ECLI:NL:CBB:2025:224

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
17 maart 2025
Publicatiedatum
2 april 2025
Zaaknummer
23/482
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake subsidie COVID-19

Op 17 maart 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/482. De onderneming, vertegenwoordigd door mr. drs. ing. F.H.R. Levels, heeft verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het College, waarin het beroep tegen het besluit van de minister van Economische Zaken van 22 december 2022 ongegrond werd verklaard. Dit besluit verklaarde het bezwaar van de onderneming niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend.

In het verzet heeft de onderneming betoogd dat de minister op basis van een gecorrigeerde btw-aangifte tot een inhoudelijke beslissing had kunnen komen en de subsidie ambtshalve had kunnen corrigeren. Echter, de onderneming erkent dat het bezwaarschrift te laat is ingediend en heeft in het verzet geen nieuwe argumenten aangedragen die de eerdere uitspraak van 24 december 2024 zouden kunnen ondermijnen.

Het College heeft geconcludeerd dat er geen gronden zijn om de eerdere uitspraak te herzien en heeft het verzet ongegrond verklaard. De minister is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de gevolgen van het niet naleven van deze termijnen.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/482
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 maart 2025 op het verzet van
[naam], te [woonplaats] (onderneming), waarvoor aanwezig is mr. drs. ing. F.H.R. Levels
Rechter: mr. R.W.L. Koopmans
Griffier: mr. A.A. Dijk

Beslissing

Het College verklaart het verzet ongegrond.

Overwegingen

De onderneming heeft beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar van de minister van Economische Zaken van 22 december 2022. In dat besluit heeft de minister het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Het College heeft het beroep met de uitspraak van 24 december 2024 met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dus zonder zitting, ongegrond verklaard.
In verzet stelt de onderneming opnieuw dat de minister op basis van de gecorrigeerde btw-aangifte tot een inhoudelijke beslissing had kunnen komen en de subsidie ambtshalve had kunnen corrigeren. De onderneming betwist niet dat zij haar bezwaarschrift te laat heeft ingediend. De onderneming heeft in verzet niets aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat de uitspraak van 24 december 2024 niet juist is. Het verzet is daarom ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
w.g. R.W.L. Koopmans w.g. A.A. Dijk