ECLI:NL:RBSHE:2012:BX3688
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 27 juli 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend op 3 mei 2012. Het verzoek is gedaan door een samenwonend stel zonder gemeenschap van goederen. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek op grond van artikel 285 lid 1 sub f van de Faillissementswet (Fw). De rechtbank merkte op dat in het verzoekschrift of de bijlagen een met redenen omklede verklaring moet worden opgenomen waaruit blijkt dat er geen reële mogelijkheid bestaat om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen. In dit geval volstond de kredietbank met de mededeling dat het minnelijke traject niet was gestart, zonder verdere motivering.
De rechtbank stelde vast dat verzoekster zelf aangaf niet in een problematische schuldenpositie te verkeren, maar dat haar beschermingsbewindvoerder had geadviseerd om een schuldsaneringsregeling aan te vragen vanwege de gezamenlijke huishouding met een partner met problematische schulden. De rechtbank vond het onduidelijk waarom verzoekster gebaat zou zijn bij een dergelijk verzoek, gezien het feit dat er geen gemeenschap van goederen was.
De rechtbank concludeerde dat er voorafgaand aan het verzoek geen deugdelijke poging was ondernomen om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen. Verzoekster diende eerst de mogelijkheid van een minnelijk traject te onderzoeken voordat zij gebruik kon maken van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Daarom verklaarde de rechtbank verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek, zoals vastgelegd in de beschikking.