De man verzoekt:
I (primair) voor recht te verklaren dat de buitengerechtelijke vernietiging van de man
doel heeft getroffen en dat nog steeds sprake is van een algehele gemeenschap van goederen, en (subsidiair) de opgestelde huwelijksvoorwaarden wegens in strijd met de wettelijke maatstaven en op grond van benadeling voor meer dan een kwart dan wel door een ander wilsgebrek te vernietigen en voor recht te verklaren dat sprake is van een algehele gemeenschap van goederen;
II vaststelling van de verdeling van de gemeenschap van goederen van partijen, per peildatum 15 november 2021, conform het formulier verdelen & verrekenen van de man, met de bijbehorende (volgende) processuele verzoeken:
a. de overwaarde uit verkoop van de echtelijke woning van € 211.931,56 bij helfte te verdelen, waarbij de vrouw nog een bedrag van € 46.592,68, vermeerderd met de wettelijke rente, aan de man dient te betalen;
b. te bepalen dat partijen de inboedel met gesloten beurzen onderling hebben verdeeld;
c. de Seat Ibiza met kenteken [kenteken 1] toe te delen aan de vrouw tegen een waarde ad € 3.700,- en de BMW 3 met kenteken [kenteken 2] toe te delen aan de man tegen een waarde ad € 2.200,-, onder de verplichting dat de vrouw uit hoofde van overbedeling een bedrag van € 750,- aan de man dient te voldoen;
d. indien en voor zover de vrouw geen facturen van de camper in het geding brengt om de waarde van de camper te bewijzen, te bepalen dat bij de verdeling wordt uitgegaan van een waarde van de camper van € 58.000,-, zodat een bedrag van € 29.000,- aan de man wordt toebedeeld;
(een verzoek IIe ontbreekt)
f. de op naam van de man gestelde bankrekening aan hem toe te delen, onder de verplichting de helft van het saldo per peildatum binnen uiterlijk veertien dagen na de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand aan de vrouw te vergoeden, alsmede de saldi van de gezamenlijke rekeningen van partijen per peildatum bij
helfte te verdelen, onder de verplichting dat de vrouw binnen uiterlijk veertien dagen na de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke
stand dit aan de man zal vergoeden, en de op naam van de vrouw gestelde bankrekening(en) en/of spaarrekening(en) aan de vrouw toe te delen, onder de verplichting de helft van het saldo per peildatum, binnen uiterlijk veertien dagen na de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand, aan de man te vergoeden, en daarbij te bepalen dat de vrouw binnen voornoemde termijn van veertien ook aan de man de bankafschrift(en) vanaf 15 mei 2021 tot aan de peildatum dient te verschaffen, bij gebreke waarvan de vrouw een dwangsom van € 1.000,- per dag verbeurt en te bepalen dat, indien blijkt dat de vrouw de gemeenschap opzettelijk heeft benadeeld, de man op grond van artikel 3:194 lid 2 BW recht heeft op de volledige saldi van de bankrekeningen;
g. te bepalen dat partijen, in hun interne draagplichtverhouding, alle
huwelijkse schulden per peildatum bij helfte dienen te dragen.