ECLI:NL:RBGRO:2012:BX6414
Rechtbank Groningen
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek partneralimentatie als voorlopige voorziening in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 17 juli 2012 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening inzake partneralimentatie. De vrouw had verzocht om een bijdrage van de man in haar kosten van levensonderhoud, met ingang van 1 juli 2012, van € 7.064,- per maand. Dit bedrag bestond uit een overeengekomen alimentatie van € 5.064,- per maand en de opbrengst van de verhuur van een vakantiewoning van € 2.000,- per maand. De man heeft echter gemotiveerd gesteld dat hij door gewijzigde omstandigheden niet langer aan de gemaakte afspraken kan voldoen. Hij heeft aangevoerd dat de vrouw sinds het feitelijk uiteengaan in oktober 2011 samenwoont met een nieuwe partner, waardoor zij geen aanspraak meer kan maken op partneralimentatie. De rechtbank heeft overwogen dat de vrouw haar feitelijke situatie zodanig heeft vormgegeven dat zij ook zonder bijdrage van de man in haar levensonderhoud kan voorzien. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw, ondanks dat zij nog gehuwd zijn, de intentie heeft om met haar huidige partner verder te gaan. De rechtbank concludeert dat er na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking geen grond bestaat voor een bijdrage van de man in de kosten van levensonderhoud van de vrouw. Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank het verzoek van de vrouw om partneralimentatie afgewezen. De beslissing is genomen in het kader van een voorlopige voorzieningenprocedure, waarbij de rechtbank geen noodzaak zag om een alimentatiebijdrage vast te stellen.