mw. mr. M.C. Bruning

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onterecht Wajong-uitkering weigerde. Er was sprake van toegenomen beperkingen binnen vijf jaar na intrekking. Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

De Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van het Gerecht en vernietigt de wijzigingsbeschikking van de regering, die in strijd met de procesorde handelde. De regering moet opnieuw beslissen op het verzoek van [geïntimeerde].

Hoger beroep van [appellante] tegen onbevoegdverklaringen van het Gerecht inzake medische keuring. Procesbelang vervalt na pensioengerechtigde leeftijd. Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om aanvullende schadevergoeding af in hoger beroep tegen het Uwv, omdat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten voor psychologische behandeling verband houden met het niet opleggen van een loonsanctie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding wegens gebrek aan causaal verband met onrechtmatig besluit van Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een tweede ZW-uitkering aan een (ex-)werknemer, omdat hij zijn werkzaamheden bij [werkgever B.V.] nooit heeft verricht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een ZW-uitkering toe te kennen, oordeelt dat er geen nieuwe feiten zijn en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ex-werkneemster verzekerd was onder ZW en Wet WIA; werkgever betwistte privaatrechtelijke dienstbetrekking.

De Raad bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van het besluit om appellante geen WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht ziekengeld heeft geweigerd aan betrokkene per 2 maart 2020, omdat er geen sprake was van een beëindigde dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat schadevergoeding van € 500,- per maand als vermogen moet worden gekwalificeerd en niet als inkomen. College moet opnieuw beslissen op bezwaren van appellant.

Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid en de WAO-uitkering, waarbij de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigt.

De Centrale Raad van Beroep kent een IVA-uitkering toe aan een werkneemster die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, na vernietiging van het besluit van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing opleidingsbudget door Uwv; aanvraag niet noodzakelijk voor arbeidsinschakeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de bijstand van appellant wegens gezamenlijke huishouding met Y, die niet aan het college is gemeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van bijstand wegens kostendelersnorm en huisbezoek. Appellanten krijgen geen proceskostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van bijstand wegens gezamenlijke huishouding. Appellante heeft niet aangetoond recht op bijstand als alleenstaande.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de werkgever als eigenrisicodrager verantwoordelijk is voor de betaling van de ZW-uitkering aan de werknemer, ondanks eerdere rechtszaken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de laattijdige aanvraag om een Wajong-uitkering door het Uwv, omdat de mate van beperkingen niet kan worden vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie aan werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen voor zieke werknemer.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet verzekerd was voor werknemersverzekeringen, omdat er geen gezagsverhouding bestond met haar zonen. De intrekking van uitkeringen blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van te veel ontvangen WAO-uitkering na uitbetaling vakantiedagen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 47,37% is vastgesteld na bedrijfsongeval, en vernietigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van toeslag door Uwv wegens inkomsten uit huishoudelijke werkzaamheden en schending van de inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep rectificeert op 4 april 2023 een eerdere uitspraak over griffierrecht, waarbij het bedrag wordt aangepast naar € 532,-.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking en terugvordering van bijstand, oordeelt dat college niet aan bewijslast voldeed.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de kostendelersnorm niet van toepassing is op appellant, omdat hij een zakelijke relatie had met zijn medebewoners. De eerdere uitspraak en het besluit van het college worden vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van de kostendelersnorm bij bijstandsverlening aan appellante, die geen schriftelijke huurovereenkomst kon overleggen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van de kostendelersnorm, maar oordeelt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de prijs voor kost en inwoning niet commercieel was. Het college wordt veroordeeld in de kosten van appellant tot € 3.348,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ZW-uitkering van appellante terecht is beëindigd; appellante is geschikt voor eigen werk als beveiliger.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medische geschiktheid van functies voor appellante is voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant kan in de toekomst arbeidsvermogen ontwikkelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; appellante niet volledig arbeidsongeschikt bevonden na herbeoordeling.

Herziening en terugvordering van bijstand op basis van kostendelersnorm; appellanten betogen dat dochter onderwijs volgt, maar Raad oordeelt dat inschrijving alleen niet voldoende is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank Overijssel; college heeft onrechtmatig bankafschriften opgevraagd, wat leidt tot vernietiging van herziening en terugvordering van bijstand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellante kan niet aantonen arbeidsongeschiktheid op zeventien- en achttienjarige leeftijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant beschikt over arbeidsvermogen na zorgvuldig onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

Appellante verliest hoger beroep over herziening en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellant, oordeelt dat college correct uitvoering heeft gegeven aan eerdere uitspraak.

De intrekking van de WAO-uitkering van appellante is onterecht per 3 februari 2008, maar de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering is terecht. De Raad heeft het Uwv opgedragen opnieuw te beslissen op de bezwaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging voorschot en weigering WIA-uitkering wegens onvoldoende medewerking aan onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht heeft op een eerdere ingangsdatum van de WAO-uitkering. Er is geen sprake van een bijzonder geval.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat de terugvordering van WAO-uitkering is verjaard, omdat het Uwv niet aan zijn bewijslast voldeed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag bijstand Bbz 2004; bedrijf appellant niet levensvatbaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging en intrekking van bijstand wegens schending van inlichtingenverplichting en gerechtvaardigde inbreuk op privacy door onderzoek op Facebook.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv een maatregel van 50% op de uitkering mocht opleggen aan appellante, die een benadelingshandeling heeft gepleegd, maar niet in overwegende mate verwijtbaar is.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing bevordering naar hoofdcommies. Raad bevestigt eerdere uitspraak, appellante slaagt niet in bewijsvoering.

Appellante verzocht om bevordering naar hoofdcommies, maar slaagde er niet in te bewijzen dat zij de functie van 1e inspectiefunctionaris volledig uitoefent. De Raad bevestigt de afwijzing van haar verzoek.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen de ongegrondverklaring van een verzoek om bevordering. De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht en verklaart het hoger beroep ongegrond.

De Raad bevestigt de afwijzing van het verzoek om bevordering van appellante, o.a. op basis van het ontbreken van feitelijke grondslag voor haar argumenten.

Hoger beroep van ambtenaar tegen afwijzing bevordering naar hoofdtechnicus 1ste klasse; afwijzing op basis van functiewaardering bevestigd.

Appellante is eervol ontslagen wegens willekeurig verbreken van haar dienstverband. De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht, dat het bezwaar gegrond verklaarde maar de nietigheid van de bestreden beschikking voor gedekt verklaarde.

De Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van de Gouverneur van Aruba niet-ontvankelijk in een geschil over een waarnemingstoelage, en wijst de proceskosten toe aan de Gouverneur.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht dat een schriftelijke berisping een passende straf is voor plichtsverzuim van de ambtenaar.

De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en verklaart het bezwaar van de betrokkene ongegrond, omdat de Gouverneur inmiddels een beschikking heeft genomen.

De Raad bevestigt de bevordering van de appellant naar de rang van hoofdagent per 1 november 2018, omdat hij pas op dat moment aan alle vereisten voldeed.

De Raad bevestigt de bevordering van appellante naar hoofdagent per 1 oktober 2018, omdat zij pas vanaf die datum aan alle vereisten voldeed.

De Raad bevestigt de bevordering van de appellant naar hoofdagent per 1 oktober 2018, omdat hij pas op dat moment aan alle vereisten voldeed.

De Raad bevestigt de bevordering van de appellant naar hoofdagent per 1 november 2018, oordelend dat hij pas bevorderd kan worden als hij aan alle vereisten voldoet, waaronder het bekleden van de functie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat raadslidvergoeding als inkomen uit arbeid geldt en in mindering kan worden gebracht op WAO-uitkering. Geen strijd met VN-Gehandicaptenverdrag.

De Raad bevestigt de vernietiging van de ontheffing van de directeur van het CBS wegens onzorgvuldige procedure en gebrek aan motivering.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba over bevordering van een ambtenaar in het gevangeniswezen. De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht dat de vertraging in opleiding geen bijzondere omstandigheid is voor eerdere bevordering.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing verzoek bevordering adjunct-commies 1ste klasse door de Gouverneur van Aruba. De Raad bevestigt de afwijzing en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing bevorderingsverzoek door de Gouverneur van Aruba. De Raad bevestigt de afwijzing en oordeelt dat functiewaarderingsbesluiten niet door de ambtenarenrechter kunnen worden beoordeeld.

Hoger beroep over bevordering van ambtenaar bij langdurige arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelt dat de anciënniteitseis niet correct is toegepast en vernietigt de eerdere uitspraak.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen de vernietiging van een disciplinaire straf aan een ambtenaar wegens plichtsverzuim. De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht en oordeelt dat de straf niet evenredig is aan het plichtsverzuim.

