mw. mr. P.P.M. van der Burgt

In een bevoegdheidsincident heeft de rechtbank geoordeeld dat zij relatief bevoegd is om de zaak te behandelen, ondanks het verweer van gedaagde [naam 1].

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt in kort geding dat gedaagden onroerende zaak moeten ontruimen binnen 3 dagen, op straffe van dwangsom.

Infomedics vordert betaling van medische kosten van € 191,26 van gedaagde. De kantonrechter wijst de vordering toe, met rente en proceskosten, en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten wijst het verzoek tot schorsing van de bewaring van een Venezolaanse verzoekster af, omdat de maatregel passend en geboden is gezien haar verblijfsstatus en het risico op onttrekking aan verwijdering.

Verzoekster vraagt om een voorlopige voorziening voor een inreisvergunning, maar het Gerecht verklaart het verzoek niet-ontvankelijk wegens ontbrekende connexiteit.

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten wijst het verzoek tot voorlopige voorziening af, omdat de verwijderingsbeschikking op goede gronden is genomen en verzoeker niet over een geldige verblijfstitel beschikt.

Verzoeker verzocht om schorsing van een verwijderingsbeschikking die niet bestond. Het Gerecht verklaarde het verzoek niet-ontvankelijk, omdat er geen juridische basis was voor de schorsing.

Verzoekster vraagt om schorsing van de verwijderingsbeschikking en verblijf in Sint Maarten totdat op haar aanvraag is beslist. Het Gerecht schorst de verwijderingsbeschikking, maar verklaart het verzoek om verblijf niet-ontvankelijk.

Het Gerecht schorst de bestreden beschikking van de Minister van Justitie van Sint Maarten tot ontslag van verzoeker als lid van het CCR, wegens onvoldoende motivatie.

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten heeft het verzoek tot schorsing van de verwijderingsbeschikking afgewezen, omdat de verzoeker illegaal verbleef en geen aanvraag voor een verblijfsvergunning had ingediend.

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten heeft het verzoek tot schorsing van de afwijzing van de verblijfsvergunning afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond.

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten schorst de maatregel van bewaring van verzoekster wegens ernstige procedurele gebreken en stelt haar onmiddellijk in vrijheid.

Het Gerecht schorst de maatregel van bewaring van verzoekster, oordeelt dat de inbewaringstelling onrechtmatig was en beveelt haar onmiddellijke vrijlating.

Het Gerecht vernietigt de beslissing van de Huurcommissie en wijst het verzoek van de verhuurders af, waarbij zij in de proceskosten worden veroordeeld.

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten schorst de verwijderingsbeschikking van een Guyaanse verzoeker, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning had ingediend. Verweerder is veroordeeld in de proceskosten van NAf 1.550,00.

Verzoek tot voorlopige voorziening in vreemdelingenbewaring afgewezen. Rechtmatige staandehouding en inbewaringstelling vastgesteld.

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten heeft op 19 mei 2021 een voorlopige voorziening verleend in een zaak over de intrekking van een verblijfsvergunning, waarbij de hoorplicht en motiveringsbeginsel zijn geschonden.

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten heeft het verzoek tot schorsing van vreemdelingenbewaring afgewezen, oordelend dat de staandehouding rechtmatig was en er voldoende zicht op uitzetting was.

Het Gerecht schorst de maatregel tot bewaring van een vreemdeling, omdat deze niet voorafgaand was gehoord en de documenten niet correct waren ondertekend. De vreemdeling wordt onmiddellijk in vrijheid gesteld.

De Stichting Pro Soualiga vorderde in kort geding dat de Staat verboden zou worden de voorgestelde Rijkswet tot stand te brengen. Het Gerecht verklaarde de Stichting niet-ontvankelijk in haar vorderingen en veroordeelde haar in de proceskosten.

Verzoek tot voorlopige voorziening voor tewerkstellingsvergunning afgewezen; onvoldoende kans van slagen bezwaar.

Verzet ongegrond verklaard tegen fictieve weigering van aanvraag voor verklaring van rechtswege. Proceskosten van Nafl. 350,00 toegewezen aan geopposeerde.

