dhr. mr. J.P.A. Boersma

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk omdat hij niet tijdig beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 529.000 en de aanslag OZB.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 548.000 voor de onroerende zaak, zonder schending van artikel 40 Wet WOZ.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en dat artikel 40 van de Wet WOZ niet is geschonden. Het beroep van belanghebbende is ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, handhaaft de WOZ-waarde en aanslag OZB, en oordeelt dat artikel 40 Wet WOZ niet is geschonden.

De rechtbank vernietigt de aanslag forensenbelasting 2023, oordelend dat belanghebbende de woning niet meer dan 90 dagen ter beschikking heeft gehouden voor eigen gebruik.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 277.000 voor de woning.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag leges van € 9.651,25 terecht is opgelegd en dat er geen schending van de hoorplicht is. Het beroep van de belanghebbende is ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van garageboxen te hoog is vastgesteld en verlaagt deze naar € 18.000. Beroep gegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd aan de belanghebbende, die onvoldoende heeft gedaan om zich op de hoogte te stellen van het parkeerregime.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, omdat de bezoekersregeling niet geldig was in de Lachapellestraat.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, waardoor de aanslag in stand blijft.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de aanslag OZBG voor het belastingjaar 2022, oordelend dat belanghebbende niet als gebruiker van de kadestrook kan worden aangemerkt.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde van zijn vakantiewoning ongegrond, omdat de heffingsambtenaar de waarde niet te hoog heeft vastgesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over proceskostenvergoeding in WOZ-zaak; belanghebbende krijgt € 875 toegewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeelt heffingsambtenaar tot betaling van € 1.499 aan proceskosten na intrekking beroep WOZ door belanghebbende.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning te hoog is vastgesteld en verlaagt deze naar € 405.000. Het beroep is gegrond en de heffingsambtenaar moet het griffierecht vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting ongegrond, waardoor de aanslag in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting ongegrond, waardoor de aanslag gehandhaafd blijft.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning van de belanghebbende niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 264.000 voor het appartement in [plaats].

Beroep tegen WOZ-waarde van onroerende zaak ongegrond verklaard; waarde blijft € 295.000.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 319.000 voor de recreatiewoning in de gemeente Veere.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag leges te hoog was vastgesteld en vermindert deze tot € 28.617,23. Beroep op vertrouwensbeginsel slaagt niet.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting voor 2021 ongegrond, omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij haar hoofdverblijf in [plaats 1] had.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde van zijn woning ongegrond, waardoor de waarde van € 249.000 en de aanslag OZB gehandhaafd blijven.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een recreatiewoning in Veere op € 300.000 niet te hoog is vastgesteld. Het beroep van belanghebbende is ongegrond, en de aanslag blijft gehandhaafd.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een woning in Vlissingen te hoog is vastgesteld en verlaagt deze van € 185.000 naar € 165.000. Het beroep van de belanghebbende is gegrond.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag forensenbelasting 2022 terecht is opgelegd aan belanghebbende, die niet heeft aangetoond dat de woning niet voor hem of zijn gezin ter beschikking stond. Beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde van € 56.000 voor de garagebox in stand blijft.

Beroep tegen WOZ-waarde van woning met minicamping ongegrond verklaard; schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt op 25 oktober 2024 dat de heffingsambtenaar € 875 aan proceskosten moet vergoeden aan de belanghebbende na intrekking van het beroep, omdat de aanslag is vernietigd.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning van belanghebbende niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 149.000 voor zijn woning, waardoor de aanslag OZB in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde van € 380.000 en de OZB-aanslag in stand blijven.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde van de woning en de OZB-aanslag in stand blijven.

De rechtbank heeft de WOZ-waarde van een woning verlaagd en de aanslagen OZB verminderd na beoordeling van de waardebepaling door de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarden en aanslagen in stand blijven. Geen terugbetaling van griffierecht of proceskosten.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde van € 177.000 en de aanslag OZB in stand blijven.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning van belanghebbende op € 504.000 correct is vastgesteld en wijst het beroep af, met vergoeding van het griffierecht.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een winkelruimte te hoog is vastgesteld en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarden van vier onroerende zaken niet te hoog zijn vastgesteld en kent een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een winkelruimte niet te hoog is vastgesteld en wijst het beroep van belanghebbende af. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt toegewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van het hotel. Het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, handhaaft de WOZ-waarde van het hotel en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van het hotel. Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt afgewezen.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af, maar bepaalt dat het griffierecht vergoed moet worden.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 248.000 voor de woning in Middelburg.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning van belanghebbende niet te hoog is vastgesteld en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een verklaring van erfrecht en volmacht van de erfgenamen van wijlen [naam 1].

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vermindert de waarde van de woning tot € 662.000 en bepaalt dat de heffingsambtenaar € 50 griffierecht en € 2.998 aan proceskosten aan de belanghebbende moet vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, omdat het bezwaarschrift te laat is ingediend. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting 2021 niet-ontvankelijk, omdat de aanslag door de heffingsambtenaar is vernietigd. De kostenvergoeding wordt afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting. Belanghebbende had niet de verschuldigde belasting voldaan. Naheffingsaanslag blijft in stand.

De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de WOZ-waarde van de woning verlaagd tot € 197.000, terwijl de uitspraak op bezwaar is vernietigd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 175.000 voor het appartement in Vlissingen.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen gehandhaafd blijven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de aanslagen forensenbelasting voor 2021 en 2022.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde van € 1.060.000 in stand blijft. Schending van hoorrecht is niet aangetoond en schadevergoeding wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 774.000 en de aanslag OZB.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde van € 259.000 en de aanslag OZB gehandhaafd blijven.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 283.000, ondanks een schending van artikel 40 Wet WOZ. De heffingsambtenaar moet proceskosten en griffierecht vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 243.000 voor de woning, vastgesteld door de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde ongegrond, waardoor de waarde van € 264.000 gehandhaafd blijft. Geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 352.000, met vergoedingen voor griffierecht en proceskosten.

De rechtbank vernietigt de aanslagen forensenbelasting voor 2020, 2021 en 2022, omdat niet is aangetoond dat de woning meer dan negentig dagen gemeubileerd was.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen afvalstoffenheffing, rioolheffing en forensenbelasting voor 2020 en 2021 terecht zijn opgelegd. Beroepen van belanghebbende zijn ongegrond.

Rechtbank vernietigt aanslag forensenbelasting 2021, oordeelt dat eigen gebruik woning niet meer dan 89 dagen was, en verklaart beroep gegrond.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de WOZ-waarden van de heffingsambtenaar voor de recreatiewoning.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde en de aanslag OZB in stand blijven. Belanghebbende kan geen griffierecht terugkrijgen.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 282.000 voor de woning in Reimerswaal.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning te hoog is vastgesteld en verlaagt deze tot € 285.000. De heffingsambtenaar moet het griffierecht en proceskosten vergoeden aan de belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 322.000 voor de woning. Er is geen schending van het gelijkheidsbeginsel aangetoond.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarden voor 2022 en 2023 gehandhaafd blijven. Geen griffierecht of proceskostenvergoeding.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van de woning op € 339.000.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende tegen aanslagen watersysteemheffing ongegrond. Aanslagen blijven in stand, geen terugbetaling griffierecht of proceskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd, maar verlaagt het bedrag van € 59,25 naar € 54,25.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, omdat de aanslag terecht is opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de aanslag inkomstenbelasting en belastingrentebeschikking van belanghebbende, waarbij de aanslag in stand blijft maar de belastingrente wordt verminderd.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag in het recht van schenking terecht is opgelegd, omdat er sprake is van een belaste schenking. Het beroep op voortvarendheid faalt, en het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag in het recht van schenking terecht is opgelegd, maar vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag in het recht van schenking terecht is opgelegd en verklaart het bezwaar van belanghebbende gegrond, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de aanslag vennootschapsbelasting van € 1.212.957, met toepassing van artikel 15ai van de Wet Vpb 1969.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar van de inspecteur en vermindert de verzuimboete van € 5.514 naar € 2.550, wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van belanghebbenden ongegrond inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor 2021, gebaseerd op inkomen uit sparen en beleggen.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van het appartement niet te hoog is vastgesteld en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, en bevestigt dat de aanslag terecht is opgelegd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, waardoor de aanslag en kosten gehandhaafd blijven.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 68,50, opgelegd door de gemeente Goes.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond en kent geen proceskostenvergoeding toe.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning te hoog is vastgesteld op € 213.000 en verlaagt deze naar € 190.000. De heffingsambtenaar moet proceskosten van € 2.370 vergoeden aan belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 394.000. Tevens wordt een schadevergoeding van € 50 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de heffingsambtenaar niet-ontvankelijk, maar verplicht tot vergoeding van het griffierecht van € 50.

Beroep ongegrond; WOZ-waarde en aanslag OZB gehandhaafd; schadevergoeding van € 50 toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, handhaaft de WOZ-waarde en wijst schadevergoeding van € 50 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning te hoog is vastgesteld en verlaagt deze naar € 576.000. Tevens wordt schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde van € 474.000 en de aanslag OZB gehandhaafd blijven.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de bezwaren tegen de aanslagen watersysteemheffing terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard wegens termijnoverschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de heffingsambtenaar en handhaaft de aanslag leges van € 43.629,69. De heffingsambtenaar moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een winkelpand niet te hoog is vastgesteld en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een winkelpand te hoog is vastgesteld en verlaagt deze naar € 530.000. Schadevergoeding van € 50 voor overschrijding van de redelijke termijn wordt toegekend.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een niet-woning te hoog is vastgesteld op € 1.645.000 en verlaagt deze naar € 1.500.000. Tevens wordt schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 343.000 voor de woning, vastgesteld door de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde van € 223.000 en de aanslag onroerendezaakbelastingen gehandhaafd blijven.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de aanslagen rioolheffing en afvalstoffenheffing.

De rechtbank verklaart het beroep van een horecagelegenheid tegen de aanslag precariobelasting ongegrond, waardoor de aanslag in stand blijft.