Hoger beroep over bevordering van ambtenaar en anciënniteitseisen bij arbeidsongeschiktheid. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en verklaart het bezwaar van appellante gegrond.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba over functiewaardering hoofd CBOS. De Raad oordeelt dat de niet-ontvankelijkverklaring door het Gerecht onterecht was en bevestigt de waardering op schaal 13.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen disciplinaire straf aan douaneambtenaar. Raad bevestigt uitspraak Gerecht dat straf niet evenredig is aan plichtsverzuim.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken, waarbij een disciplinaire straf werd vervangen door een schriftelijke berisping. De Raad vernietigt de uitspraak en de bestreden beschikking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op WIA-uitkering. Medisch onderzoek door Uwv wordt als zorgvuldig beoordeeld.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht dat een ambtenaar terecht is ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim, ondanks het hoger beroep dat werd ingesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank over beëindiging ziekengeld met terugwerkende kracht, oordeelt dat dit in strijd is met rechtszekerheid.

De Raad bevestigt de bevordering van een ambtenaar naar de rang van commies 1ste klasse per 1 november 2017, waarbij de eisen van geschiktheid en bekwaamheid centraal staan.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen uitblijven beslissing op verzoek om bevordering naar schaal 6. Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken, waarbij het ontslag van een politieambtenaar wegens plichtsverzuim wordt bevestigd.

Hoger beroep van de Minister van Onderwijs tegen onvoorwaardelijk ontslag wegens ernstig plichtsverzuim. De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht en oordeelt dat de straf proportioneel is.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, waarbij het hoger beroep van de Gouverneur van Aruba ongegrond werd verklaard. Er was geen schending van het bevorderingsbeleid.

Hoger beroep van politieambtenaren inzake overwerkvergoeding; Raad bevestigt dat inspecteurs geen recht hebben op overwerkvergoeding.

De Raad bevestigt het onvoorwaardelijk ontslag van een politieambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim, waaronder het wegnemen van goederen en alcoholgebruik tijdens dienst.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken, waarbij de straf van voorwaardelijk ontslag wordt gehandhaafd wegens ernstig plichtsverzuim, maar onvoorwaardelijk ontslag niet evenredig is.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; appellant heeft geen belang meer bij de hervatting van werkzaamheden bij de CEA.

Hoger beroep over de afwijzing van uitbetaling niet genoten ATV-dagen. De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht en oordeelt dat de ATV-regeling niet onredelijk is.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht dat het verzoek van appellante om bevordering naar hoofdklerk ongegrond is, gezien haar langdurige arbeidsongeschiktheid.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba over de bevordering van een ambtenaar. De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar. De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht, omdat de appellant de benodigde beschikking niet tijdig heeft overgelegd.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken, waarbij het verzoek van de Gouverneur van Aruba om bevordering naar de rang van referendaris is afgewezen. Appellant heeft niet aangetoond dat hij de functie van invorderingsmedewerker 3 volledig vervult.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken gronden in beroepschrift. Appellant heeft geen gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om dit te herstellen.

De Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift en het niet indienen van een aanvullend beroepschrift.

Hoger beroep van ambtenaar tegen afwijzing bevordering op basis van negatieve beoordeling. Hoger beroep niet slaagt, aangevallen uitspraak bevestigd.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba over afwijzing bevordering naar schaal 9. Vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel afgewezen. Hoger beroep niet geslaagd.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken, waarbij het verzoek van de Gouverneur van Aruba om bevordering van de appellante werd afgewezen. De Raad oordeelt dat appellante niet voldoet aan de vereisten voor de functie van invorderingsmedewerker 3.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht dat de appellante niet voldoet aan de eisen voor de functie van invorderingsmedewerker 3 en dat haar verzoek om bevordering ongegrond is.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht dat de appellante niet voldoet aan de eisen voor de functie van invorderingsmedewerker 3 en dat haar hoger beroep niet slaagt.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht dat de appellante niet voldoet aan de eisen voor invorderingsmedewerker 3 en dat haar verzoek om bevordering ongegrond is.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht dat de appellante niet voldoet aan de eisen voor de functie van invorderingsmedewerker 3 en dat haar verzoek om bevordering ongegrond is.

De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht dat de appellante niet voldoet aan de eisen voor de functie van invorderingsmedewerker 3 en dat haar hoger beroep niet slaagt.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba over afwijzing bevordering ambtenaar. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en verklaart het beroep ongegrond.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba over afwijzing bevordering naar schaal 10 op basis van gelijkheidsbeginsel. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en wijst het beroep af.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen afwijzing bevordering wegens non-activiteit. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak dat appellante niet voldeed aan bevorderingseisen.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba over afwijzing gratificatie. De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht, oordelend dat de afwijzing terecht was en het beroep op gelijkheid niet slaagt.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken over de bevordering van de geïntimeerde. Hoger beroep slaagt, aangevallen uitspraak vernietigd, bezwaar ongegrond verklaard.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba over herinschaling en bevordering van een ambtenaar. De Raad oordeelt dat de herinschaling en bevordering onjuist zijn vastgesteld en vernietigt de eerdere uitspraak.

De Raad vernietigt de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba en verklaart het bezwaar van de ambtenaar ongegrond wegens plichtsverzuim.

De Raad bevestigt het strafontslag van een politieambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim, waaronder mishandeling van een vriendin en een collega.

Hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen ontslag wegens medische ongeschiktheid zonder medische beoordeling. Bevestiging van de eerdere uitspraak.

De Raad bevestigt de uitspraak dat de appellant geen ambtenaar is, omdat de rechtsbetrekking in een onherroepelijke beschikking is vastgelegd.

De Raad bevestigt het ontslag van een ambtenaar wegens plichtsverzuim in de zorg voor minderjarigen, waarbij de betrokkenheid van haar broer bij ontucht een centrale rol speelde.

De Centrale Raad van Beroep rectificeert op 12 december 2019 een eerdere uitspraak over proceskosten, waarbij een onjuist bedrag was vastgesteld. De totale kosten worden nu vastgesteld op € 2.505,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen recht heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante op basis van zorgvuldig medisch onderzoek en arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de afwijzing van het recht op ziekengeld voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft uitgevoerd en dat de beperkingen van appellante adequaat zijn vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn af, omdat verzoekster onvoldoende onderbouwing heeft geleverd voor de gevorderde schade.

Hoger beroep over WIA-uitkering en maatgevende functie van psychiater; Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst hoger beroep af.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling van de Wajong-uitkering van appellante, die niet in aanmerking komt voor een urenbeperking.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat haar beperkingen niet zijn onderschat en veroordeelt het Uwv in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen bestreden besluit 1 gegrond, terwijl beroep tegen bestreden besluit 2 ongegrond wordt verklaard. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten van appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant beschikt over arbeidsvermogen en is schoolgaand.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant ten onrechte geen Wajong-uitkering kreeg; hij was al jonggehandicapte per 1 december 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Wajong-uitkering ten onrechte is geweigerd; betrokkene beschikt niet over arbeidsvermogen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor arbeids- en inkomensondersteuning, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen reden is om te twijfelen aan de medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv onjuiste belastbaarheid van appellante heeft aangenomen; nieuw besluit op bezwaar vereist.

Hoger beroep over WGA-loonaanvullingsuitkering; geen recht op uitkering vastgesteld door Uwv; visusklachten niet erkend als beperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing starterskrediet op basis van Wajong; appellant voldoet niet aan vereiste vaardigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant heeft zijn beroepsgrond over FML prijsgegeven en functies zijn medisch geschikt.

Hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering. De Raad vernietigt het besluit van het Uwv wegens onvoldoende motivering en draagt het Uwv op een nieuw besluit te nemen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake arbeidsongeschiktheid af, omdat de aangevoerde feiten niet voldoen aan de voorwaarden voor herziening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant na medisch onderzoek; appellant geschikt voor werk als steksteker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante na zorgvuldige medische beoordeling en toetsing aan arrest Korošec.

Hoger beroep over afwijzing WIA-uitkering na bedrijfsongeval; schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; proceskostenvergoeding van € 4.364,95.

Centrale Raad bevestigt intrekking WGA-loonaanvullingsuitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geen schending van equality of arms vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht na medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering. Medische onderzoeken zijn zorgvuldig en de geschiktheid voor functies is voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering en terugvordering voorschotten, oordeelt dat appellante recht heeft op WIA-uitkering per 19 november 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante in staat is om geselecteerde functies te vervullen na beoordeling van haar medische situatie.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante recht heeft op een WGA-uitkering, en oordeelt dat de Functionele Mogelijkhedenlijst correct is ingevuld zonder verdere urenbeperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; appellant kan geen bewijs leveren voor arbeidsongeschiktheid in de verzekerde periode en beroep op gelijkheidsbeginsel faalt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond. Uwv moet proceskosten van appellante vergoeden tot € 2.505,- en griffierecht van € 170,-. Immateriële schadevergoeding niet toegewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster recht heeft op IVA-uitkering vanaf 25 oktober 2013, vernietigt eerdere besluiten Uwv en constateert motiveringsgebrek.

Hoger beroep tegen 25% korting op WW-uitkering wegens onvoldoende sollicitaties. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ZW-uitkering van appellant ten onrechte is beëindigd en dat bepaalde functies niet geschikt zijn, waardoor het recht op ziekengeld doorloopt.

Hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over ziekengeld. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak en veroordeelt het Uwv in proceskosten van € 2.004,-.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens vervallen procesbelang; appellant behoudt recht op ziekengeld na nieuwe beslissing Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant al op 28 september 2014 niet meer in staat was zijn werk te verrichten, en vernietigt eerdere uitspraken van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de belastbaarheid van appellant met psoriasis en artritis psoriatica in het kader van Wajong-uitkering.

Hoger beroep over WAO-uitkering; geen medische urenbeperking vastgesteld. Geschiktheid functies afdoende gemotiveerd. Proceskostenvergoeding aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek in het kader van de Ziektewet zorgvuldig was en dat appellante in staat is meer dan 65% van haar maatmaninkomen te verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medische beoordeling door Uwv is zorgvuldig en juist.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering en afwijzing WIA-uitkering; medische beoordeling door Uwv is juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om de WAO-uitkering van appellant te herzien, o.a. vanwege onvoldoende bewijs van toegenomen beperkingen.

Hoger beroep over verjaring van ZW-uitkering en toekenning IVA-uitkering. De Raad bevestigt eerdere uitspraken van de rechtbank en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, omdat het besluit niet goed gemotiveerd was.

Hoger beroep tegen weigering WIA-uitkering. Raad bevestigt dat appellant geschikt is voor maatgevende arbeid en dat de uitkering terecht is geweigerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellante niet arbeidsongeschikt bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante; hoger beroep slaagt niet.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant geen recht heeft op een uitkering, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over arbeidsongeschiktheid van appellant; Uwv heeft belastbaarheid niet correct vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek toont geen toename van psychische klachten aan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, na zorgvuldige beoordeling van medische informatie en beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldige beoordeling van haar beperkingen en klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 10 november 2015 geschikt was voor haar werk en geen recht meer had op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen medische oorzaak voor klachten gevonden, geen strijd met art. 6 EVRM.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering omdat appellant meer dan 65% kan verdienen van zijn maatmaninkomen. Medische grondslag voldoende.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over maatmanwisseling en bevestigt dat wachttijd voor WIA-uitkering doorloopt. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; medische beoordeling van belastbaarheid is juist.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene per 28 september 2016 geen recht meer heeft op ziekengeld. Proceskosten van € 1.023,- worden vergoed door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam en wijst het verzoek tot herziening van het besluit inzake arbeidsongeschiktheid af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dat de medische beoordeling voldoende is gemotiveerd.

Hoger beroep over weigering WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Wajong-uitkering van appellante werd terecht geweigerd; aanvraag niet deugdelijk onderbouwd. Schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding redelijke termijn toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en afwijzing integrale kostenvergoeding. Geen aanleiding voor urenbeperking vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de verzekeringsarts de beperkingen correct heeft ingeschat en de functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de no-riskpolis niet heeft verlengd, geen verhoogd gezondheidsrisico aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ZW-uitkering van appellante terecht is beëindigd, waarbij de functie bij werkgever 2 als maatgevende arbeid is aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling door Uwv, omdat hij meer dan 65% van zijn loon kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% kan verdienen van zijn maatmaninkomen. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig.

Hoger beroep over toekenning ZW-uitkering aan werknemer. De Raad bevestigt dat werknemer niet arbeidsongeschikt was op ontslagdatum. Hoger beroep van werkgever slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken; appellante heeft geen recht op WIA-uitkering en ziekengeld. Verzoek om deskundige afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; deskundige oordeelt dat appellant geschikt is voor WIA-functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering. Geen nieuwe medische informatie ingediend. Zorgvuldige beoordeling door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch oordeel Uwv is zorgvuldig en voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor maatgevende arbeid na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering; zorgvuldig onderzoek, geen objectieve afwijkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldige medische beoordeling en FML zijn correct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante geschikt voor functie wikkelaar. Geen schending van equality of arms.

Hoger beroep over beëindiging recht op ziekengeld; appellant betwist arbeidsongeschiktheid en FML-beperkingen; uitspraak bevestigt eerdere beslissing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling door Uwv.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering; appellante geschikt voor eigen werk, geen verlies aan verdiencapaciteit.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; beroep tegen besluit Uwv ongegrond; Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.032,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering wegens niet vervulde wachttijd en oordeelt dat hoorplicht is geschonden, maar appellant niet is benadeeld.

Hoger beroep over WIA-uitkering; schadevergoeding van € 4.500,- wegens overschrijding redelijke termijn. Deskundigen oordelen consistent gevolgd.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 8.126,60, na beoordeling van rapporten van deskundige Trompenaars.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op WGA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante 100% arbeidsongeschikt is per 24 mei 2013, omdat zij niet voldoet aan de diploma-eisen voor de toegewezen functies.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Uwv concludeert dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Rechtbank bevestigt zorgvuldigheid medisch onderzoek. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld, omdat zij geschikt is voor de functie van inpakker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld per 8 mei 2015, omdat zij in staat werd geacht de geduide functies te vervullen.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat de verzekeringsartsen de functionele mogelijkheden van appellant niet hebben overschat en dat de functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen toegenomen arbeidsongeschiktheid vastgesteld na WAO-beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering en beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig onderzoek door Uwv. Geen schending van equality of arms.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op ziekengeld per 18 november 2014, na ongeschiktheid voor zijn arbeid door medische beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid. Geen aanleiding voor meer beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenvergoeding af; appellante vond vergoeding te laag maar onderbouwde dit niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering. Appellant's beroep op oneerlijk proces en medisch onderzoek door verzekeringsarts in opleiding wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen, ondanks beperkte taalvaardigheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid. Medische informatie ondersteunt de conclusie van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant op 31 augustus 2015 geschikt was voor zijn werk als schoonmaker en geen recht had op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld na beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid en medische informatie.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij geschikt is voor de geselecteerde functies en geen nieuwe medische informatie heeft overgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 11 september 2015 geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij in staat was tot het verrichten van eerder voorgehouden functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 13 juli 2015 geschikt is voor haar arbeid en geen recht meer heeft op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ZW-uitkering, omdat hij arbeidsgeschikt is voor andere functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant was op datum in geding geschikt voor arbeid ondanks verslavingsproblematiek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam over het recht op ziekengeld van appellante, oordeelt dat medische beoordelingen zorgvuldig zijn en dat er geen schending van equality of arms is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over proceskostenvergoeding in WIA-zaak; Uwv veroordeeld tot € 1.753,50.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op ziekengeld per 18 april 2015, na vernietiging van eerdere besluiten van het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 3 april 2014 geschikt was voor arbeid en geen recht had op ziekengeld, ondanks zijn psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellant; geen bewijs voor arbeidsongeschiktheid op relevante leeftijden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat psychische klachten na bevalling causaal verband houden met arbeidsongeschiktheid, en wijst hoger beroep van Uwv af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante na zorgvuldige medische beoordeling. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; deskundigenrapport ondersteunt geschiktheid voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant niet adequaat heeft gemotiveerd en draagt het Uwv op om de gebreken te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt is en dat de functies die hij kan vervullen medisch geschikt zijn.

Tussenuitspraak over de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid van werkneemster; Uwv moet besluit herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv een diagnostische opname kon eisen voor de vaststelling van het recht op WIA-uitkering, omdat de appellant niet meewerkte aan het onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering; zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en equality of arms zijn gewaarborgd.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak over WIA-uitkering en griffierecht, waarbij ingangsdatum IVA-uitkering wordt aangepast van 1 oktober naar 9 oktober 2014.

Hoger beroep van appellant tegen beëindiging ziekengeld door Uwv. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medische beoordeling zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding en proceskosten in hoger beroep tegen besluiten van het Uwv, met overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op ziekengeld per 16 januari 2015, omdat de medische beoordeling van het Uwv onvoldoende feitelijke grondslag had. De eerdere uitspraak wordt vernietigd en het Uwv moet ziekengeld en wettelijke rente vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld op grond van de Ziektewet na zorgvuldige medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op WIA-uitkering; verzekeringsgeneeskundig onderzoek was zorgvuldig en beperkingen zijn niet onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, ondanks medische beperkingen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige beoordeling door verzekeringsarts. Hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep over WGA-loonaanvullingsuitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken en oordeelt dat appellante in staat is haar maatgevende arbeid te verrichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld op grond van de ZW, na beoordeling van medische geschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Appellant was per 27 juli 2015 geschikt voor arbeid, ondanks zijn klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na WIA-beoordeling. Zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WAO-uitkering aan appellant, omdat hij niet 52 weken onafgebroken arbeidsongeschikt was. Geen nieuwe feiten aangetoond.

