mw. mr. H.J. Wieman-Bart

Hoger beroep over DNA-kosten en kinderalimentatie na uithuisplaatsing. Vader moet € 203,50 per maand betalen, gewijzigd naar € 90,- na uithuisplaatsing.

Hoger beroep over echtscheiding en alimentatie; rechtsgeldigheid huwelijk in Denemarken en toepasselijk recht zijn ter discussie. Het hof bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en wijst de verzoeken van de man af.

Het hof oordeelt dat de biologische vader na het overlijden van de moeder de mogelijkheid heeft om een naamskeuze te maken bij erkenning van het kind, en bekrachtigt de eerdere beslissing van de rechtbank.

Hoger beroep over machtiging uithuisplaatsing van minderjarige. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de moeder af.

Hoger beroep in alimentatiegeschil; man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken; vrouw ook niet-ontvankelijk in incidenteel hoger beroep; proceskosten gecompenseerd.

Het hof heeft de verzoeken van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing naar Engeland afgewezen en de zorgregeling aangepast. De moeder moet het paspoort van de minderjarige voor 15 juli 2024 aan de vader afgeven, op straffe van een dwangsom.

Hoger beroep over de verdeling van een woning. Beide partijen niet-ontvankelijk in hoger beroep. Proceskosten gecompenseerd.

Hof bekrachtigt omgangsregeling tussen vader en minderjarige, uitvoerbaar bij lijfsdwang, na vier jaar geen contact. Moeder werkt niet mee aan omgang, hof benadrukt belang van contact voor de minderjarige.

Het hof heeft de verzoeken van de vrouw om partneralimentatie en afgifte van bankrekeningen afgewezen, maar partijen moeten overgaan tot verdeling van hun beperkte gemeenschap van goederen.

Het hof bekrachtigt de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige vanwege ernstige ontwikkelingsbedreiging, en dringt aan op aanstelling van een vaste jeugdbeschermer.

De rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de man bepaald en de vrouw opgedragen de minderjarige binnen 48 uur aan hem af te geven, met een dwangsom bij niet-naleving.

De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw om vervangende toestemming voor verhuizing naar Curaçao af en wijzigt het ouderlijk gezag zodat beide ouders dit gezamenlijk uitoefenen.

De rechtbank wijzigt de zorgregeling en alimentatie in een echtscheidingszaak, waarbij de man in Engeland woont en de vrouw in Nederland. De hoofdverblijfplaats van de kinderen blijft bij de vrouw, en de alimentatie wordt aangepast op basis van de gewijzigde omstandigheden.

De rechtbank heeft de minderjarigen voorlopig onder toezicht gesteld vanwege zorgen over ouderonthechting en gebrek aan contact met de vader.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de verzoeken tot partneralimentatie afgewezen, omdat partijen in een echtscheidingsconvenant hadden afgesproken af te zien van alimentatie. De huwelijkse voorwaarden zijn niet vernietigd.

De rechtbank heeft de vrouw verplicht mee te werken aan een DNA-onderzoek om het vaderschap vast te stellen, ondanks haar weigering. Bij niet-meewerken kan een dwangsom en lijfsdwang worden opgelegd.

Tussenbeschikking over zorgregeling na echtscheiding; rechtbank oordeelt dat onbegeleide omgang mogelijk is, ondanks de angst van de vrouw voor ontvoering.

Kort geding over de afgifte van een minderjarige en zorgregeling na echtscheiding; de man moet de dochter aan de vrouw afgeven.

De rechtbank Rotterdam heeft op 12 juli 2022 de echtscheiding tussen partijen uitgesproken, de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw vastgesteld en een voorlopige zorgregeling ingesteld. De man moet € 193,- per maand per kind betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding.

Eisers vorderen een verbod op een reis van drie maanden naar Suriname met hun dementerende moeder. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af, maar bepaalt dat Oma uiterlijk op 25 juli 2022 terug in Nederland moet zijn.

De rechtbank beslist over ouderlijk gezag, hoofdverblijfplaats en kinderalimentatie in een echtscheidingsprocedure. De man moet bijdragen van € 89,-, € 91,- en € 123,- per maand betalen voor de kinderen.

