ECLI:NL:RBGRO:2010:BP0832
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- D.J. Klijn
- J.H.H.M. Dorscheidt
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van het vaderschap en geslachtsnaam van een minderjarige onder Burundisch recht
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 9 november 2010 uitspraak gedaan over het verzoek van een vrouw om vaststelling van het vaderschap van haar minderjarige kind door de man, die de biologische vader is. De vrouw en de man hebben beiden de Burundische nationaliteit, waardoor het Burundische recht van toepassing is. De vrouw heeft op 30 juli 2010 een verzoekschrift ingediend, waarin zij verzocht om de benoeming van een bijzondere curator en om vaststelling van het vaderschap. De rechtbank heeft op 2 november 2010 de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de vrouw, de man en de bijzondere curator aanwezig waren.
De rechtbank overweegt dat volgens het Burundische recht, zoals vastgelegd in de Code des personnes et de la famille, het vaderschap kan worden vastgesteld indien de man in een schriftelijke verklaring erkent dat hij de vader is van het kind. De vrouw heeft een dergelijke verklaring overgelegd, en beide partijen hebben ter zitting verklaard dat de man de vader is van het kind. Gezien de omstandigheden, waaronder het feit dat de vrouw en het kind Nederland moeten verlaten, heeft de rechtbank besloten om af te zien van een DNA-test en het vaderschap vast te stellen.
Daarnaast heeft de rechtbank ook de geslachtsnaam van het kind vastgesteld. De ouders hebben verklaard dat het kind de geslachtsnaam van de man zal dragen, en de rechtbank heeft dit in overeenstemming met het vrije naamrecht volgens het Burundische recht goedgekeurd. De rechtbank heeft bepaald dat het kind voortaan de geslachtsnaam van de man zal dragen, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing is genomen in het belang van het kind, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de internationale privaatrechtelijke aspecten van de zaak.