraag voor TVL-subsidie niet voldoet aan de voorwaarden van omzetverlies en vaste lasten.

Het College verklaart het beroep ongegrond, maar vergoedt het griffierecht en de proceskosten aan de appellante. De SBI-code 25.11 was van toepassing, niet 90.01.2.

Tussenuitspraak over de berekening van omzetverlies bij subsidieaanvraag TVL, waarbij de minister onvoldoende motiveert waarom de omzet niet kan worden vastgesteld aan de hand van de overgelegde stukken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de last onder dwangsom wegens onvoldoende bewijs van taxivervoer zonder vergunning. Beroep gegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een bowling- en poolcentrum ongegrond, omdat het niet voldeed aan de SBI-code vereisten voor HVA opslag onder de TVL Q4 2020.

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd in een verzoek om voorlopige voorziening, omdat niet is vastgesteld met welk besluit het verzoek samenhangt.

Het beroep van [appellant] tegen de afwijzing van het handhavingsverzoek is ongegrond verklaard. Het college heeft terecht geoordeeld dat de werkzaamheden op Hemkade 48 niet gemeld hoefden te worden en geen risico's voor mens en milieu opleverden.

De Raad van State verklaart het beroep van een appellante tegen de instemming met het evaluatieverslag van de bodemsanering op Hemkade 48 te Zaandam ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek om schadevergoeding van een melkveehouder afgewezen, omdat onvoldoende bewijs was geleverd voor de gestelde schade en het causaal verband met het onrechtmatig handelen van de minister.

Het College wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen causaal verband is tussen de onrechtmatige besluitvorming en de gestelde schade door verzoekster.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst verzoek om schadevergoeding af en verklaart beroep ongegrond inzake afwijzing melding fosfaatrechten.

Appellant verzocht om ongedaanmaking van een intrekking van een beroep. Het College verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, maar kende schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 11 januari 2022 een verzoek om schadevergoeding toegewezen aan een melkveehouder wegens onterecht verlaagde fosfaatrechten, met een schadevergoeding van € 7.560,- en proceskosten van € 759,-.

Het College oordeelt dat de appellante geen recht heeft op fosfaatrecht voor mannelijk jongvee en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het beroep op de startersregeling slaagt niet. Er is geen sprake van een individuele en buitensporige last. Schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij daadwerkelijk schade heeft geleden door het herzieningsbesluit van 1 oktober 2018.

Global Sports Communication B.V. verliest beroep tegen afwijzing subsidieaanvraag TVL; omzetverlies niet aangetoond, geen strijd met evenredigheidsbeginsel.

Appellante, een horecaonderneming, kreeg geen TVL-subsidie omdat er geen omzetverlies was in de referentieperiode. Het College verklaarde het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Economische Zaken en Klimaat zijn beleid niet consistent heeft toegepast bij de afwijzing van een aanvraag voor tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel COVID-19. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit wordt vernietigd.

Het College verklaart het beroep ongegrond. De afwijzing van de aanvraag voor tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel is terecht, omdat appellante niet stond ingeschreven in het handelsregister op de peildatum.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een tegemoetkoming op basis van een onjuiste SBI-code.

Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-betaling griffierecht.

Beroep tegen bestemmingsplan Zuidas Vivaldi kavel 13 ongegrond verklaard; geen procesbelang voor appellanten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de herberekening van GLB-betalingen voor 2015, oordeelt dat de minister onvoldoende motiveerde waarom verklaringen van de verdachte zwaarder moesten wegen dan die van appellante, en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de verzoeken om restitutie van doorverkoopheffing en schadevergoeding afgewezen, omdat de redelijke termijn niet was overschreden en geen onrechtmatige besluitvorming was aangetoond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag om restitutie van doorverkoopheffing afgewezen wegens gebrek aan bewijs. Wel is een schadevergoeding van € 500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellanten [naam 1] B.V. en [naam 2] hebben beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om restitutie van doorverkoopheffingen. Het College heeft de beroepen ongegrond verklaard, maar schadevergoeding toegekend wegens termijnoverschrijding.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond en de beroepen van [naam 2] en [naam 3] niet-ontvankelijk. Schadevergoedingsverzoeken worden afgewezen.

Tussenuitspraak over ontheffingsverzoeken voor optreden met rendieren en zeboes; College oordeelt dat verzoeken te beperkt zijn opgevat en draagt verweerder op om binnen acht weken het gebrek te herstellen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 20% heeft opgelegd wegens niet-naleving van mestverwerkingsvoorschriften. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard.

De Raad van State vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van [appellante] gegrond, omdat haar beroep op het gelijkheidsbeginsel onvoldoende was onderbouwd door de minister.

De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de staatssecretaris geen boete mocht opleggen aan de stichting voor overtreding van het Arbobesluit na een ongeval tijdens een circusopleiding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen terecht is opgelegd wegens niet-naleving van mestopslagvoorschriften.

De voorzieningenrechter schorst het besluit van 16 april 2021 tot zes weken na de beslissing op bezwaar en veroordeelt verweerder in de proceskosten van € 748,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opnieuw moet beoordelen of de geregistreerde dieren als melk- en kalfkoeien moeten worden gekwalificeerd en of appellante recht heeft op de knelgevallenregeling.

Het beroep van appellante tegen de fosfaatrecht vaststelling door de minister is ongegrond verklaard. Appellante kon niet aantonen dat de gronden van de overgenomen maatschap tot haar bedrijf behoorden, waardoor de generieke korting van 8,3% terecht werd toegepast.

Hoger beroep over de verplaatsing van een woonboot; rechtbank verklaarde beroep niet-ontvankelijk, maar Raad van State vernietigt deze uitspraak en benadrukt rechtsbescherming.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellante opzettelijk de regels voor het aanwenden van mest heeft overtreden, wat leidt tot een randvoorwaardenkorting van 20% op de rechtstreekse betalingen voor 2018.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. gegrond, vernietigt het bestreden besluit en oordeelt dat de startdatum van de activiteiten op 17 februari 2020 moet worden vastgesteld.

Appellant stelt beroep in tegen herberekening van uitbetaling van betalingsrechten over 2016 en 2017. Het College oordeelt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij het perceel feitelijk in gebruik had. Beroepen ongegrond verklaard.

