ECLI:NL:RBGRO:2008:BF0508

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
1 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
100283 / FA RK 08-468
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigverklaring huwelijk wegens bedreiging of dwaling

In deze zaak verzoekt de man om nietigverklaring van zijn huwelijk, dat in 1994 in Polen is gesloten met de vrouw. De man stelt dat hij onder ernstige bedreiging heeft ingestemd met het huwelijk, waarbij hij en zijn toen 10-jarige zoon met een pistool zijn bedreigd. De rechtbank Groningen oordeelt dat er sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, omdat de huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit in Polen. De man heeft zijn verzoek tot nietigverklaring pas in 2008 ingediend, bijna 14 jaar na de huwelijksvoltrekking, en de rechtbank kan niet vaststellen of er daadwerkelijk sprake was van een onrechtmatige bedreiging. De man heeft geen aangifte gedaan van de bedreiging en heeft ook geen bewijs geleverd dat zijn huwelijk niet rechtsgeldig is. De rechtbank concludeert dat de man de door hem gestelde omstandigheden niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank wijst het verzoek tot nietigverklaring van het huwelijk af.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
Meervoudig kamer
zaaknr.: 100283/FA RK 08-468
beschikking d.d. 1 juli 2008
in de zaak van:
[de man],
wonende te [adres],
verzoeker,
hierna te noemen de man,
procureur mr. F.B. Flooren,
PROCESVERLOOP
De man heeft op 22 februari 2008 ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift ingediend waarin hij heeft verzocht het huwelijk tussen hem en mevrouw [naam vrouw] nietig te verklaren.
De rechtbank heeft de man, bijgestaan door zijn raadsvrouw, alsmede de heer J.P. Evenhuis, namens de gemeente Slochteren en mr. J.G. Brontsema, officier van justitie, gehoord ter zitting met gesloten deuren van 3 juni 2008.
Belanghebbende, mevrouw [naam vrouw] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De raadsvrouw van de man heeft ter zitting pleitnotities overgelegd.
RECHTSOVERWEGINGEN
Vaststaande feiten
- de man en [naam vrouw], hierna te noemen belanghebbende, zijn gehuwd [in 1994] te Krasnik (Polen).
Standpunt van de man
De man is van mening dat het huwelijk tot stand is gekomen onder invloed van een onrechtmatige ernstige bedreiging. Hij heeft er belang bij dat het huwelijk nietig wordt verklaard.
De man weigerde zijn medewerking te verlenen aan het huwelijk, waarna hij en zijn destijds 10 jarige zoon met een pistool zijn bedreigd.
De man heeft daarom met het huwelijk ingestemd.
Vervolgens is de man met zijn zoon, maar zonder de vrouw, naar Nederland gereisd.
De man is drie dagen later samen met zijn thans overleden vader, naar Polen gereisd maar troffen daar een leeg huis aan. De man verkeerde vanaf dat moment in de veronderstelling dat van een huwelijk geen sprake kon zijn. In 1995 is de man, samen met zijn zoon andermaal naar Polen gereisd. De man heeft van 1995 tot 1999 in Polen gewoond. Sedert 2003 woont de man permanent in Nederland.
[in 1997] is de man in Nederland gehuwd met [een andere vrouw], geboren in Ciezyn, Polen. Van een registratie van een eerder huwelijk is de man niet gebleken. De man ging er van uit dat het eerdere huwelijk niet als rechtsgeldig kon worden beschouwd.
In 2006 ontving de man, via een Duitse advocaat, de mededeling dat belanghebbende een echtscheiding wenste.
Beoordeling door de rechtbank
Rechtsmacht
De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht met betrekking tot het door de man gedane verzoek, omdat de gewone verblijfplaats van de man zich in Nederland bevindt en de man sedert ten minste zes maanden voorafgaande aan het door hem ingediende verzoek in Nederland verblijft.
Toepasselijk recht
De man heeft de Nederlandse nationaliteit. Omdat de man zijn verblijfplaats heeft in Nederland zal de rechtbank het Nederlandse recht als zijnde het toepasselijke recht op het verzoek tot nietigverklaring van het huwelijk toepassen, nu de man dat uitdrukkelijk heeft verzocht en belanghebbende niet is verschenen.
