Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 4 maart 2025 in de zaak tussen
[naam 1] , te [plaats] (onderneming)
de minister van Economische Zaken
Procesverloop
Overwegingen
.Daarbij wijst zij ook op de uitspraak van het College van 31 augustus 2021. Nieuwe rechtspraak of een gewijzigd standpunt in een ander kwartaal zijn echter geen nieuw feiten of veranderde omstandigheden (vergelijk de onder 1.3 genoemde uitspraak van het College van
4 maart 2025, onder 3.3). Dat betekent dat het standpunt van de minister dat de onderneming aan haar verzoek geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden ten grondslag heeft gelegd, juist is. Dit kan de afwijzing van het verzoek om terug te komen op een in rechte onaantastbaar besluit in beginsel dragen. Dat is slechts anders als het besluit om niet terug te komen van dat eerdere besluit evident onredelijk is.