ECLI:NL:RBNNE:2022:4484
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afkoelingsperiode in het kader van de WHOA voor een onderneming die een warmtenet beheert
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 november 2022 een beschikking gegeven in het kader van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). De verzoekster, een B.V. die een kleinschalig warmtenet beheert, heeft op 4 november 2022 een startverklaring gedeponeerd en op 18 november 2022 een verzoek ingediend voor het afkondigen van een afkoelingsperiode van vier maanden, zoals bedoeld in artikel 376 van de Faillissementswet. De rechtbank heeft het verzoek behandeld in raadkamer, waarbij de verzoekster en haar advocaten zijn gehoord.
De verzoekster heeft aangegeven dat zij momenteel verlieslatend opereert door hoge inkoopprijzen voor warmte en koude, en dat er een betalingsachterstand is aan haar leverancier. De afkoelingsperiode is aangevraagd om individuele verhaalsacties van schuldeisers te voorkomen, zodat de onderneming kan blijven functioneren en er ruimte is om tot een herstructureringsakkoord te komen. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de vereisten voor het toewijzen van de afkoelingsperiode is voldaan, namelijk dat het noodzakelijk is voor de voortzetting van de onderneming, dat de belangen van de schuldeisers gediend zijn, en dat derden niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad.
De rechtbank heeft daarom besloten om de gevraagde afkoelingsperiode van vier maanden toe te wijzen, waarbij de bevoegdheid van derden tot verhaal op de goederen van de verzoekster gedurende deze periode niet kan worden uitgeoefend zonder machtiging van de rechtbank. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de voorzitter van de rechtbank, mr. H.J. Idzenga, en de andere rechters op 28 november 2022.