ECLI:NL:OGEAM:2022:88
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van ontslag als lid van het Centraal College voor de Reclassering
In deze zaak heeft verzoeker, die op 1 december 2019 is benoemd tot lid van het Centraal College voor de Reclassering (CCR), een verzoek ingediend tot schorsing van de beschikking van de Minister van Justitie van Sint Maarten, waarin hij op 24 februari 2022 werd ontslagen als lid van het CCR. Verzoeker stelt dat het ontslag onrechtmatig is en onvoldoende gemotiveerd. Hij betwist de stelling van de Minister dat de persoonlijke werk- en vertrouwensrelatie tussen hem en het Ministerie van Justitie verstoord is, en dat dit een gegronde reden voor ontslag oplevert. Verzoeker heeft op 4 april 2022 een verzoekschrift ingediend en de mondelinge behandeling vond plaats op 26 april 2022. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de bestreden beschikking onvoldoende gemotiveerd is en dat verzoeker met voldoende zekerheid in beroep in het gelijk zal worden gesteld. Het Gerecht heeft daarom besloten de bestreden beschikking te schorsen totdat op het beroep is beslist. Tevens is de Minister in de proceskosten veroordeeld, die tot op heden zijn begroot op nihil. De uitspraak is gedaan door mr. P.P.M. van der Burgt en uitgesproken in het openbaar op 11 mei 2022.