De rechtbank spreekt de echtscheiding uit en stelt de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vrouw. De man moet bijdragen in de kosten van de kinderen en de vrouw. De huwelijkse voorwaarden blijven geldig, maar de man moet € 314.640,- aan de vrouw betalen voor te veel betaalde huishoudelijke kosten.

De rechtbank bepaalt een voorlopige begeleide contactregeling tussen de man en zijn driejarige kind, in afwachting van een KSCD-onderzoek. Definitieve beslissingen over zorgregeling en gezag worden aangehouden tot 1 september 2022.

De rechtbank wijzigt de voortzetting crisismaatregel voor een betrokkene, waarbij insluiting en toezicht noodzakelijk worden geacht. De machtiging geldt tot en met 5 januari 2022.

Rechtbank Rotterdam bepaalt de duur van de partneralimentatie op vijf jaar en spreekt de echtscheiding uit. De vrouw ontvangt € 12.196,- per maand aan alimentatie.

Rechtbank Rotterdam verklaart klachten van verzoekster ongegrond en kent schadevergoeding van € 100,- toe.

De rechtbank verleent vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarige, maar wijst verzoek om gezamenlijk gezag en omgangsregeling af. Kinderbijdrage van € 50,- per maand toegewezen.

De rechtbank spreekt de echtscheiding uit en oordeelt dat de overeenkomst van 27 juli 2010 nog geldig is. De vrouw moet meewerken aan de levering van de woning aan de man, die de hypothecaire lening moet voldoen.

Rechtbank Rotterdam gelast DNA-onderzoek op stoffelijk overschot voor vaderschapsvaststelling. Kosten DNA-onderzoek voor verzoekster, overige proceskosten gecompenseerd.

De rechtbank spreekt de echtscheiding uit en verklaart zich onbevoegd ten aanzien van het verzoek van de man tot toebedeling van de woning in Frankrijk.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wvggz, gezien het ernstig nadeel voor de betrokkene.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor betrokkene met ernstige gedragsstoornissen, op basis van de Wvggz, voor de duur van twee maanden.

De Rechtbank Rotterdam verleent op 22 december 2020 een machtiging tot voortzetting van het verblijf van een cliënt met een verstandelijke beperking voor twee jaar, ondanks verzet van de cliënt.

De Rechtbank Rotterdam verleent op 22 december 2020 een zorgmachtiging op basis van Wvggz voor een betrokkene met een schizo-affectieve stoornis, na een verzoek van de officier van justitie.

De rechtbank verklaart partijen niet-ontvankelijk in hun verzoeken tot scheiding van tafel en bed en echtscheiding na het overlijden van de man, waardoor het huwelijk van rechtswege is geëindigd.

Rechtbank Rotterdam verleent zorgmachtiging op basis van Wvggz voor betrokkene met ernstige gedragsproblemen, voor een periode van zes maanden.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor betrokkene met schizofrenie, noodzakelijk voor stabilisatie van zijn geestelijke gezondheid, voor een periode van drie maanden.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor een betrokkene met een psychische stoornis, noodzakelijk voor verplichte zorg, voor de duur van zes maanden.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging aan betrokkene voor twaalf maanden, vanwege een schizo-affectieve stoornis en de noodzaak van verplichte zorg.

Tussenbeschikking over gezag en omgang; vader verzoekt om eenhoofdig gezag en omgang, moeder verzet zich. Rechtbank wijst verzoeken af, maar start omgangsregeling met begeleiding.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor een betrokkene met een psychotische stoornis, voor de duur van zes maanden, vanwege ernstig nadeel en gebrek aan vrijwillige zorg.

De Rechtbank Rotterdam verleent op 25 september 2020 een machtiging tot opname en verblijf voor een cliënt met dementie, geldig tot 25 maart 2021.

De rechtbank heeft de vrouw veroordeeld tot betaling van € 22.313,67 aan de man voor teveel betaalde kosten van de huishouding. De verzoeken tot verdeling van gemeenschappelijke goederen zijn afgewezen.

