Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 4 maart 2025 in de zaak tussen
[naam 1] B.V., te [woonplaats] (de onderneming)
de minister van Economische Zaken
Procesverloop
Overwegingen
Q1 2022 aanvullende informatie gevraagd om de omzet te onderbouwen. De onderneming heeft dit verzoek beantwoord. Niet lang daarna, met het besluit van 25 april 2022, heeft de minister op die aanvraag beslist. Diezelfde dag nog heeft de ondernemer daartegen een bezwaarschrift ingediend. Uit deze gang van zaken komt niet naar voren dat de ondernemer gedurende en kort na het verstrijken van de bezwaartermijn tegen het besluit van 8 maart 2022 niet in staat was om tijdig te reageren op ingekomen post. Er is dan ook geen goede verklaring voor het feit dat het bezwaarschrift tegen het besluit van 8 maart 2022 niet binnen de bezwaartermijn, maar wel enkele dagen na het verstrijken ervan kon worden ingediend. Voor zover een verklaring zou moeten worden gezocht in een keuze van de ondernemer om te wachten op het besluit op de aanvraag voor Q1 2022, maakt dat de termijnoverschrijding ook niet verschoonbaar. Daarvoor is doorslaggevend dat er niet van mocht worden uitgegaan dat een – positief – besluit over Q1 2022 zou doorwerken in de besluitvorming over Q1 2021.