ECLI:NL:RBGRO:2011:BP4576
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- D.J. Klijn
- J.H.H.M. Dorscheidt
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning van een kind door de rechtbank in het kader van familierecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 11 januari 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de erkenning van een kind, B., door C. De moeder van B. heeft op 13 augustus 2010 een verzoekschrift ingediend om de erkenning, die op 1 april 2003 had plaatsgevonden, te vernietigen. De rechtbank benoemde mr. J. Dijkman als bijzondere curator voor B. en ontving op 1 december 2010 een verzoek van deze curator tot vernietiging van de erkenning. Tijdens de zitting op 7 december 2010 zijn de moeder, C., de advocaat van de moeder, mr. S. Wiersma, en de bijzondere curator gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat B. op de hoogte was van het feit dat C. niet haar biologische vader was en dat de erkenning niet tijdens haar meerderjarigheid had plaatsgevonden. Op basis van artikel 1:205 lid 1 BW kan een verzoek tot vernietiging van de erkenning worden ingediend door het kind zelf, mits dit binnen de wettelijke termijn gebeurt. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van de moeder namens B. ontvankelijk was, omdat het binnen de gestelde termijn was ingediend.
De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat C. niet de biologische vader van B. is en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die aan de toewijzing van het verzoek in de weg staan. De bijzondere curator werd niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, omdat het belang van haar verzoek was komen te vervallen. De rechtbank heeft de erkenning van B. door C. vernietigd en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.