ECLI:NL:CBB:2025:112
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek subsidie TVL COVID-19 door minister van Economische Zaken
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 maart 2025 uitspraak gedaan over een herzieningsverzoek van een onderneming die een subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) had aangevraagd. De aanvraag was oorspronkelijk afgewezen door de minister van Economische Zaken op 19 mei 2021, omdat de onderneming niet voldeed aan de vereisten van minimaal 30% omzetverlies en € 1.500,- aan vaste lasten. De onderneming had het tenniscentrum pas overgenomen vlak voor de COVID-19 maatregelen, waardoor de omzet in de referentieperiode niet werd meegerekend. Na een eerdere procedure over een andere TVL-periode, waarin de minister zijn standpunt had gewijzigd, diende de onderneming op 16 maart 2023 een herzieningsverzoek in. Dit verzoek werd echter afgewezen op 30 maart 2023 en het bezwaar daartegen werd op 8 september 2023 ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 26 november 2024 heeft het College de zaak behandeld samen met andere herzieningsverzoeken. Het College oordeelde dat een gewijzigd standpunt van de minister naar aanleiding van nieuwe rechtspraak geen nieuw feit of veranderde omstandigheid is. De minister had de afwijzing van het herzieningsverzoek terecht gehandhaafd, omdat de onderneming geen nieuwe feiten had aangedragen die de afwijzing konden rechtvaardigen. Het College concludeerde dat de afwijzing van het herzieningsverzoek niet evident onredelijk was en verklaarde het beroep ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.