ECLI:NL:CRVB:2024:1468
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schadevergoeding wegens onrechtmatig besluit en gebrek aan causaal verband
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding door de rechtbank Midden-Nederland. Appellant, die eerder als financieel/administratief medewerker werkzaam was, had zich ziekgemeld en was van mening dat het besluit van het Uwv van 4 februari 2016, waarin hem geen recht meer op ziekengeld werd toegekend, onrechtmatig was. Hij verzocht om vergoeding van zowel materiële als immateriële schade, maar de rechtbank had dit verzoek afgewezen. De Raad oordeelde dat appellant niet voldoende bewijs had geleverd voor het bestaan van een causaal verband tussen de gestelde schade en het onrechtmatige besluit. De rechtbank had terecht overwogen dat de schadeposten niet in een zodanig verband stonden met het besluit dat deze het Uwv konden worden toegerekend. Ook voor de immateriële schade was onvoldoende aangetoond dat er sprake was van ernstige inbreuken op de persoonlijke levenssfeer of persoonlijkheidsrechten. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.