Verzoek om schadevergoeding afgewezen; verzoekster heeft geen schade aangetoond als gevolg van onrechtmatig besluit over fosfaatrechten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat 259 dieren van appellante terecht niet als melkvee zijn aangemerkt, wat gevolgen heeft voor de fosfaatrechten. Het beroep is ongegrond verklaard.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; spoedeisend belang niet aangetoond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond; de afwijzing van de subsidieaanvraag op basis van de TVL-regeling is terecht, omdat de werkelijke vaste lasten niet in aanmerking worden genomen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de TVL-regeling, omdat de referentieperiode niet kon worden aangepast.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die een herziening van het fosfaatrecht rechtvaardigen.

Het College bevestigt de juiste toepassing van de knelgevallenregeling door de minister en oordeelt dat appellante onvoldoende onderbouwing heeft geleverd voor haar stellingen. Het beroep is gegrond voor proceskosten, maar ongegrond voor het overige.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat appellante niet aannemelijk maakte dat zij schade had geleden door het onrechtmatige besluit van de minister inzake fosfaatrecht.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de subsidie is gebaseerd op de geregistreerde SBI-code op de peildatum, niet op feitelijke activiteiten.

Beroep ongegrond; appellante voldoet niet aan vestigingsvereiste voor TVL-subsidie.

Het College vernietigt het besluit van de minister inzake fosfaatrecht en draagt op een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met gewijzigde rechtspraak.

Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat de overname van een bedrijf niet voldeed aan de voorwaarden van de Meststoffenwet. Het fosfaatrecht is terecht met 10% verlaagd.

Het beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel COVID-19 is ongegrond verklaard. De aanvraag werd terecht afgewezen omdat de onderneming niet correct was ingeschreven.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een raamprostitutiebedrijf ongegrond, omdat de SBI-codes niet in de Beleidsregel zijn opgenomen en de minister zijn beleid consistent heeft toegepast.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de appellante recht heeft op een tegemoetkoming van € 4.000,- op basis van de SBI-code, ondanks eerdere afwijzing door de minister.

Het College vernietigt het bestreden besluit en stelt het fosfaatrecht van appellante vast op 2.000 kg, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen buitensporige last oplevert.

Het beroep van een melkveehouderij tegen de fosfaatrecht vaststelling werd ongegrond verklaard. De minister had terecht geen rekening gehouden met verpachte percelen, waardoor appellante als niet-grondgebonden bedrijf werd aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep gegrond en veroordeelt verweerder tot schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Beroep ongegrond; appellante had geen geldige gebruikstitel voor percelen op 15 mei 2018, maar schadevergoeding van € 500,- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de eerdere besluiten herroepen wegens strijd met de wet. Verweerder is veroordeeld in de proceskosten van appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met de kosten van verpachte grond bij de compensatie voor fosfaatrechten. Het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder moet een nieuw besluit nemen.

Appellant krijgt € 25.000,- schadevergoeding voor het ontbreken van fosfaatrechten en € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert.

Het College verklaart het beroep ongegrond en kent een schadevergoeding van € 500,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.

Appellant voldoet niet aan de voorwaarden van de startersregeling voor fosfaatrechten. Het College oordeelt dat er geen sprake is van een individuele en buitensporige last en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van de minister inzake fosfaatrechten voor jongvee en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant geen schade heeft aangetoond door het niet kunnen beschikken over fosfaatrechten, maar kent wel € 1.500,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Dierenkliniek Den Ham B.V. ongegrond, wegens overtreding van de wetgeving omtrent biociden.

Het College oordeelt dat de vaststelling van het fosfaatrecht zonder compensatie voor de tijdelijke verpachting van grond een buitensporige last oplevert en in strijd is met artikel 1 van het EP. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit wordt vernietigd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de rechtbank Overijssel onbevoegd was en verklaart het beroep van appellante ongegrond.

Beroep ongegrond; appellante verzocht om andere referentieperiode voor subsidie TVL, maar College oordeelt dat staatssecretaris terecht geen uitzondering maakte.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat de subsidie aan appellante wordt verstrekt op basis van SBI-code 50.30, met een percentage van 43% van de omzet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 8 juni 2021 besloten dat beperking van kennisneming van vertrouwelijke stukken gerechtvaardigd is in het kader van een bestuursrechtelijke procedure.

Het College verklaart het beroep van Stichting Pesticide Action Network Netherlands gegrond wegens niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar en legt een dwangsom op aan verweerder.

Appellant verliest beroep tegen afwijzing fosfaatrechten; geen voortzetting van bedrijf na beëindiging V.O.F.; zorgvuldigheidsgebrek vastgesteld.

Het College verklaart het beroep van appellant tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond, maar vergoedt het griffierecht en de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante geen individuele en buitensporige last ondervindt van het fosfaatrechtenstelsel en verklaart het beroep ongegrond.

Het College verklaart het beroep ongegrond, oordelend dat de minister zijn beleid consistent heeft toegepast en geen bijzondere omstandigheden aanwezig zijn die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigen.

Het College verklaart het beroep van de BV tegen de afwijzing van de tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel COVID-19 ongegrond, omdat de minister zijn beleid consistent heeft toegepast.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een BV ongegrond, omdat de aanvraag voor tegemoetkoming op basis van SBI-codes terecht is afgewezen door de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellant, een melkveehouder. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 18 mei 2021 de beroepen van een B.V. gegrond verklaard en de bestreden besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vernietigd, met een opdracht tot het nemen van nieuwe besluiten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 18 mei 2021 de beroepen van [naam 1] B.V. gegrond verklaard en de bestreden besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vernietigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom en dat appellante niet aantoont dat het een buitensporige last oplegt. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht wordt vergoed.

Beroep van Maatschap [naam 1] tegen fosfaatrecht vastgesteld door de minister ongegrond verklaard. Belangen fosfaatrechtenstelsel wegen zwaarder dan individuele belangen appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet heeft aangetoond dat zij recht heeft op de knelgevallenregeling in het kader van de Meststoffenwet. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrecht correct is vastgesteld en het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrecht correct is vastgesteld en dat appellante geen individuele en buitensporige last ondervindt van het fosfaatrechtenstelsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 4 mei 2021 de minister van Landbouw veroordeeld in de proceskosten van de appellant na intrekking van het beroep inzake fosfaatrecht.

