ECLI:NL:RBZWB:2025:365
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitspraak op bezwaar inzake vastgestelde waarde woning
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 24 januari 2025, wordt het beroep van een belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Veere beoordeeld. De heffingsambtenaar had op 15 augustus 2022 het bezwaar van de belanghebbende tegen de voor het jaar 2022 vastgestelde waarde van zijn woning niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank behandelt het beroep op 10 januari 2025, maar de belanghebbende verschijnt niet ter zitting, ondanks dat hij de rechtbank per e-mail op de hoogte heeft gesteld van zijn afwezigheid.
De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende niet tijdig beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en begint de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. In dit geval is de uitspraak op bezwaar gedateerd op 15 augustus 2022, en de rechtbank concludeert dat de belanghebbende pas op 20 februari 2023 bezwaar heeft gemaakt, wat buiten de termijn valt. De rechtbank overweegt ook of de termijnoverschrijding verschoonbaar is, maar komt tot de conclusie dat de belanghebbende geen overtuigende gronden heeft aangevoerd die dit zouden rechtvaardigen.
Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van het beroep plaatsvindt. De belanghebbende krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.