Het Gerecht in ambtenarenzaken verklaart het bezwaar van klaagster gegrond en legt verweerder een dwangsom op wegens niet-nakoming van een eerdere uitspraak.

Eiser, een Canadees, is voor drie jaar ongewenst verklaard door de Minister van Justitie van Sint Maarten wegens gevaar voor de openbare orde en onvoldoende middelen van bestaan. Het beroep tegen deze beslissing is ongegrond verklaard.

Het gerecht heeft de beroepen van Stinapa gegrond verklaard, de bestreden besluiten vernietigd en OLB opgedragen opnieuw te besluiten na het voldoen aan de MER-plicht.

Eiser wordt opgedragen te stoppen met het gebruik van de Dr.-titel en het verlenen van medische diensten, omdat hij geen ontheffing heeft. Beroep ongegrond verklaard.

Eiser verzocht om informatie op basis van de Landsverordening openbaarheid van bestuur, maar het verzoek werd als te breed afgewezen. Het Gerecht verklaarde het beroep ongegrond.

Eiser verzocht om een vergunning tot tijdelijk verblijf voor gezinsvorming, maar zijn aanvraag werd afgewezen wegens onvoldoende middelen. Het Gerecht verklaarde het beroep ongegrond.

Verzoek tot schorsing van vreemdelingenbewaring afgewezen; verzoeker heeft geen verblijfstitel en geen asielverzoek ingediend.

Beroep niet-ontvankelijk verklaard; aanvraag ontheffing ingetrokken door verweerder. Proceskosten vergoed aan eiser.

Eiseres vordert gedaagde te verbieden de naam 'Jordan Village Agency' te gebruiken en schadevergoeding te betalen. Het Gerecht wijst de vorderingen af, o.a. wegens gebrek aan bewijs.

Klaagster krijgt recht op huurtoelage van US$ 908,00 per maand met terugwerkende kracht vanaf 1 november 2010. Minister van Justitie veroordeeld tot vergoeding van huurtoelage en proceskosten.

Eisers vorderen opheffing van conservatoir beslag op een truck, die volgens hen eigendom is van de rechtspersoon Prefab. Het Gerecht oordeelt dat het beslag moet worden opgeheven en veroordeelt gedaagde in de proceskosten.

Klaagster verzet zich tegen ontzegging toegang tot werkplek vanwege strafrechtelijk onderzoek. Gerecht verklaart bezwaar gegrond en vernietigt besluit.

Eisers vorderden toegang tot hun ambten en stelden dat de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius in strijd was met het VN Handvest. Het Gerecht wees de vorderingen af en verklaarde de PLP niet-ontvankelijk.

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten heeft de meldplicht opgelegd aan eiseres vernietigd, omdat deze niet rechtmatig was opgelegd in afwachting van een BTA-aanvraag.

Verhuurder vordert ontruiming en betaling van huurachterstand van US$ 30.000,00. Huurder betwist bevoegdheid verhuurder. Gerecht wijst vordering toe.

Echtscheiding uitgesproken met nevenvoorzieningen voor levensonderhoud en verdeling van huwelijksgoederen.

De rechtbank wijst het wrakingsverzoek van verzoeker af, omdat er geen grond is voor de vrees van partijdigheid van de rechters.

De Rechtbank Oost-Brabant heeft op 3 september 2015 het wrakingsverzoek van verzoeker afgewezen, oordelend dat er geen sprake was van partijdigheid van de rechters.

De Rechtbank Oost-Brabant verklaart het wrakingsverzoek van verzoekers niet-ontvankelijk wegens onvoldoende onderbouwing van de gestelde feiten.

De rechtbank verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek tegen mr. L. Soeteman, omdat verzoeker is overleden en niet duidelijk is wie de erfgenamen zijn.

De rechtbank Oost-Brabant heeft op 24 december 2014 het wrakingsverzoek van de verdachte afgewezen, omdat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid van de rechters.

De rechtbank heeft het wrakingsverzoek van een verzoeker toegewezen wegens schijn van partijdigheid van de rechter, die voorafgaand aan de zitting contact had met het Openbaar Ministerie.

