ECLI:NL:OGEAM:2019:130
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-nakoming van een onherroepelijke uitspraak en de mogelijkheid tot zelfvoorziening door het Gerecht
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in ambtenarenzaken van Sint Maarten, gaat het om de niet-nakoming van een onherroepelijke uitspraak van 21 januari 2019. Klaagster, vertegenwoordigd door mr. M.N. Hoeve, had bezwaar aangetekend tegen de benoeming in de functie van gevangenbewaarder en de vaststelling van haar rechtspositie. Het Gerecht had in de eerdere uitspraak verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen, maar verweerder heeft hieraan geen gevolg gegeven. Klaagster heeft vervolgens het Gerecht verzocht om verweerder op te dragen het bezwaar gegrond te verklaren en een Landsbesluit te verstrekken, op straffe van een dwangsom.
Tijdens de zitting op 7 november 2019 werd duidelijk dat verweerder nog steeds geen nieuw besluit had genomen, maar wel om een kans vroeg om alsnog te beslissen. Het Gerecht oordeelde dat verweerder nog een kans moest krijgen om te beslissen, maar legde wel een dwangsom op van maximaal US$ 25.000,00. Het Gerecht verklaarde het bezwaar gegrond en de weigering om gevolg te geven aan de eerdere uitspraak nietig. Verweerder werd opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak te beslissen op het verzoek van klaagster. Indien verweerder niet tijdig beslist, verbeurt hij een dwangsom van US$ 1.000,00 per dag, tot een maximum van US$ 25.000,00. Daarnaast werd het Land Sint Maarten veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan klaagster ter hoogte van NAf 1.400,--.