Uitspraak
21 997 ZW
5 februari 2021, 20/883 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
8 juli 2019 heeft zij zich ziek gemeld met fysieke klachten. Op dat moment ontving zij een WW-uitkering. Het Uwv heeft appellante een ZW-uitkering toegekend. Op 25 juli 2019 heeft appellante het spreekuur bezocht van een bedrijfsarts. Deze arts heeft appellante per 25 juli 2019 geschikt geacht voor de laatst verrichte arbeid in de functie van beveiliger. Op 29 juli 2019 heeft [naam B.V. 2] het Uwv met een formulier “Verzoek om een beschikking over de Ziektewet-uitkering voor werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de Ziektewet” verzocht een beschikking af te geven inhoudende beëindiging van de uitkering van appellante. Bij besluit van 2 augustus 2019 heeft het Uwv, in overeenstemming met het verzoek van [naam B.V. 2] , de ZW-uitkering van appellante per 25 juli 2019 beëindigd. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 7 februari 2020 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep ten grondslag.
BESLISSING
.