Op 25 maart 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van verschillende ondernemingen tegen de minister van Klimaat en Groene Groei. De ondernemingen hebben verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 30 april 2024, waarin het College had geoordeeld dat de minister niet tijdig had beslist op hun aanvragen voor de Tijdelijke subsidieregeling tegemoetkoming blokaansluitingen (TTB). De minister had de beslistermijn verlengd, maar op de zitting op 24 februari 2025 trok hij dit standpunt in, waardoor het College oordeelde dat het verzet van de minister niet-ontvankelijk was. De ondernemingen betoogden dat de dwangsommen ten onrechte per bulkaanvraag waren vastgesteld, maar het College oordeelde dat een bulkaanvraag als één TTB-aanvraag moet worden beschouwd. De uitspraak van 30 april 2024 werd daarmee bevestigd, en het verzet van de ondernemingen werd ongegrond verklaard. Het College merkte op dat de proceskostenveroordeling in de eerdere uitspraak ten onrechte was opgelegd, aangezien de gemachtigde van de ondernemingen geen jurist was, maar een commercieel intermediair. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de rechters T.G.M. Simons, R.W.L. Koopmans en C.T. Aalbers, met J.R. Willemstein als griffier.