Beroep inzake WOZ woning ongegrond; waarde vastgesteld op € 137.000, beroep van belanghebbende niet geslaagd.

De rechtbank verklaart het beroep inzake de WOZ-waarde van een woning ongegrond, waardoor de vastgestelde waarde van € 166.000 gehandhaafd blijft.

De rechtbank vernietigt de aanslagen rioolheffing en afvalstoffenheffing voor de jaren 2018-2022 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank vernietigt de aanslag toeristenbelasting aan belanghebbende in gemeente Veere, oordelend dat hij niet belastingplichtig is.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van belanghebbende gegrond is, verlaagt de WOZ-waarde naar € 382.000 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een appartement te hoog is vastgesteld en verlaagt deze naar € 567.000. Schadevergoeding van € 50 voor overschrijding van de redelijke termijn en proceskostenvergoeding van € 2.370 toegewezen aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een bedrijfspand verlaagd moet worden van € 660.000 naar € 501.000. Schadevergoeding van € 150 voor termijnoverschrijding en proceskostenvergoeding van € 2.370 aan belanghebbende toegekend.

Rechtbank oordeelt dat het beroep van belanghebbende gegrond is, vermindert de WOZ-waarde tot € 366.000 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van belanghebbende gegrond is, vermindert de WOZ-waarde tot € 175.000 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen te hoog is vastgesteld en verlaagt het belastbare inkomen uit sparen en beleggen tot € 110.027.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV voor 2017.

De rechtbank verklaart het beroep van de erven van de erflater ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat het werkelijk behaalde rendement niet lager is dan het forfaitaire rendement.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de belastingrente correct heeft berekend en verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, omdat hij niet premieplichtig is voor de volksverzekeringen en geen recht heeft op aftrekposten voor negatieve inkomsten uit eigen woning.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting ongegrond, omdat de woning meer dan 90 dagen ter beschikking is gehouden.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een recreatiewoning niet te hoog is vastgesteld en dat de woondelenvrijstelling niet van toepassing is. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt toegewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting ongegrond, omdat hij zijn hoofdverblijf buiten Vlissingen had en de aanslag terecht is opgelegd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 162.000 voor de woning, zonder vergoeding van griffierecht of proceskosten.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 311.000 voor een parkeerterrein. Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een niet-woning niet te hoog is vastgesteld en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Het beroep is ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een winkelruimte niet te hoog is vastgesteld en verklaart de beroepen ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 136.000 voor de woning in Middelburg.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting ongegrond, omdat de woning meer dan 90 dagen ter beschikking stond.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en kent een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond, stelt WOZ-waarde woning vast op € 203.000 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld en wijst het beroep van belanghebbende af. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt toegewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond, stelt WOZ-waarde vast op € 684.000 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, stelt de waarde van de woning vast op € 271.000 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Beroep ongegrond; WOZ-waarde en aanslag OZB blijven gehandhaafd; schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toegewezen.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, maar bevestigt dat de heffingsambtenaar het griffierecht moet vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde van € 381.000 en de aanslag OZB voor 2022 gehandhaafd blijven.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 255.000 voor de woning, vastgesteld door de heffingsambtenaar.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een woning in Terneuzen te hoog is vastgesteld en verlaagt deze van € 143.000 naar € 130.000.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarden voor 2020 en 2021, vastgesteld op respectievelijk € 2.593.000 en € 2.657.000.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting wegens hennepteelt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt aanslagen IB/PVV voor hennepteelt, verklaart beroep ongegrond, en vermindert boete tot € 72.829.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en wijst een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende niet de vereiste aangifte heeft gedaan en vermindert de aanslag inkomstenbelasting tot € 62.902, met een verlaagde boete van € 8.720.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarden van twee hotels in Middelburg, ondanks bezwaren over de coronapandemie.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de rechtmatigheid van de aanslagen waterschapsheffing, opgelegd door de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en stelt de WOZ-waarde van de woning vast op € 366.000, met vergoeding van griffierecht en proceskosten aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een woning te hoog is vastgesteld op € 193.000 en verlaagt deze naar € 185.000. Schadevergoeding van € 100 wegens overschrijding van de redelijke termijn toegewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 450.000 voor de woning in Middelburg.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 1.376.000. Schadevergoeding van € 100 wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt toegewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, handhaaft de WOZ-waarde van € 345.000 en kent een schadevergoeding van € 100 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en kent een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting voor 2020 ongegrond, omdat hij meer dan 90 dagen gebruik heeft gemaakt van de woning.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting ongegrond, omdat zij niet haar hoofdverblijf in Schouwen-Duiveland had.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond en wijst kostenvergoeding toe aan belanghebbende in WOZ-zaak.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde en aanslag OZB, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond, handhaaft de WOZ-waarde en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar tegen aanmaningskosten ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag leges voor omgevingsvergunning terecht is opgelegd en niet te hoog is vastgesteld. Beroep ongegrond.

Rechtbank oordeelt over verzoek om schadevergoeding immateriële schade in WOZ-zaak. Beroep ongegrond, maar schadevergoeding van € 100 en proceskostenvergoeding van € 418,50 toegewezen aan belanghebbende.

Beroep inzake WOZ woning ongegrond; schadevergoeding van € 100 en proceskostenvergoeding van € 1.674 toegekend aan belanghebbende.

Beroep ongegrond; WOZ-waarde woning vastgesteld op € 192.000; schadevergoeding van € 100 voor overschrijding redelijke termijn; proceskostenvergoeding van € 1.674.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond inzake WOZ woning, verlaagt waarde naar € 305.000, kent schadevergoeding van € 100 toe en veroordeelt heffingsambtenaar tot € 2.266 aan proceskosten.

Beroep inzake WOZ woning ongegrond verklaard; schadevergoeding van € 100 en proceskostenvergoeding van € 1.674 toegekend aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over WOZ-waarde en immateriële schadevergoeding. Waarde vastgesteld op € 104.000, schadevergoeding van € 150 toegekend.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en kent een schadevergoeding van € 100 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 328.000. Tevens wordt een schadevergoeding van € 100 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde ongegrond en wijst schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag forensenbelasting voor 2020 terecht is opgelegd, ondanks coronabeperkingen. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de rechtsgeldigheid van ingebrekestelling en verzoeken om rente- en schadevergoeding in belastingzaak. Beroep gegrond verklaard, navorderingsaanslag verminderd en proceskosten vergoed.

De rechtbank heeft de WOZ-waarde van een onroerende zaak aan [adres 1] verlaagd tot € 777.000 en de waarde van de onroerende zaak aan [adres 2] in stand gelaten. De heffingsambtenaar moet schadevergoeding betalen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de leges van € 85,30 voor de omgevingsvergunning. Verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn in forensenbelastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 322.000 voor het appartement in Schouwen-Duiveland.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 414.000 en de aanslag OZB.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 298.000. Schadevergoeding van € 150 wordt toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 1.013.000, met een schadevergoeding van € 50 voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 280.000, met een schadevergoeding van € 50 voor overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting niet-ontvankelijk is en het verzoek om kostenvergoeding ongegrond, omdat er geen onrechtmatigheid van de heffingsambtenaar is vastgesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen OZB voor een recreatiepark terecht zijn opgelegd, omdat het park niet in hoofdzaak tot woning dient. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn wordt toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning van belanghebbende op € 180.000 terecht is vastgesteld en kent een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting 2019 ongegrond, omdat de woning meer dan 90 dagen beschikbaar was voor eigen gebruik.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag forensenbelasting 2020 ten onrechte is opgelegd aan belanghebbende, die haar hoofdverblijf in de gemeente had.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 225.000. Tevens wordt een schadevergoeding van € 150 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning van belanghebbende op € 132.000 terecht is vastgesteld en kent een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde van zijn woning ongegrond, de waarde blijft vastgesteld op € 164.000.

De rechtbank verklaart het beroep van een Belgische belanghebbende tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, waardoor de aanslag in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 1.913.000 voor de onroerende zaak, ondanks bezwaren over de coronapandemie en verzoek om schadevergoeding.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde en aanslagen gehandhaafd blijven.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld en verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de waarde van de onroerende zaak en de aanslagen OZB en rioolheffing gehandhaafd blijven.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en handhaaft de vastgestelde WOZ-waarden van drie onroerende zaken in Middelburg.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en handhaaft de vastgestelde WOZ-waarden van onroerende zaken in Middelburg.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van de onroerende zaken, zonder schadevergoeding toe te kennen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar de waarde van onroerende zaken correct heeft vastgesteld en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en handhaaft de vastgestelde WOZ-waarden voor drie onroerende zaken in Middelburg.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de aanslagen onroerendezaakbelastingen, na beoordeling van de vastgestelde waarden door de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende tegen naheffingsaanslagen parkeerbelasting ongegrond, omdat niet voldaan is aan de voorschriften van de zwerfvergunning.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, waardoor de aanslag in stand blijft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bijstandsuitkeringen geen belastbaar loon zijn voor extra kinderbijslag; herziening en terugvordering door Svb is terecht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb terecht onverschuldigd betaalde kinderbijslag heeft verrekend met toekomstige kinderbijslag van appellante. Het hoger beroep wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van een Belgische belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting 2020 ongegrond, omdat de woning meer dan 90 dagen ter beschikking stond.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vermindert de WOZ-waarde van de woning tot € 242.000 en veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van proceskosten aan belanghebbende.

De rechtbank heeft de WOZ-waarde van een winkelpand vastgesteld op € 160.000, na bezwaar tegen de eerdere waarde van € 393.000 door de heffingsambtenaar. De uitspraak op bezwaar is vernietigd en proceskosten zijn toegewezen aan de belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de waarde van de onroerende zaak op € 507.000, vastgesteld door de heffingsambtenaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en wijst schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de waarde van de woning op € 173.000. Schadevergoeding van € 150 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 169.000. De Staat wordt veroordeeld tot schadevergoeding van € 150 en proceskosten van € 418,50.