De rechtbank heeft het verzoek tot dwangakkoord in de schuldsanering afgewezen, omdat de schuldeisers in redelijkheid konden weigeren in te stemmen met de aangeboden regeling.

De Rechtbank Oost-Brabant verklaart een vleesgroothandel failliet na niet-deugdelijke oproeping. De belangen van werknemers wegen zwaarder dan die van de gefailleerde. De curator is mr. J.A. van der Meer.

De Rechtbank 's-Hertogenbosch heeft op 21 december 2012 het wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. D.J. de Lange afgewezen, omdat er geen gronden waren voor de vrees van partijdigheid.

De rechtbank verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, omdat er geen deugdelijke poging is ondernomen voor een buitengerechtelijke schuldregeling.

De rechtbank verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot schuldsaneringsregeling wegens gebrek aan een minnelijk aanbod.

De rechtbank verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot schuldsaneringsregeling, omdat er geen deugdelijke poging is ondernomen voor een buitengerechtelijke schuldregeling.

De rechtbank verklaart het verzoek tot schuldsanering niet-ontvankelijk wegens onvoldoende informatie over de schuldenlast en het ontbreken van een minnelijk traject.

De rechtbank verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot schuldsaneringsregeling, omdat het gezamenlijke aanbod aan schuldeisers niet voldoet aan de vereisten van de Faillissementswet.

De rechtbank wijst het verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord af, maar spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit voor verzoeker en verzoekster.

De rechtbank oordeelt dat de verzekeraars te ruim artikel 6:166 BW uitleggen en biedt hen de kans hun vordering aan te passen. Vordering tegen gedaagde 9 wordt afgewezen wegens onvoldoende bewijs.

De rechtbank oordeelt over de aansprakelijkheid van bestuurders van Bergler Beheer B.V. in het faillissement, met focus op een Management Buy Out en kunstcollectie. Vordering van de curator wordt deels afgewezen, maar bestuurders zijn tekortgeschoten in hun verantwoordelijkheden.

De rechtbank vernietigt de verlaging van de WWB-uitkering van eiser, oordeelt dat de gemeente een nieuw besluit moet nemen en vergoedt het griffierecht van € 38,00.

Rechtbank 's-Hertogenbosch vernietigt de weigering van eisers bijstandsuitkering wegens ernstige misdraging tijdens huisbezoek ex-echtgenote, omdat dit niet in het kader van de WWB jegens eiser zelf plaatsvond.

Rechtbank 's-Hertogenbosch vernietigt de verplichting voor een dakloze om nachtopvang te gebruiken, oordelend dat deze niet in lijn is met de WWB.

Rechtbank 's-Hertogenbosch oordeelt dat er geen wettelijke basis is voor de verplichting van eiseres om de arbeidsongeschiktheidsuitkering van haar ex-werknemer te betalen, en verklaart het beroep gegrond.

De rechtbank oordeelt dat eiser, een kloosterling, ten onrechte als zijnde in een gezamenlijke huishouding aangemerkt is voor AOW. Het onweerlegbare rechtsvermoeden is niet van toepassing, waardoor eiser het bestaan van een gezamenlijke huishouding kan betwisten.

Rechtbank 's-Hertogenbosch vernietigt besluit over aflossingscapaciteit bij terugvordering van bijstand, oordeelt dat gezamenlijke huishouding niet meer bestaat en vergoedt proceskosten.

Rechtbank 's-Hertogenbosch verklaart het beroep gegrond en vernietigt de afwijzing van vergoeding voor plavix na 10 april 2005, oordeelt dat verweerster onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de medische situatie van eiser.

De rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat er vestigingsgevaar bestaat en onvoldoende economische binding met Marokko is aangetoond.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van eiseres ongegrond, omdat zij onvoldoende heeft meegewerkt aan haar terugkeer naar Vietnam, wat leidde tot beëindiging van verstrekkingen door het COA.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart asielaanvraag ongegrond; eiser kan vrees voor vervolging niet aannemelijk maken.