ECLI:NL:CBB:2025:229
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaren inzake subsidie COVID-19
Op 17 maart 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaken met nummers 23/1797 en 23/1803. De zaak betreft een beroep van een onderneming tegen de niet-ontvankelijk verklaring van bezwaren die zij had ingediend tegen de vaststellingsbesluiten van de minister van Economische Zaken over de subsidies voor vaste lasten in het kader van de COVID-19-regeling. De minister had de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard omdat deze te laat waren ingediend. De onderneming had haar bezwaarschriften pas op 3 juli 2023 ingediend, terwijl de termijnen voor het indienen van bezwaren al op 8 december 2021 en 17 februari 2022 waren verstreken.
Het College heeft vastgesteld dat de onderneming geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd die de termijnoverschrijding van meer dan een jaar zouden rechtvaardigen. De onderneming stelde dat zij pas later op de hoogte was geraakt van het feit dat ook omzet uit het buitenland meetelt voor de berekening van de subsidie. Het College oordeelde echter dat deze omstandigheid voor rekening en risico van de onderneming komt. Gezien deze overwegingen heeft het College de beroepen ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer en is mondeling gedaan, met een proces-verbaal van de uitspraak.