De rechtbank vernietigt de uitspraken op bezwaar tegen de aanslagen watersysteemheffing gebouwd en ongebouwd voor 2020 en 2021, maar verklaart de aanslagen ingezetenen terecht. Heffingsambtenaar moet griffierechten vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarden en aanslagen afvalstoffenheffing voor de jaren 2020-2022 niet te hoog zijn en verklaart de beroepen ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, omdat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, waardoor de aanslag in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, omdat hij niet direct na het parkeren de belasting heeft voldaan.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, waardoor de aanslag in stand blijft.

De rechtbank oordeelt dat twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting ongegrond zijn, terwijl één naheffingsaanslag wordt vernietigd. De heffingsambtenaar moet proceskosten vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vermindert de WOZ-waarde tot € 125.000 en kent schadevergoeding van € 150 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de WOZ-beschikking van € 266.000. Schadevergoeding wegens termijnoverschrijding vastgesteld op € 150.

De rechtbank heeft de WOZ-waarde van een woning verlaagd tot € 242.000 en schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank vernietigt aanslagen IB/PVV 2019 en 2020 wegens gebrek aan belangenafweging door inspecteur, die geen rekening hield met fout UWV.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de WOZ-waarde ongegrond en wijst een schadevergoeding van € 1.000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting niet-ontvankelijk, omdat het beroep rechtsgeldig is ingetrokken.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-beschikking en de aanslagen onroerende-zaakbelastingen en forensenbelasting in stand blijven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen ongegrond; aanslagen forensenbelasting 2018 en 2019 terecht opgelegd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag erfbelasting niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het beroepschrift is niet tijdig ingediend.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag erfbelasting correct is vastgesteld en het beroep van de belanghebbende ongegrond is.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en houdt de aanslag erfbelasting in stand, zonder schadevergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen forensenbelasting voor 2018, 2019 en 2020 terecht zijn opgelegd, omdat de woning meer dan 90 dagen per jaar beschikbaar was voor eigen gebruik.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond tegen WOZ-beschikking, vermindert woningwaarde tot € 325.000 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond, verlaagt WOZ-waarde tot € 128.000 en kent schadevergoeding van € 1.000 toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt aanslag reclamebelasting 2021, verklaart beroep gegrond en kent schadevergoeding toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat leges van € 10.800 voor omgevingsvergunning terecht zijn opgelegd. Beroep ongegrond, geen teruggaaf griffierecht of proceskosten.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, omdat niet is aangetoond dat er sprake was van onmiddellijk laden of lossen.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende tegen naheffingsaanslagen parkeerbelasting ongegrond, omdat hij verantwoordelijk is voor het correct aanmelden van zijn auto in de parkeerapp.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 181.000 en de aanslag rioolheffing. Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen.

Belanghebbende verzocht om proceskostenvergoeding en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, maar kende een schadevergoeding van € 1.000 toe.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, bevestigt de aanslag IB/PVV 2018 en oordeelt dat de inspecteur de aanslag correct heeft vastgesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het beroep van belanghebbende tegen de aanslag IB/PVV 2018 ongegrond is, omdat er geen schending van het vertrouwensbeginsel is aangetoond.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de aanslag inkomstenbelasting, waarbij de aftrekbaarheid van onderhoudskosten van een monumentenpand niet is aangetoond.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende fiscaal partner is van [de echtgenoot] en vermindert het belastbare inkomen uit werk en woning tot € 29.835. De uitspraak op bezwaar wordt vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op kostenvergoeding voor de bezwaarfase van een navorderingsaanslag inkomstenbelasting, omdat de inspecteur niet onrechtmatig heeft gehandeld.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen forensenbelasting voor 2020 en 2021 terecht zijn opgelegd aan belanghebbende, die niet in de gemeente woont maar wel een woning bezit die meer dan negentig dagen per jaar ter beschikking staat.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aanslag erfbelasting en verzuimboete aan belanghebbende, vermindert aanslag tot € 52.537 en veroordeelt inspecteur tot betaling van proceskosten.

De rechtbank vernietigt de aanslag forensenbelasting 2019, oordeelt dat het bezwaar van de belanghebbende ontvankelijk is en veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van proceskosten.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag forensenbelasting voor 2020 terecht is opgelegd aan belanghebbende, en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, de WOZ-waarde vastgesteld op € 190.000 en schadevergoeding van € 500 toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vermindert de WOZ-waarde tot € 298.000 en kent een schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-beschikking ongegrond, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat het verzoek om toepassing van het lage bestelautotarief voor gehandicapten terecht is afgewezen. De belanghebbende komt niet in aanmerking voor de regeling, aangezien hij geen bestelauto bezit.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 394.000 voor de onroerende zaak, vastgesteld door de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 347.000 voor de agrarische bedrijfswoning, ondanks bezwaren over vergelijkbaarheid en waardedrukkende omstandigheden.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, maar kent een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting 2019 ongegrond, omdat de woning meer dan 90 dagen voor eigen gebruik ter beschikking was.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag forensenbelasting 2020 ongegrond, omdat niet is aangetoond dat zijn echtgenote haar hoofdverblijf in de gemeente had.

Rechtbank vernietigt vergrijpboetes en vermindert deze tot nihil; navorderingsaanslagen IB/PVV over 2014-2018 blijven in stand.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond, waardoor de belastingaanslagen over arbeidsongeschiktheidsuitkeringen worden gehandhaafd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de eigenwoningaftrek van belanghebbende terecht heeft beperkt tot de helft, omdat er in 2018 geen echtscheidingssituatie was.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffing omzetbelasting en verzuimboetes; bezwaar van belanghebbende tegen niet-ontvankelijkheid gegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 115.000 voor de onroerende zaak Ratelaarsland 31 te [plaats 2].

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vermindert de aanslag rioolheffing van € 229,78 tot € 220,78 wegens partiële onverbindendheid van de verordening in Vlissingen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslag IB/PVV 2017 en belastingrentebeschikking, oordeelt dat gastenkamers in B&B niet als woonhuis zijn aan te merken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gastenkamers in een B&B niet als woonhuis kwalificeren, waardoor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek moet worden verleend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en vergrijpboetes. Beroep gegrond voor 2014, ongegrond voor andere jaren. Vergrijpboetes gematigd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde ongegrond, waarbij de heffingsambtenaar de waarde op € 326.000 heeft vastgesteld. Er is geen schending van het gelijkheidsbeginsel aangetoond.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde van zijn woning ongegrond. De heffingsambtenaar heeft de waarde aannemelijk gemaakt en de aanslag blijft in stand.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, de aanslag IB/PVV 2019 is terecht vastgesteld door de inspecteur.

Rechtbank vernietigt vergrijpboete, bevestigt naheffingsaanslag omzetbelasting voor privégebruik bestelauto.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over invorderingsrente bij naheffingsaanslag omzetbelasting; bezwaar ontvankelijk verklaard, maar ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en oordeelt dat de ontvanger van de Belastingdienst terecht kosten van betekening van een dwangbevel in rekening heeft gebracht.

De rechtbank verklaart de beroepen inzake navorderingsaanslagen IB/PVV ongegrond, maar het beroep inzake de naheffingsaanslag omzetbelasting wordt gegrond en verminderd tot € 2.424.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op zelfstandigenaftrek en bevestigt aanslagen IB/PVV en Zvw.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellante tegen de bestuursrechtelijke premie, oordelend dat er geen mogelijkheid tot bezwaar was tegen de aanmelding door VGZ.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen IB/PVV voor 2016 en 2017 niet te hoog zijn, maar dat de aanslag Zvw 2017 te hoog is. Werkzaamheden als invalleerkracht worden als loon uit dienstbetrekking aangemerkt.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de WOZ-waarde van een woning vastgesteld op € 313.000 voor 2019. De heffingsambtenaar heeft de waarde voldoende onderbouwd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van € 129.000 niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 355.000 voor de woning aan [adres 1] te [plaats].

Centrale Raad van Beroep bevestigt de boete van € 402,24 aan appellant wegens het niet tijdig afsluiten van een zorgverzekering. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die herziening rechtvaardigen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de waarde van de onroerende zaak op € 1.192.000, met schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar kent de belanghebbende een schadevergoeding van € 500 toe voor immateriële schade en gelast de heffingsambtenaar om griffierecht en proceskosten te vergoeden.

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en kent schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn in de WOZ-zaak.

De rechtbank verklaart het beroep tegen de aanslag forensenbelasting ongegrond, maar kent een schadevergoeding van € 1.000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond tegen WOZ-waarde van € 215.000 voor onroerende zaak.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 311.000 voor de woning, ondanks bezwaren over de nabijgelegen hoogspanningsleiding.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de waarde van de onroerende zaak op € 254.000, met een schadevergoeding van € 500 voor overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over waarde onroerende zaak en toekenningsvergoedingen voor immateriële schade en proceskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond en wijst verzoek om schadevergoeding af wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep tegen zorgkantoor dat goedkeuring zorgovereenkomst onthield. Raad vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep gegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant opzettelijk onvolledige gegevens heeft verstrekt. Schadevergoeding van € 500,- voor overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van een in Frankrijk woonachtige gepensioneerde over de berekening van de buitenlandbijdrage op grond van de Zorgverzekeringswet. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de berekeningssystematiek correct is toegepast.

Hoger beroep van appellante tegen de vaststelling van de buitenlandbijdrage voor zorgverzekering door het CAK, waarbij de rechtbank oordeelde dat de berekeningssystematiek correct was toegepast.

Hoger beroep over de verschuldigdheid en hoogte van de buitenlandbijdrage zorgverzekering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over de toereikendheid van een pgb voor aandrijfondersteuning van een rolstoel. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het pgb toereikend is.

