ECLI:NL:OGEAM:2019:89

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
29 juli 2019
Publicatiedatum
30 augustus 2019
Zaaknummer
SXM201801538- Lar 158/2018
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanwijzing tot staken van het gebruik van de Dr.-titel en het verlenen van medische diensten

In deze zaak gaat het om een beroep tegen twee beschikkingen van de Inspectie voor de Volksgezondheid van Sint Maarten, waarbij aan eiser, een chiropractor, de aanwijzing is gegeven om te stoppen met het gebruik van de titel 'Dr.' en het verlenen van medische diensten. Eiser heeft geen ontheffing om als medische beroepsbeoefenaar te opereren, wat volgens de Tijdelijke Landsverordening beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren vereist is. De procedure begon met een beroepschrift dat op 6 december 2018 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift van de verweerder op 11 januari 2019. De mondelinge behandeling vond plaats op 10 juni 2019.

Eiser heeft aangevoerd dat hij zich als chiropractor presenteert en dat hij geen medische beroepsbeoefenaar is, waardoor hij zijn diensten zonder ontheffing zou mogen aanbieden. De verweerder heeft echter vastgesteld dat eiser zich presenteert als arts en dat hij de indruk wekt dat hij geneeskundige diensten aanbiedt, wat in strijd is met de geldende wetgeving. De rechter heeft geoordeeld dat de bestreden beschikkingen deugdelijk gemotiveerd zijn en dat eiser niet over de vereiste ontheffing beschikt. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, evenals het beroep van de naamloze vennootschap NATURE'S BEST N.V. (ND) tegen de beschikking gericht aan haar. Eiser is niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen de beschikking gericht aan ND, en vice versa.

De uitspraak is gedaan door mr. P.P.M. van der Burgt op 29 juli 2019, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
1. (eiser),
wonende te Anguilla, hierna: (eiser)
2. de naamloze vennootschap NATURE'S BEST N.V. h.o.d.n. NATURE’S DISCOUNT,
gevestigd te Sint Maarten, hierna: ND,
eisers,
gemachtigde: mr. C.R. RUTTE,
tegen
DE INSPECTIE VOOR DE VOLKSGEZONDHEID VAN ST.MAARTEN,
zetelende te Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigde: mr. D. KWEEKEL.
1.
Aanduiding bestreden beschikkingen
De twee beschikkingen van verweerder van 26 oktober 2018, waarbij aan (eiser) de aanwijzing is opgelegd dat hij moet stoppen met het bezigen van de “Dr.”-titel richting patiënten en cliënten in Sint Maarten en moet afzien van het verlenen van medische diensten (
medical services) en waarbij aan ND de aanwijzing is opgelegd dat zij moet stoppen met te refereren aan (eiser) als “Dr. (eiser)” (of woorden van vergelijkbare strekking) in publieke advertenties en mededelingen.
2.
Het verloop van de procedure
Met een op 6 december 2018 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier ingediend beroepschrift (met producties) hebben eisers tegen voormelde beschikkingen beroep ingesteld als bedoeld in artikel 7 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar).
Op 11 januari 2019 heeft verweerder een verweerschrift (met producties) ingediend.
Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 10 juni 2019. Eisers zijn bij gemachtigde voornoemd verschenen. Verweerder is verschenen bij gemachtigde voornoemd die op schrift gestelde pleitaantekeningen heeft voorgedragen en overgelegd.
Uitspraak is bepaald op heden.

3.Het geschil

3.1
De volgende feiten staan vast.
-Op 22 juni 2018 heeft (eiser) verzocht om hem een ontheffing ex artikel 3 lid 1 Lv Vestiging medische beroepsbeoefenaren te verlenen om zich hier te lande te vestigen als “chiropractic physician”.
-In reactie op die aanvraag heeft het Hoofd van de Afdeling Volksgezondheid bij brief van 12 juli 2018 aan (eiser) bericht dat zijn verzoek niet verder in behandeling wordt genomen omdat het beroep waarvoor een ontheffing is gevraagd niet tot de groep gereguleerde medisch beroepsbeoefenaren behoort en geen vestigingsbeperking van toepassing is. Verder staat daar in:

This means that the restriction to practise as medical professional on Sint Maarten does not apply to you. You are free to provide your services on the island within the other applicable laws and regulations. As a result of this assesment your application will not be further processed.
Please take note that you are not allowed to use the title of medical doctor, MD or physician in any kind, nor present yourself as such to the public, because you are not licensed to practise as such.”
-ND exploiteert een onderneming die zich bezighoudt met de handel in en advies over voedingssupplementen, dieetproducten en bijzondere voedingsmiddelen. Eisers onderling hebben met elkaar een overeenkomst gesloten, waarbij (eiser) zich verbindt om 4 tot 7 keer per maand tegen betaling bij ND consulten te verlenen.
-In oktober 2018 verneemt verweerder dat (eiser) via social media met instemming van ND zijn diensten aanbiedt in Sint Maarten. Daarop geeft verweerder de thans bestreden instructies.
3.2.
Eisers verzoeken het Gerecht de bestreden beschikkingen te vernietigen en verweerder op te dragen een nieuwe beschikking te geven op straffe van een dwangsom.
3.3.
Zij stellen daartoe het volgende. (eiser) is een chiropractor en presenteert zich ook als zodanig. Een chiropractor is geen medische beroepsbeoefenaar en hij oefent niet de geneeskunde uit, dus mag hij zijn diensten als chiropractor zonder ontheffing aanbieden op Sint Maarten. Dat blijkt ook uit de brief van 12 juli 2018, die door eisers wordt beschouwd als een beschikking. (eiser) mag dan ook zijn titel gebruiken namelijk “Doctor of Chiropractic”. De bestreden beschikkingen zijn verder niet deugdelijk gemotiveerd en in strijd met het zorgvuldigheids- en het vertrouwensbeginsel.
3.4.
Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.5.
Op de standpunten van partijen wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Regelgeving

