ECLI:NL:RBGRO:2011:BP0827
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.J. Klijn
- D.A. Flinterman
- J.H.H.M. Dorscheidt
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor erkenning van minderjarige kinderen door Cubaanse vader
In deze zaak heeft de man, met de Cubaanse nationaliteit, de rechtbank verzocht om vervangende toestemming voor de erkenning van zijn twee minderjarige kinderen, geboren uit zijn relatie met de vrouw, die de Nederlandse nationaliteit bezit. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel het Cubaanse recht van toepassing is op de voorwaarden voor erkenning, er geen belemmeringen zijn om de erkenning onder het Nederlandse recht te laten plaatsvinden, gezien het belang van de kinderen om te weten van wie zij afstammen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 2 november 2010, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren, evenals een bijzondere curator en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming.
De man heeft aangevoerd dat de erkenning van de kinderen in hun belang is en dat de vrouw geen toestemming verleent, terwijl de vrouw betwist dat er sprake is van een gezinsleven en stelt dat de man zich niet aan afspraken houdt. De rechtbank heeft de belangen van de kinderen en de man afgewogen en geconcludeerd dat er geen reële risico's zijn voor de kinderen als gevolg van de erkenning. De rechtbank heeft de vrouw onvoldoende bewijs zien aanvoeren dat de erkenning schadelijk zou zijn voor de kinderen of haar relatie met hen zou verstoren.
Uiteindelijk heeft de rechtbank op 4 januari 2011 de man vervangende toestemming verleend om de kinderen te erkennen, met de overweging dat de erkenning niet in strijd is met de belangen van de kinderen of de vrouw. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in hoger beroep te gaan.