De Centrale Raad van Beroep neemt het verzoek om wraking niet in behandeling omdat het hoger beroep nog niet aan een rechter is toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van CAK om medische kosten in Spanje te vergoeden, omdat appellant geen toezegging kon aantonen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking indicatiebesluit door CIZ en verklaart beroep gegrond. CIZ moet nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

Centrale Raad van Beroep verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang bij maatwerkvoorziening. Appellant had geen recht op zorg met terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Taxibus op basis van WMO 2015; appellante kan met openbaar vervoer voldoende participeren.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat college onzorgvuldig onderzoek heeft verricht en besluit ondeugdelijk is gemotiveerd. College moet opnieuw onderzoek doen en wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat college onzorgvuldig onderzoek heeft verricht en besluit ondeugdelijk is gemotiveerd. College moet opnieuw onderzoek doen en wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang, na overlijden van betrokkene.

Hoger beroep over maatwerkvoorziening individuele begeleiding op basis van de Wmo 2015. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het college zorgvuldig heeft gehandeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de ingangsdatum van de Wlz-indicatie op 6 juni 2019 voor zorgprofiel Beschut wonen met intensieve begeleiding, na hoger beroep door appellante.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang. De gemachtigde heeft geen belang bij de beoordeling van de aangevallen uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om kwijtschelding studieschuld; inkomenssituatie niet bepalend, medisch advies voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing woonvoorziening WMO 2015; appellant verhuisde niet naar geschikte woning.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende procesbelang in Wmo 2015-zaak.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat er geen sprake was van een tegemoetkoming door het college in de zin van de Awb.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens gebrek aan materiële connexiteit, maar herinnert het college aan de besluittermijn voor jeugdhulp.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat college geen dwangsom aan appellant verschuldigd is en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking van verzoekster af, omdat er geen objectieve aanwijzingen voor partijdigheid zijn.

Hoger beroep over maatwerkvoorzieningen Wmo 2015. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat college zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat ondersteuning adequaat is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor maatwerkvoorzieningen door het college van Heerlen, omdat appellant niet als ingezetene kan worden aangemerkt.

Hoger beroep over afwijzing aanvraag gesloten buitenwagen; appellant kan gebruik maken van andere Wmo-vervoersvoorzieningen.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van verzoeker niet in behandeling genomen, omdat het verzoek geen wrakingsverzoek is in de zin van de Awb.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking van verzoeker af, omdat er geen feiten zijn die de onpartijdigheid van de behandelend rechter in twijfel trekken.

De Centrale Raad van Beroep verklaart de uitspraak van 8 juli 2021 vervallen wegens onjuiste administratieve verwerking van de intrekking van het hoger beroep door de griffie.

Verzoek om wraking afgewezen; geen objectieve vrees voor partijdigheid van de rechter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over maatwerkvoorzieningen voor appellant met PTSS; hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep over maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden; college moet kosten van bezwaar vergoeden.

Hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; enkel principieel belang is onvoldoende.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag voor [A.], omdat de medische adviezen van het CIZ inzichtelijk en correct waren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Zorgkantoor Friesland B.V. bevoegd was tot terugvordering van pgb's over 2013 en 2014. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg dat appellante als wanbetaler is aangemerkt. Hoger beroep slaagt niet, er is geen procesbelang.

Hoger beroep over maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden. Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat het pgb van € 293,20 per vier weken onvoldoende is. Proceskostenveroordeling wordt vernietigd en college moet in totaal € 2.244,- vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening voor ondersteuning bij maatschappelijke deelname en zelfstandig leven, op basis van onvermogen appellante om pgb-taken verantwoord uit te voeren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart, oordelend dat het medisch onderzoek door de GGD zorgvuldig was en de appellante in staat is om meer dan 100 meter te lopen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond inzake eigen bijdrage Wlz. CAK heeft eigen bijdrage correct vastgesteld.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen spoedeisend belang is dat een onmiddellijke beslissing rechtvaardigt.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het college bereid is een maatwerkvoorziening in natura te verstrekken, wat voldoende is voor de zorgbehoefte van verzoekster.

Hoger beroep tegen afwijzing aanvraag Wlz-zorg. Centrale Raad bevestigt dat CIZ zorgvuldig heeft gehandeld en dat medisch advies voldoende is onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van aanvraag verhuiskostenvergoeding; geen nieuwe gronden in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af, omdat argumenten niet op de behandelend rechter zien en sprake is van misbruik van het recht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WLZ-aanvraag; geen grondslag voor zorgtoegang vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van aanvragen voor vervoers- en woonvoorzieningen op basis van Wmo 2015, met voldoende medische onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor een gesloten buitenwagen of scootmobiel door het college van Baarn en draagt het college op een nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in hoger beroep over pleegvergoeding; zaak wordt doorgezonden naar de Raad van State.

Appellante verzocht om maatwerkvoorzieningen op basis van de Wmo 2015. De Raad oordeelde dat medisch advies noodzakelijk was voor beoordeling. Hoger beroep gegrond verklaard, eerdere uitspraak vernietigd en schadevergoeding toegewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om een voorziening beroepsonderwijs bij bijzondere omstandigheden, omdat appellante geen bewijs heeft geleverd voor haar beweringen.

Hoger beroep over recht op extra uren huishoudelijke hulp en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn. Appellante krijgt € 1.000,- schadevergoeding toegekend.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking van de behandelend rechters af, omdat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de eigen bijdrage van appellante in de Wet langdurige zorg, waarbij het hoger beroep werd verworpen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de Wmo 2015 en het wrakingsverzoek van de appellant, waarbij geen onpartijdigheid van de rechter is aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat bezwaarschrift niet tijdig is ingediend en vernietigt de eerdere uitspraak, behalve de afwijzing van schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit zorgkantoor over pgb en terugvordering, stelt pgb vast op € 18.136,71 en veroordeelt zorgkantoor in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante haar adreswijzigingen niet heeft doorgegeven, wat leidt tot betalingsverplichtingen. Hoger beroep slaagt niet.

Hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van de minister om het maandbedrag voor studiefinanciering te herzien. De minister heeft terecht het verzamelinkomen van 2016 als basis genomen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de herziening van studiefinanciering van appellante, die niet voldeed aan de voorwaarden voor uitwonendheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering appellant als thuiswonende studerende, terugvordering van € 8.302,- is terecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering op basis van getuigenverklaringen; betrokkene niet woonachtig op brp-adres.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering appellante als thuiswonende studerende, terugvordering van € 2.708,28 terecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de terugbetalingsverplichting van appellant correct is vastgesteld en dat bekendmaking via Mijn DUO geldig is, ondanks zijn verhuizing naar Brazilië.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het college niet verplicht is een vervangende scootmobiel van voetsteunen te voorzien, gezien de totale voorzieningen die zijn verstrekt.

Hoger beroep over toekenning van vijf uur ambulante begeleiding per week op basis van de Wmo 2015. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak dat college bevoegd was, maar niet verplicht om meer zorg te verstrekken.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 juni 2021 het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was voor de Wlz-indicatie van verzoeker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering appellante als thuiswonende studerende op basis van buurtonderzoek.

Verzoek om wraking van de wrakingskamer en behandelend rechter wordt niet in behandeling genomen wegens misbruik van recht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eigen bijdrage van € 161,80 voor beschermd wonen Wmo 2015, oordeelt dat CAK correct heeft gehandeld en dat er geen onredelijke uitkomst is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de zorgaanvraag van appellant op basis van de Wlz, oordelend dat er geen blijvende behoefte aan 24 uur zorg in de nabijheid is.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was voor opvang van verzoeker in verband met zijn dochter.

De Centrale Raad van Beroep verklaart de hoger beroepen niet-ontvankelijk omdat deze rechtsgeldig zijn ingetrokken door de advocaat van appellanten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat geen bezwaar mogelijk is tegen de aanmelding als wanbetaler en de bestuursrechtelijke premie. Appellant heeft geen nieuwe argumenten aangedragen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart. Appellant voldeed niet aan de medische criteria en de rapportages van deskundigen werden als zorgvuldig beoordeeld.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de zus van de betrokkene ten onrechte als partner is aangemerkt voor de Wsf 2000, omdat zij en betrokkene feitelijk twee afzonderlijke woningen bewonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet woonde op het brp-adres ten tijde van het huisbezoek, waardoor haar studiefinanciering herzien kon worden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de rente op studiefinanciering correct is vastgesteld en dat er geen inbreuk is op het eigendomsrecht van appellant.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; CIZ trekt beslissing op bezwaar in en zal nieuwe beslissing nemen.

De aanvraag voor WLZ-zorg van appellante is afgewezen omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden voor zorg. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de psychische klachten geen toegang bieden tot de Wlz.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van een scootmobiel aanvraag wegens onzorgvuldige voorbereiding en onvoldoende motivering. College moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over gebruikelijke hulp bij huishoudelijke taken en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de maatwerkvoorzieningen Wmo 2015. Appellante's hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het college zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar de ondersteuningsbehoefte van appellante en dat er geen aanleiding is voor een hogere indicatie dan zeven uur begeleiding per week.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond wegens onzorgvuldig onderzoek naar zorgbehoefte appellant in het kader van Wmo 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering en terugvordering door de minister, oordeelt dat appellante niet op BRP-adres woonde en boete terecht is opgelegd.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt zorgkantoor tot betaling van proceskosten van appellante na intrekking hoger beroep, omdat geen bijzondere omstandigheden aanwezig zijn.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen spoedeisend belang is dat behandeling van de bodemprocedure niet kan afwachten.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was voor verzoekster.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond door verzoeker.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was. Verzoeker woont nog steeds in de gehuurde woning en ontvangt zorg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet in aanmerking komt voor uitwonendenbeurs vanwege inschrijving op verkeerd adres. Hardheidsclausule niet van toepassing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing levenlanglerenkrediet aan appellante die reguliere studiefinanciering ontvangt voor hbo-opleiding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om zwaardere accu's voor scootmobiel, oordelend dat het college voldoende zorgvuldigheid heeft betracht in het onderzoek naar de vervoersbehoefte van appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening studiefinanciering en bestuurlijke boete. Overschrijding redelijke termijn leidt tot 30% vermindering van de boete.