Rechtbank Rotterdam gelast DNA-onderzoek op stoffelijk overschot voor vaderschapsvaststelling. Verzoekster draagt kosten, zaak wordt pro forma aangehouden tot 1 februari 2021.

De rechtbank Rotterdam heeft op 3 juli 2020 de verzoeken tot nihilstelling van alimentatie afgewezen en de man veroordeeld tot betaling van € 255,- per maand aan de vrouw en € 2.139,- aan schoolkosten.

De rechtbank heeft de echtscheiding tussen partijen uitgesproken, de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de vrouw bepaald, en een zorgregeling vastgesteld. De man moet € 219,- per maand per kind betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een betrokkene met NAH, gezien de ernstige zorgbehoefte en dreigend nadeel.

De Rechtbank Rotterdam verleent op 23 april 2020 een zorgmachtiging voor een betrokkene met een schizofreniespectrumstoornis, ter voorkoming van ernstig nadeel. De machtiging geldt tot 23 oktober 2020.

De rechtbank verleent een machtiging tot opname en verblijf voor een cliënt met Alzheimer, ondanks haar verzet, voor de duur van zes maanden.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de betrokkene, op verzoek van de officier van justitie, vanwege onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor een betrokkene met ernstige psychische stoornissen, voor de duur van zes maanden, met verplichte zorgmaatregelen.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de man veroordeeld tot medewerking aan de beëindiging van het Islamitische huwelijk. Het verzoek om bruidsgave is afgewezen. De hoofdverblijfplaats van de kinderen is bij de vrouw, en de man moet €781,- per maand betalen voor hun verzorging.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een betrokkene met suïcidegevaar, op basis van artikel 7:7 WvGGZ.

De rechtbank heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen, omdat opname niet doelmatig was en contraproductief zou kunnen zijn.

De rechtbank verleent een machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met Alzheimer, gezien ernstig nadeel en overbelasting van de echtgenoot. De machtiging geldt tot 9 oktober 2020.

De rechtbank heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen, omdat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt met Alzheimer, vanwege dreiging van besmetting met coronavirus, tot 30 april 2020.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene, met verplichte zorg tot 24 april 2020.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene, gezien de dreiging van suïcide en psychische stoornissen.

Rechtbank Rotterdam verleent zorgmachtiging op 3 april 2020 wegens gebrek aan medicatietrouw bij betrokkene met schizofrenie, geldig tot 3 oktober 2020.

De rechtbank verleent een machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met een psychogeriatrische aandoening voor de duur van drie maanden.

De Rechtbank Rotterdam verleent op 3 april 2020 een machtiging tot opname en verblijf van een cliënte met dementie NNO, voor de duur van zes maanden.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt op verzoek van het CIZ, vanwege dreigend ernstig nadeel door psychogeriatrische aandoening.

De Rechtbank Rotterdam verleent op 27 maart 2020 een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel voor betrokkene, op verzoek van de officier van justitie, vanwege ernstig dreigend nadeel.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene, met verplichte zorg, tot en met 17 april 2020.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor een betrokkene met schizofrenie, noodzakelijk om ernstig nadeel af te wenden. De machtiging geldt voor zes maanden.

De Rechtbank Rotterdam verleent op 27 maart 2020 een zorgmachtiging aan een betrokkene met een psychotische stoornis, op verzoek van de officier van justitie, voor een periode van zes maanden.

De rechtbank oordeelt dat de gemeenschap van goederen is herleefd na verzoening tussen partijen en heft deze op. De verdeling van de goederen wordt vastgesteld.

De rechtbank spreekt de echtscheiding uit en bepaalt de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw. De man betaalt €726,- per maand per kind aan alimentatie. De vrouw krijgt het gebruik van de echtelijke woning voor zes maanden.

De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om vervangende toestemming voor verhuizing met de minderjarige naar Waalre afgewezen, evenals het verzoek van de man om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij hem te vestigen.

