ECLI:NL:RBROT:2020:11700

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 oktober 2020
Publicatiedatum
16 december 2020
Zaaknummer
C/10/604577 / FA RK 20-7279
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 2 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type. De officier van justitie had op 21 september 2020 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van relevante medische en juridische documenten. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag was betrokkene aanwezig met zijn advocaat, maar de officier was afwezig. De rechtbank concludeerde dat betrokkene ernstig nadeel ondervond door zijn psychische stoornis, wat leidde tot de noodzaak van verplichte zorg. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg waren, aangezien betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht had en niet bereid was om op vrijwillige basis medicatie in te nemen. De rechtbank volgde het verweer van de advocaat van betrokkene niet en achtte het noodzakelijk om betrokkene op te nemen in een accommodatie en zijn bewegingsvrijheid te beperken. De zorgmachtiging werd verleend voor een periode van twaalf maanden, met de mogelijkheid tot het treffen van verplichte zorgmaatregelen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter H.J. Wieman-Bart en schriftelijk uitgewerkt op 9 oktober 2020. Tegen deze beschikking staat cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/604577 / FA RK 20-7279
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 2 oktober 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. L.C. Baars te Schiedam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 21 september 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van
  • het zorgplan van 21 augustus 2020;
  • de niet ingevulde zorgkaart;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
2 oktober 2020. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam ambulant behandelaar 1] , ambulant behandelaar, verbonden aan Antes;
  • [naam ambulant behandelaar 2] , ambulant behandelaar, eveneens verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Zorgmachtiging
2.1.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type.
2.1.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Wanneer betrokkene zijn medicatie niet adequaat inneemt kan betrokkene psychotisch worden. In het afgelopen jaar is betrokkene om deze reden meerdere malen opgenomen geweest. Wanneer betrokkene psychotisch decompenseert heeft hij de neiging om te zwerven en verwaarloost hij zijn woning. Betrokkene zorgt dan tevens voor onrust bij hulpverleners door naar ambassades te gaan, meldingen van aanslagen te doen en herhaaldelijk de politie te bellen om uiteenlopende redenen. Ook veroorzaakt betrokkene dan overlast, met het risico agressie van anderen op te roepen. Om te voorkomen dat betrokkene psychotisch decompenseert en zijn medicatie-inname op peil te houden, is een zorgmachtiging nodig.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene beseft dat hij zorg nodig heeft maar is vanwege een gebrek aan ziekte-inzicht niet in staat om op vrijwillige basis zijn medicatie adequaat in te nemen. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
2.2.3.
Tijdens de mondelinge behandeling voert de advocaat namens betrokkene verweer tegen twee verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het opnemen in een accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Op dit moment is betrokkene ambulant in behandeling, gaat het goed met betrokkene en komt hij zijn afspraken na. Op basis van de medische verklaring is niet geïndiceerd dat een opnamemogelijkheid noodzakelijk is in de zorgmachtiging. Betrokkene beseft dat hij medicatie nodig heeft en komt wekelijks naar de kliniek. Mocht betrokkene toch psychotisch ontregeld raken kan dat op tijd gesignaleerd worden, en is de mogelijkheid om betrokkene in het kader van tijdelijke verplichte zorg ter afwending van een noodsituatie drie dagen op te nemen voldoende, zo stelt de advocaat.
De ambulante behandelaren verklaren tijdens de mondelinge behandeling dat, hoewel het op dit moment goed gaat met betrokkene, het inherent is aan het ziektebeeld van betrokkene dat hij snel uit contact kan raken wanneer hij ontregelt. De behandelaars hebben beperkte mogelijkheden om, indien betrokkene behandelafspraken niet nakomt en uit beeld verdwijnt, zicht op betrokkene te houden, bijvoorbeeld door bij de apotheek na te vragen of hij zijn medicijnen ophaalt of door (tegen de zin van betrokkene) navraag te doen bij zijn vader, maar dit is in het verleden niet effectief gebleken. Naderhand bleek betrokkene dan toch weer te zijn opgenomen.
De rechtbank volgt het verweer van betrokkene niet. Gelet op de verklaring van de behandelaars en het gegeven dat betrokkene de afgelopen jaren meerdere malen opgenomen is geweest, acht de rechtbank de noodzaak betrokkene op te nemen in een accommodatie, met daarbij het beperken van de bewegingsvrijheid, voldoende voorzienbaar om daarmee nu al rekening te houden.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid (in geval van een opname);
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen (het nakomen van afspraken met behandelaars);
  • het opnemen in een accommodatie (indien betrokkene zich onttrekt aan ambulante behandeling en ernstig nadeel dreigt als gevolg van een psychische stoornis).
2.2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.3.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 oktober 2021;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 2 oktober 2020 mondeling gegeven door mr. H.J. Wieman-Bart, rechter, in tegenwoordigheid van mr. L.C.M. van Gils, griffier, en op 9 oktober 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.