Hoger beroep over maatwerkvoorziening dagbesteding onder Wmo 2015; Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de herziening van de maximale periodebijdrage Wmo 2015. Beroepsgronden van appellante worden verworpen.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep gegrond, omdat het zorgkantoor ten onrechte de goedkeuring aan de zorgovereenkomst had onthouden.

Hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de verlening van een modulair pakket thuis op grond van de Wlz. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarbij het hoger beroep van appellante inzake zorgindicatie en zorgpakketten niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding verzoek in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning; hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerplaats wegens gebrek aan parkeerdruk en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; herziening studiefinanciering correct uitgevoerd.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat verzoeker geen spoedeisend belang heeft aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister de prestatiebeurs van appellante moet omzetten in een gift vanwege bijzondere omstandigheden. De eerdere uitspraak wordt vernietigd en de minister wordt veroordeeld in proceskosten.

Verzoek om wraking van de gehele Raad niet in behandeling genomen; verzoeker maakt misbruik van wrakingsmogelijkheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten voor pgb, omdat appellante niet kon aantonen dat zorg aan AWBZ-voorwaarden voldeed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de draagkracht van appellant bij studieschuld. Hoger beroep slaagt niet; persoonlijke omstandigheden zijn niet relevant voor de terugbetalingsverplichting.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het zorgkantoor het pgb voor 2013 en 2014 op nihil mocht vaststellen en onverschuldigd betaalde voorschotten mocht terugvorderen, omdat appellant niet voldeed aan de verplichtingen.

Hoger beroep van appellante tegen de toekenning van vier uur hulp bij het huishouden. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat college voldoende rekening heeft gehouden met medische situatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten door CZ Zorgkantoor B.V. wegens niet-naleving van verplichtingen door appellant in het kader van AWBZ-zorg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering appellant als thuiswonende studerende en terugvordering van € 2.291,57.

Hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang, omdat het college de gewenste maatwerkvoorzieningen heeft verstrekt.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar studieschuld. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk is verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de mate van arbeidsongeschiktheid van de appellant, vastgesteld op 77,13%, en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld in het medische onderzoek.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van beroep inzake WIA-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, er is geen procesbelang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding verzoek van appellant, omdat niet is aangetoond dat schade is geleden door onrechtmatig besluit van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet ontvankelijk verklaring van aanvraag toeslag door Uwv; appellant heeft geen bewijs geleverd van verzending.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Uwv mocht afzien van horen appellant. Bevestiging uitspraak rechtbank.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep CAK ongegrond; bezwaar betrokkene tegen jaarafrekening Zorgverzekeringswet niet-ontvankelijk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag peiljaarverlegging eigen bijdrage zorg. CAK heeft correct berekend volgens dwingendrechtelijke regels. Appellante's omstandigheden vormen geen bijzondere situatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijk verklaring van beroep tegen CAK. Appellant heeft niet tijdig bezwaar gemaakt tegen besluiten. Hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep ongegrond verklaard; termijnoverschrijding bezwaarschrift niet verschoonbaar. Appellant had kunnen zorgen voor hulp bij indienen bezwaar.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van rolstoelgebonden appellante gegrond inzake haar aanvraag voor een woonvoorziening.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van studiefinanciering van appellant, omdat hij niet heeft aangetoond dat hij op het brp-adres woonde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening voor vervoer; appellante moet kosten voor eigen rekening nemen.

Hoger beroep afgewezen; verzoeker heeft geen tijdige aanvraag ingediend bij ROGplus, waardoor beroep niet mogelijk was.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang; verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening maatwerkvoorziening Wmo 2015; college voldoende onderbouwd dat ondersteuning niet meer toereikend was. Proceskostenvergoeding aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag woningaanpassing; beroep op gelijkheidsbeginsel faalt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam; appellant heeft geen nieuwe medische onderbouwing voor wijziging in situatie sinds 2017.

Centrale Raad van Beroep verklaart herzieningsverzoek niet-ontvankelijk wegens te late indiening en onjuistheid van de onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet heeft aangetoond dat zorg is verleend en betaald, waardoor het zorgkantoor bevoegd was het pgb lager vast te stellen en terug te vorderen.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om aanpassing maximale periodebijdrage Wmo 2017. Hoger beroep slaagt niet.

Hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg over de maatwerkvoorziening individuele begeleiding. De Raad bevestigt de uitspraak en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van besluit inzake studiefinanciering; nieuwe jurisprudentie niet als nieuw feit aangemerkt.

Centrale Raad bevestigt dat betrokkene als migrerend werknemer recht had op studiefinanciering; herziening en terugvordering door de minister onterecht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister voldoende bewijs heeft geleverd voor herziening studiefinanciering. Eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank over OV-schuld studente; schuld blijft in stand na te late stopzetting reisproduct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek tot kwijtschelding studiefinancieringsschuld; appellante voldoet niet aan beleidseisen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en handhaaft OV-schuld van studente, die haar reisproduct niet tijdig heeft stopgezet.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van verzoeker afgewezen, omdat de vrees voor vooringenomenheid van de behandelend rechter niet objectief gerechtvaardigd was.

De aanvraag om dubbele kinderbijslag is afgewezen omdat er geen sprake was van intensieve zorg voor de dochter van appellante, zoals vereist door de AKW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor onbetaalbaarheid boete, maar vermindert boete wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland dat appellant niet het bewijs heeft geleverd dat hij op het brp-adres woonde, waardoor het hoger beroep wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat aanvragen om tegemoetkoming meerkosten voor chronisch zieken terecht buiten behandeling zijn gesteld wegens ontbrekende gegevens.

Hoger beroep over afwijzing aanvraag duofiets door college van burgemeester en wethouders van Heerlen. Centrale Raad van Beroep oordeelt dat college voldoende onderzoek heeft verricht en geen noodzaak voor duofiets bestaat.

Hoger beroep over indicatie zorgprofiel VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg; Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt boete van CAK voor niet afsluiten zorgverzekering. Appellant voldeed niet aan aanmaning, geen bijzondere omstandigheden voor lagere boete.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat CAK ten onrechte buitenlandbijdrage van € 457,74 in rekening heeft gebracht na verstrijken wettelijke beslistermijn. Beroep gegrond verklaard en besluit CAK herroepen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene met ernstige verstandelijke beperking recht heeft op 24 uur zorg in de nabijheid. Hoger beroep CIZ afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt wijziging pgb en terugvordering onverschuldigd betaald bedrag van appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van dubbele kinderbijslag, omdat de dochter van appellante geen intensieve zorg nodig heeft en de zorgscore op de peildatum drie punten was.

Hoger beroep van appellant tegen herziening studiefinanciering. Bewijs minister onvoldoende; uitspraak vernietigd en beroep gegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eindafrekening van de bestuursrechtelijke premie door het CAK en oordeelt dat appellante niet meer heeft betaald dan het verschuldigde bedrag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering studiefinanciering; appellant niet woonachtig op BRP-adres.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van studiefinanciering, omdat appellante ten onrechte als uitwonend was aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt herziening en terugvordering studiefinanciering, oordeelt dat minister onvoldoende bewijs heeft geleverd dat appellante niet op BRP-adres woonde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag bruikleenauto; geen medische of sociale noodzaak aangetoond.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening scootmobiel. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er geen schending van de hoorplicht is en dat de buitenlandbijdrage correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant buitenlandbijdrage voor echtgenote verschuldigd is, ongeacht administratieve problemen bij zorgverlening.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, oordelend dat verzoekster zelfredzaam is en in staat moet worden geacht zelf in onderdak te voorzien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wlz-zorg aanvraag op basis van psychiatrische problematiek. Appellant vond afwijzing onterecht, maar Raad vond geen steun voor ander oordeel.

Appellant verliest hoger beroep over Wmo-aanvraag en schadevergoeding; college heeft terecht afgewezen.

Hoger beroep van appellant over de afwijzing van zijn aanvraag voor vervangende rolstoellift. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de melding niet als aanvraag kan worden aangemerkt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarbij de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats is afgewezen. Appellante heeft geen nieuwe gronden aangevoerd in hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg dat de appellant niet in aanmerking komt voor een hoog persoonlijk kilometerbudget voor Valys-vervoer.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wlz-indicatie voor een minderjarige met ADHD, op basis van zorgvuldig medisch advies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wlz-indicatie voor appellant op basis van medisch advies en gebrek aan bewijs voor verstandelijke handicap.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor zorg op grond van de Wlz, omdat niet is aangetoond dat de grondslag verstandelijke handicap van toepassing is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van aanvraag voor badkameraanpassing; medische beoordeling door verzekeringsarts is voldoende onderbouwd.

Appellante verliest hoger beroep over studiefinanciering en aflossing studieschuld. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering studiefinanciering na huisbezoek; appellant niet woonachtig op BRP-adres.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WLZ-zorg aanvraag; CIZ baseerde zich op medisch advies. Appellante heeft geen nieuwe medische informatie overgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing zorgaanvraag Wlz door CIZ; geen blijvende behoefte aan permanent toezicht vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart verzet ongegrond wegens schending van procesorde. Appellant niet gehoord, maar beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet woonachtig was op het BRP-adres, waardoor de herziening van zijn studiefinanciering gerechtvaardigd was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin werd geoordeeld dat appellante niet op het BRP-adres woonde en de herziening van haar studiefinanciering terecht was.

