ECLI:NL:CBB:2025:160
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven inzake subsidie aanvragen COVID-19
Op 11 maart 2025 heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van [naam 1] B.V. tegen de minister van Economische Zaken. De onderneming had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 19 november 2024, waarin het College het beroep van de onderneming ongegrond had verklaard. Dit beroep betrof aanvragen voor subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor de kwartalen Q1, Q2, Q3 van 2021 en Q1 van 2022. De minister had vastgesteld dat de aanvragen niet voldeden aan de vereisten, omdat er geen accountantsproduct was overgelegd, wat noodzakelijk is voor subsidiebedragen van € 125.000,- of meer.
Tijdens de zitting op 20 februari 2025 heeft de onderneming aangevoerd dat er nieuwe ontwikkelingen waren met betrekking tot de accountantscontrole voor de tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW). De onderneming hoopte op een oplossing voor het aanleveren van een bijzondere verklaring van de accountant, maar het College oordeelde dat dit niet relevant was voor de TVL-aanvragen. De onderneming had niet het vereiste accountantsproduct overgelegd, ondanks herhaalde verzoeken van de minister. Het College concludeerde dat de eerdere uitspraak van 19 november 2024 correct was en verklaarde het verzet ongegrond. De zaak is hiermee beëindigd.