Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw ingekomen op 31 maart 2021;
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek met bijlagen, ingekomen op 21 mei 2021;
- het verweerschrift op het zelfstandig verzoek tevens aanvullend verzoek met bijlagen, ingekomen op 14 juli 2021;
- het verweerschrift op het aanvullende verzoek tevens aanvullende verzoeken met bijlagen, ingekomen op 10 september 2021;
- het verweerschrift op het aanvullende verzoek met bijlagen, ingekomen op
- de berichten van de vrouw van 12 mei 2022, van (2) 23 mei 2022 (met bijlagen), 24 mei 2022 (met een bijlage) en 30 mei 2022 (met bijlagen);
- de berichten van de man van 12 mei 2022 (met bijlagen), 15 mei 2022 (met een bijlage) en 30 mei 2022 (met bijlagen).
- het bericht met bijlagen van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond van 30 mei 2022.
- de vrouw met haar advocaat;
- de man met zijn advocaat;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), vertegenwoordigd door [naam01] .
- de vrouw met haar advocaat;
- de man met zijn advocaat.
2..De beoordeling
voorlopigeregeling. De rechtbank ziet aanleiding deze weekendregeling na een periode van zes maanden tijdens een mondelinge behandeling te bespreken.
- te bepalen dat de woning aan de [adres01] te Rotterdam (hierna ook te noemen: de koopwoning) binnen twee weken na de beschikking te koop zal worden aangeboden via een makelaar waarbij partijen hun actieve medewerking verlenen aan de voor de verkoop benodigde handelingen en te bepalen dat partijen het advies van de makelaar omtrent de vraag en verkoopprijs zullen volgen;
- de man te veroordelen zijn medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van zijn onverdeelde aandeel in de gemeenschappelijke koopwoning middels een daartoe strekkende opdracht van partijen aan een nader te bepalen makelaar alsmede om zijn onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan de ondertekening van alle daarmee verband houdende stukken tegen een door de makelaar bindend te bepalen vraagprijs zulks binnen twee weken na de beschikking;
- de vrouw op grond van artikel 3:174 BW te machtigen tot het te gelde maken van de koopwoning en haar te machtigen om alles te doen wat redelijkerwijs noodzakelijk is om met inachtneming van een door de vrouw in te schakelen makelaar redelijk te achten verkooptermijn en verkoopprijs tot deze verkoop te geraken;
- te bepalen dat de beschikking in de plaats komt voor de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring van de man voor het in verkoop geven van de woning bij een makelaar;
- te bepalen dat de beschikking in de plaats komt van de voor eigendomsoverdracht en levering van de koopwoning noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van de man;
- te bepalen dat de beschikking in de plaats treedt van de tot de levering van de echtelijke woning vereiste notariële akte als bedoeld in artikel 3:300 BW;
- de man te veroordelen om er zorg voor te dragen dat de door de vrouw in te schakelen makelaar telkens op eerste verzoek, met inachtneming van een termijn van 48 uur, de koopwoning kan betreden voor het maken van foto’s, het houden van bezichtigingen en al hetgeen voor een spoedige verkoop noodzakelijk is, op straffe van een dwangsom ad € 250,- voor iedere dag dat de man de beschikking op dit punt niet nakomt, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
- de man te veroordelen om er zorg voor te dragen dat, telkens als de makelaar de koopwoning zal betreden, de koopwoning opgeruimd en netjes is, op straffe van een dwangsom ad € 250,- per keer dat de man op dit punt de beschikking niet nakomt, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
- te bepalen dat van de verkoopopbrengst worden voldaan de verkoopkosten, de hypothecaire geldlening, de lening afgesloten bij De Kluijver alsmede de achterstanden genoemd in punt 4 van het aanvullend verzoekschrift;
- te bepalen dat de resterende overwaarde dan wel onderwaarde tussen partijen bij helfte wordt gedeeld;
- te bepalen dat aan ieder van partijen wordt toebedeeld het saldo van de bankrekeningen die op zijn of haar naam zijn gesteld met verrekening van het saldo per peildatum;
- vast te stellen dat partijen verevening van hun beider pensioenen conform de Wet Pensioenverevening uitsluiten.
- primair, de vrouw te veroordelen om het volledige bedrag aan schadevergoeding ter zake van de kinderopvangtoeslagenaffaire aan de man te voldoen en subsidiair te bepalen dat hij recht heeft op de helft van de uitgekeerde schadevergoeding en de vrouw te veroordelen om alle informatie, waaronder de brieven en betalingen op haar bankrekening van en door de belastingdienst betreffende de kinderopvangtoeslagenaffaire in het geding te brengen, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag voor elke dag dat zij in gebreke blijft tot een maximum van € 30.000,-;
- een NVM makelaar te benoemen, te bepalen dat partijen gezamenlijk een opdracht tot taxatie zullen verstrekken aan de makelaar en tevens te bepalen dat partijen de kosten verbonden aan de taxatie bij helfte dragen;
- de koopwoning aan hem toe te delen tegen een de door de rechtbank te benoemen makelaar nog voor partijen bindend te taxeren waarde, onder de opschortende voorwaarde dat hij binnen vier maanden na de datum van het taxatierapport aan de vrouw aantoont dat hij in staat is de volledige eigendom van de woning te verkrijgen en de vrouw te doen ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake de hypotheek; indien aan de hiervoor genoemde voorwaarden wordt voldaan, zal de vrouw haar aandeel in de woning overdragen aan de man, en voor recht te verklaren dat de vrouw draagplichtig is voor de helft van de onderwaarde van de woning. Voor zover er sprake is van een overwaarde, zal de helft daarvan toekomen aan de vrouw; indien en voor zover niet aan de hiervoor genoemde voorwaarden wordt voldaan, zal de woning na twee maanden worden verkocht en geleverd aan een derde, waartoe partijen gezamenlijk een verkoopopdracht zullen verstrekken aan benoemde makelaar, die partijen bindend zal adviseren over de te hanteren vraag- en laatprijs. Bij verkoop en levering van de woning dient uit de verkoopopbrengst de hypothecaire geldlening voor zover mogelijk te worden afgelost. Partijen dienen ieder de helft van de resterende schulden te dragen;
- de vrouw te veroordelen aan de man vanaf 1 januari 2021 tot de datum waarop de woning is verkocht en geleverd aan de koper/toebedeeld aan de man, de helft van de hypotheekrente en premie van de beleggingsverzekering, de helft van de gemeente belastingen en de helft van de waterschapsbelasting aan de man te voldoen;
- inboedelgoederen koopwoning: de vrouw te veroordelen een bedrag van € 12.500,- aan de man te voldoen;
- inboedelgoederen huurwoning [adres02] te Rotterdam (hierna ook te noemen: de huurwoning): een taxateur te benoemen die de waarde van de inboedelgoederen bindend zal vaststellen en te bepalen dat de vastgestelde waarde bij helfte wordt verdeeld tussen partijen;
- auto van de vrouw met het kenteken [kenteken01] : de vrouw te veroordelen een bedrag van
€ 3.750,- aan de man te voldoen;
- schuld van Hoist Krediet: te bepalen dat partijen in hun onderlinge verhouding ieder de helft van de schuld als eigen schuld zullen dragen;
- de opstalverzekering: voor zover een schuld bestond per peildatum, dan dient deze bij helfte te worden verdeeld;
- de huur en plaatsing nieuwe CV-ketel Eneco: voor zover een schuld bestond per peildatum, dan dient die bij helfte te worden verdeeld en de vrouw te veroordelen om een bedrag van € 150,- aan de man te voldoen;
- de gemeentelijke belastingen echtelijke woning: voor zover een schuld bestond per peildatum, dan dient die bij helfte te worden verdeeld;
- SVHW: voor zover een schuld bestond per peildatum, dan dient die bij helfte te worden verdeel;
- huurrecht huurwoning: te bepalen dat aan de vrouw het huurrecht van de woning wordt toebedeeld.
Met betrekking tot de waarde van de bestanddelen van de huwelijksgemeenschap gaat de rechtbank in beginsel uit van de datum van de feitelijke verdeling van het betreffende bestanddeel, tenzij partijen een andere datum zijn overeengekomen of op grond van de redelijkheid en billijkheid een andere datum moet worden aanvaard. Partijen beschuldigen elkaar vernielingen te hebben aangericht in de woning en stellen over en weer niets om uit af te kunnen leiden wie er voor de vernielingen verantwoordelijk is. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding af te wijken van de hoofdregel dat als peildatum voor de waardering van de woning de datum van de feitelijke verdeling heeft te gelden. Dit betekent dat de woning opnieuw moet worden getaxeerd. Partijen zijn het erover eens dat de woning dan moet worden getaxeerd door Ooms Makelaars, gevestigd aan de Maaskade te Rotterdam.
Partijen verrichten dan zo spoedig mogelijk de volgende handelingen:
- invullen en ondertekenen van door de makelaar geleverde formulieren ten behoeve van de opdracht tot verkoop,
- aanleveren van door de makelaar verzochte documenten;
- betaling van hun deel van de aanbetaling aan de makelaar, binnen de gestelde betalingstermijn van de makelaar,
- leveren van een set sleutels aan de makelaar, binnen de door de makelaar gestelde termijn,
- meewerken aan het bepalen van de verkoopprijs of de vraag- en laatprijs, binnen de door de makelaar gestelde termijn,
- meewerken aan geplande bezichtigingen,
- zorgen dat huis en tuin verzorgd ogen voor iedere bezichtiging,
- alle andere handelingen die noodzakelijk zijn voor de verkoop en oplevering van de woning, waartoe zowel door de makelaar als in een later stadium door de notaris verzocht wordt, binnen de door hen gestelde termijnen,
- het tekenen van de koopovereenkomst,
- het meewerken aan de levering van de echtelijke woning via de notaris, waaronder het tekenen van de transportakte of een volmacht binnen de door de notaris gestelde termijn.