Centrale Raad van Beroep vernietigt herziening studiefinanciering; onvoldoende bewijs dat appellant niet op BRP-adres woonde. Minister veroordeeld in proceskosten.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; geen spoedeisend belang voor zorg op grond van WLZ.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de appellant, als verdragsgerechtigde, verplicht is de buitenlandbijdrage te betalen, ongeacht zijn inschrijving bij de CPAM in Frankrijk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag extra kinderbijslag; appellant en partner overschreden inkomensgrens van € 4.895,-.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was. Verzoekster staat op plaats 24 van de wachtlijst voor een herstartstudio en kan in de tussentijd noodopvang krijgen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, omdat het geschil betrekking had op een reeds verstreken periode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing zorgaanvraag Wlz; medisch advies CIZ zorgvuldig, geen noodzaak voor 24-uurs zorg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten door het zorgkantoor, omdat appellant niet voldeed aan de verplichtingen van het pgb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet voldoende heeft aangetoond dat het pgb is besteed aan AWBZ-zorg en dat het zorgkantoor bevoegd was tot terugvordering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat zorgkantoor bevoegd was pgb lager vast te stellen en voorschotten terug te vorderen, omdat appellante verplichtingen niet is nagekomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat zorgkantoor bevoegd was pgb lager vast te stellen en onverschuldigd betaalde voorschotten terug te vorderen. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en stelt pgb voor 2013 en 2014 vast op respectievelijk € 9.874,38 en € 9.765,43, en past terugvorderingen aan. Zorgkantoor wordt veroordeeld in proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het zorgkantoor terecht het pgb op nihil heeft vastgesteld en onverschuldigd betaalde voorschotten heeft teruggevorderd, omdat appellant niet aan zijn bewijslast voldeed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het zorgkantoor het pgb op nihil mocht vaststellen en onverschuldigd betaalde voorschotten terugvorderen, omdat appellante niet aan de verplichtingen voldeed.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het college aan verzoeker een pgb van € 40.500,- per jaar moet verstrekken voor beschermd wonen, met terugwerkende kracht vanaf 17 maart 2020.

De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker recht heeft op een pgb van € 32.500,- op jaarbasis voor zorgverlening, ondanks het standpunt van het college over 24-uurstoezicht.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat het niet voldoet aan het connexiteitsvereiste. Verzoeker kan rechtsmiddelen instellen tegen de weigering van het zorgkantoor voor 2020.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellante niet heeft aangetoond dat het pgb is besteed aan AWBZ-zorg, waardoor het zorgkantoor bevoegd was het pgb op nihil vast te stellen en voorschotten terug te vorderen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op een tegemoetkoming van € 2.950,- voor verhuis- en inrichtingskosten, na vernietiging van eerdere besluiten van het college.

Appellante verzocht om een gehandicaptenparkeerkaart, maar haar aanvraag werd afgewezen. De Centrale Raad van Beroep bevestigde dat zij niet voldoet aan de criteria voor toekenning op basis van medische adviezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over terugvordering van onverschuldigd betaalde pgb's door zorgkantoor voor jaren 2008-2013. Appellanten hebben niet aangetoond dat pgb's verantwoord zijn besteed. Eerdere uitspraak van rechtbank vernietigd.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in sociale zekerheidszaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijk verklaring bezwaar van appellant tegen CAK; CAK moet griffierecht vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat CAK geen incassokosten hoeft te betalen, omdat het bedrag van € 305,06 op tijd is terugbetaald aan appellant.

Hoger beroep over aanspraak op huishoudelijke hulp na 31 december 2014. Appellante kon niet op de brief van het college vertrouwen dat haar hulp ongewijzigd zou voortgezet worden. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor een hoog persoonlijk kilometerbudget aan een rolstoelafhankelijke appellant, omdat hij met begeleiding in staat is om met de trein te reizen.

Hoger beroep over de verlening en vaststelling van een pgb onder de AWBZ. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het zorgkantoor niet verweten kan worden dat het de bewindvoerder niet heeft benaderd voor verantwoording. Appellant voldeed niet aan administratieve verplichtingen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant de verplichtingen van de pgb's niet is nagekomen, waardoor het zorgkantoor bevoegd was om deze lager vast te stellen en voorschotten terug te vorderen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende procesbelang van appellant inzake zorgplicht regiotaxi.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellanten niet-ontvankelijk wegens ontbreken van procesbelang in een zaak over zorgbijdrage.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van zorgaanvraag op basis van medisch advies van CIZ. Appellante heeft geen bewijs geleverd voor blijvende zorgbehoefte.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af; procedurele beslissingen vormen geen grond voor wraking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om kwijtschelding van rentedragende lening; appellant valt niet onder beleid voor kwijtschelding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van studiefinanciering van appellante op basis van haar woonsituatie en de terugvordering van € 5.538,03.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat CAK mag uitgaan van door zorgaanbieder verstrekte gegevens, tenzij er een kennelijke fout is. Appellanten hebben onvoldoende bewijs geleverd voor hun betwisting.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Delft en kent een tegemoetkoming van € 500,- per maand toe aan appellante voor extra zorgkosten.

Hoger beroep over de afwijzing van zorg op basis van de Wlz wegens gebrek aan verstandelijke handicap. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering en bestuurlijke boete aan appellante, o.b.v. huisbezoek en controleursrapport.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering en boete aan appellant na huisbezoek, oordeelt dat minister voldoende bewijs heeft geleverd.

Hoger beroep over buitenlandbijdrage vastgesteld door CAK; geen vermindering bij fluctuaties in inkomens. Uitspraken bevestigd.

Hoger beroep over de berekening van de aanvullende beurs in relatie tot alimentatie. De Raad bevestigt dat de Minister de alimentatiecorrectie op de beurs correct heeft toegepast.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering en boete op basis van buurtonderzoek; minister heeft bewijslast voldaan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om verlenging diplomatermijn studiefinanciering; geen bijzondere omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek tot voorlopige voorziening af, omdat verzoeker geen oorzakelijk verband heeft aangetoond tussen de schade en het besluit van het college.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van een OV-schuld van € 194,- door de minister, omdat appellant zijn reisproduct niet tijdig heeft stopgezet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de bestuursrechtelijke premie van appellant, die als wanbetaler is aangemeld. CAK hoeft geen rekening te houden met het bestaansminimum.

Hoger beroep over terugvordering pgb door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. Appellante heeft geen zelfstandig belang bij de bestreden besluiten. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Verzoek om voorlopige voorziening voor maatschappelijke opvang afgewezen; verzoeksters hebben geen spoedeisend belang aangetoond.

Hoger beroep tegen boetes voor niet afsluiten zorgverzekering; bezwaren tegen boetes en eindafrekening ongegrond verklaard. Mededeling zorgverzekering is geen besluit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart op basis van medische adviezen van de GGD.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang na overlijden van betrokkene.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen wegens ontbreken spoedeisend belang.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen besluiten minister gegrond, behoudt OV-schuld in stand.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk na toezegging minister om teruggevorderd bedrag uit te betalen. Proceskostenvergoeding van € 2.100,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van studiefinanciering van appellante op basis van controleursrapport. Geen exclusief gebruik van zolderruimte aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de toekenning van dubbele kinderbijslag, waarbij het vertrouwensbeginsel niet van toepassing is.

Hoger beroep slaagt; minister kan niet aannemelijk maken dat appellant niet op brp-adres woonde. Besluit van minister en eerdere uitspraak van rechtbank vernietigd.

Hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de Minister van Onderwijs over de draagkrachtvaststelling voor zijn studieschuld is ongegrond verklaard. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bezwaar van appellante niet-ontvankelijk is wegens gebrek aan procesbelang. Toekenning maatwerkvoorziening in de vorm van pgb blijft staan.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk omdat er geen hoger beroep meer aanhangig was.

De Centrale Raad van Beroep schorst de werking van een eerdere uitspraak over jeugdhulp en stelt een voorlopige voorziening vast voor een pgb van € 450,- per maand voor [Y].

De Centrale Raad van Beroep heeft het wrakingsverzoek van verzoeker niet in behandeling genomen, omdat hij niet tijdig alle feiten heeft voorgedragen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering appellante op basis van onderzoek door controleurs. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de inhouding van bestuursrechtelijke premie door gemeente Vlaardingen op uitkering van appellante, zonder rekening te houden met bestaansminimum.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de berekening van de buitenlandbijdrage door het CAK over 2016, gebaseerd op de vestigingsdatum van appellante in België.

Hoger beroep over de herziening van studiefinanciering; appellant als thuiswonende studerende aangemerkt op basis van inschrijving in de brp. Hoger beroep niet geslaagd, uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart; medische adviezen GGD zijn zorgvuldig en toereikend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op studiefinanciering, omdat zij niet als migrerend werknemer kan worden aangemerkt en niet voldoet aan de verblijfsvoorwaarde van vijf jaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op studiefinanciering, omdat hij niet voldoet aan de verblijfsvoorwaarde en onvoldoende bewijs heeft geleverd van economische activiteit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op studiefinanciering, omdat zij niet voldoet aan de verblijfsvoorwaarde van vijf jaar en onvoldoende bewijs heeft geleverd voor economische activiteit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op studiefinanciering, omdat zij niet voldoet aan de verblijfsvoorwaarde en onvoldoende bewijs heeft geleverd voor economische activiteit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op studiefinanciering, omdat zij niet als migrerend werknemer kan worden aangemerkt en onvoldoende bewijs heeft geleverd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op studiefinanciering wegens onvoldoende bewijs van migrerend werknemerschap.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op studiefinanciering wegens onvoldoende bewijs van economische activiteit en niet voldoen aan verblijfsvoorwaarden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Slowaakse appellante geen recht heeft op studiefinanciering wegens onvoldoende bewijs van migrerend werknemerschap.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op studiefinanciering wegens onvoldoende bewijs van economische activiteit en niet voldoen aan verblijfsvoorwaarden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant, een Unieburger, voldoende bewijs heeft geleverd voor recht op studiefinanciering. Herziening door de minister onterecht, uitspraak vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op studiefinanciering, omdat hij niet voldoet aan de verblijfsvoorwaarde van vijf jaar en onvoldoende bewijs heeft geleverd van economische activiteit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op studiefinanciering, omdat zij niet voldoet aan de verblijfsvoorwaarde van vijf jaar en onvoldoende economische activiteit heeft aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op studiefinanciering wegens onvoldoende bewijs van economische activiteit en niet voldoen aan verblijfsvoorwaarde.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Litouwse studente in september en oktober 2012 recht had op studiefinanciering. Herziening door minister onterecht voor deze maanden, maar wel terecht voor andere maanden. Minister veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op studiefinanciering, omdat zij niet voldoet aan de verblijfsvoorwaarde van vijf jaar en onvoldoende economische activiteit heeft aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de aanvraag voor aanvullende beurs en de loskoppeling van het inkomen van de vader.