Hoger beroep van appellant tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad oordeelt dat de psychische beperkingen van appellant onjuist zijn vastgesteld en vernietigt de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het verschil in belastbaarheid tussen rechter- en linkerschouder moet inzichtelijk maken en de motivering van functies moet verbeteren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn klachten tot verdere arbeidsbeperkingen leidden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat arbeidsdeskundige overtuigend heeft aangetoond dat geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de geschiktheid van functies voor appellante, die zich ziek meldde na haar zwangerschap.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na hersenbloeding, op basis van overtuigende rapportage van verzekeringsarts.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond; terugvordering van toeslag door Uwv beperkt tot termijnen vanaf 30 september 2009.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van arbeids- en inkomensondersteuning aan appellant op grond van de Wajong 2010, oordelend dat hij in staat is 75% van het minimumloon te verdienen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv ten onrechte geen proceskostenveroordeling heeft uitgesproken na nieuw besluit. Uwv veroordeeld tot vergoeding van kosten en griffierecht aan appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat hij per 2 maart 2015 weer geschikt was voor zijn werk als timmerman.

Herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door appellant die werkzaamheden verrichtte zonder dit te melden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de werknemer sinds 30 augustus 2012 doorlopend arbeidsongeschikt is, en dat de besluiten van het Uwv om hem arbeidsongeschikt te verklaren goed onderbouwd zijn.

Hoger beroep over loondoorbetaling en re-integratie-inspanningen van werkgever onder de Wet WIA. De Raad bevestigt dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de uitsluitingsgrond van volledige arbeidsongeschiktheid bij aanvang van de verzekering van toepassing blijft, waardoor de aanvraag om uitkering op grond van de Wet WIA niet kan leiden tot uitkering.

Hoger beroep over WIA-uitkering en loondoorbetalingsverplichting; besluit van 13 mei 2014 niet adequaat; nieuwe beslissing op bezwaar vereist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen causaal verband bestaat tussen psychische klachten en zwangerschap/bevalling, waardoor appellante geen recht heeft op ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat geen medische onderbouwing voor urenbeperking is aangetoond.

Hoger beroep over recht op WIA-uitkering; appellant heeft geen recht op uitkering vastgesteld door het Uwv; uitspraak bevestigd.

Hoger beroep over het recht op WGA-vervolguitkering. De Centrale Raad bevestigt dat de FML voldoende rekening houdt met beperkingen van appellante en dat de geselecteerde functies medisch passend zijn.

Hoger beroep over recht op WIA-uitkering na arbeidsongeschiktheid. Appellant betwistte de zorgvuldigheid van het Uwv-onderzoek, maar de Raad bevestigde de eerdere uitspraak.

Hoger beroep over loongerelateerde WGA-uitkering; mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 58,60%, later op 73,11%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor functie assemblage medewerker. Medisch onderzoek zorgvuldig uitgevoerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om herziening van de WAO-uitkering, omdat er geen nieuwe medische argumenten zijn die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld op grond van de Ziektewet, omdat hij onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij ongeschikt was voor zijn arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medische grondslag is deugdelijk en geen reden tot twijfel over belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvorderingsbesluit van Uwv; aflossingscapaciteit correct vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering van ZW-uitkering wegens benadelingshandeling en ontslag op staande voet.

Hoger beroep over recht op ziekengeld na ziekte; appellant wordt in staat geacht zijn functie als communicatiemanager te vervullen. Uitspraak op 4 oktober 2017.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt was voor werk als productiemedewerker ondanks rugklachten. Geen schending van hoor en wederhoor. Hoger beroep faalt.

Hoger beroep over recht op ziekengeld; appellante geschikt geacht voor werk als re-integratieconsulente. Uitspraak bevestigt eerdere beslissing van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv de beperkingen van appellante juist heeft vastgesteld en dat er geen aanleiding was voor benoeming van een deskundige. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Appellante's verzoek om herziening van WIA-uitkering afgewezen; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld, omdat de WIA-beoordeling en de geselecteerde functies als maatstaf gelden voor de beoordeling van ongeschiktheid tot werken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld na ZW-beoordeling; geen ongelijke behandeling van 'vangnetters'.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure. Uwv veroordeeld tot vergoeding van kosten en schade aan appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de ongewijzigde vaststelling van de Wajong-uitkering van appellante na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak dat appellante geen recht heeft op uitkering op basis van ZW en WIA. Medisch onderzoek door Uwv niet onzorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor arbeid ondanks slaapaanvallen, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante met ingang van 15 december 2014 geschikt was voor arbeid, ondanks haar klachten. Medisch onderzoek door Uwv wordt als zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering aan appellant, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant geschikt is voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering van appellant na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv. Appellant maakte onvoldoende aannemelijk dat zijn klachten ernstiger waren dan vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die geschikt wordt geacht voor zijn arbeid als betonstaalvlechter/lasser.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; geen spoedeisend belang aangetoond door verzoeker.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar tegen het besluit van het Uwv in stand heeft gelaten, omdat de bezwaartermijn van zes weken van toepassing is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de FML van appellant op 4 januari 2015 zijn beperkingen correct weergeeft en dat hij geen recht heeft op een WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant over de afwijzing van het verzoek van appellante om terug te komen van een besluit inzake ziekengeld.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken, oordeelt dat medische beoordelingen door Uwv zorgvuldig zijn en dat geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ZW-uitkering, ondanks schouder- en psychische klachten. Beoordeling door Uwv en verzekeringsarts wordt onderschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW-uitkering aan appellant, omdat hij op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag niet verzekerd was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 2 januari 2012 geen recht meer heeft op ziekengeld, gebaseerd op deskundigenrapporten en eerdere uitspraken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat niet kan worden vastgesteld of er op haar 17e jaar sprake was van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordeelt dat appellant recht heeft op ziekengeld en veroordeelt het Uwv tot vergoeding van kosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de medische grondslag van de WAO-uitkering van appellant en oordeelt dat hij in staat is de geselecteerde voorbeeldfuncties te vervullen.

Hoger beroep over de afwijzing van een IVA-uitkering voor een werkneemster met sclerodermie. De Raad oordeelt dat de werkneemster volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en herroept het besluit van het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de 100% arbeidsongeschiktheid van de werknemer niet duurzaam is volgens de Wet WIA, ondanks eerdere behandelingen en klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling van medische gegevens en geschiktheid voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld na psychische klachten, op basis van eerdere besluiten van het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op een WIA-uitkering, gezien de medische en arbeidskundige grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag WIA-uitkering; voldoende medische en arbeidskundige grondslag vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank dat de medische beoordeling van de appellant correct was en dat hij in staat is om de geselecteerde functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv bevoegd was aanvraag WAO buiten behandeling te laten wegens gebrek aan aanvullende informatie van appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over proceskosten en schadevergoeding in WIA-zaak. Uwv wordt veroordeeld tot vergoeding van kosten en wettelijke rente, maar verzoek om immateriële schadevergoeding wordt afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant en oordeelt dat het Uwv op goede gronden heeft vastgesteld dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld.

Hoger beroep over het recht op ZW-uitkering. De Raad bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op uitkering, de eerdere uitspraak wordt bekrachtigd.

Beëindiging van de ZW-uitkering van appellant na beoordeling. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken en oordeelt dat appellant medisch geschikt is voor de functies.

Centrale Raad van Beroep vernietigt maatregelen opgelegd aan gewezen werknemer in het kader van de Ziektewet wegens gebrek aan juridische grondslag en onzorgvuldige besluitvorming door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt appellant in proceskosten van € 990,- na intrekking hoger beroep door bestuursorgaan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen. Medische beoordeling door Uwv was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante na beoordeling; geen ernstige psychiatrische stoornis en voldoende taalbeheersing voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant na beoordeling dat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen. Medische geschiktheid van functies is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; Uwv heeft medische geschiktheid voor arbeid voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd dat de functies voor appellant in medisch opzicht geschikt zijn, ondanks zijn gezondheidsklachten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure. De Staat der Nederlanden wordt veroordeeld tot € 500,- schadevergoeding en het Uwv tot € 990,- proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig was en dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering. Proceskosten worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en herstelt ziekengeld voor appellant wegens onvoldoende medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant; voldoende zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv, geen nieuwe medische feiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling dat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid en psychische klachten.

Hoger beroep over recht op ziekengeld; Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat Uwv op goede gronden heeft beslist dat appellante geen recht heeft op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na eerstejaars ZW-beoordeling; functies zijn medisch geschikt bevonden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat de functies medisch geschikt zijn en het hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering op basis van medische beoordeling; appellant kan functies vervullen ondanks rugklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van een eerder besluit inzake ziekengeld en WIA-uitkering, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, ondanks zijn beroep op medicatiegebruik en rugklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij op de datum in geding niet meer verzekerd was onder de ZW.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroepschrift inzake ziekengeld. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor tijdige indiening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring van beroep wegens overschrijding van de termijn voor indienen van beroep. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij niet arbeidsongeschikt is voor haar maatgevende arbeid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het bezwaar van appellante tegen een besluit van het Uwv niet-ontvankelijk is verklaard wegens termijnoverschrijding. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht in WIA-zaak. Uitspraak van rechtbank vernietigd en beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over ziekengeld na EZWb en verwijst zaak terug naar rechtbank voor medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ziekengeld aan betrokkene na bevalling, o.b.v. onvoldoende medische gegevens.

