mw. mr. D.J. Klijn

Rechtbank Noord-Nederland wijst verzoek tot benoeming herstructureringsdeskundige en afkondiging afkoelingsperiode toe, met een afkoelingsperiode van vier maanden.

De rechtbank heeft het faillissementsverzoek afgewezen wegens onvoldoende bewijs van een steunvordering.

De rechtbank heeft het verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode afgewezen omdat niet voldaan werd aan de vereisten van artikel 376 lid 4 Fw.

De rechtbank verklaart het verzet van de curator tegen de faillietverklaring van HSA Scheepsbouw B.V. ongegrond en bekrachtigt het eerdere vonnis.

Rechtbank Noord-Nederland wijst het verzoek om afkoelingsperiode af wegens onvoldoende onderbouwing van levensvatbaarheid en belangen van schuldeisers.

De rechtbank laat verzoeker toe tot de WSNP, maar wijst het verzoek om een eerdere ingangsdatum af vanwege berekenend handelen in de minnelijke fase.

De rechtbank schorst het executoriaal beslag op het inkomen van verzoekster gedurende vier maanden in het kader van een WSNP-verzoek.

Rechtbank Noord-Nederland wijst het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode af, o.a. wegens gebrek aan voortgang en openheid over financiering.

De rechtbank heeft de Gemeente Westerwolde bevolen in te stemmen met een dwangakkoord voor verzoekster, die in financiële problemen verkeert, ondanks de aanvankelijke weigering van de gemeente op basis van haar beleidsregels.

De rechtbank heeft een afkoelingsperiode van vier maanden toegewezen voor een B.V. die een warmtenet beheert, om individuele verhaalsacties te voorkomen en ruimte te bieden voor herstructurering.

De rechtbank heeft mr. W.H.M. Cnossen aangewezen als herstructureringsdeskundige voor [verzoekster] in het kader van de WHOA, met kosten vastgesteld op € 10.000,00 exclusief BTW.

De rechtbank heeft een afkoelingsperiode van vier maanden afgekondigd in het kader van de WHOA, met voorzieningen voor de verzoekster en verplichtingen voor de herstructureringsdeskundige.

De rechtbank beslist over de verdeling van vermogen en schulden na echtscheiding, inclusief onroerend goed, aandelen en belastingteruggaven, met een totale verplichting van de man van € 5.278,00 aan de vrouw.

De rechtbank heeft het verzoek van de man om gezamenlijk gezag over [minderjarige 3] toe te kennen toegewezen, maar het verzoek om het hoofdverblijf bij hem te bepalen en een omgangsregeling af te geven afgewezen.

De rechtbank stelt de kinderalimentatie voor een minderjarig kind vast op € 500,- per maand, na DNA-onderzoek en beoordeling van de financiële situatie van de man.

De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om partneralimentatie afgewezen, omdat zij samenwoont met een nieuwe partner en in haar eigen levensonderhoud kan voorzien.

De rechtbank Groningen heeft het verzoek van de vrouw om partneralimentatie afgewezen, omdat zij zonder bijdrage van de man in haar levensonderhoud kan voorzien.

De rechtbank heeft de verzoeken van de man om wijziging van de omgangsregeling en een informatieregeling afgewezen, omdat zowel de man als de vrouw niet ter zitting zijn verschenen en er onvoldoende informatie beschikbaar was.

De rechtbank heeft voorlopige voorzieningen vastgesteld in een echtscheidingsprocedure, met een tijdelijke regeling voor de zorg- en opvoedingstaken van de kinderen, in afwachting van een 'quick scan' door de Raad voor de Kinderbescherming.

De rechtbank oordeelt over de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden tussen voormalige echtgenoten, waarbij de vrouw € 205.716,- aan de man moet betalen na verkoop van onroerend goed. De bijdrage in levensonderhoud van de man is op nihil vastgesteld.

De rechtbank wijst het verzoek van de man om wijziging van de alimentatieverplichtingen af, omdat er geen relevante wijziging van omstandigheden is vastgesteld.

De rechtbank Groningen heeft op 19 juli 2011 bepaald dat de man € 368,61 per maand moet betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun kind, met terugwerkende kracht vanaf 1 februari 2011.

De rechtbank wijzigde de kinderalimentatie en stelde de man in staat om € 25,-- per maand te betalen, ondanks zijn beperkte draagkracht.

De Rechtbank Groningen heeft op 5 april 2011 de erkenning van het vaderschap van de man ten aanzien van het kind [A.] toegewezen, waarbij de nauwe persoonlijke betrekking en betrokkenheid bij de opvoeding centraal stonden.

De rechtbank Groningen heeft op 22 februari 2011 de kinderalimentatie voor [A.] vastgesteld op € 176,- per maand en een omgangsregeling goedgekeurd, waarbij [A.] maandelijks vier dagen bij de man verblijft.