De rechtbank verleent vervangende toestemming voor verhuizing van de vrouw met minderjarigen naar Tholen en wijzigt de zorgregeling.

De rechtbank beëindigt het gezamenlijk gezag en wijzigt de omgangsregeling, waarbij de man geen recht op omgang meer heeft, maar de regeling niet in stand kan blijven.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken, het gezamenlijk gezag over de kinderen gehandhaafd, en een zorgregeling vastgesteld. Verzoeken om pensioenafstorting zijn afgewezen.

De rechtbank Rotterdam heeft op 29 mei 2019 een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding over de beëindiging van een islamitisch huwelijk en de afgifte van persoonlijke goederen, waarbij de man is veroordeeld tot betaling van dwangsommen.

De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om met de minderjarigen naar Veenendaal te verhuizen afgewezen, omdat de noodzaak hiervoor onvoldoende was aangetoond en het risico op verwijdering van de man en de kinderen te groot was.

De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om vervangende toestemming voor verhuizing met de minderjarige naar Ede afgewezen, omdat dit de zorgregeling en de belangen van de minderjarige zou schaden.

Echtscheiding uitgesproken; hoofdverblijfplaats minderjarigen bij vrouw; verzoeken om alimentatie afgewezen; verdeling gemeenschap van goederen gelast.

De voorzieningenrechter heeft de vader veroordeeld om de minderjarige terug te brengen naar de moeder, met een dwangsom van € 250,- per dag, om zijn schooljaar af te maken.

De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om een kinderbijdrage van € 223,- per maand per kind toegewezen, ondanks het verweer van de man over zijn draagkracht.

De rechtbank heeft de vrouw gelast om de minderjarige voor 1 augustus 2018 terug te verhuizen naar Zwijndrecht of de Drechtsteden en haar vervangende toestemming verleend voor een vakantie naar Spanje en Marokko.

De rechtbank bepaalt dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vrouw komt, met gezamenlijk ouderlijk gezag en ondertoezichtstelling, na een periode van beperkte omgang door de man.

De rechtbank verleent de man vervangende toestemming voor een reis naar Turkije met zijn kinderen, ondanks de bezwaren van de vrouw, die onvoldoende onderbouwd zijn.

De rechtbank heeft de kinderbijdrage vastgesteld op € 647,- per maand en het verzoek om partnerbijdrage afgewezen, gezien de draagkracht van beide partijen.

De rechtbank wijst het verzoek van de gemeente af om een verhaalsbedrag van € 25,-- per maand te verhalen op de onderhoudsplichtige ouder, omdat de gemeente sinds 1 januari 2015 geen verhaalsbevoegdheid meer heeft voor de kosten van de minderjarige.

De verdachte is veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf voor de doodslag op zijn moeder door haar met een kussen te smoren.

De verdachte is veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf voor het medeplegen van de moord op zijn tante, waarbij hij haar 29 keer met een mes heeft gestoken.

De verdachte is veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf voor het medeplegen van de moord op zijn vrouw, waarbij hij en zijn neef een vooropgezet plan uitvoerden.

De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [eiseres] af, omdat er onvoldoende zwaarwichtig belang is bij de gevraagde woningruil en de vordering niet als voorlopige voorziening kan worden beschouwd.

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd voor betwiste declaraties en wijst overige vorderingen af wegens gebrek aan spoedeisend belang.

De rechtbank oordeelt dat Stedin gerechtigd was het transport van gas en elektriciteit op te schorten vanwege schade door een hennepkwekerij. Vordering tot hervatting gedeeltelijk toegewezen onder voorwaarden.

De voorzieningenrechter verbiedt de werknemer negatieve uitlatingen over de werkgever, maar alleen voor zover deze het geheimhoudingsbeding schenden. Verdere vorderingen worden afgewezen.

Eisers vorderden medewerking aan een vluchtweg tussen twee restaurants. De voorzieningenrechter wees de vorderingen af, o.a. wegens gebrek aan bewijs voor een overeengekomen noodweg.

Vordering tot ontruiming afgewezen; onvoldoende bewijs van slecht huurderschap door gedaagde.