Hoger beroep tegen de weigering van een ZW-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat appellant geschikt is voor zijn arbeid en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld na EZWb, omdat hij in staat is om gangbare arbeid te verrichten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen recht heeft op ziekengeld na EZWb; eerdere uitspraak van rechtbank vernietigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over maatmanwisseling; betrokkene heeft geen opleiding van voldoende duur of zwaarte gevolgd voor nieuwe bekwaamheden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante in staat is om te werken, ondanks haar psychische klachten, en dat haar ziekteverzuimrisico niet zo hoog is dat een werkgever haar niet kan tewerkstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WIA-uitkering van appellant, oordeelt dat vermoeidheid serieus wordt genomen, maar niet volledig aan ziekte of gebrek kan worden toegeschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij geschikt is voor haar werk als decodeerder, ondanks medische klachten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van het Uwv over loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. Het hoger beroep van appellante slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op WGA-loonaanvullingsuitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Medisch onderzoek was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op Ziektewet-uitkering na auto-ongeval; overtuigende medische beoordeling door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld, omdat zij geschikt is voor andere functies ondanks haar klachten.

Hoger beroep over afwijzing WIA-uitkering. De Raad bevestigt dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en dat de beperkingen van appellant correct zijn vastgesteld.

Hoger beroep over recht op ziekengeld na beëindiging dienstverband. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen recht meer op ziekengeld vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang in Ziektewet-zaak.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening van arbeidsongeschiktheidsuitkering af; geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Amsterdam; geen hoger beroep mogelijk volgens Awb.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep werkneemster niet-ontvankelijk, herroept besluit en kent IVA-uitkering toe vanaf 13 februari 2014.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige beoordeling van medische rapportages en arbeidsdeskundige oordelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ZW-uitkering terecht is geweigerd; appellant kan meer dan 65% van zijn maatmaninkomen verdienen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring van de rechtbank en oordeelt dat appellante procesbelang heeft bij de toetsing van de no-riskpolis in de Ziektewet.

Beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank, geen deskundige benoemd.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet ongeschikt was voor haar werk als gevolg van zwangerschap en/of bevalling. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, maar erkent dat er een kans is dat eerdere uitspraken niet in stand blijven. Medische beoordeling door verzekeringsarts heeft niet plaatsgevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld na medische beoordeling door het Uwv op 4 januari 2017.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; voldoende zorgvuldig medisch onderzoek door verzekeringsarts.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering; appellante geschikt voor WIA-functies; geen twijfel aan oordeel verzekeringsarts.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht had op ZW-uitkering, medische beoordeling door Uwv is juist.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat wijziging arbeidsongeschiktheidspercentage geen wijziging in rechtspositie betrokkene meebrengt. Bestreden besluit niet deugdelijk gemotiveerd; rechtsgevolgen in stand gelaten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer had op ziekengeld, omdat zij niet ongeschikt was voor haar arbeid als zorgbemiddelaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op Ziektewetuitkering, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet geschikt was voor haar werk als klantenservice medewerker en herroept het besluit van de werkgever.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werknemer recht had op ziekengeld en dat Uwv terecht vaststelde dat hij minder dan 65% van zijn loon kon verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ZW-uitkering na 13 november 2014, omdat haar ongeschiktheid niet langer het gevolg was van zwangerschap of bevalling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat deskundigenonderzoek zorgvuldig was en dat geen nieuwe beperkingen zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer had op ZW-uitkering op 16 december 2013, omdat hij geschikt werd geacht voor zijn arbeid en de ex-werkgever niet als belanghebbende kon worden aangemerkt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die medisch gezien in staat werd geacht zijn arbeid te hervatten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant na medische beoordeling; geen nieuwe informatie overgelegd.

Hoger beroep van werkgever tegen beëindiging ZW-uitkering van werkneemster. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat Uwv voldoende zorgvuldigheid heeft betracht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het recht op ziekengeld van appellant per 16 februari 2015, na beoordeling door de verzekeringsarts.

Hoger beroep van een tandartsassistente tegen afwijzing WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en beperkingen correct zijn vastgesteld.

Hoger beroep van appellant tegen beëindiging Ziektewet-uitkering. Geen nieuwe medische informatie die aanleiding geeft tot ander oordeel. Beoordeling belastbaarheid door Uwv voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medisch onderzoek is zorgvuldig uitgevoerd.

Hoger beroep over recht op ziekengeld; appellante heeft geen recht meer op ziekengeld per 21 maart 2014, ondanks psychische en lichamelijke klachten.

Hoger beroep over recht op ziekengeld; Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige medische beoordeling.

Hoger beroep over intrekking ZW-uitkering wegens geschiktheid voor eigen werk. Beoordeling medische rapporten bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 14 april 2014 geen recht meer heeft op ziekengeld, ondanks psychische klachten. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld in WAO-zaak. Uwv veroordeeld in proceskosten van appellant tot € 1.488,-; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die als operator werkte, en oordeelt dat hij geschikt is voor zijn functie.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellante tegen het Uwv, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, ondanks betwisting van functiebeoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Medische stukken bieden geen aanleiding tot twijfel over de FML.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond wegens onterecht ontvangen uitkeringen en weigering ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt het recht op loongerelateerde WGA-uitkering en oordeelt dat er een kans op verbetering van de belastbaarheid is, ondanks eerdere sombere prognoses van de behandelend neuroloog.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af; geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat het Uwv de belastbaarheid niet heeft overschat en dat er geen aanleiding is voor een urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek door verzekeringsarts was zorgvuldig.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht. Uitspraak op 26 oktober 2016 door M.C. Bruning.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening van ZW-uitkering en toeslag na ontdekking hennepkwekerij. Appellant had inkomsten die niet gemeld waren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WAZO-uitkeringen wegens gefingeerd dienstverband.

Hoger beroep over intrekking WIA-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de medische belastbaarheid van appellant overtuigend is gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante terecht niet in aanmerking komt voor ZW-uitkering na zorgvuldig onderzoek naar haar medische klachten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, o.a. vanwege zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering aan appellante, o.a. op basis van geschiktheid voor arbeid en voldoende medische onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de WGA-uitkering van appellant, waarbij de medische beoordeling door het Uwv als zorgvuldig wordt beschouwd.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat de arbeidsongeschiktheid onder de 35% ligt en de functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte een ZW-uitkering aan appellante heeft geweigerd, omdat er wel degelijk sprake was van een afzonderlijke dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel en verklaart het hoger beroep ongegrond, omdat appellante geen verschoonbare redenen heeft aangevoerd voor de termijnoverschrijding van haar bezwaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen na medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek door verzekeringsartsen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen. Medisch onderzoek niet onzorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat appellante geschikt was voor bepaalde functies, ondanks haar rugklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning ZW-uitkering aan werknemer na ontslag. Werkgever had ziekmelding niet geaccepteerd, maar geen medische onderbouwing voor ongeldig verklaring. Hoger beroep van werkgever slaagt niet.

Hoger beroep over intrekking ZW-uitkering wegens verdiencapaciteit. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WAO-uitkering aan appellant, geen nieuwe feiten of omstandigheden voor herbeoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant is in staat om arbeid te verrichten ondanks lichte verstandelijke beperking en psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ZW-uitkering omdat hij recht had op doorbetaling van loon na ziekmelding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant met medische klachten meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking toeslag wegens gezamenlijke huishouding en inkomen. Appellant kan niet aantonen dat hij als alleenstaande moet worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant, oordeelt dat hoorplicht is hersteld en dat appellant geschikt is voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante per 20 september 2012 niet geschikt was voor haar maatgevende arbeid als inpakker, vernietigt het besluit van het Uwv en herroept eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ZW-uitkering; geen uitzendbeding aanwezig, arbeidsovereenkomst blijft van kracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de schorsing en beëindiging van de ZW-uitkering van de appellant wegens het niet voldoen aan sollicitatieverplichtingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 26 november 2013 geschikt was voor eigen arbeid en geen recht meer had op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat medisch en arbeidskundig onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering wegens niet-naleving re-integratieverplichtingen door appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die geschikt werd bevonden voor zijn werkzaamheden als coffeeshopmedewerker.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen. De medische beoordeling en geselecteerde functies zijn in overeenstemming met zijn belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, gebaseerd op onvoldoende arbeidsongeschiktheid en medische grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een ZW-uitkering aan appellant, o.b.v. medische beoordeling en eerdere arbeidssituatie.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing herzieningsverzoek Ziektewetuitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de medische informatie niet voldoende is om de hersteldverklaring te betwisten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat de medische beoordeling zorgvuldig was en de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en juiste vaststelling van beperkingen in FML.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld, na zorgvuldig onderzoek door verzekeringsartsen. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt onderschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet arbeidsongeschikt is, ondanks klachten, wegens onvoldoende medische onderbouwing.

