In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 februari 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Vlissingen beoordeeld. Het geschil betreft de onroerende zaak status van een ligplaats, waarvoor de heffingsambtenaar een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) heeft opgelegd. Belanghebbende, eigenaar van een appartementsrecht met een exclusief gebruiksrecht op de ligplaats, betwist de aanslag en stelt dat hij geen eigenaar is van de ondergrond, maar slechts een gebruiksrecht heeft verkregen. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de aanslag OZB terecht heeft opgelegd, omdat het appartementsrecht, dat ook een aandeel in de gemeenschap omvat, voldoet aan de voorwaarden voor heffing van OZB. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak waarin een vergelijkbare situatie is behandeld en concludeert dat de aanslag in stand blijft. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en hij krijgt geen terugbetaling van het griffierecht of vergoeding van proceskosten.