ECLI:NL:CBB:2025:184
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boete op basis van de Wet dieren wegens verontreiniging van vlees door condensdruppels
In deze zaak heeft [naam 1] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die op 17 juli 2023 een eerder besluit van de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur vernietigde. De minister had een boete van € 5.000,- opgelegd aan [naam 1] wegens overtreding van de Wet dieren en de bijbehorende verordening inzake levensmiddelenhygiëne. De aanleiding voor de boete was een inspectie door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op 9 december 2020, waarbij condensdruppels op vlees werden geconstateerd, wat volgens de minister een gevaar voor de volksgezondheid zou kunnen vormen. De rechtbank oordeelde dat de minister de hoogte van de boete moest verlagen naar € 4.750,-, omdat niet was aangetoond dat de verontreiniging schadelijk was voor de volksgezondheid. In hoger beroep heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven de zaak opnieuw beoordeeld. Het College concludeerde dat de minister terecht had vastgesteld dat er sprake was van een overtreding, omdat het vlees niet was beschermd tegen verontreiniging. Het College oordeelde dat de minister bevoegd was om een boete op te leggen en dat de argumenten van [naam 1] niet voldoende waren om de overtreding te weerleggen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de boete bleef gehandhaafd.