Hoger beroep tegen afwijzing aanvraag financiële tegemoetkoming voor kledingslijtage. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen medische onderbouwing voor meerkosten.

De aanvraag van appellante voor een traplift en badlift is afgewezen omdat het aanpassen van de badkamer op de benedenverdieping de goedkoopst adequate voorziening is. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en veroordeelt het college in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over buitenlandbijdrage zorgverzekering voor appellant in Spanje.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep tegen het besluit van CAK ongegrond. Appellant's claim van € 400,- wordt niet erkend.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit college over pgb-tarief huishoudelijke hulp; appellante krijgt recht op € 17,10 per uur voor 4,5 uur per week.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over terugvordering van pgb, appellant voldeed niet aan verplichtingen.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de wrakingskamer en de behandelend rechter niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening en misbruik van recht.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 november 2019 het verzoek om wraking van de wrakingskamer niet in behandeling genomen, wegens misbruik van het wrakingsmiddel.

Hoger beroep van appellant tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaarschrift inzake bestuursrechtelijke premie. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, omdat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering éénoudertoeslag; appellante had formeel een partner, waardoor zij niet voldeed aan de voorwaarden voor de toeslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de situatie van betrokkene niet voldoet aan de conflicteis voor loskoppeling van ouderlijk inkomen bij studiefinanciering. De minister heeft het verzoek terecht afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de redelijke termijn is overschreden en kent appellante een schadevergoeding van € 500,- toe.

Centrale Raad van Beroep neemt verzoek om wraking van A. Stehouwer niet in behandeling; verzoeker had geen gegronde redenen aangevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellante wegens termijnoverschrijding in verzoek om onkostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellante tegen een indicatiebesluit van het CIZ, omdat de gronden ontbraken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante ten onrechte geen gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt, ondanks medische beperkingen. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en kent de kaart voor vijf jaar toe.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank die het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaarde wegens gebrek aan procesbelang, aangezien er geen schade is geleden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit college over huishoudelijke hulp, herstelt aanspraak naar 5 uur en 15 minuten per week en veroordeelt college in proceskosten van € 3.072,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de eigen bijdrage AWBZ en peiljaarverlegging. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering pgb wegens niet-naleving verplichtingen door appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing zorgaanvraag Wlz. Geen schending hoorplicht, zorgvuldig medisch onderzoek en juistheid medisch advies vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking van de behandelend rechter af, omdat verzoeker geen concrete feiten heeft aangedragen die wijzen op vooringenomenheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verhuiskostenvergoeding; geen belangenverstrengeling of onheuse bejegening door rechter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het college de financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto ten onrechte heeft beëindigd en moet beoordelen of een pgb kan worden verstrekt.

Hoger beroep tegen boete van CAK wegens niet tijdig afsluiten zorgverzekering. Centrale Raad bevestigt verlaagde boetes van € 160,- per boete.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen spoedeisend belang is dat de uitspraak in de bodemprocedure niet kan worden afgewacht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de intrekking van een indicatiebesluit door het CIZ, waarbij onvoldoende bewijs werd geleverd dat betrokkene niet langer op zorg was aangewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing aanvraag uitbreiding huishoudelijke ondersteuning; college moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellante wegens het ontbreken van een machtiging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag hoog pkb door FMMU; medisch onderzoek toont aan dat appellante met begeleiding kan reizen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag hoog pkb; medische beoordeling toont aan dat angstklachten geen belemmering zijn voor treinreizen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de bezwaren van de appellant tegen de vaststellingsbesluiten van het zorgkantoor te laat zijn ingediend, zonder verschoonbare termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank over kosten in bezwaar studiefinanciering. Geen hoorzitting nodig, samenhangende zaken vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015 en herroept het besluit van het college, appellante komt in aanmerking voor hulp bij het huishouden.

Hoger beroep over studiefinanciering en kosten in bezwaar. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er sprake was van samenhangende zaken.

De voorzieningenrechter bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat CAK onrechtmatig heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af inzake buitenlandbijdrage; geen nieuwe feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat hotelovernachtingen van appellante met psychiatrische aandoeningen als AWBZ-zorg moeten worden aangemerkt, ondanks eerdere afkeuring door het zorgkantoor.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene recht had op uitwonendenbeurs voor haar stage in Londen, ondanks eerdere terugvordering door de minister.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene recht heeft op uitwonendenbeurs voor studiefinanciering tijdens stage in het buitenland, en veroordeelt de minister in proceskosten.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; Nuffic-adviezen zijn voldoende onderbouwd en de aanvraag voor studiefinanciering is terecht afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wlz-zorg aanvraag door CIZ; geen noodzaak voor permanent toezicht of 24-uurs zorg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van aanvraag voor maatwerkvoorziening ter afscherming tegen EMV, geen medische noodzaak vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek omzetting prestatiebeurs in gift; opleiding niet gelijkgesteld met Nederlandse graad.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van financiële tegemoetkoming op grond van Wmo 2015, omdat inkomen appellanten boven de bijstandsnorm ligt.

De Centrale Raad van Beroep heeft het wrakingsverzoek van de verzoeker niet in behandeling genomen wegens evident misbruik van het recht. Een volgend verzoek om wraking wordt eveneens niet in behandeling genomen.

Centrale Raad van Beroep wijst wrakingsverzoek af wegens evident misbruik van recht. Volgend verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om voorlopige voorziening af; verzoeker heeft geen blijvende behoefte aan intensieve zorg onder de Wlz.

Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd voor hoger beroep tegen uitspraak 1, verklaart hoger beroep tegen uitspraak 2 niet-ontvankelijk, vernietigt uitspraak 3 en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat CAK geen dwangsom verschuldigd is wegens niet-tijdig beslissen op bezwaar van betrokkene. Hoger beroep van beide partijen slaagt niet.

Verzoek om voorlopige voorziening voor pgb 2019 niet-ontvankelijk verklaard wegens niet voldoen aan connexiteitsvereisten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag jeugdhulp; ouders kunnen zelf zorg bieden. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt terugvordering van pgb door gemeente; appellante had pgb voor 2013 volledig besteed aan zorg, geen verplichting tot melding van ophoging.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat herziening studiefinanciering naar norm voor thuiswonende studerende terecht was, ondanks eerdere vernietiging door rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering naar norm voor thuiswonende studerende en terugvordering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening studiefinanciering naar norm voor thuiswonende studerende en terugvordering van € 2.225,37.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de studiefinanciering van appellante naar de norm voor thuiswonende studenten, omdat zij op hetzelfde adres als haar vader stond ingeschreven.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat herziening studiefinanciering naar norm voor thuiswonende studerende terecht was en terugvordering gegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat herziening studiefinanciering naar norm voor thuiswonende studerende terecht was en bevestigt terugvordering van € 2.202,35.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechters.

Centrale Raad van Beroep bevestigt boete van CAK voor niet afsluiten zorgverzekering na aanmaning. Appellant heeft niet aangetoond dat hij een zorgverzekering had tijdens detentie. Geen bijzondere omstandigheden voor lagere boete.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank Amsterdam over samenhangende zaken Wmo 2015 en veroordeelt college in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerplaats; appellante heeft recht op parkeerplaats.

Hoger beroep over de vraag of de rechtbank drie zaken terecht als samenhangend heeft aangemerkt. De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt het college in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb geen vertrouwen heeft gewekt bij appellant voor extra kinderbijslag, gezien de inkomensvoorwaarden. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de aanvraag dubbele kinderbijslag, waarbij de oude wetgeving niet van toepassing is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag hoog persoonlijk kilometerbudget door FMMU. Appellante's omstandigheden zijn onvoldoende voor afwijking van het Indicatieprotocol.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag voor seksuele dienstverlening op grond van Wmo 2015; geen erkenning als noodzakelijke adl.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart voor passagier; appellante voldoet niet aan de voorwaarden op basis van medische adviezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en stelt pgb's voor 2013 en 2014 vast op 50% van de oorspronkelijk verleende bedragen na terugvordering door zorgkantoor.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat CAK bevoegd is zorgtoeslag om te leiden naar CJIB als tegemoetkoming in bestuursrechtelijke premie. Omleiding is geen beslag, regels van beslagvrije voet zijn niet van toepassing.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellant gegrond, wegens onvoldoende onderbouwing van de buitenlandbijdrage door CAK.

Hoger beroep over buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet voor gezinslid van grensarbeider; CAK heeft rechtmatig bijgedragen in rekening gebracht.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de combinatie van een scootmobiel en AOV-alleenreizend een adequate oplossing biedt voor het vervoersprobleem van appellant, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten inzake maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning en stelt nieuwe voorzieningen vast.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten CIZ inzake AWBZ-zorgindicatie en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; aanvraag dubbele kinderbijslag afgewezen op basis van zorgscore van drie punten.

Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in hoger beroep inzake gemeentelijk opvangbeleid en niet-ontvankelijk voor Wmo 2015 wegens onvoldoende procesbelang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning maatwerkvoorziening begeleiding aan betrokkene op grond van Wmo 2015, na eerdere afwijzing door college.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat CAK bevoegd was zorgtoeslag om te leiden naar CJIB voor bestuursrechtelijke premie. Hoger beroep van appellante afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de juistheid van de buitenlandbijdrage 2012 vastgesteld door CAK en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van aanvragen voor rolstoelbus en financiële tegemoetkoming voor rolstoeltaxi, oordelend dat de verstrekte tegemoetkoming voldoende is voor sociale participatie.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het besluit van CAK onrechtmatig was en kent appellant schadevergoeding van € 732,74 toe.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking pgb voor 2012, bevestigt intrekking voor 2013 en 2014. Appellante wist niet dat subsidievaststelling onjuist was. Zorgkantoor moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op vierenhalf uur huishoudelijke ondersteuning per week, vernietigt eerdere besluiten van het college en veroordeelt het college in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in jeugdhulpzaak.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang. Appellante had geen schade aangetoond en de rechtbank oordeelde dat een inhoudelijke beoordeling geen feitelijke betekenis meer had.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het zorgkantoor het pgb correct heeft berekend en dat appellant onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn claims.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Wlz-zorgaanvraag; appellant heeft geen medische informatie overgelegd die twijfels oproept over medisch advies.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van studiefinanciering voor een Amerikaanse opleiding wegens onvoldoende onderbouwing van het advies van Nuffic.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing verzoek om vrijstelling griffierecht, bevestigt oplegging OV-schuld van € 194,- voor niet tijdig stopzetten studentenreisproduct.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond. Minister heeft bezwaar tegen studiefinanciering terecht niet-ontvankelijk verklaard. Proceskosten van appellante worden vergoed.