Hoger beroep over recht op ziekengeld na beëindiging dienstverband. Appellant is hersteld verklaard, maar het Uwv ontzegde hem ziekengeld. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de belastbaarheid van appellante juist heeft vastgesteld en dat er geen reden is voor een deskundigenonderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die herziening van eerdere besluiten rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering. Geen twijfel aan de bevindingen van de verzekeringsartsen van het Uwv. Geschiktheid voor geselecteerde functies vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de nabestaandenuitkering van appellante per 1 april 2014, op basis van een zorgvuldig medisch onderzoek en voldoende arbeidskundige grondslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ANW-uitkering van appellante, oordelend dat het medische oordeel van de verzekeringsartsen zorgvuldig was en dat appellante in staat was om de geduide functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 10 maart 2013 geen recht had op ziekengeld, omdat haar medische situatie niet substantieel was veranderd ten opzichte van daarvoor.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt was voor haar werk na ziekmelding. Geen nieuwe medische stukken overgelegd ter ondersteuning van haar klachten. Hoger beroep faalt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 11 oktober 2013 geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 1 december 2013 geschikt was voor zijn werk en geen recht had op ziekengeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die geschikt werd geacht voor WIA-functies. Appellant's klachten werden door het Uwv niet onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige medische beoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de weigering van de WIA-uitkering en beëindiging van het ziekengeld voor appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv ten onrechte IVA-uitkering heeft geweigerd; betrokkene heeft recht op IVA-uitkering vanaf 3 maart 2010.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om smartengeld door Uwv; appellant kan geestelijk letsel niet onderbouwen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de loonsanctie voor een werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van een werknemer die ziek was na een auto-ongeluk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld per 1 maart 2014, ondanks ingediend rapport van haar verzekeringsarts.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat geen arbeidsongeschiktheid is ingetreden die 104 weken heeft geduurd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld; appellant geschikt voor maatgevende arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering per 29 juli 2008, geen nieuwe medische onderbouwing in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak en wijst verzoek om voorlopige voorziening af; tegemoetkoming arbeidsongeschikten vastgesteld op € 211,- netto is niet te laag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering wegens niet vervulde wachttijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over beëindiging van ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een ZW-uitkering aan appellante na medisch onderzoek, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, oordelend dat de verzekeringsartsen de medische toestand correct hebben ingeschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor WIA-functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW-uitkering en terugvordering voorschot, oordelend dat appellant per 1 augustus 2011 geschikt was voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer had op Ziektewet-uitkering per 11 maart 2013, omdat zij geschikt werd geacht voor haar arbeid.

Hoger beroep over onvoldoende re-integratie-inspanningen door appellant, die geen deugdelijke redenen had om deze na te laten. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid is vastgesteld en weigert herziening van WAO-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, o.a. vanwege de vastgestelde psychische beperkingen en de conclusie dat zij in staat is om meer dan 75% van het minimumloon te verdienen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant met ingang van 1 november 2012 recht heeft op een Wajong-uitkering, en bevestigt dat zijn aanvraag niet eerder kan ingaan dan het moment waarop hij als jonggehandicapte wordt aangemerkt.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante met ziekte van Lyme; oordeelt dat zij geschikt is voor arbeid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellant na zorgvuldig medisch onderzoek en herbeoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant binnen vier weken na het einde van zijn verzekering ziek was door PTSS, vernietigt eerdere uitspraak en draagt Uwv op opnieuw te beslissen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld en WIA-uitkering, omdat hij niet arbeidsongeschikt was. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op Wajong-uitkering wegens arbeidsongeschiktheid op 17-jarige leeftijd, vernietigt eerdere uitspraak en draagt Uwv op opnieuw te beslissen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van de Wajong-uitkering van appellante, die inkomen uit arbeid heeft behaald.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering na knieoperatie. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken en oordeelt dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht de ZW-uitkering van appellant beëindigde, maar laat rechtsgevolgen in stand.

Hoger beroep over de afwijzing van een IVA-uitkering wegens niet-duurzame arbeidsongeschiktheid. De Centrale Raad bevestigt de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en de vastgestelde beperkingen.

Hoger beroep over beëindiging ziekengeld na herhaalde ziekmelding. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak dat appellant geschikt is voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ziekengeld aan appellant per 30 januari 2014, o.b.v. geschiktheid voor arbeid als onderhoudstimmerman.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, die niet ongeschikt werd geacht voor zijn werk als lasser.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over arbeidsongeschiktheid en ziekengeld, oordeelt dat appellante geschikt is voor werk ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na beëindiging van haar dienstverband, omdat zij geschikt werd geacht voor haar laatst verrichte arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen het Uwv inzake ziekengeld, wegens termijnoverschrijding zonder verschoonbare redenen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant, die geschikt werd geacht voor zijn arbeid als postsorteerder.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, geschiktheid voor functies onder WAO is overtuigend gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor WAO-functies en dat haar ZW-uitkering terecht is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor geselecteerde functies en beëindigt haar ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op ziekengeld vanaf 30 juli 2013, ondanks eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan een tandartsassistente met diverse klachten. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering. Geen onjuiste vaststelling belastbaarheid door verzekeringsartsen. Hoger beroep niet slaagt; uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en recht heeft op IVA-uitkering, vernietigt eerdere besluiten van Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het bezwaar van appellant tegen schadevergoeding niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat er geen appellabel besluit was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat hij in staat is om geselecteerde functies te verrichten, ondanks zijn klachten.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de beperkingen van appellante niet zijn onderschat en dat de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant, geschikt voor werk als steigerbouwer per 26 maart 2013.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat de verzekeringsarts terecht concludeerde dat appellant weer geschikt was voor zijn werk als kok.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die geschikt is voor haar werk als administratief medewerkster.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat zij niet voldoet aan de arbeidsongeschiktheidseisen.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering en beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling van appellant met rugklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van WW-uitkering en terugvordering, geen dringende redenen voor afzien van terugvordering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt herziening WAZ-uitkering; appellant schond geen inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende procesbelang; appellant heeft geen recht meer op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op Ziektewet-uitkering na 18 maart 2014, omdat hij meer dan 65% van zijn loon kan verdienen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die geschikt werd geacht voor maatgevende arbeid na voldoende zorgvuldig medisch onderzoek.

Hoger beroep over afwijzing WIA-uitkering. Geen recht op uitkering vastgesteld door Uwv, medische beoordeling door rechtbank bevestigd.

Hoger beroep over recht op ziekengeld afgewezen; appellante geschikt voor WIA-functies. Geen schadevergoeding toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Wajong-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden die eerdere beslissing onjuist maken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt schorsing WAO-uitkering van appellante wegens niet-nakoming van onderzoeksverplichting. Appellante heeft geen medische onderbouwing voor afwezigheid bij psychiater.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant op 25 juni 2013 volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt was, waardoor hij geen recht had op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over niet-verschoonbare termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet ongeschikt is voor de in aanmerking te nemen arbeid en wijst verzoek om schadevergoeding toe.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellant, oordelend dat de medische beoordeling en geschiktheid voor functies correct zijn vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de WAO-uitkering van appellant terecht is herzien, met een juiste medische grondslag voor de geschiktheid voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld na beoordeling geschiktheid appellant voor arbeid.

Hoger beroep van appellante tegen niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar door Uwv wegens te late indiening. Hoger beroep afgewezen, uitspraak bevestigd.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake arbeidsongeschiktheid af, omdat verzoeker geen nieuw feit heeft aangedragen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant, na herbeoordeling, medisch geschikt is voor functies en geen recht meer heeft op WGA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 28 augustus 2013 geen recht meer had op ZW-uitkering, omdat hij geschikt werd geacht voor eerder geduide functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing laattijdige Wajong-aanvraag; appellant kan meer dan 75% van minimumloon verdienen na medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld ingevolge de ZW na schorsing van de uitkering, op basis van voldoende medische en arbeidskundige grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellante was op 17e verjaardag geen ingezetene van Nederland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever; geen aanleiding voor bekorting of schadevergoeding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant in staat was de voorgehouden functies te vervullen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de weigering van de WIA-uitkering, waarbij de FML van 22 mei 2013 als juist wordt beschouwd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die geschikt werd geacht voor haar arbeid na medische beoordeling.

Hoger beroep over WGA-uitkering. Appellant betwistte de overschatting van zijn beperkingen. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ZW-uitkering na WIA-beoordeling. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig. Hoger beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering aan appellant na ontslag op staande voet, oordelend dat appellant een benadelingshandeling heeft gepleegd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college als belanghebbende is aangemerkt, maar geen concreet procesbelang heeft bij de uitspraak over arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep van het Uwv slaagt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van een WIA-uitkering wegens onvoldoende reële schatting van arbeidsongeschiktheid en draagt Uwv op opnieuw te beslissen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan belanghebbende met een arbeidsongeschiktheid van 62%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; onderzoek door Uwv was zorgvuldig en medische gegevens waren voldoende.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant, oordelend dat hij per 10 januari 2014 weer geschikt was voor zijn arbeid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de herziening van de WGA-uitkering en beëindiging van de LAU, met invloed op de pensioenpremie van appellante.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering en verbod van reformatio in peius. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet in een slechtere positie is gekomen door het indienen van bezwaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van onverschuldigd betaalde Wajong-uitkering en toeslag aan appellant, die niet voldeed aan inlichtingenplicht.

Tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de weigering van een Wajong-uitkering. De Raad oordeelt dat het Uwv het besluit moet herstellen vanwege een gebrek in de arbeidskundige grondslag.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; Wajong-uitkering met terugwerkende kracht blijft gehandhaafd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van arbeidsondersteuning op grond van de Wet Wajong aan appellant, na beoordeling van zijn medische situatie en geschiktheid voor functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Roermond en oordeelt dat de medische beperkingen van appellante niet zijn onderschat. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de redelijke termijn heeft overschreden in WAO-zaak. Schadevergoeding van € 3.000,- toegekend aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat onvoldoende bewijs is voor een oorzakelijk verband tussen schouderklachten en bedrijfsongeval.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat de medische en arbeidskundige grondslagen voldoende zijn onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing vergoeding kosten hoortoestel; geen bijzondere eisen aan gehoor in werksituatie aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat geen ernstiger beperkingen zijn aangetoond dan door Uwv aangenomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; medische en arbeidskundige grondslag zijn voldoende.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; beperkingen zijn correct weergegeven in de FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv en geen twijfel aan geschiktheid voor functies.

Tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de medische grondslag van een WIA-uitkering. Het Uwv moet het gebrek in het bestreden besluit herstellen binnen zes weken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak over WIA-besluit, wijst verzoek om schadevergoeding af en veroordeelt Uwv in proceskosten van € 2.191,50.

Tussenuitspraak over loongerelateerde WGA-uitkering na bedrijfsongeval. De Raad oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat appellant, ondanks blijvende beperkingen, in de toekomst arbeid kan verrichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van toeslag op Duitse rente; beoordeling op basis van nationaal recht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure. Uwv en Staat worden veroordeeld tot schadevergoeding aan verzoeker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank Roermond en het besluit van het Uwv inzake arbeidsongeschiktheid, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Proceskosten van appellante worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep vernietigt niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank en verklaart het beroep tegen het Uwv ongegrond. Proceskostenveroordeling aan Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning Wajong-uitkering na aanvankelijke weigering door Uwv, met proceskostenvergoeding van € 1.218,-.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank over maatmanwisseling en verklaart beroep van appellante ongegrond. Geen gecombineerde maatman vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het bestreden besluit van het Uwv wegens gebrekkige arbeidskundige motivering en draagt het Uwv op het gebrek te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; medische geschiktheid van functies is juist beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring van beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank Roermond en verklaart het beroep gegrond, maar handhaaft de rechtsgevolgen van het bestreden besluit. Uwv wordt veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 2.435,-.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante na psychiatrische expertise en medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; post Lyme syndroom niet onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering vanwege objectieve gezondheidstoestand bij aanvang verzekering. Bestreden besluit is hersteld en rechtsgevolgen blijven in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat intrekking WIA-uitkering onterecht was; onvoldoende bewijs voor simulatie van ziekte door betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de intrekking van de WAO-uitkering in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat intrekking WAO-uitkering niet gerechtvaardigd was; onvoldoende bewijs van simulatie door betrokkene.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek, waarbij geen nieuwe gezichtspunten zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Wajong-uitkering ten onrechte is afgewezen. Betrokkene was meer dan 52 weken arbeidsongeschikt. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan betrokkene, oordeelt dat deskundigenadvies over arbeidsongeschiktheid overtuigend is en veroordeelt appellant in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, omdat zij niet verzekerd was op de datum van arbeidsongeschiktheid.

Tussenuitspraak over schadevergoeding na onterecht opgelegde loonsanctie door het Uwv. De Raad draagt het Uwv op om het besluit te herstellen en schadevergoeding te vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging nabestaandenuitkering; appellante niet arbeidsongeschikt volgens ANW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv niet had mogen afzien van een medisch onderzoek bij de laattijdige aanvraag van appellante voor een Wajong-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en voldoende informatie bood voor de beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van kinderbijslag wegens onvoldoende bewijs van onderhoud voor in het buitenland verblijvende kinderen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat hij niet als jonggehandicapte kan worden aangemerkt en voldoende in staat is geweest om te werken.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk en bevestigt dat haar arbeidsongeschiktheid onder de 35% ligt, waardoor zij geen recht heeft op WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om voorlopige voorziening af; geen redelijke kans dat eerdere uitspraak niet in stand blijft. Schadevergoeding van € 60.000,- afgewezen.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenveroordeling af, omdat ingangsdatum verhoging na data in geding ligt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking WAO-uitkering en geschiktheid voor functies. Appellant overtuigt in hoger beroep de geschiktheid van functies, maar niet voor productiemedewerker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag ANW-uitkering; appellante niet arbeidsongeschikt volgens ANW-criteria.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de medische beoordeling door het Uwv juist is en dat er geen aanleiding is voor twijfel aan de vastgestelde beperkingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat beperkingen van appellant al eerder aanwezig waren dan door Uwv vastgesteld en draagt Uwv op besluit te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van de ZW-uitkering van de appellant, oordeelt dat het Uwv een onjuiste arbeidsmaatstaf heeft gehanteerd en herroept het besluit van 6 september 2011.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering wegens simulatie van klachten en fraudeonderzoek. Appellant had ten onrechte uitkering ontvangen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering wegens frauduleuze klachten en terugvordering onterecht betaalde bedragen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-uitkering en vernietigt eerdere uitspraak. UWV moet proceskosten vergoeden en wettelijke rente betalen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wet Wajong; appellant niet arbeidsongeschikt volgens eerdere WAO-beoordelingen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep van appellante gegrond inzake WIA-uitkering, met toekenning van loongerelateerde WGA-uitkering en proceskostenvergoeding.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de herziening van de WAO-uitkering van appellante en de beoordeling van haar beperkingen. De Raad heropent het onderzoek voor schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; Raad bevestigt medische beoordeling en vernietigt eerdere uitspraak rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WGA-uitkering van appellante, die haar beperkingen niet voldoende kon onderbouwen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de buiten behandelingstelling van de WAO-aanvraag van appellant door het Uwv, omdat appellant niet de benodigde gegevens heeft aangeleverd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat er voldoende geschikte functies zijn.

Tussenuitspraak over de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, waarbij de geschiktheid van geselecteerde functies ter discussie staat. De Raad draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Hoger beroep over de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering. De Raad bevestigt de medische beoordeling door het Uwv en oordeelt dat de geselecteerde functies passend zijn voor appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de medische beoordeling en geschiktheid van de functies correct zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag wegens laattijdige aanvraag en onvoldoende medische onderbouwing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellant inzake WIA, omdat de gemachtigde niet aannemelijk heeft gemaakt dat de aangetekende brief niet correct is aangeboden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medische en arbeidskundige grondslag voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van WAO-uitkering en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van onverschuldigd betaalde ZW-uitkering na hersteldverklaring. Appellant had geen bezwaar gemaakt tegen hersteldverklaring.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WGA-uitkering aan appellant, oordelend dat het bestreden besluit op een zorgvuldige medische en arbeidskundige grondslag berustte. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant recht heeft op een WGA-uitkering, met voldoende medische en arbeidskundige grondslag.

Appellante heeft geen recht op een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank en de Raad bevestigen de eerdere oordelen over de medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerste arbeidsongeschiktheidsdag op 1 juli 2010 en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep herziening WAO-uitkering van appellante naar 55-65% na erkenning van ongeschiktheid van een functie. Uwv veroordeeld tot proceskosten en wettelijke rente.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat hij in staat is de voorgehouden functies te vervullen ondanks zijn beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WAO-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Hoger beroep van appellant afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Groningen over de toekenning van een nabestaandenuitkering met terugwerkende kracht van één jaar, zonder bijzondere omstandigheden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan de appellant, oordelend dat het medische onderzoek zorgvuldig was en de geduide functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering op basis van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en geschiktheid van functies.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; geen objectieve psychiatrische ziekte vastgesteld op datum in geding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen op de beëindiging van de WAO-uitkering van appellant, omdat geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WAZ-uitkering aan appellant, omdat hij niet kon aantonen 52 weken onafgebroken arbeidsongeschikt te zijn geweest.

Tussenuitspraak over duurzame arbeidsongeschiktheid in het kader van de WIA. De Raad draagt het Uwv op om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen binnen zes weken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat de geselecteerde functies voor appellant voldoen aan de noodzakelijke begeleidingseisen. Uwv moet motiveringsgebrek herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, oordelend dat de medische onderbouwing voldoende is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onjuist beeld van belastbaarheid appellant hanteert en draagt Uwv op FML te herzien.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, die geschikt wordt geacht voor haar eigen werk op basis van medische onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; betrokkene is minder dan 35% arbeidsongeschikt en kan voltijds arbeid verrichten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellant moet herzien op basis van deskundigenrapport, wegens onjuiste medische grondslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat er geen sprake is van duurzame arbeidsongeschiktheid en dat het beroep van appellant niet-ontvankelijk is.

Hoger beroep over de WGA-vervolguitkering; appellant betwist de arbeidsongeschiktheid inschatting door het Uwv, maar kan dit niet medisch onderbouwen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond, omdat er geen objectieve gegevens zijn voor een toename van de arbeidsongeschiktheid van de werknemer met CVS.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing vergoeding hoortoestellen; niet uitsluitend voor werksituatie geïndiceerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op toeslag als alleenstaande ouder en dat terugvordering van teveel betaalde toeslag gerechtvaardigd is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van herzieningsverzoek WAO-uitkering; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat medische geschiktheid voldoende is onderbouwd.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens te late indiening van het digitale beroepschrift. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medische en arbeidskundige beoordeling door Uwv is voldoende.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de uitkering op grond van de Wet Wajong, o.a. omdat het onderzoek door de verzekeringsartsen voldoende zorgvuldig was.

Hoger beroep over weigering WIA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid. Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat medische grondslag zorgvuldig is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting op en terugvordering van WAO-uitkering. Beroep op vertrouwensbeginsel verworpen; geen maatmanwisseling vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de geschiktheid van appellant voor geselecteerde functies in het kader van WAZ-uitkering, ondanks bezwaren over beperkingen bij het zitten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van een Wajong-uitkering aan betrokkene op een onjuiste medische grondslag berust. Appellant moet het besluit herstellen binnen zes weken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de WAO-uitkering van appellante, oordelend dat haar steunsysteem voldoende is voor noodzakelijke begeleiding naar werk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid, ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten Uwv inzake WAO-uitkering en oordeelt dat uitlooptermijn bij verlaging vereist is. Proceskosten Uwv vastgesteld op € 2.360,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellant met een arbeidsongeschiktheid van 70,7%. Hoger beroep slaagt niet; zorgvuldig onderzoek door Uwv en bezwaarverzekeringsarts.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig onderzoek heeft verricht bij de beoordeling van de WIA-uitkering van appellant met COPD en draagt het Uwv op om het gebrek te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering. Geen nieuwe feiten na hoorzitting, medische beoordeling door Uwv is juist.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de herziening van de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering en recht op WAO-uitkering na zorgvuldig onderzoek van psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning loongerelateerde WGA-uitkering op basis van voldoende medische en arbeidskundige grondslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van een Wajong-uitkering niet op een juiste medische grondslag berust en draagt het Uwv op een nieuwe FML op te stellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering. Uwv moet gebreken in besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv gebreken heeft in de motivering van de Wajong-uitkering van appellante en draagt het Uwv op deze te herstellen binnen zes weken.

Hoger beroep over WIA-uitkering en medische geschiktheid. Appellante krijgt 35-80% arbeidsongeschiktheid toegewezen. Uwv moet proceskosten en wettelijke rente vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; bezwaarverzekeringsarts motiveert diagnose somatisatiestoornis zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat hij medisch gezien in staat is om de geselecteerde functies te vervullen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat het Uwv voldoende zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar zijn beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante na zorgvuldige herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid. Medische klachten onvoldoende gewogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing uitkering Wet WIA; medische en arbeidskundige beoordeling zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WAO-uitkering; appellant heeft geen nieuwe medische gegevens overgelegd die twijfels oproepen over zijn belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; appellant is minder dan 35% arbeidsongeschikt en kan geselecteerde functies vervullen.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad vernietigt eerdere uitspraak en bevestigt Uwv-besluit. Wettelijke rente toegewezen, verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een Wajong-uitkering aan appellante, omdat zij niet voldeed aan de voorwaarden voor arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep intrekt hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv en wijst verzoek om schadevergoeding toe.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, omdat zij de wachttijd niet had vervuld na hersteldverklaring op 21 juni 2006.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er per 6 september 2007 geen arbeidsongeschiktheid uit dezelfde oorzaak is en bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering. Appellant heeft recht op WIA-uitkering vanaf 3 september 2009.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering omdat het verlies aan verdienvermogen onder de 35% ligt. Uwv wordt veroordeeld tot proceskosten van € 2.124,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat zijn belastbaarheid voor arbeid zorgvuldig is vastgesteld en dat hij geschikt is voor de geduide functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ZW-uitkering, omdat hij geschikt werd geacht voor zijn werk als baliemedewerker.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de herziening van de WAO-uitkering van appellant, waarbij zijn beperkingen niet zijn onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; toegenomen beperkingen leiden niet tot recht op uitkering, arbeidsongeschiktheidspercentage blijft onder 35%.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WAO-uitkering aan appellant, omdat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek voldoet aan de eisen en de geselecteerde functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; medische beoordeling en geschiktheid voor functies zijn voldoende gemotiveerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, omdat zij minder dan 45% arbeidsongeschikt was. De medische beoordeling was voldoende onderbouwd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat het Uwv de beperkingen correct heeft vastgesteld en de gevolgen van een CVA heeft meegewogen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WGA-uitkering van appellante, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de arbeidskundige grondslag voldoende is onderbouwd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, omdat haar psychische klachten niet ernstig genoeg zijn om beperkingen vast te stellen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere WAO-uitspraak af, omdat geen nieuwe feiten zijn aangetoond die tot een andere uitspraak hadden kunnen leiden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was en de beperkingen correct zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de intrekking van de Wajong-uitkering van appellant onterecht was, gezien zijn TBS-maatregel en toerekeningsvatbaarheid. Appellant heeft recht op de uitkering met terugwerkende kracht tot 25 mei 2008.

Centrale Raad bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat hij op 15 juli 2010 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Medische gronden van appellant werden niet voldoende geacht om eerdere beoordelingen te weerleggen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WGA-vervolguitkering van appellant, oordeelt dat de medische grondslag deugdelijk is en dat de functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de medische grondslag van de herziening van de WAO-uitkering ontoereikend is en draagt appellant op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen recht heeft op WIA-uitkering na bedrijfsongeval, bevestigt eerdere beslissing UWV en vernietigt uitspraak rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het dagloon voor IVA-uitkering terecht heeft vastgesteld op € 105,96. Hoger beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WW-uitkering van appellant en de terugvordering van € 4.223,60 door het Uwv, omdat appellant werkzaamheden heeft verricht die zijn hoedanigheid van werknemer hebben doen verliezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkgeefster in gebreke is gebleven met loonbetaling aan appellant, en draagt Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank over niet-ontvankelijkheid wegens niet tijdige betaling griffierecht en wijst zaak terug.

Centrale Raad van Beroep herziening WW-uitkering appellant na arbeidsurenverlies; Uwv correctie en terugvordering onverschuldigd betaalde bedragen; inlichtingenplicht geschonden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens onvoldoende informatie over werkzaamheden. Beroep tegen eerdere besluiten deels gegrond, maar beroep tegen nieuw besluit ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; medische beoordeling door Uwv is juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering. Medische grondslag is voldoende onderbouwd, en er zijn geen nieuwe beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen reden is om te twijfelen aan de medische en arbeidskundige grondslag in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; medische beoordeling door Uwv is juist en adequaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant is medisch beperkt, maar kan andere functies vervullen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van de toeslag op grond van de Toeslagenwet wegens schending van de inlichtingenplicht door appellante.

Hoger beroep over WIA-uitkering; appellante komt niet in aanmerking voor uitkering wegens minder dan 35% verlies aan verdiencapaciteit. Medische beoordeling door bezwaarverzekeringsarts is zorgvuldig uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering verhoging WAO-uitkering; appellante kan geen toename van beperkingen aantonen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WGA-uitkering van appellante, die niet in staat wordt geacht om haar eigen werk te verrichten, maar wel geschikt is voor geselecteerde functies.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de intrekking van de WAO-uitkering van appellant terecht is, en heropent het onderzoek naar schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant en oordeelt dat de toegewezen functies passend zijn, terwijl het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten van appellant.

Tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de aanvraag van een Wajong-uitkering. Het Uwv moet het gebrek in het besluit herstellen, omdat onvoldoende is onderbouwd dat geen duurzame arbeidsongeschiktheid bestaat.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op een loongerelateerde uitkering (LGU) en niet op een IVA-uitkering. De eerdere uitspraak van de rechtbank is vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om de WAO-uitkering van de appellant te herzien, omdat er geen periode van vier weken van toegenomen arbeidsongeschiktheid is aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de intrekking van het hoger beroep niet voortkwam uit een terugkeer van het bestuursorgaan op het bestreden besluit, maar uit een nieuwe toekenning van een WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek door verzekeringsartsen zorgvuldig was en dat appellant geen recht had op WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad over de belastbaarheid van appellant in het kader van WIA-uitkering. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam en verklaart het hoger beroep van appellant ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten zijn die terugkomen op de intrekking van de WAO-uitkering rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om heropening WAO-uitkering; geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WAO-uitkering; medisch onderzoek door bezwaarverzekeringsartsen was zorgvuldig en correct.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Haarlem dat appellante geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat haar verlies aan verdienvermogen minder dan 35% bedraagt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv de aflossingscapaciteit van appellant correct heeft vastgesteld, waarbij rekening is gehouden met zijn financiële verplichtingen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de WIA-uitkering van de appellant terecht heeft afgewezen, gebaseerd op zorgvuldig medisch onderzoek.