De man is [in 1994] in Krasnik in Polen met belanghebbende in het huwelijk getreden.
Op grond van artikel 5, lid 4 van de Wet Conflictenrecht Huwelijk wordt een huwelijk vermoed rechtsgeldig te zijn indien een huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit.
Daarom moet het huwelijk tussen de man en belanghebbende naar Pools recht als een rechtsgeldig huwelijk worden aangemerkt.
De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de echtheid van de huwelijksakte.
Eerst bij het door de man ingediende verzoekschrift in 2008, dus bijna 14 jaar na de huwelijksvoltrekking, heeft de man verzocht het huwelijk nietig te verklaren, nu dit onder invloed van een onrechtmatige ernstige bedreiging zou zijn gesloten.
Daartoe heeft de man aangevoerd dat hij in 1994 ten tijde van een verblijf op een camping in Polen onder bedreiging van een pistool alsmede door bedreiging van zijn toen 10-jarige zoon, heeft ingestemd met het huwelijk tussen hem en belanghebbende.
De door de man geschetste omstandigheid op grond waarvan naar zijn zeggen sprake is van een onrechtmatige ernstige bedreiging is voor de rechtbank niet meer na te gaan, zeker nu een en ander reeds geruime tijd geleden zou hebben plaatsgevonden.
Evenmin is voor de rechtbank na te gaan in hoeverre artikel 1:71 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is. Namens belanghebbende is, blijkens een brief van mr. [***], gesteld dat de man en belanghebbende gedurende 4 jaar hebben samengewoond, terwijl de man heeft gesteld dat van enige samenwoning geen sprake is geweest.
De man heeft gesteld dat hij na de huwelijksvoltrekking samen met zijn zoon naar Nederland is vertrokken. Belanghebbende zou in Polen zijn achtergebleven. Indien de man gedwongen werd met belanghebbende in het huwelijk te treden waardoor zij in aanmerking zou kunnen komen voor de Nederlandse nationaliteit, blijft de vraag onbeantwoord waarom belanghebbende dan niet ook naar Nederland is gekomen.
Direkt na terugkeer in Nederland is de man naar zijn zeggen, vergezeld van zijn vader, teruggekeerd naar Polen, naar de woonplaats van belanghebbende.
Kennelijk achtte de man zich toen wel in staat de confrontatie met belanghebbende en degene die hem zouden hebben bedreigd, aan te gaan.
Echter volgens beschrijvingen van de man waren alle betrokkenen weg en was de woning van de vrouw leeg en verlaten.
De man heeft verder geen stappen ondernomen. Zo heeft hij van hetgeen hem was overkomen geen aangifte gedaan bij de politie, niet in Polen en niet in Nederland.
Eerst in 2006 - nadat sprake bleek te zijn van bigamie aan de zijde van de man - heeft de man blijk gegeven van een eerder in Polen aangegaan huwelijk.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat de man de door hem gestelde omstandigheden niet zodanig aannemelijk heeft gemaakt dat de rechtbank zou kunnen concluderen tot het bestaan van een onaanvaardbare onrechtmatige bedreiging, op grond waarvan nietigverklaring van het huwelijk zou kunnen worden uitgesproken.
Beslist wordt als hierna is vermeld.
BESLISSING
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. D.A. Flinterman, A.L. Goederee en D.J. Klijn en uitgesproken door eerstgenoemde ter openbare terechtzitting van 1 juli 2008 in tegenwoordigheid van H.M. Kamphuis-van der Veer, griffier.
lk
De griffier deelt mede, dat partijen tegen deze beschikking in hoger beroep kunnen gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Dit beroep dient door partijen te worden ingesteld binnen drie maanden na de datum van de uitspraak. Deze datum staat in de beschikking vermeld.
Het beroep moet namens een partij worden ingesteld door een advocaat. Als u in aanmerking wilt komen voor door de overheid (gedeeltelijk) gefinancierde rechtsbijstand, dan kan uw advocaat daartoe namens u een verzoek indienen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Uw advocaat kan u daaromtrent nader informeren.