ECLI:NL:RBGRO:2011:BP0839
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.J. Klijn
- D.A. Flinterman
- J.H.H.M. Dorscheidt
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de erkenning van een minderjarige op grond van dwaling en bedrog
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 4 januari 2011 uitspraak gedaan over de erkenning van een minderjarige door de man. De man had op 10 juni 2008 de minderjarige erkend, maar verzocht de rechtbank om deze erkenning te vernietigen, omdat hij niet de biologische vader van het kind bleek te zijn. Dit werd vastgesteld door een DNA-onderzoek, waaruit bleek dat de man uitgesloten was als vader. De man stelde dat hij tot erkenning was bewogen door dwaling, omdat de vrouw hem had verteld dat hij de biologische vader was. De vrouw had echter tijdens de zwangerschap gedwongen seksueel contact gehad met een andere man, wat zij voor de man had verzwegen. De rechtbank oordeelde dat de vrouw de man had moeten inlichten over deze situatie, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van dwaling. De rechtbank vernietigde de erkenning op grond van artikel 1:205, eerste lid, onder b, BW, en verklaarde dat de erkenning geacht wordt nimmer gevolg te hebben gehad. Hierdoor was de man nooit de vader van het kind geweest, en had de minderjarige alleen in familierechtelijke betrekking gestaan tot de vrouw. Het verzoek van de man om de achternaam van het kind te wijzigen werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij geen belang had bij deze wijziging na de vernietiging van de erkenning.