ECLI:NL:CBB:2025:228

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
17 maart 2025
Publicatiedatum
2 april 2025
Zaaknummer
22/716
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit minister van Economische Zaken inzake subsidie vaste lasten COVID-19

Op 17 maart 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/716. De zaak betreft een beroep van een onderneming tegen een besluit van de minister van Economische Zaken over de regeling voor subsidie vaste lasten in het kader van de COVID-19 pandemie. De minister had eerder op 23 februari 2022 een besluit genomen dat door de onderneming werd bestreden. Tijdens de mondelinge uitspraak heeft het College vastgesteld dat de minister heeft aangegeven het bestreden besluit niet te handhaven, waardoor het beroep gegrond werd verklaard. Het College heeft de minister opgedragen om binnen vier weken na verzending van het proces-verbaal een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de onderneming. Daarnaast is de minister veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht van € 365,- aan de onderneming en tot betaling van de proceskosten van € 2.267,50. Tevens is de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van € 1.500,- aan de onderneming als schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de beroepsfase. Het College heeft vastgesteld dat de redelijke termijn met een jaar en vier maanden is overschreden, wat volledig aan de beroepsfase is toe te rekenen. De uitspraak benadrukt het belang van een tijdige afhandeling van bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van vertraging voor de betrokken partijen.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/716
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 maart 2025

Rechter: mr. R.W.L. Koopmans

Griffier: mr. A.A. Dijk

Partijen

[naam], te [woonplaats] , (onderneming), waarvoor aanwezig is haar gemachtigde mr. J. Berns
en

de minister van Economische Zaken, vertegenwoordigd door mr. P. van Veen

en

de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid)

Beslissing

Het College:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit van 23 februari 2022;
  • draagt de minister op binnen vier weken na de dag van verzending van dit proces-verbaal een nieuw besluit te nemen op het bezwaar;
  • draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 365,- aan de onderneming te vergoeden;
  • veroordeelt de minister in de proceskosten van de onderneming tot een bedrag van € 2.267,50;
  • veroordeelt de Staat tot betaling aan de onderneming van een vergoeding voor immateriële schade van € 1.500,-.

Overwegingen

De minister heeft medegedeeld dat hij het bestreden besluit gaat herzien en dat besluit dus niet langer handhaaft. Het College verklaart het beroep daarom gegrond en draagt de minister op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.
Het College stelt vast dat op het moment van deze uitspraak de redelijke termijn met een jaar en vier maanden is overschreden. Dat betekent dat de onderneming recht heeft op € 1.500,- schadevergoeding. Deze overschrijding is volledig toe te rekenen aan de beroepsfase. Het College zal daarom op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht de Staat veroordelen tot betaling van dit bedrag aan de onderneming.
Omdat het beroep gegrond is, moet de minister het door de onderneming betaalde griffierecht aan haar vergoeden. Ook veroordeelt het College de minister in de door de onderneming gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 2.267,50 voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting met wegingsfactor 1; 1 punt voor het indienen van het verzoek om schadevergoeding met wegingsfactor 0,5; waarde per punt € 907,-).
w.g. R.W.L. Koopmans w.g. A.A. Dijk