Het College verklaart het beroep van [naam] B.V. tegen de afwijzing van de tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel COVID-19 ongegrond, omdat de SBI-code niet in Bijlage 1 staat.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een appellant tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat ongegrond, omdat de aanvraag voor tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel COVID-19 niet voldeed aan de voorwaarden.

Het College verklaart het beroep van [naam] B.V. ongegrond, omdat de minister zijn beleid consistent heeft toegepast en er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de weigering van de minister van Economische Zaken en Klimaat om een Energie-investeringsverklaring af te geven, omdat onomkeerbare verplichtingen niet zijn aangetoond.

Tussenuitspraak over de aanvraag van een ondernemer voor een coronategemoetkoming, waarbij het College oordeelt dat het beleid niet consistent is toegepast en verweerder een nieuw besluit moet nemen.

De voorzieningenrechter heeft beide verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen, omdat onverwijlde spoed ontbreekt en de verzoeken kennelijk ongegrond zijn.

Het College verklaart het beroep tegen de niet-ontvankelijkheid van bezwaar ongegrond en draagt de minister op het griffierecht te vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de appellant niet kon aantonen dat zijn bedrijfsruimte voldeed aan het vestigingsvereiste voor de tegemoetkoming COVID-19.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam] B.V. ongegrond, omdat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk was wegens termijnoverschrijding.

Het College verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, omdat de minister terecht negen percelen landbouwgrond buiten beschouwing heeft gelaten bij de fosfaatruimte vaststelling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf ongegrond inzake fosfaatrechten, oordelend dat de investeringsbeslissingen niet navolgbaar zijn en dat milieu- en volksgezondheidsbelangen zwaarder wegen.

Het College vernietigt het bestreden besluit en stelt het fosfaatrecht van appellant vast op 4.098 kg, erkent dat de melkproductie van 2015 niet representatief is en dat de melkproductie van 2014 moet worden toegepast.

Het College oordeelt dat geen fosfaatrecht kan worden toegekend voor jongvee dat niet voor de melkveehouderij wordt gehouden. Appellant krijgt schadevergoeding wegens termijnoverschrijding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen inbreuk maakt op de eigendomsrechten van appellante, die niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een individuele en buitensporige last ondervindt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert en dat de belangen van milieu en volksgezondheid zwaarder wegen.

Het College oordeelt dat de termijnoverschrijding bij het indienen van bezwaar tegen een subsidie verschoonbaar is en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen.

Het College verklaart het beroep ongegrond en de bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Geen verschoonbare redenen voor de termijnoverschrijding aangetoond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de bezwaartermijn niet is aangevangen door onjuiste bekendmaking van het besluit. Verweerder moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen.

Appellante krijgt geen fosfaatrechten voor 94 runderen, maar wel € 1.500,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellante Veehouderij [naam 1] V.O.F. verliest beroep tegen fosfaatrechtenstelsel; recht op € 1.000,- schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst beroep van V.O.F. [naam 1] tegen afwijzing startersregeling Meststoffenwet ongegrond; appellante voldeed niet aan voorwaarden.

Het College oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor fosfaatrechten en dat er geen schending van het gelijkheidsbeginsel is. Tevens wordt schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van de appellante ongegrond, maar kent haar € 1.000,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn. De investeringen in de nieuwe stal worden niet als bedrijfseconomisch noodzakelijk beschouwd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom en de investeringsbeslissingen niet navolgbaar zijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom en dat de appellant zelf verantwoordelijk is voor zijn situatie.

Het College verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen buitensporige last oplevert en dat de uitbreiding van het bedrijf tot het ondernemersrisico behoort.

Het College vernietigt de beslissing van de minister om de Afrikaanse dwergmuis op de positieflijst te plaatsen wegens ondeugdelijke motivering en draagt de minister op binnen 26 weken opnieuw te beslissen.

Het College verklaart de beroepen van de Stichting Platform Verantwoord Huisdierenbezit niet-ontvankelijk, omdat de gewenste rechtsgevolgen al zijn bereikt met de plaatsing van de diersoorten op de positieflijst.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroep ongegrond inzake afwijzing TOGS-aanvraag door onjuiste SBI-code inschrijving in handelsregister.

Hoger beroep van [appellant] tegen besluit college Utrecht over last onder dwangsom voor gebreken aan verhuurpand. De Raad van State vernietigt eerdere uitspraak over cv-installatie, handhaaft andere overtredingen.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de subsidieaanvraag voor milieuvoordeel niet op het niveau van de eigen onderneming wordt behaald.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over bestuursdwang en dwangsom opgelegd aan een hondenfokkerij. Beroep tegen invorderingsbesluit niet-ontvankelijk, schadevergoeding van € 2.500,- toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het bestreden besluit en herroept de last onder bestuursdwang wegens een onredelijk korte begunstigingstermijn. Tevens wordt de minister veroordeeld tot schadevergoeding van € 500,- voor immateriële schade en € 1.068,- voor proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een herhaalde aanvraag voor een S&O-verklaring, omdat geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangetoond.

De Raad van State vernietigt het besluit van de gemeente Amersfoort tot vaststelling van het bestemmingsplan "Laan van Duurzaamheid" en verklaart de beroepen van [appellant sub 1] en Tankstation De Hoogekamp B.V. gegrond.

Tussenuitspraak over een subsidieaanvraag van een MKB-onderneming op basis van de TVL, waarbij het College oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat de SBI-code de hoofdactiviteit weergeeft.

Tussenuitspraak over de subsidieaanvraag van appellante [naam 1] V.O.F. op basis van de TVL-regeling, waarbij het College oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd dat de SBI-code 79.11 de hoofdactiviteit is.

Tussenuitspraak over de toekenning van subsidie op basis van de TVL-regeling, waarbij het College de staatssecretaris opdraagt het motiveringsgebrek te herstellen voor 22 januari 2021.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de bedrijfsblokkade van een melkveehouder wegens niet-tijdige geboortenmeldingen, maar handhaaft de rechtsgevolgen van het verbod. Schadevergoeding van €1.000,- wordt toegekend.