4.1.
Ingevolge artikel 7 van de LAR kunnen natuurlijke personen of rechtspersonen, die door een beschikking rechtstreeks in hun belang zijn getroffen, daartegen beroep instellen bij het Gerecht. Ten aanzien van bestuursorganen worden de hun toevertrouwde belangen als hun belangen beschouwd. Ten aanzien van rechtspersonen worden mede als hun belangen beschouwd de belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden behartigen.
4.2.
Ingevolge artikel 1 onder f in combinatie met de artikelen 2 en 3 van de Tijdelijke Landsverordening beperking vestiging medische beroepsbeoefenaren (hierna: Tijdelijke Landsverordening) is het verboden zonder ontheffing zich als medische beroepsbeoefenaar hier te lande te vestigen en het medische beroep uit te oefenen, dan wel medische beroepsbeoefenaren te vervangen of hun aantal uit te breiden. In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder medische beroepsbeoefenaren: geneeskundigen, tandheelkundigen, apothekers, vroedvrouwen, logopedisten, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, oefentherapeuten, podotherapeuten, psychotherapeuten, diëtisten en psychologen.
4.3.
De Landsverordening regelende de uitoefening van de geneeskunde (hierna: de LUG) strekt ertoe de kwaliteit van de in Sint Maarten aangeboden geneeskundige zorg te garanderen door het stellen van bevoegdheidseisen en grenzen aan het gebruik van de artsentitel.
Ingevolge artikel 1 lid 1 van de LUG is uitoefening van de geneeskunde, waaronder wordt verstaan het verlenen van genees- heel-, verlos- of tandheelkundige raad of bijstand als beroep, alleen geoorloofd aan degenen die de bevoegdheid daartoe volgens artikel 2 bezitten. In lid 2 van dit artikel wordt onder het verlenen van raad of bijstand in het vorige lid bedoeld, begrepen het als beroep onderzoeken van een orgaan of een deel van het menselijk lichaam, welk orgaan of welk deel in zijn werking tekort schiet of een ander gebrek vertoont, zomede het als beroep aanraden van een middel om aan een zodanig tekort of gebrek tegemoet te komen.
In artikel 2 van de LUG is bepaald dat tot de uitoefening van de geneeskunde in haar volle omvang bevoegd zijn: a. zij, die de hoedanigheid van arts op de wijze als bedoeld in de wet van 25 december 1878 (Stbl. 222) of de regeling, welke ter vervanging van deze wet mocht worden gesteld, hebben verkregen; b. zij, die aan een van de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan te wijzen buitenlandse universiteiten of hogescholen, een graad of diploma als geneeskundige hebben verworven en tot uitoefening van de geneeskunde in haar volle omvang in het betrokken land bevoegd zijn. Zodanige aanwijzing geschiedt niet dan nadat een bij landsbesluit te benoemen commissie, bestaande uit het Hoofd van de Inspectiedienst Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid, hierna te noemen: de Inspecteur-Generaal, als voorzitter en vier leden, die allen de hoedanigheid van arts dienen te bezitten, gehoord is omtrent de vraag of de betrokken opleiding ter verkrijging van de bedoelde graad of diploma gelijkwaardig mag worden geacht te zijn aan die welke in het Academisch Statuut (Stbl. 1921, no. 800) of de regeling welke ter vervanging van dit Besluit mocht worden gesteld, wordt verlangd ter verkrijging van de hoedanigheid van arts.
In artikel 5 van de LUG is onder meer bepaald dat, alvorens de praktijk uit te oefenen, de geneeskundigen hun bewijs van bevoegdheid doen viseren door de Inspecteur-Generaal, en leggen zij in handen van de Gouverneur de eed (belofte) af.
Artikel 6 van de LUG bepaalt dat alleen de geneeskundige binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in het openbaar mag aankondigen, dat hij de geneeskunde uitoefent, en een titel voeren, die hem aan het publiek als zodanig aanwijst.
4.4.
Ingevolge artikel 2 van de Landsverordening houdende regels inzake de Inspectie voor de Volksgezondheid (hierna: de LIV) heeft de Inspectie voor de Volksgezondheid tot taak: a. het toezicht op de volksgezondheid; en b. het toezicht op de naleving van de wettelijke regelingen op het gebied van de volksgezondheid waaronder begrepen de gezondheidszorg, de geneesmiddelenvoorziening, psychotrope stoffen en verdovende middelen, bestrijdingsmiddelen, milieu aangelegenheden en waren, waaronder eet- en drinkwaren.
Ingevolge artikel 14 van de LIV is de Inspectie bevoegd tot het geven van aanwijzingen ten einde de naleving van de wettelijke voorschriften op het gebied waarvan aan de Inspectie toezichthoudende bevoegdheden zijn toegekend te garanderen.
