ECLI:NL:RBNNE:2024:3999
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling met afwijzing eerdere ingangsdatum
Op 9 oktober 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van verzoeker tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Verzoeker, die in financiële problemen verkeert, had een verzoekschrift ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. De rechtbank ontving op 1 oktober 2024 aanvullende stukken en heeft het verzoek op 2 oktober 2024 behandeld, waarbij verzoeker en zijn schuldhulpverlener aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat verzoeker in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen en dat er schulden zijn die niet te goeder trouw zijn ontstaan, waaronder aanzienlijke belastingschulden en boetes van het CJIB.
De rechtbank concludeerde dat verzoeker niet de saneringsgezinde houding heeft getoond die vereist is voor toelating tot de WSNP, omdat hij tijdens de minnelijke fase zijn vakantiegeld had behouden en pas per 1 juni 2024 een verzoek indiende. De rechtbank wees het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de WSNP af, omdat verzoeker niet had aangetoond dat hij zich tijdens de minnelijke fase aan de verplichtingen had gehouden. De rechtbank sprak de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit, benoemde mr. N.A. Baarsma tot rechter-commissaris en gaf de bewindvoerder de opdracht om brieven en telegrammen aan de schuldenaar te openen. Het verzoek om een eerdere ingangsdatum werd afgewezen.