De Raad van State oordeelt over de afwijzing van Greenpeace's handhavingsverzoek tegen bedrijven wegens overtredingen van de Europese Houtverordening. De minister moet nieuwe besluiten nemen.

Hoger beroep van [appellant A] en [appellante B] tegen last onder dwangsom voor pergola. Hoger beroep ongegrond, beroep tegen invordering dwangsom gegrond.

Hoger beroep over omgevingsvergunning voor akkerbouwbedrijf en distilleerderij in Baarle-Nassau; vergunning vernietigd wegens strijd met bestemmingsplan.

De minister moet inzicht geven in de tarieven voor controles bij slachthuizen. Proceskostenveroordeling van € 6.693,75.

Het CBb oordeelt dat de minister van LNV inzicht moet geven in de tarieven voor controles bij slachthuizen, die moeten voldoen aan Europese regels. Nieuwe besluiten moeten binnen 26 weken worden genomen.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een rundveehouderij wegens disproportionaliteit in de sanctie voor niet-geregistreerde geboorten.

Het College vernietigt het verbod op verhandeling van runderen opgelegd aan appellante wegens registratieproblemen en oordeelt dat de minister geen bevoegdheid had voor de bedrijfsblokkade.

Het College oordeelt dat de verplichting tot het melden van doodgeboorten bij runderen niet voortvloeit uit Europese regelgeving. De bedrijfsblokkade is onterecht opgelegd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de verplichting tot het melden van doodgeboorten bij runderen niet voortvloeit uit Europese regelgeving. De opgelegde bedrijfsblokkade is onrechtmatig en eerdere besluiten van de minister worden vernietigd.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat er geen wettelijke verplichting bestaat om dit te doen. Schadevergoeding wordt toegekend.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, omdat deze verplichting niet voortvloeit uit de relevante Europese regelgeving.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, omdat de relevante regelgeving deze verplichting niet ondersteunt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder onterecht was, omdat de verplichting om een doodgeboorte te melden niet in de wet is opgenomen. De melkveehouder ontvangt schadevergoeding van € 1.631,33.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, oordelend dat de verplichting daartoe niet voortvloeit uit de relevante Europese regelgeving.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder wegens het niet melden van doodgeboorten, omdat de wettelijke basis hiervoor ontbreekt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de verplichting om doodgeboorten bij runderen te melden niet bestaat, waardoor een opgelegde bedrijfsblokkade onterecht was.

Het College oordeelt dat de verplichting tot het melden van doodgeboorten bij runderen niet voortvloeit uit de Europese regelgeving, waardoor de opgelegde bedrijfsblokkade onterecht was.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van doodgeboorten, omdat de wettelijke grondslag hiervoor ontbreekt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat de regelgeving dit niet vereist.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat de Europese regelgeving geen dergelijke verplichting bevat.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat de regelgeving dit niet vereist.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, oordelend dat de relevante regelgeving geen verplichting daartoe bevat.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een productie- en afzetprogramma in de visserijsector en draagt verweerder op opnieuw te beslissen.

Verzoek om herziening van eerdere uitspraken afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd.

Het College vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van appellante tot € 1.050,-.

Het College vernietigt het bestreden besluit inzake subsidievaststelling en oordeelt dat eigen bijdragen van derden subsidiabel zijn. Schadevergoeding van € 2.000,- en proceskosten van € 1.575,- worden toegewezen.

Het College vernietigt het bestreden besluit over LNV-subsidies, oordeelt dat bijdragen van derden subsidiabel zijn en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart de beroepen van appellante gegrond, vernietigt de bestreden besluiten en veroordeelt de minister tot schadevergoeding van € 4.500,- en proceskosten van € 3.675,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt het bestreden besluit inzake LNV-subsidies wegens onvoldoende motivatie en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen.

Hoger beroep van [appellant] tegen afwijzing handhavingsverzoek camping in Natura 2000-gebied ongegrond verklaard. Rapport Buro Bakker bevestigt geen overtredingen van Wet natuurbescherming.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de herziening van een randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen, ondanks een vrijspraak in een strafprocedure.

De Raad van State oordeelt over het bestemmingsplan "Laan van Duurzaamheid" en constateert gebreken in de motivering van de behoefte aan een tankstation en verkeersafwikkeling. De raad moet binnen 16 weken de gebreken herstellen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Stichting een Dier een Vriend gegrond verklaard en de minister opgedragen een nieuw besluit te nemen inzake handhaving tegen misleidende etikettering van zuivelproducten.

Einduitspraak over proceskosten in bestuursrechtelijke geschillen met betrekking tot betalingsrechten, waarbij de beroepen tegen de herziene besluiten 1 en 2 gegrond zijn verklaard en proceskosten zijn vastgesteld op € 1.837,50.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat het kennelijk ongegrond is. De intrekking van de Taxxxivergunning blijft van kracht.

De Raad van State verklaart het beroep van een agrarisch ondernemer ongegrond, die de weigering van de gemeente Utrechtse Heuvelrug om een bestemmingsplan vast te stellen aanvecht.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoekster niet overtuigend heeft aangetoond dat betaling van de factuur haar in een financiële noodsituatie zou brengen.

De zaak betreft de weigering van de NVWA om handhavend op te treden tegen houtimporterende bedrijven op verzoek van Greenpeace, met vragen over bevoegdheid en effectiviteit van handhaving onder de EU-Houtverordening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een taxichauffeur ongegrond, die zonder vergunning taxivervoer aanbood op een illegale opstapplaats in Amsterdam.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de intrekking van de Taxxxivergunning van een taxichauffeur in Amsterdam, na intrekking van de lijnbusbaanontheffing.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag voor een Taxxxivergunning afgewezen omdat de appellant niet was aangesloten bij een TTO, wat vereist is volgens de Taxiverordening. Het beroep werd ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellant taxivervoer aanbood zonder vergunning, ondanks zijn verweer. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid van het bezwaar door termijnoverschrijding. Appellant had zijn bezwaarschrift te laat ingediend.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Chugoku Paints B.V. ongegrond, en bevestigt de bevoegdheid van het Ctgb om zelf gevarenaanduidingen vast te stellen voor biociden.