- voor het geval partijen niet in onderling overleg tot overeenstemming komen over de te hanteren verkoopprijs en of de vraag- en laatprijs, zal de makelaar deze bindend vaststellen, alsmede een eventuele wijziging van de te hanteren vraag- en laatprijs in geval verkoop uitblijft,
- in het geval de makelaar de verkoopprijs en/of vraag- en laatprijs bindend heeft vastgesteld, hanteren partijen deze bij de verkoop van de echtelijke woning aan een derde,
- partijen dragen de aan de verkoop verbonden kosten ieder bij helfte,
- als de makelaar de opdracht tot verkoop van de echtelijke woning teruggeeft wegens gebrek aan medewerking van de zijde van een van partijen, voldoet de niet-meewerkende partij de kosten die de makelaar in rekening brengt. Dit geldt ook voor schade en of extra onkosten veroorzaakt door het niet-meewerken van een partij bij de afwikkeling bij de notaris en door het niet correct opleveren van het huis aan kopers,
- met de verkoopopbrengst van de woning en de opbrengst van de polissen die zijn gekoppeld aan de hypothecaire lening wordt de hypothecaire lening afgelost. Als na aflossing een hypothecaire schuld resteert, dragen partijen deze gelijkelijk. Als na aflossing een overwaarde resteert, verdelen partijen deze gelijkelijk.
De man stelt dat het voorstel van de vrouw niet alle inboedelgoederen omvat, maar onderbouwt dat niet. Bij gebrek aan betere aanknopingspunten en omdat partijen niet in staat zijn zelf tot een redelijke verdeling te komen, volgt de rechtbank het voorstel van de vrouw en gelast partijen de inboedel van de huurwoning dienovereenkomstig te verdelen.
€ 1.500,- aannemelijk voor. Ook is voldoende aannemelijk geworden dat de opbrengst is gebruikt voor de aflossing van een gemeenschapsschuld.
2.8.8.
Woonlasten
Het primaire verzoek wijst de rechtbank af, omdat het gemotiveerd is betwist en onvoldoende is onderbouwd. Naar het oordeel van de rechtbank is de vrouw hooguit voorzichtig geweest bij de communicatie over de vergoeding, maar is er door de man onvoldoende gesteld waaruit kan worden afgeleid dat de vrouw de bedoeling had om de schadevergoeding te verzwijgen.
Partijen zijn het erover eens dat de vrouw een schadevergoeding van € 34.108,- heeft ontvangen en deze vergoeding in de gemeenschap van goederen is gevallen. Partijen zijn het ook eens dat de vergoeding bij helfte moet worden verdeeld, maar de vrouw stelt de schadevergoeding tot een bedrag van € 24.000,- is aangewend om schulden af te lossen. De vrouw geeft geen verklaring waar het restantbedrag, € 10.108,-, is gebleven. De man heeft dan ook sowieso recht op de helft van laatstgenoemd bedrag. De rechtbank kan niet vaststellen welke van de volgens de vrouw afgeloste schulden voor de peildatum zijn ontstaan. De vrouw heeft verklaringen in het geding gebracht van mw. [naam02] en van haar broer. Ook heeft zij bankafschriften van betalingen aan haar broer overgelegd, waaruit blijkt dat zij op 23 april 2021 € 101,50 heeft overgemaakt, alsmede op 23 mei 2021 € 101,50, op 23 juni 2021 € 101,50, op 13 juli 2021 € 3.000,-, op 14 juli 2021 € 7.000,- en op 23 juli € 101,50. De betalingen van € 101,50 lijken maandelijks te zijn gedaan. De man stelt dat de betalingen van € 101,50 mogelijk zien op kosten van de auto van de broer van de vrouw, waarin de vrouw rijdt. De stelling van de man wordt ondersteund doordat uitsluitend bij de overboekingen van € 3.000,- en € 7.000,- “aflossing lening” staat vermeld en niet bij de diverse betalingen van € 101,50. Uiteindelijk onderbouwt de vrouw naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende dat zij € 24.000,- heeft gebruikt voor de aflossing van leningen die op de peildatum bestonden. De vrouw is dan ook gehouden de helft van het schadevergoedingsbedrag, € 17.054,-, aan de man te voldoen.
3..De beslissing
voorlopigeregeling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken bij de man zullen zijn als volgt: