ECLI:NL:RBROT:2021:13009

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 december 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
C/10/630729 / FA RK 21-9534
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van een voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 december 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven met betrekking tot de wijziging van een voortzetting crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en zonder vaste woon- of verblijfplaats, die thans verblijft in Antes, locatie Poortmolen te Rotterdam. De officier van justitie in het arrondissement Rotterdam heeft op 21 december 2021 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van een aanvraag van de zorgverantwoordelijke en een advies van de geneesheer-directeur. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 december 2021 zijn de betrokkene en haar advocaat, mr. S. Broekzitter-Nieuwland, gehoord via een beeld- en geluidverbinding. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 15 december 2021 een voortzetting crisismaatregel was afgegeven, waarbij verplichte zorg werd opgelegd. De zorgverantwoordelijke heeft echter aangegeven dat deze maatregelen niet langer voldoende waren en dat er sprake was van een (dreigende) noodsituatie. De rechtbank heeft geconstateerd dat de betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, moeilijk te begeleiden is en dat er een reële kans bestaat dat insluiting opnieuw nodig zal zijn. De rechtbank heeft de voorgestelde vormen van verplichte zorg, waaronder insluiting en toezicht, noodzakelijk geacht om ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de voortzetting crisismaatregel gewijzigd en bepaald dat de machtiging geldt tot en met 5 januari 2022. De beschikking is mondeling gegeven door rechter H.J. Wieman-Bart en schriftelijk uitgewerkt op 28 december 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/630729 / FA RK 21-9534
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 24 december 2021 betreffende een wijziging van een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene], [geboorteplaats betrokkene],
hierna: betrokkene,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in Antes, locatie Poortmolen te Rotterdam,
advocaat mr. S. Broekzitter-Nieuwland te Spijkenisse.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 21 december 2021. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 21 december 2021;
  • het advies van de geneesheer-directeur van 21 december 2021.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 december 2021. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam], psychiater in opleiding, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 15 december 2021 een voortzetting crisismaatregel afgegeven. Daarbij is bepaald dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.2.
Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, die door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat met de in deze voortzetting crisismaatregel genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) kon worden volstaan, waardoor er sprake was van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
2.3.
Teneinde deze noodsituatie af te wenden, heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vormen van verplichte zorg toegepast:
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene.
2.4.
Gebleken is dat deze vormen van zorg, die niet zijn opgenomen in de voortzetting crisismaatregel, ook na verloop van drie dagen moesten worden voortgezet.
Betrokkene is opgenomen in verband met een psychotisch beeld, waarbij zij niet tot nauwelijks slaapt. Ondanks het verhogen van de medicatie lukt het betrokkene niet goed om rust te vinden, waardoor zij fysiek en mentaal uitgeput dreigt te raken. Betrokkene is moeilijk te begeleiden en ontwricht de groep. Zij houdt zichzelf en anderen wakker door afleiding te zoeken op de afdeling. Om deze redenen is betrokkene woensdag 15 december 2021 ’s nachts gesepareerd. De volgende dag bleek het niet mogelijk betrokkene weer terug te brengen naar de afdeling. Betrokkene is uiteindelijk bijna een week gesepareerd gebleven. Via een tussenstap op een gesloten afdeling waar op dat moment alleen betrokkene verbleef, is betrokkene inmiddels, sinds woensdag 22 december 2021, terug op de afdeling. Het gaat nu iets beter met haar. Een nieuwe medicatieverhoging lijkt te hebben geholpen.
De advocaat stelt dat daarom op dit moment niet voorzienbaar is dat insluiting opnieuw nodig zal zijn. De nieuwe medicatieverhoging heeft ertoe geleid dat het beter gaat met betrokkene en die medicatie blijft zij gebruiken, aldus de advocaat.
De rechtbank volgt de advocaat hierin niet. Betrokkene is rustiger en slaapt beter, maar de verbetering is nog pril. Op het moment worden nog manisch depressieve klachten gezien en het slapen is nog niet geoptimaliseerd. De psychiater in opleiding verklaart tijdens de mondelinge behandeling dat er, vanwege het onregelmatige slaappatroon en de aard van de stoornis (manie), een reële kans bestaat dat separatie nogmaals nodig zal zijn. Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldoende duidelijk geworden dat aanvulling van de vormen van verplichte zorg nodig is.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, het advies van de geneesheer-directeur en het zorgplan. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene.
2.6.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijzigt de voortzetting crisismaatregel van 15 december 2021 ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd, in die zin dat in aanvulling op de bij beschikking van 15 december 2021 opgenomen vormen van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 5 januari 2022;
3.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 24 december 2021 mondeling gegeven door mr. H.J. Wieman-Bart, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J.V. Verduijn, griffier, en op 28 december 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.