Het College vernietigt de areaalbijdrage voor boomkwekerijgewassen en oordeelt dat Naktuinbouw een nieuw besluit moet nemen, waarbij alleen teeltmateriaal in rekening mag worden gebracht.

Het College verklaart het beroep van Boomkwekerij [naam 1] B.V. tegen de areaalbijdrage voor de keuring van boomkwekerijgewassen ongegrond.

Hoger beroep tegen omgevingsvergunning voor inrichting aan de Wiltonhaven te Schiedam. De Raad van State vernietigt eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelt dat het college de aanvraag niet zorgvuldig heeft voorbereid.

Appellant heeft geen procesbelang bij het beroep tegen de uitbreiding van de toelatingstermijn van het gewasbeschermingsmiddel Talent. Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; verzoek om hogere proceskostenvergoeding afgewezen. Verweerder moet griffierecht en forfaitaire proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de NAK terecht de pootaardappelen heeft afgekeurd wegens het ontbreken van een AM-vrijverklaring.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de berekening van de pluimveerechten en -eenheden.

Varkenshouderij [naam] B.V. verliest beroep tegen afwijzing ontheffing Meststoffenwet; beroep ongegrond verklaard door College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een maatschap van melkveehouders ongegrond inzake de melkveefosfaatreferentie, oordelend dat geen sprake is van een individuele, buitensporige last.

Hoger beroep over toegang tot het CABR door Stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden; rijksarchivaris moet verzoek doorzenden aan minister OCW.

Hoger beroep van accountant niet-ontvankelijk wegens ontbreken van gronden tegen uitspraak accountantskamer.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig indienen van gronden door appellanten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Firma [naam] V.O.F. ongegrond inzake de afwijzing van een ontheffing op grond van de Meststoffenwet door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De Raad van State vernietigt de sluiting van de woning van [appellant] door de burgemeester van Sittard-Geleen wegens onvoldoende rekening houden met zijn psychische problemen en de gevolgen van de sluiting.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in een zaak over overtredingen van de Wet dieren. De opgelegde maatregelen zijn voldoende onderbouwd.

Het College oordeelt dat de minister bevoegd was om maatregelen tegen fipronil op te leggen, maar dat er een motiveringsgebrek was. De rechtsgevolgen blijven in stand, maar de bestreden besluiten worden vernietigd omdat appellanten niet in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze te geven.

Het College vernietigt besluiten van de NVWA over fipronilgebruik door pluimveebedrijven wegens motiveringsgebrek, maar laat rechtsgevolgen in stand.

Het College oordeelt dat de minister bevoegd was om maatregelen tegen fipronilgebruik op te leggen, maar er was een motiveringsgebrek. De rechtsgevolgen blijven in stand, omdat de appellanten niet hebben betwist dat fipronil is gebruikt.

Het College oordeelt dat de minister bevoegd was om maatregelen te nemen tegen pluimveebedrijven wegens fipronilgebruik, maar er zijn motiveringsgebreken. De rechtsgevolgen van de vernietigde besluiten blijven in stand.

Het College oordeelt dat de NVWA bevoegd was om maatregelen te nemen tegen pluimveebedrijven in verband met fipronilgebruik, maar dat er motiveringsgebreken zijn. Beroepen worden gegrond verklaard, maar rechtsgevolgen blijven in stand.

Het College vernietigt de besluiten van de minister inzake fipronilgebruik in de pluimveesector, maar laat rechtsgevolgen in stand. De minister moet opnieuw beslissen op de bezwaren van appellant.

De Raad van State oordeelt dat het college van Deventer ten onrechte handhaving weigerde tegen particuliere bewoning in strijd met het bestemmingsplan. De besluiten worden vernietigd en het college moet opnieuw beslissen.

Het College vernietigt het besluit van de minister over de subsidieaanvraag van een stichting in de visserijsector, omdat de stichting niet als aanbestedende dienst kan worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt het bestreden besluit over de subsidieaanvraag van Stichting [naam] en oordeelt dat appellante ten onrechte als aanbestedende dienst is gekwalificeerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het bestreden besluit over de subsidieaanvraag van een stichting in de visserijsector, oordeelt dat de stichting geen aanbestedingsplicht heeft en veroordeelt verweerder in de proceskosten.

Hoger beroep over omgevingsvergunning voor verrijdbare kas in Wolfheze. Hoger beroepen van college en Barenbrug niet-ontvankelijk verklaard; beroep van [appellant sub 3] ongegrond.

Hoger beroep over omgevingsvergunning voor 160 tijdelijke wooneenheden in Haarlem; uitspraak bevestigt eerdere vernietiging door rechtbank.

Het College vernietigt het besluit van de minister over de LNV-subsidie, oordeelt dat er geen cumulatie van subsidies is en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Hoger beroep over omgevingsvergunning voor houten atelier in Roermond. De Raad van State vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond.

Hoger beroep tegen omgevingsvergunning voor rijhal in Roermond. De Raad van State vernietigt eerdere uitspraak en besluit van het college, oordeelt dat vergunning terecht is verleend.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en herroept de boete wegens onvoldoende bewijs van overtreding van de Meststoffenwet. De minister wordt veroordeeld in proceskosten van € 2.048,-.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en herroept de bestuurlijke boete wegens onvoldoende bewijs van overtreding van de Meststoffenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de terugvordering van subsidie door de minister van Landbouw, Visserij en Voedselkwaliteit terecht is, en verklaart het beroep van Stichting [naam 1] ongegrond.

Tussenuitspraak over betalingsrechten en administratieve sancties in GLB-regeling; minister moet gebreken in besluiten herstellen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de intrekking van de taxivergunning van de chauffeur terecht was na overtredingen van de Taxiverordening Amsterdam 2012.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Elis Nederland B.V. gegrond, vernietigt de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Hoger beroep over bestuurlijke boete wegens overtreding van de Meststoffenwet. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en de boete herroepen.