Overwegingen
4.5.
Niet in geschil is dat (eiser) geen medische beroepsbeoefenaar is in de zin van de Tijdelijke Landsverordening. Volgens verweerder presenteert (eiser) zich echter wel als zodanig.
4.6.
Uit de overgelegde advertenties blijkt dat (eiser) zich presenteert als “(eiser) ”, waar men als “patient” terecht kan voor onder andere “Natural Medical Treatments”, “consultation”, “recommendations” en een “2nd Opinion”, waarbij (eiser) blijkens de foto een witte doktersjas draagt en een stethoscoop om zijn nek heeft hangen.
4.7.
Op basis van deze advertenties heeft verweerder op goede gronden mogen oordelen dat (eiser) de indruk wekt dat hij een arts is en als zodanig de geneeskunde uitoefent. En het beroepsmatig uitoefenen van de geneeskunde is ingevolge de LUG alleen geoorloofd indien aan de wettelijk vastgelegde bevoegdheidseisen wordt voldaan. Niet in geschil is dat daaraan niet is voldaan.
Verder heeft verweerder op basis van de advertenties op goede gronden mogen oordelen dat (eiser) het voornemen had diensten aan te bieden, zoals het verrichten van medisch onderzoek, het stellen van een diagnose en het adviseren over behandeling, die vallen onder de reikwijdte van de geneeskunde althans een of meerdere van de andere in de Tijdelijke Landsverordening gereguleerde medische beroepen. Het zonder ontheffing uitoefenen van die beroepen, is niet toegestaan. (eiser) beschikt niet over een ontheffing. Daarbij maakt het niet uit dat (eiser) zelf een andere benaming gebruikt ter aanduiding van zijn beroep. Het gaat om wat hij daadwerkelijk doet, althans voornemens is te gaan doen.
4.8.
Gezien de taak en bevoegdheid van verweerder lag het dus ook op de weg van verweerder om de in de bestreden beschikkingen opgelegde instructies te geven. Ook aan ND, nu niet in geschil is dat de advertenties ND’s instemming genieten.
4.9.
De bestreden beschikkingen zijn deugdelijk gemotiveerd. Het verwijt van eisers dat in de beschikkingen niet is gemotiveerd waarom chiropractie onder de reikwijdte van de Tijdelijke landsverordening valt, treft geen doel. Immers, daarvan is geen sprake. Het is ook niet het gebruik van de benaming chiropractie, die misleidend is, maar het aanbieden van geneeskundige diensten en het gebruik van de dokterstitel. De brief van 12 juli 2018 is daar redelijk helder over. Dat die brief bij eisers een andere indruk heeft gewekt, kan thans bezwaarlijk aan verweerder worden tegengeworpen. Tot slot is bij een instructie om wetgeving na te leven geen belangenafweging vereist, zodat geen sprake kan zijn van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel.
Het beroep van eisers tegen de aan hen gerichte bestreden beschikkingen is dan ook ongegrond.
4.10. (
eiser) heeft ook beroep ingesteld tegen de beschikking gericht aan ND. Nu daartoe geen voldoende gemotiveerde gronden zijn gesteld, zal (eiser) wegens het ontbreken van belang in dit beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
4.11.
ND heeft op haar beurt beroep ingesteld tegen de beschikking gericht aan (eiser). Zij stelt daartoe dat, zolang de instructie van (eiser) van toepassing blijft, (eiser) zijn diensten niet in de winkel van ND kan aanbieden, waardoor ND beoogde klandizie zal mislopen.
Naar het oordeel van het Gerecht is allereerst niet gesteld noch gebleken dat het mogelijk mislopen van klandizie gevolgen van enige betekenis zal hebben. Bovendien is het gestelde belang een van (eiser) afgeleid belang en dat maakt ND nog geen rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 7 LAR. Dat brengt mee dat ND wegens het ontbreken van belang in dit beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
5.
De beslissing
Het Gerecht:
in het beroep van (eiser)  jegens de beschikking waarbij aan hem de bedoelde aanwijzing is opgelegd:
verklaart het beroep ongegrond;
in het beroep van ND jegens de beschikking waarbij aan haar de bedoelde aanwijzing is opgelegd:
verklaart het beroep ongegrond;
in het beroep van (eiser) jegens de beschikking waarbij aan ND de bedoelde aanwijzing is opgelegd:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
in het beroep van ND jegens de beschikking waarbij aan (eiser)  de bedoelde aanwijzing is opgelegd:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.P.M. van der Burgt, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 29 juli 2019.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak.