Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van 6 november 2024
KvK-nummer [KvK-nummer] , hierna te noemen: de schuldenares,
PROCESGANG
- mr. D.Y. Li, voornoemd;
- mr. A. Wiersma, advocaat van de curator;
- mr. S.K. Tuithof, advocaat van [verzoeker] ;
- mr. P. Yspeert, advocaat van de bestuurder van de schuldenares ( [bestuurder] ).
RECHTSOVERWEGINGEN
BEOORDELING
NJ 2016/172), waarin is bepaald dat de curator uitsluitend persoonlijk belanghebbende als bedoeld in artikel 10 lid 1 Fw is, ongeacht door wie het faillissement is aangevraagd. Het belang waarvoor de curator opkomt is het belang om als curator niet met een lege boedel te worden geconfronteerd, waaruit de kosten voor zijn werkzaamheden niet kunnen worden betaald. Naar het oordeel van de rechtbank betreft dit een eigen, persoonlijk belang. De rechtbank ziet geen aanleiding om van het uitgangspunt uit voornoemde uitspraak van de Hoge Raad af te wijken en stelt vast dat de curator alleen pro se als belanghebbende in het kader van het verzet kan worden aangemerkt. Dit brengt met zich dat de curator niet handelt namens de boedel en dat de faillissementskosten die zijn gemaakt, waaronder het salaris van de curator tot nu toe, niet in het kader van een proceskostenveroordeling kunnen worden neergelegd bij de wederpartij, zoals namens de curator betoogd.