Hoger beroep over de beperkte looptijd van een pgb voor beschermd wonen. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de maatwerkvoorziening voor twee jaar terecht is verstrekt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van VGZ Zorgkantoor B.V. om een pgb te verlenen aan appellant, oordeelt dat de gedragslijn van maximaal drie budgethouders per gewaarborgde hulp niet gerechtvaardigd is en kent het pgb alsnog toe.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een gesloten buitenwagen voor appellante, maar verlaagt de proceskostenvergoeding tot € 1.829,05.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college niet bevoegd is om het pgb-tarief lager vast te stellen dan het tarief voor zorg in natura. Het bestreden besluit wordt vernietigd en het pgb-tarief wordt vastgesteld op € 20,29 per vier weken voor een bepaalde periode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarbij het bezwaar van appellant tegen de betalingsregeling niet-ontvankelijk werd verklaard.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang in de zaak over buitenlandbijdrage vastgesteld door CAK.

Centrale Raad van Beroep herroept boetebesluit studiefinanciering wegens onbevoegd onderzoek en bevestigt eerdere uitspraak rechtbank.

Hoger beroep over niet tijdig nemen van een besluit door het college inzake vervoersvoorziening. Dwangsom van € 1.260,- vastgesteld. Beroep tegen nieuw besluit niet-ontvankelijk verklaard.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister de aanvraag voor studiefinanciering voor een niet-geaccrediteerde opleiding in de VS onterecht heeft afgewezen, maar dat de opleiding niet vergelijkbaar is met een Nederlandse bacheloropleiding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het pgb van appellant terecht op nihil is vastgesteld en teruggevorderd, omdat niet is aangetoond dat alleen AWBZ-zorg is ingekocht.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak afgewezen, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangetoond die aan de voorwaarden van artikel 8:119 Awb voldoen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het pgb op nihil en de terugvordering van onverschuldigde voorschotten, omdat appellante geen deugdelijke verantwoording kon overleggen.

Hoger beroep over afwijzing verhoging pgb voor huishoudelijke hulp. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen bewijs dat pgb's onvoldoende zijn.

Hoger beroep over de berekening van meerzorg voor zorgzwaartepakket ZZP 7 VG. Appellante's argumenten worden verworpen; de Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de eigen bijdrage langdurige zorg. Geen bijzondere omstandigheden die afwijking rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de ingangsdatum van de zorgindicatie niet eerder kan zijn dan de datum van het indicatiebesluit. Appellant voldoet niet aan de voorwaarden voor een eerdere ingangsdatum.

Hoger beroep over afwijzing van begeleiding bij sociale participatie door college. Centrale Raad vernietigt eerdere uitspraak en verplicht college tot heroverweging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van maatwerkvoorziening op grond van Wmo 2015; appellante heeft recht op zorg onder Wlz.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante's beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt; geen ongerechtvaardigde ongelijke behandeling in zorgtoewijzing onder de Wlz.

Hoger beroep over weigering maatwerkvoorziening Wmo 2015 na toekenning verblijfsindicatie Wlz. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de behandelend rechter afgewezen, omdat de afwijzing van het verzoek om uitstel geen grond voor wraking vormde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een lager vastgesteld pgb door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. Appellante voldeed niet aan de verplichtingen van de Rsa.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om een dwangsom door het college, omdat er geen tijdige aanvraag was ingediend.

Hoger beroep over de toekenning van vijf uur hulp bij het huishouden op basis van de Wmo 2015. Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat deze hoeveelheid hulp voldoende is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen recht heeft op het pgb voor haar echtgenoot, wegens gebrek aan bewijs.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van pgb door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. voor 2013 en 2014, omdat appellant geen adequate verantwoording heeft geleverd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet aan de administratieve verplichtingen voor pgb heeft voldaan, waardoor terugvordering door zorgkantoor gerechtvaardigd is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op budgetgarantie, omdat hij niet onafgebroken woonachtig was in een kleinschalig wooninitiatief.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de activiteiten van appellante geen begeleiding zijn in de zin van de AWBZ. Het zorgkantoor was bevoegd om het pgb lager vast te stellen.

Hoger beroep over verantwoording pgb en bevoegdheid zorgkantoor tot lagere vaststelling. Appellante heeft niet voldaan aan administratieve verplichtingen. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond, maar laat rechtsgevolgen van het besluit van het zorgkantoor in stand. Appellant heeft niet voldaan aan pgb-verplichtingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het zorgkantoor de hoogte van het pgb voor 2013 en 2014 correct heeft vastgesteld, en vernietigt eerdere uitspraken van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking van de behandelend rechter af en bepaalt dat een volgend verzoek om wraking niet in behandeling wordt genomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling en geschiktheid van functies.

Centrale Raad bevestigt dat geen arbeidsongeschiktheid is als gevolg van zwangerschap en bevalling; psychische klachten waren al eerder aanwezig.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om meerzorg en schadevergoeding af; onvoldoende noodzaak voor 24/7 zorg aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep heeft het wrakingsverzoek van E.J.M. Heijs niet in behandeling genomen wegens evident misbruik van recht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een pgb door het zorgkantoor wegens onvoldoende verantwoording door appellant en nalatigheid van zijn bewindvoerder.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een pgb door het zorgkantoor, omdat de verantwoording van de zorg niet voldeed aan de eisen van AWBZ-zorg.

Hoger beroep van appellante tegen besluit zorgkantoor over pgb, waarbij handtekeningvalidatie en verantwoordelijkheden aan de orde komen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat pgb van appellant voor 2013 ten onrechte op nihil is vastgesteld en herstelt dit naar € 22.902,33, met terugvordering van € 47.572,94 door zorgkantoor.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van mantelzorgondersteuning voor zorgverleners van Wlz-zorgontvangers. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep vernietigt niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen zorgkantoor, stelt pgb vast op € 22.796,32 en veroordeelt zorgkantoor tot terugvordering van € 40.611,89.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de terugvordering van pgb, maar veroordeelt de Staat tot schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Verzoek om wraking van de behandelend rechter na uitspraak in hoger beroep wordt niet in behandeling genomen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over rechtmatigheid pgb-bestedingen en terugvordering door zorgkantoor. Zorgkantoor moet nieuwe besluiten nemen na vaststelling van onduidelijkheden in bestedingen.

Hoger beroep over de vaststelling en terugvordering van een pgb door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering pgb door zorgkantoor wegens niet-nakoming administratieve verplichtingen door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering pgb door zorgkantoor wegens niet-nakoming administratieve verplichtingen door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag zorgzwaartepakket AWBZ; appellante had geen recht op aanvullende zorg.

Hoger beroep over bestuursrechtelijke premie en aanmelding als wanbetaler. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens termijnoverschrijding, omdat appellant niet kon aantonen dat hij het bericht van de minister niet had ontvangen.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzoek om wraking van de rechters niet-ontvankelijk, omdat verzoeker niet tijdig heeft gehandeld volgens de Awb.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het wrakingsverzoek van verzoeker niet-ontvankelijk, omdat het verzoek te laat is ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de toekenning van huishoudelijke hulp en het uurtarief van € 13,74 door het college van Heerlen rechtmatig zijn, appellante onderbouwt niet waarom meer hulp nodig is.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college de aanvraag voor een pgb niet correct heeft behandeld en vernietigt het bestreden besluit. Het college moet een nieuwe beslissing nemen, rekening houdend met de wensen van appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene recht heeft op drie uur huishoudelijke hulp per week tot 26 juli 2017, na eerdere weigering door het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck.

Hoger beroep over herziening en terugvordering van een pgb door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de terugvordering lager is en geen strijd is met relevante wetgeving.

Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in hoger beroep over pgb-toekenning, geen doorbreking appèlverbod.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, omdat hij de wachttijd van 104 weken niet heeft vervuld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de arbeidsongeschiktheid van appellante en de geschiktheid van functies, zonder verdergaande beperkingen te erkennen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat de bewijslast bij de minister ligt. Onrechtmatig verkregen bewijs leidt tot herziening studiefinanciering en boete.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af; geen vooringenomenheid bij de behandelend rechter vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraken en oordeelt dat de opleiding van de betrokkene niet voldoet aan de eisen voor studiefinanciering. Verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat onrechtmatig verkregen bewijs niet gebruikt mag worden in studiefinancieringszaak. Minister veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt herziening studiefinanciering op basis van onrechtmatig verkregen bewijs en veroordeelt minister in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van aanvraag voor hoog persoonlijk kilometerbudget; appellante kan met trein reizen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring beroep wegens niet-betaling griffierecht in zorgverzekeringszaak.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten van Zorgkantoor over terugvordering pgb-gelden wegens strijd met de wet en onvoldoende individuele betrokkenheid van appellanten.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van het Zorgkantoor om een pgb op grond van de Wlz te verstrekken, omdat deze ten onrechte was gebaseerd op eerdere AWBZ-verplichtingen.

Hoger beroep over wijziging en intrekking van pgb door Zorgkantoor wegens niet-naleving verplichtingen door appellant. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond inzake dwangsom en zorgindicatie AWBZ, met vaststelling van dwangsom op € 1.260,-.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond; afwijzing verzoek schadevergoeding door Zorgkantoor blijft in stand.