De rechtbank Groningen heeft op 15 februari 2011 de echtscheiding uitgesproken en het verzoek van de vrouw tot opname van een eenzijdig opgesteld ouderschapsplan afgewezen, omdat er geen overeenstemming was met de man.

De rechtbank Groningen heeft op 25 januari 2011 de alimentatie voor de vrouw vastgesteld op € 411,- per maand en voor de kinderen op € 265,- per kind per maand, ingaande op 30 juni 2010.

De rechtbank ontheft de moeder van het ouderlijk gezag over B. en benoemt de grootmoeder m.z. tot voogdes, in het belang van de minderjarige.

De Rechtbank Groningen heeft op 11 januari 2011 de erkenning van B. door C. vernietigd, omdat C. niet de biologische vader is. De moeder van B. had het verzoek ingediend, dat ontvankelijk werd verklaard.

De rechtbank verleent vervangende toestemming aan de man om zijn twee minderjarige kinderen te erkennen, ondanks de weigering van de vrouw.

De rechtbank vernietigt de erkenning van de minderjarige door de man op grond van dwaling en bedrog, omdat hij niet de biologische vader is. Het verzoek om wijziging van de achternaam wordt niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank verleent de man vervangende toestemming tot erkenning van zijn minderjarige kind, waarbij de erkenning door de partner van de vrouw nietig wordt verklaard.

De rechtbank Groningen heeft het verzoek tot echtscheiding aangehouden vanwege het ontbreken van een ouderschapsplan, en partijen de gelegenheid gegeven om dit alsnog op te stellen.

De rechtbank heeft het vaderschap van de man over de minderjarige vastgesteld op basis van Burundisch recht en bepaald dat het kind de geslachtsnaam van de man zal dragen.

Rechtbank Groningen oordeelt over de verplichting tot een ouderschapsplan bij echtscheiding. Uitzonderingssituatie erkend, verzoek tot echtscheiding ontvankelijk. Beslissing over partneralimentatie en huwelijkse voorwaarden aangehouden.

De rechtbank houdt het echtscheidingsverzoek aan vanwege de uithuisplaatsing van de minderjarige en de afwezigheid van een ouderschapsplan.

De Rechtbank Groningen heeft op 1 december 2009 de erkenning van verzoeker door belanghebbende A. vernietigd, omdat A. niet de biologische vader is. Het verzoek om geslachtsnaamwijziging is niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank beëindigt het gezamenlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kind, omdat de moeder door psychische problemen niet in staat is om het gezag uit te oefenen.

De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om een omgangsregeling met de man afgewezen wegens gebrek aan informatie over de praktische mogelijkheden van beide ouders.

De rechtbank verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek tot ontzegging van het recht op omgang aan de man, omdat de ondertoezichtstelling is beëindigd en er geen gezinsvoogd meer is.

De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om alleen met het ouderlijk gezag over haar kind [A.] te worden belast afgewezen, omdat er onvoldoende gronden zijn voor een wijziging van het gezamenlijk gezag.

De rechtbank schorst het ouderlijk gezag van de vermiste vader over [kind 2] en geeft de vrouw alleen het gezag, gezien het belang van het kind en het ontbreken van contact.

De rechtbank ontheft de moeder van het gezag over haar kind wegens reële dreiging van eerwraak, in het belang van de veiligheid van het kind.

De rechtbank Groningen wijst het verzoek van de man tot nietigverklaring van zijn huwelijk af, omdat er geen bewijs is van onrechtmatige bedreiging en het huwelijk rechtsgeldig is volgens Pools recht.

De rechtbank heeft op 17 juni 2008 beslist dat de vrouw en de stiefvader gezamenlijk gezag krijgen over de minderjarige [de minderjarige 1], in het belang van het kind en gezien de emigratie van de vader.

De Rechtbank Groningen heeft op 10 juni 2008 een adoptieverzoek toegewezen van een lesbisch paar, waarbij is vastgesteld dat de adoptie in het belang van het kind is.

De rechtbank heeft op 10 juni 2008 beslist dat de vader het gezag over zijn minderjarige kinderen krijgt na het overlijden van de moeder, op basis van het belang van de kinderen.

De rechtbank heeft op 10 juni 2008 een omgangsregeling vastgesteld tussen de man en vrouw met betrekking tot hun minderjarige kinderen, na eerdere beslissingen en rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming.

De Rechtbank Groningen heeft op 10 juni 2008 een omgangsregeling vastgesteld voor de man en vrouw met betrekking tot hun minderjarige kinderen, met specifieke afspraken over de omgangstijden.

De rechtbank Groningen beëindigt het gezamenlijk gezag van de vrouw en de man over hun dochter en heft de omgangsregeling op, gezien het gebrek aan contact van de man met het kind.