Hoger beroep van [appellant] tegen gedoogbeslissing voor bouwwerk zonder vergunning. De Raad van State oordeelt dat de gedoogbeslissing geen besluit is in de zin van de Awb en verklaart het beroep gegrond.

De Raad van State oordeelt dat de Wmm van toepassing is op Filipijnse bemanningsleden op Nederlandse schepen. [appellante sub 1] wordt als werkgever aangemerkt en de boete wordt vastgesteld op € 43.100,00.

Hoger beroep van [appellant sub 1] tegen de afwijzing van een omgevingsvergunning voor geitenstallen. De Raad van State vernietigt eerdere uitspraken en oordeelt dat de aanvraag niet buiten behandeling had mogen worden gelaten.

Hoger beroep van [appellante] tegen de burgemeester van Groningen over bestuursdwang en boete wegens overtredingen van de Drank- en Horecawet. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep van [appellant] tegen last onder dwangsom voor het vervoeren van inbrekerswerktuigen. De Raad van State bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep van [appellant] tegen afwijzing handhavingsverzoek. De Raad van State bevestigt dat er geen overtreding was en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep van [appellant A] en anderen tegen de vergunning voor een telecommunicatiemast in Oudheusden ongegrond verklaard. De Afdeling bevestigt eerdere uitspraken van de rechtbank.

Hoger beroep van MSV De Prikkedam tegen de opgelegde dwangsom voor overschrijding van geluidsnormen. De Raad van State bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat [naam 1] B.V. niet in aanmerking komt voor de startersfaciliteit voor S&O-verklaring, omdat er sprake is van voortzetting van de onderneming van [naam 4] B.V. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het verzoek om herziening niet-ontvankelijk, omdat het meer dan een jaar na de eerdere uitspraak is ingediend en er geen nieuwe feiten zijn gesteld.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de generieke korting van 8,3% op fosfaatrechten voor niet grondgebonden bedrijven niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het beroep van appellanten wordt gegrond verklaard, maar de minister moet een nieuw besluit nemen.

Verzoek om voorlopige voorziening fosfaatrecht afgewezen; geen onbillijkheden van overwegende aard vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de Stichting SKAL terecht een partij gerstegraspoeder van appellante heeft geblokkeerd en gedecertificeerd vanwege de aanwezigheid van een niet toegestaan gewasbeschermingsmiddel.

Verzoek om voorlopige voorziening fosfaatrecht afgewezen; verzoekster niet aangemerkt als startend bedrijf.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in een geschil over fosfaatrechten voor een startend bedrijf, omdat verzoeker niet voldoet aan de voorwaarden voor verhoging van het fosfaatrecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en bevestigt de decertificering van biologische producten door de Stichting Skal op basis van EU-regelgeving.

Het College verklaart het beroep van de appellante ongegrond en oordeelt dat de MVFR 2013 niet leidt tot een individuele en buitensporige last, in overeenstemming met de Wvgm.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de melkveefosfaatreferentie van appellante niet in strijd is met het recht op eigendom. Het beroep is ongegrond, maar het griffierecht moet worden vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat de vastgestelde melkveefosfaatreferentie niet leidt tot een buitensporige last en geen strijd is met artikel 1 van het EP.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een melkveehouderij ongegrond verklaard, waarbij de vaststelling van de melkveefosfaatreferentie op 0 kg fosfaat werd gehandhaafd. Er was geen sprake van een buitensporige last in strijd met artikel 1 van het EP.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf ongegrond, oordelend dat de vaststelling van de melkveefosfaatreferentie niet leidt tot een individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam] V.O.F. ongegrond, oordelend dat de vastgestelde melkveefosfaatreferentie niet in strijd is met artikel 1 van het EP, ondanks de aangevoerde individuele omstandigheden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat de vastgestelde melkveefosfaatreferentie niet in strijd is met artikel 1 van het EP.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de melkveefosfaatreferentie van appellant rechtmatig is en geen inbreuk vormt op zijn eigendomsrecht. Appellant heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn claims.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de correctie van de S&O-verklaring tot nihil, omdat appellante niet meer inhoudingsplichtig was na overdracht aan een B.V.

Geobox B.V. verliest beroep tegen afwijzing subsidieaanvraag voor MIT-haalbaarheidsproject; onvoldoende specificiteit in projectplan.

Dalli-De Klok B.V. verzocht om een EIA-verklaring voor een luchtbehandelingsinstallatie, maar de aanvraag werd afgewezen omdat de installatie niet voldeed aan de technische eisen. Het College verklaarde het beroep ongegrond.

Appellant heeft beroep ingesteld tegen de weigering van de graasdierpremie en de opgelegde administratieve sanctie. De rechtbank oordeelt dat de minister niet voldoende informatie heeft verstrekt en verklaart het beroep gegrond.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt de administratieve sanctie op de graasdierpremie 2015 en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Verzet gegrond tegen niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep in tuchtrechtspraak accountants. Hoger beroep voortgezet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de decertificering van biologische maïsgries van [naam 1] B.V. door de Stichting Skal bevestigd, wegens aanwezigheid van niet-toegestane gewasbeschermingsmiddelen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van de Maatschap [naam 1] ongegrond, wegens niet-naleving van de eisen voor biologische productie, wat leidt tot weigering van certificering door de Stichting Skal.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van appellante tegen de afwijzing van haar S&O-verklaring en RDA ongegrond verklaard, omdat zij niet aannemelijk maakte dat er sprake was van een systematische analyse van de technische haalbaarheid.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de schorsing van de chauffeurskaart naar verwachting in bezwaar in stand blijft.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante gegrond en vernietigt de bestreden besluiten van de minister inzake betalingsrechten en uitbetaling voor het GLB.

Afwijzing van de aanvraag voor extra betaling jonge landbouwers omdat [naam 2] niet voldoet aan de vereisten van langdurige zeggenschap over het landbouwbedrijf.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] ongegrond, omdat de aanvraag voor extra betaling jonge landbouwers is afgewezen wegens gebrek aan langdurige zeggenschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van de erfgenamen van een melkveehouder ongegrond verklaard, omdat zij niet voldeden aan de inschrijvingsvereisten voor betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vraagt het Hof van Justitie om uitleg over de verenigbaarheid van een uniform capaciteitstarief met artikel 13 van de Gasverordening, na bezwaren van VGN en TAQA tegen ACM's tariefbesluiten.

Het College verklaart de beroepen gegrond en vernietigt de afwijzing van RDA-beschikkingen door de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven schorst besluiten van de NIWO inzake de aanvraag voor verlenging van een communautaire vergunning en toekenningsbesluiten voor overbruggingsbewijzen, en veroordeelt de NIWO tot het verstrekken van 31 overbruggingsbewijzen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven schorst bestuursdwang tegen B.V. wegens gebrek aan bewijs voor overtredingen en wijst verzoek om voorlopige voorziening toe.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de inhouding van melkgeld ongedaan moet maken en de verzoeker moet vergoeden voor proceskosten en griffierecht.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak van een biologisch melkveebedrijf dat bezwaar maakte tegen de vaststelling van fosfaatrechten door de minister.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak over fosfaatrechten van een biologisch melkveebedrijf, zonder proceskostenveroordeling.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak over fosfaatrechten, waarbij de verzoeker onvoldoende argumenten aanvoert voor een hogere toekenning.

Verdachte veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf en TBS na doodslag en poging doodslag tijdens steekpartij. Vorderingen benadeelde partijen deels toegewezen.

Verdachte is schuldig bevonden aan diefstal in vereniging van meerdere goederen en krijgt 6 maanden gevangenisstraf.

Verdachte schuldig aan diefstal in vereniging; gevangenisstraf van 4 maanden opgelegd.

De rechtbank heeft een minderjarige verdachte veroordeeld tot 90 dagen jeugddetentie voor meerdere diefstallen, gepleegd in vereniging. De verdachte heeft bekend en de rechtbank heeft de voorlopige hechtenis opgeheven.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de statuten van de appellante geen blokkerende zeggenschap vermelden, wat vereist is voor toewijzing van betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Mts. [appellante] ongegrond inzake de afwijzing van aanvragen voor betalingsrechten en extra betaling voor jonge landbouwers.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten voor jonge landbouwers, omdat de jonge landbouwer geen blokkerende zeggenschap had.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van een B.V. ongegrond verklaard, waarbij de wijziging van de startdatum van een SDE+ subsidie voor een windturbine na MEP-subsidie werd afgewezen. De minister handhaafde zijn beslissing op basis van duurzame energieproductie en de termijn van tien jaar.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond verklaard, omdat niet is aangetoond dat de jonge landbouwer blokkerende zeggenschap had in de relevante periode voor extra betaling jonge landbouwers.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een stille maatschap ongegrond, omdat de aanvraag voor extra betaling jonge landbouwers is afgewezen wegens onvoldoende blokkerende zeggenschap van de zoon.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, omdat de zoon niet voldeed aan de vereisten voor langdurige zeggenschap binnen de maatschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een jonge landbouwer ongegrond, omdat hij niet voldeed aan de vereiste blokkerende zeggenschap voor extra betalingen in het kader van de GLB-regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] V.O.F. ongegrond, omdat de geleden schade door maatregelen ter bestrijding van plantenziekte tot het normale bedrijfsrisico behoort.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam] ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten en vaststelling van subsidiabele oppervlakte voor 2015.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van de appellant ongegrond en bevestigt de besluiten van de minister over de toewijzing van betalingsrechten voor landbouwsubsidies.

De Rechtbank Amsterdam heeft op 6 maart 2018 de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen toegestaan op basis van een Europees Aanhoudingsbevel, ondanks de minderjarigheid van de persoon ten tijde van het feit.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond, bevestigt de toewijzing van betalingsrechten en oordeelt dat perceel 22 niet als subsidiabel kan worden aangemerkt vanwege overwegend recreatief gebruik.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 5 maart 2018 het beroep van de maatschap [naam 1] ongegrond verklaard inzake de toewijzing van betalingsrechten en vergroeningsbetalingen voor 2015.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van de maatschap [naam 1] en [naam 2] ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten voor 2015, waarbij de subsidiabele oppervlakte van percelen correct is vastgesteld door de minister.

Rechtbank Amsterdam staat de overlevering toe van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel, na beoordeling van de identiteit, strafbaarheid en detentieomstandigheden.

Het College bevestigt de maatregelen tegen [naam 1] B.V. wegens verboden stoffen in runderen, maar vernietigt het kostenbesluit vanwege onvoldoende motivering.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 14 februari 2018 de beroepen van V.O.F. Gebroeders [naam] tegen besluiten van de minister van Landbouw ongegrond verklaard, met betrekking tot de toewijzing en uitbetaling van betalingsrechten voor 2015.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de intrekking van de erkenning van FresQ als producentenorganisatie terecht was, waardoor de terugvordering van onverschuldigd betaalde steun gerechtvaardigd is.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verplicht de minister tot het nemen van een nieuw besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond met betrekking tot de toewijzing van betalingsrechten en de vaststelling van subsidiabele oppervlakte.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van de S&O-verklaring door de minister van Economische Zaken en Klimaat wegens onvoldoende motivering en oordeelt dat appellante wel degelijk technische knelpunten heeft aangedragen.

Het College vernietigt de noodmaatregelen van verweerder betreffende gewasbeschermingsmiddelen, oordeelt dat de onderbouwing voor spoedeisende maatregelen onvoldoende is, en herroept eerdere besluiten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de intrekking van de taxivergunning van een taxichauffeur wegens onvoldoende bewijs van gevaarzettend gedrag.

Verdachte veroordeeld voor belaging ex-vriendin en opzettelijk handelen in strijd met gedragsaanwijzing. Taakstraf van 60 uur en voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de intrekking van de chauffeurskaart rechtmatig was wegens het niet tijdig overleggen van een VOG.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellante gegrond, omdat de staatssecretaris ten onrechte de Wet dieren toepaste op feiten die vóór de inwerkingtreding van deze wet plaatsvonden.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete voor overtreding van de Transportverordening. College oordeelt dat onvoldoende bewijs is voor overtreding en herroept de boete.

Verdachte schuldig aan poging tot zware mishandeling door nekklem aan te brengen bij slachtoffer. Veroordeeld tot 5 maanden gevangenisstraf.

Verdachte veroordeeld voor stalking en bedreiging van ex-vriendin met openbaarmaking van naaktfoto's. Gevangenisstraf van 377 dagen, waarvan 365 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden.

Het College vernietigt de correctie-RDA-beschikkingen van de minister, oordeelt dat huurkosten voor speur- en ontwikkelingswerk niet onterecht zijn opgegeven en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de intrekking van de Taxxxivergunning van verzoeker, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Proceskosten van € 1237,50 worden vergoed aan verzoeker.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de last onder bestuursdwang en het kostenbesluit disproportioneel zijn, waardoor de kosten niet ten laste van appellant mogen komen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam] Industries N.V. ongegrond, omdat de huurkosten voor RDA niet voldoen aan de wettelijke eisen.

De Windstroom B.V. verliest beroep tegen afwijzing subsidieaanvraag voor windturbines; omgevingsvergunning niet toereikend.

De aanvraag om subsidie voor duurzame energieproductie werd afgewezen omdat de vereiste omgevingsvergunning niet was verleend. Het beroep van de vennootschap werd ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van Alfamed S.A.S. ongegrond verklaard, waarbij de UDA-indeling van het diergeneesmiddel Tick Off Pro is bevestigd.

Hoger beroep over handhaving Warenwet tegen handelaren van tweedehands autobanden vanwege tijgermuggen. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Bio Olie Nederland B.V. ongegrond, omdat de minister de algemene kosten terecht niet als subsidiabel heeft aangemerkt.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de intrekking van de chauffeurskaart rechtmatig was wegens het niet tijdig overleggen van een VOG.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af inzake de invordering van een dwangsom van € 10.000,-- voor overtreding van de Wp2000, zonder bijzondere omstandigheden.

Het beroep van de commanditaire vennootschap [naam 1] tegen de verlaging van de subsidie voor duurzame stallen is ongegrond verklaard. De kosten waren niet voldoende onderbouwd.

Hoger beroep van Dierenkliniek [naam 1] tegen boete van € 5.000,- voor het verstrekken van UDA-diergeneesmiddelen zonder diagnose. College bevestigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat regelgeving geen ruimte laat voor voorschrijven zonder diagnose.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Utility Support Group B.V. ongegrond inzake aansluit- en transporttarieven door TenneT voor de periode 2008-2014.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de Maatschap [naam 1], [naam 2] en [naam 3] ongegrond inzake de subsidie voor duurzame stallen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag van Eagle Energy B.V. wegens onvoldoende motivering en gebrekkige vergewisplicht van de minister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart zich onbevoegd inzake schadevergoeding boven €25.000 en vernietigt eerdere besluiten van de staatssecretaris van Economische Zaken.

Appellant ging in hoger beroep tegen een boete voor overtredingen van de Diergeneesmiddelenwet. Het College bevestigde de eerdere uitspraak en oordeelde dat de boetes proportioneel waren en de staatssecretaris bevoegd was om deze op te leggen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 25 april 2017 de intrekking van de erkenning van FresQ als producentenorganisatie door het Productschap Tuinbouw bevestigd, wegens ernstige inbreuken op erkenningscriteria.

Appellant kreeg een last onder bestuursdwang wegens overtreding van de Wet dieren. Het College bevestigde de overtreding, maar vernietigde het kostenbesluit wegens gebrek aan informatie aan de appellant. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep ongegrond; boete voor vervoer ongeschikt rund blijft in stand. Geen nieuwe gronden aangevoerd door appellante.

Het verzoek om voorlopige voorziening inzake de schorsing van de taxivergunning is afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de schorsing terecht is opgelegd vanwege gevaarlijk rijgedrag.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen de verlening van een concessie aan NS voor het hoofdrailnet. Het College verklaart het beroep ongegrond, o.a. omdat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft waarom de HSL-Zuid als openbaredienstverplichting is aangemerkt.

Hoger beroep ongegrond verklaard; accountant heeft controle jaarrekening 2012 van Tellus Holding correct uitgevoerd, waarderingen zijn niet onjuist.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over de handhaving van het verbod op het couperen van paarden. Het beroep van de Koninklijke Vereniging 'Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger' wordt gegrond verklaard, maar het verbod op het toelaten van gecoupeerde paarden blijft van kracht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de intrekking van de taxivergunning van een Amsterdamse taxichauffeur bevestigd wegens asociaal rijgedrag, waarbij de appellant zich gevaarzettend gedroeg in het verkeer.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; last onder bestuursdwang wegens overtredingen Wet dieren is voldoende gemotiveerd.

Appellanten in verzet hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van HBAG-heffingsbesluiten. Het College verklaart het verzet gegrond en hervat het onderzoek.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat appellant feitelijk voor zichzelf heeft opgetreden en geen recht heeft op vergoeding van proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van verschillende V.O.F.'s en een B.V. tegen de aanwijzing van koopzondagen door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat hij een onjuiste oppervlakte heeft opgegeven voor de bedrijfstoeslag 2011, wat resulteerde in een korting van 3%.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Oxea Nederland B.V. niet-ontvankelijk in de zaak tegen ACM over de afwijzing van een ontheffing voor een netbeheerder.

Tussenuitspraak over de weigering van een ontheffing voor avondverkoop op basis van de Winkeltijdenwet, waarbij het College oordeelt dat de motivering van de weigering onvoldoende is.

Appellant, een accountant, ging in hoger beroep tegen een tuchtmaatregel wegens misleiding over de status van een vennoot. Het College vernietigde de eerdere uitspraak en verklaarde de klacht ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. h.o.d.n. Albert Heijn ongegrond verklaard, omdat de ontheffing voor avond- en zondagopenstelling negatieve invloed heeft op de woon- en leefsituatie in de buurt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van ZonneVeen V.O.F. ongegrond, bevestigt de korting op de SDE-subsidie wegens overstimulering door cumulatie van subsidies en belastingvoordelen, inclusief de Twa.

Hoger beroep over geheimhoudingsplicht van accountant en zorgplicht jegens erfgenamen. Klacht ongegrond verklaard.